Wetenschappelijke verhandeling

Transkript

Wetenschappelijke verhandeling
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
ANALYSE VAN DE KOERDISCHE OPENING IN DE TURKSE MEDIA:
HÜRRIYET EN ZAMAN
Wetenschappelijke verhandeling
aantal woorden: 24 487
LIENE MASSCHELEIN
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: (PROF.) DR. SAMI ZEMNI
COMMISSARIS: (PROF.) DR. MARLIES CASIER
COMMISSARIS: (PROF.) DR. BERT SUYKENS
ACADEMIEJAAR 2010 - 2011
VOORWOORD
Toen ik aan Turkstaligen vertelde waarover mijn masterproef zou gaan, kreeg ik al snel de vraag of ik
niets beters had kunnen vinden. ‘Ze moeten hun eigen problemen maar oplossen’ werd meermaals
gezegd. Dit stimuleerde me echter nog meer om te werken rond de Koerden en hun kwestie. Ik besloot
iets te doen rond beeldvorming over de Koerdische opening in de Turkse media, ook omdat dit heeft
geleid tot bovenstaande ideeën die leven bij de Turken over de Koerden. Ik wil zeker niet
veralgemenen door te beweren dat iedereen deze mening deelt. Dat bewijzen ook de positieve reacties
die ik kreeg van onder andere een Koerdisch-Turkse vriendin.
Bij het schrijven van deze masterproef werd ik bijgestaan door verschillende personen. Zo wil ik eerst
en vooral Dr. Marlies Casier bedanken die me verschillende interessante werken heeft bezorgd en
eveneens altijd klaar stond om mijn vragen te beantwoorden. Graag zou ik ook Prof. Dr. Sami Zemni
bedanken voor het ter harte nemen van het promotorschap.
Vervolgens wil ik graag mijn moeder, vader en broer bedanken die me doorheen deze masterproef
enorm hebben gesteund. Ook leerrijke tips van Ahmet waren steeds een grote hulp voor mij.
Daarnaast mag ik zeker niet diegenen vergeten die me geholpen hebben met het verzamelen van
bronnenmateriaal. Hierbij denk ik eerst en vooraal aan Ozan, journalist bij de Turkse krant Sabah, die
op typisch Turkse wijze, via allerlei tussenpersonen, heeft geprobeerd om via Hürriyet en Zaman
informatie te verkrijgen. Ook mevrouw Tecimer, leerkracht Turks, heeft haar steentje bijgedragen aan
deze masterproef dankzij haar literatuurtips en Turkse bibliotheek waarin ik naar genoegen
gesnuisterd heb.
Verder mag ik zeker niet vergeten dat mijn vorige opleiding als Master in de Meertalige
Communicatie Frans-Turks heeft bijgedragen tot de keuze van mijn onderwerp en tot de mogelijkheid
om Turkse artikels te analyseren. Zonder de brede waaier aan Turkse taalkundige vakken was een
goed begrip van Turkse artikels immers nooit mogelijk geweest. Daarom wil ik dan ook graag mijn
dank uitdrukken aan de docenten van het departement Vertaalkunde.
Ten slotte mag mijn huidige opleiding, Master na Master Conflict and Development, niet ontbreken in
mijn lijstje. Via deze opleiding heb ik de kans gekregen om mijn blik op de wereld enigszins te
verruimen, wat zeker en vast bijdraagt tot een goede interpretatie van teksten en een kritische houding.
Beide zijn cruciaal bij het vertalen. Zonder een ellenlange lijst te geven, richt ik dus via deze weg ook
een dankwoord tot alle docenten van deze opleiding.
Liene Masschelein, 1 maart 2011
ABSTRACT
Onderzoek over berichtgeving blijft essentieel, aangezien de media gebeurtenissen vanuit een
bepaalde invalshoek belicht en zo de perceptie van lezers vormgeeft. Deze studie kadert binnen
empirisch onderzoek en analyseert hoe de Turkse media de Koerdische opening weergeeft via een
kwantitatieve en klassieke inhoudsanalyse. Via deductief frameonderzoek gebaseerd op Semetko &
Valkenburg (2000) en onderzoek naar de belichting van de opening worden 36 artikels geanalyseerd
tussen 1 augustus en 31 september 2009 van Cengiz Çandar (Hürriyet) en Mümtaz’er Türköne
(Zaman). Een literatuurstudie over de Koerden en de Turkse media verduidelijkt de theoretische
achtergrond van de problematiek. De eerste studie toont dat Hürriyet achtereenvolgens het human
interest frame, verantwoordelijkheidsframe, conflictframe en moraliteitsframe gebruikt en Zaman het
verantwoordelijkheidsframe, human interest frame, conflictframe en moraliteitsframe. Het
economische frame is afwezig. Het cijfermateriaal van studie 2 toont dat de religieus geïnspireerde
krant Zaman meer positief gecodeerde berichtgeving heeft dan de kemalistisch geïnspireerde Hürriyet
en de opening of de drijfveer erachter (AKP) niet bekritiseert. Hürriyet staat terloops wel kritisch
tegenover de drijfveer achter de opening en de inhoud ervan. Hoewel cijfermateriaal dus de
ideologiedoorsijpeling bevestigt, dringen nuanceringen zich op die deze ontkrachten. Hürriyet
bekritiseert immers eveneens nationalistische actoren, kemalistisch erfgoed en discours én
becommentarieert terloops de AKP positief. Rekening houdend met o.a. deze bevindingen, is de
afwezige kritiek op de inhoud en religieuze drijfveer van de opening in Zaman ook niet voldoende om
de ideologiedoorsijpeling te onderbouwen. Bovenstaande resultaten drukken op het belang van verder
kwalitatief onderzoek om het cijfermateriaal en de zwart-witresultaten bij te sturen.
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ........................................................................................................................................... 1
Relevantie ............................................................................................................................................ 1
Onderzoeksopzet ................................................................................................................................. 2
Onderzoeksvraag en hypothesen ......................................................................................................... 2
Inhoud.................................................................................................................................................. 4
THEORETISCH KADER: DE KOERDEN EN DE TURKSE MEDIA .......................................... 5
Het Koerdische profiel ........................................................................................................................ 5
‘De Koerden en hun kwestie’: historisch overzicht van de strijd met de Turkse staat ........................ 7
De wortels van het Koerdische nationalisme .................................................................................. 7
De revoltes onder Atatürk ............................................................................................................... 8
De stilte voor de storm .................................................................................................................... 9
De staatsgreep van 1980 en de guerrillabeweging ........................................................................ 11
De PKK in de jaren 2000............................................................................................................... 11
De Koerdische opening ..................................................................................................................... 13
Algemene schets ............................................................................................................................ 13
Het vredesplan van Öcalan ............................................................................................................ 15
Het vredesplan van de Turkse staat ............................................................................................... 17
Het vredesplan van TESEV ........................................................................................................... 18
De opening: op de grens tussen succes en fiasco .......................................................................... 20
De Turkse media ............................................................................................................................... 24
De Koerden in de Turkse media: knelpunten ................................................................................ 24
Persvrijheid ............................................................................................................................... 24
Onpartijdigheid en objectiviteit................................................................................................. 26
Minderheden: de wij-zij dichotomie en het gebrek aan participatie ......................................... 27
Türkçülük, simplificaties en stigmatisering ............................................................................... 29
Het huidige Turkse medialandschap: Hürriyet en Zaman ............................................................. 30
Hürriyet ..................................................................................................................................... 31
Zaman ........................................................................................................................................ 31
METHODE .......................................................................................................................................... 32
Inleiding ............................................................................................................................................ 33
Inhoudsanalyse .............................................................................................................................. 33
Framing en frameanalyse .............................................................................................................. 34
Algemene procedure.......................................................................................................................... 35
Materiaal ....................................................................................................................................... 35
Steekproef ...................................................................................................................................... 35
Opzet.............................................................................................................................................. 36
Proces ............................................................................................................................................ 36
Studie 1 .............................................................................................................................................. 37
Studie 2 .............................................................................................................................................. 38
RESULTATEN .................................................................................................................................... 40
Studie 1 .............................................................................................................................................. 40
Hürriyet: Cengiz Çandar............................................................................................................... 40
Zaman: Mümtaz’er Türköne .......................................................................................................... 42
Samenvatting van de resultaten in aantallen: Hürriyet en Zaman ................................................ 42
Weergave via staafdiagrammen .................................................................................................... 44
Studie 2 .............................................................................................................................................. 46
Hürriyet: Cengiz Çandar............................................................................................................... 46
Zaman: Mümtaz’er Türköne .......................................................................................................... 49
ANALYSE ............................................................................................................................................ 50
Studie 1 .............................................................................................................................................. 50
Hürriyet: Cengiz Çandar................................................................................................................ 51
Human interest frame ................................................................................................................ 51
Verantwoordelijkheidsframe ..................................................................................................... 53
Conflictframe ............................................................................................................................. 55
Moraliteitsframe ........................................................................................................................ 56
Economisch frame ..................................................................................................................... 57
Zaman: Mümtaz’er Türköne.......................................................................................................... 57
Verantwoordelijkheidsframe ..................................................................................................... 57
Human interest frame ................................................................................................................ 59
Conflictframe ............................................................................................................................. 61
Moraliteitsframe ........................................................................................................................ 63
Economisch frame ..................................................................................................................... 63
Tussentijds besluit ......................................................................................................................... 64
Studie 2 .............................................................................................................................................. 65
Bespreking van de codering vanuit inhoudelijk perspectief: Hürriyet en Zaman ......................... 66
Inhoudelijk positief .................................................................................................................... 66
Inhoudelijk negatief ................................................................................................................... 67
Bespreking van de codering vanuit actorperspectief: Hürriyet en Zaman .................................... 68
Positief: positieve commentaar op de AKP en/of kritiek op andere actoren ............................. 68
Negatief: positieve commentaar op andere actoren en/of kritiek op de AKP ........................... 70
Bespreking van ‘neutrale’ berichtgeving: Hürriyet en Zaman ...................................................... 71
Tussentijds besluit ......................................................................................................................... 73
CONCLUSIE ....................................................................................................................................... 75
BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................... 77
BIJLAGEN ............................................................................................................................................ 84
FIGUREN
Tabel 1: weergave van het aantal artikels ........................................................................................... 36
Tabel 2: resultaten van het frameonderzoek van Hürriyet bij Çandar ................................................ 41
Tabel 3: resultaten van het frameonderzoek van Zaman bij Türköne ................................................. 42
Tabel 4: samenvatting van de vraagstelling in aantallen bij Hürriyet en Zaman ............................... 43
Tabel 5: aantallen per frame per krant ................................................................................................ 44
Tabel 6: gecodeerde berichtgeving in Hürriyet .................................................................................. 47
Tabel 7: supplementaire indeling van de gecodeerde berichtgeving in Hürriyet ............................... 48
Tabel 8: gecodeerde berichtgeving in Zaman ..................................................................................... 49
Tabel 9: supplementaire indeling van de gecodeerde berichtgeving in Zaman .................................. 50
Staafdiagram 1: frames in Hürriyet ................................................................................................... 44
Staafdiagram 2: frames in Zaman ..................................................................................................... 45
Staafdiagram 3: vergelijking tussen de frames van Hürriyet en Zaman in relatieve frequentie ....... 45
AFKORTINGEN
Aangehaalde Koerdische organisaties en partijen
PKK
NLK
DP
HADEP
HEP
DEP
DEHAP
DTP
KCK
BDP
Partiya Karkêren Kurdistan (‘Kurdistan Workers’ Party’)
Kürdistan Ulusal Kurtuluşçuları (‘National Liberators of Kurdistan’)
Demokratik Parti (‘Democratic Party’)
Halkın Demokrasi Partisi (‘People’s Democracy Party’)
Halkın Ekmek Partisi (‘People’s Labor Party’)
Demokrasi Partisi (‘Democracy Party’)
Demokratik Halk Partisi (‘Democratic People’s Party’)
Demokratik Toplum Partisi (‘Democratic Society Party’)
Koma Civaken Kurdistan (‘Union of Communitees in Kurdistan’)
Barış ve Demokrasi Partisi (‘Peace and Democracy Party’)
Aangehaalde Turkse partijen
AKP
CHP
MHP
Adalet ve Kalkınma Partisi (‘Justice and Development Party’)
Cumhurriyet Halk Partisi (‘Republican People’s Party’)
Milliyetçi Hareket Partisi (‘Nationalist Movement Party’)
Turkse instellingen
YÖK
RTÜK
TESEV
Yükseköğretim Kurulu (‘The Council of Higher Education’)
Radyo ve Televizyon Üst Kurulu (‘Radio and Television Supreme Council’)
Türkiye Ekonomik ve Sosyal Etüdler Vakfı (‘Turkish Economic and Social
Studies Foundation’)
Projecten
GAP
Güneydoğu Anadolu Projesi (‘The Southeastern Anatolia Project’)
Afkortingen van woordenboeken
TDK
Türk Dil Kurumu (‘Turkish Language Association’)
1. INLEIDING
1.1. Relevantie
Verscheidene onderzoeken hebben aangetoond dat de media een duidelijke hand heeft in de positieve
of negatieve perceptie van kijkers en lezers omtrent een bepaald onderwerp. De manier waarop iets of
iemand wordt voorgesteld, bepaalt hoe de ontvanger bepaalde gebeurtenissen en personen
interpreteert.
Prof. Dr. W. Shadid, gespecialiseerd in interculturele communicatie, is met zijn onderzoek over de
westerse media en de knelpunten ervan inzake verslaggeving over moslims en allochtonen één van de
academici die de sterke invloed van media op beeldvorming probeert te bewijzen. Hij voelt de media
aan de tand en besluit dat deze tekortschiet op verschillende vlakken. Zo heeft hij het over
simplificaties en afstandelijke presentatie van de islam; problematisering en stigmatisering van
specifieke groepen; indeling van de samenleving in in- en outgroepen, ‘wij’ en ‘zij’ en de
verwaarlozing van bepaalde groepen in de media en/of het ontbreken van hun visie (Shadid 2005:
331). Ook Schneider (2004: 344-347) verduidelijkt de impact van de media op beeldvorming en haalt
hiervoor 4 redenen aan: onderrepresentatie, stereotype presentatie, selectieve presentatie, framing en
priming. Hoewel beide onderzoekers vertrekken van berichtgeving in de westerse media, is het
natuurlijk niet zo dat deze problemen enkel bij westerse media voorkomen. Zo wordt de Turkse media
eveneens geteisterd door bijvoorbeeld een gebrek aan persvrijheid, stigmatisering van groepen en
partijdigheid. Hieruit volgt dat de media een belangrijke invloed uitoefent op de maatschappij en de
percepties die erbinnen leven. Zo haalt Shadid (1995) aan dat de wisselwerking tussen media en
maatschappij meespeelt bij de etnische categorisering van volkeren.
Kortom, hoewel journalisten objectiviteit prediken, mogen we niet vergeten dat ook hun pen schrijft
vanuit een bepaalde maatschappijblik en zo informatie via frames overbrengt naar de lezer. Zo stelt
Van Gorp (2006):
“De latente betekenisstructuur in een boodschap wordt niet vanuit de objectieve werkelijkheid
opgelegd, maar is het resultaat van door de mediamakers gemaakte keuzes (Van Gorp 2006: 253).”
Met deze informatie in het achterhoofd, worden onmiddellijk de aanleiding en relevantie van dit
onderzoek gegeven. Aangezien de media een duidelijke rol speelt in de beeldvorming over
gebeurtenissen, vertrekken we van de idee dat ook de Turkse pers haar lezerspubliek een bepaald
beeld voorhoudt.
1
1.2. Onderzoeksopzet
Deze studie onderzoekt de Koerdische opening in de Turkse media, namelijk de Turkse kranten
Hürriyet en Zaman. De studie kadert in empirisch onderzoek, aangevuld met een literatuurstudie om
de theoretische achtergrond van de problematiek te schetsen. Het kader wordt opgebouwd rond de
Koerden en de Turkse media.
Eerst en vooral wordt een kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd aan de hand van een
frameonderzoek gebaseerd op het werk van Semetko & Valkenburg (2000) Framing European
Politics: A Content Analysis of Press and Television News. Dit wordt aangevuld met een
interpretatieve analyse van de frames in een tweede fase. Een tweede studie toetst de houding
tegenover de Koerdische opening binnen het artikel. Op die manier gaan we na of beide kranten
tijdens de geselecteerde periode een doorsijpeling vertonen van hun ideologische achtergrond. Zo
publiceert Hürriyet vanuit kemalistisch perspectief en is Zaman religieus geïnspireerd waardoor de
krant dichter aanleunt bij de huidige AKP-regering.
Het is de bedoeling om een duidelijker zicht te krijgen op de manier waarop de Koerdische opening in
de geselecteerde periode door beide kranten wordt aangereikt aan de hand van een kwantitatieve
inhoudsanalyse, gebaseerd op een frameonderzoek en een klassieke inhoudsanalyse opgebouwd rond
de weergave van de Koerdische opening in beide kranten.
Verdere uitgebreide uitleg over de methodologische aanpak en verantwoording over beide studies
wordt gegeven in het derde hoofdstuk ‘Methode’.
1.3. Onderzoeksvraag en hypothesen
Centraal staat dus volgende algemene onderzoeksvraag: ‘Hoe wordt de Koerdische opening
weergegeven in de Turkse media, specifiek in de Turkse kranten Hürriyet en Zaman’? Concreet
betekent dit dat we de artikels onderzoeken die verschijnen bij het ingeven van de zoekterm ‘Kürt
açılımı’, wat letterlijk ‘Koerdische opening’ betekent, in de Turkse kranten Hürriyet en Zaman in de
periode tussen 1 augustus 2009 en 30 september 2009. We doen dit via een kwantitatieve
inhoudsanalyse door frameonderzoek en een klassieke inhoudsanalyse. De periode werd geselecteerd
op basis van de gebeurtenissen binnen het initiatief: in augustus kreeg de opening een positieve
impuls, terwijl september zich kenmerkte door een negatief keerpunt. Door het enorme aantal
zoekresultaten werden de artikels verder afgebakend via de auteurs met de meeste resultaten. Voor
Hürriyet was dat Cengiz Çandar en voor Zaman Mümtaz’er Türköne.
De onderzoeksvraag resulteert in enkele mogelijke hypothesen. In het kader van de eerste studie die de
frames binnen de artikels onderzoekt, veronderstellen we dat zowel bij Hürriyet als Zaman het human
2
interest frame sterk naar voor zal treden. Ondanks hun ideologisch verschillende achtergrond, zullen
beide kranten wellicht hun lezers bespelen. Kranten kunnen lezers sturen door o.a. specifieke
positionering tegenover gebeurtenissen of het emotioneel kleuren ervan. Deze commercialisering is
noodzakelijk om een plek op de markt te vrijwaren. Om deze hypothese te onderbouwen, halen we
Liaras & Somer (2010) en Finkel (2000) aan:
“Turkish newspapers […] do not hesitate to take proactive positions on political questions with a view to
influencing public debate […] (Liaras & Somer 2010: 158-159).”
“There is also a larger issue pertaining not just to Turkey, but to the entire world concerning the reliance on
the market as the ultimate regulatory authority and the increasing commercialization of the media (Finkel
2000: 148).”
Vervolgens zullen beide kranten wellicht de verantwoordelijkheid voor het negatieve keerpunt in de
opening toeschrijven aan bepaalde actoren. Het verantwoordelijkheidsframe zal dus waarschijnlijk
zowel bij Hürriyet als Zaman behoren tot de twee meest gebruikte frames gezien de invulling die
Semetko & Valkenburg (2000) eraan geven:
“The responsibility presents an issue or problem in such a way as to attribute responsibility for its
cause or solution to either the government or to an individual or group (Semetko & Valkenburg 2000:
96).”
Bovenstaande hypothese is gerelateerd aan de derde: vanuit de verschillende ideologische achtergrond
van Hürriyet, respectievelijk kemalistisch, en Zaman, respectievelijk religieus, gaan we ervan uit dat
Hürriyet eerder kritisch staat tegenover de Koerdische opening, terwijl Zaman eerder dit initiatief van
de eveneens religieus geïnspireerde AKP (‘Justice and Development Party’) steunt en/of promoot. Dit
betekent meer positief gecodeerde berichtgeving in Zaman en meer negatief gecodeerde in Hürriyet
over het algemeen (voor de invulling van deze coderingen zie 3.3). Concreet betekent dit dat Hürriyet
méér zal ingaan op inhoudelijke lacunes van de opening en naast andere actoren óók de AKP als
verantwoordelijke zal aanklagen voor het falen van de opening, terwijl Zaman minder inhoudelijke
tekorten zal belichten en zich zal aansluiten bij de AKP door enkel en alleen andere actoren te
beschuldigen van het mogelijk bijdragen tot het negatieve keerpunt binnen de opening. Dit laatste leidt
tot een procentueel hoger aantal positieve coderingen vanuit actorperspectief in Zaman. Zaman zal dus
de problematiek rond de opening buiten het initiatief en de drijfveer erachter, nl. de AKP, plaatsen.
Om deze hypothese te stellen, baseren we ons op Liaras & Somer (2010) die het volgende aanhalen
inzake de Koerdische zaak en de relatie tussen de Turkse politiek en pers aangehaald door Finkel
(2000):
“If there is strong support for the idea of a Kurdish opening, then we can expect one or all of the following
to be true: religious-conservative thinking about the Kurdish question may be consistently different from
and more favorable to the opening than secular-elite thinking (Liaras & Somer 2010: 158).”
“While no newspaper can afford to be totally discredited, some run unacceptable risks by bartering
political support for financial advantage (Finkel 2000: 155-156).”
3
1.4. Inhoud
Deze scriptie bestaat uit 6 grote delen. Het inleidend deel bevat relevantie en doel van het onderzoek
en de onderzoeksvraag met bijhorende hypothesen.
Het tweede deel is toegespitst op de Koerden en de Turkse media om het domein waarin het onderzoek
zich situeert algemeen te schetsen. In dit deel wordt eerst en vooral dieper ingegaan op de Koerden als
volk en wordt een korte geschiedenis van de Turkse Koerden en hun kwestie aangereikt. Daarna wordt
de recentste ontwikkeling binnen het Koerdische debat, de Koerdische opening, onder de loep
genomen. Ten derde behandelen we de Turkse media die binnen dit onderzoek figureert als
achtergrond waarop het onderzoek geprojecteerd wordt. De Koerden worden binnen het Turkse
mediaveld geplaatst en de geselecteerde kranten besproken.
In het derde deel wordt de methodologie toegelicht. Eerst en vooral wordt ingegaan op het concept
‘inhousanalyse’ als analysemiddel van beide studies. Daarna beperken we ons tot een korte algemene
bespreking van ‘framing’, ‘frameanalyse’ en later ook de frames van Semetko & Valkenburg (2000)
aangezien de frameanalyse hier fungeert als onderzoeksmiddel en niet het onderzoeksonderwerp van
deze scriptie vormt. Vervolgens bespreken we de algemene procedure van beide studies om daarna de
specifieke methodes per studie toe te lichten. Het is de bedoeling om de gekozen methodologie te
verantwoorden en een duidelijker overzicht te geven van het hoe en het waarom van de
selectieprocedure.
Deel vier bestaat uit een presentatie van de resultaten aan de hand van tabellen en staafdiagrammen. Er
wordt opnieuw een indeling gemaakt in studie 1 en studie 2 voor de duidelijkheid.
Het voorlaatste hoofdstuk analyseert de resultaten. De frames worden gerangschikt en besproken aan
de hand van voorbeelden. De tweede studie bespreekt de resultaten via een indeling in positief/negatief
vanuit inhoudelijke invalshoek of actorperspectief. Beide studies sluiten af met een tussentijds besluit.
Ten slotte wordt in de conclusie teruggekoppeld naar de onderzoeksvraag en hypothesen.
De geanalyseerde artikels werden als bijlage toegevoegd.
4
2. THEORETISCH KADER: DE KOERDEN EN DE TURKSE MEDIA
We beginnen met een kort historisch overzicht van de Koerden in het algemeen. Eerst en vooral
ontmoeten we de Koerden als een volk met een bepaalde taal, religie enz. Cijfermateriaal verduidelijkt
hun omvang binnen Turkije en ‘Turks Koerdistan’ wordt gesitueerd. We spitsen ons vanaf dan verder
toe op de Koerden binnen Turkije.
Vervolgens wordt de strijd tussen de Koerden en de Turkse staat onder de loep genomen. We springen
van het ontstaan van het Koerdische nationalisme naar een radicalisering van de beweging om te
eindigen met een stilte en heropleving van het Koerdische nationalisme na de staatsgreep van 1960.
Dan volgt een overzicht van de jaren na de staatsgreep van 1980. Bij wijze van eindmarkering worden
de strijd van de PKK in de jaren 2000 en de bijhorende transformaties van de organisatie aangehaald.
Vanuit deze oude en recentere ontwikkelingen wordt overgestapt naar de Koerdische opening van
2009. Na een algemene schets worden enkele voorgelegde plannen behandeld die de belangrijkste
inhoud van de opening weergeven. Hierbij halen we het vredesplan aan van Öcalan, de regering en het
rapport van de denktank TESEV. We eindigen met een korte kritische noot over het al dan niet nieuwe
karakter van deze opening.
Ten slotte bespreken we de belangrijkste knelpunten van de Turkse media om de Koerden binnen het
mediaveld te situeren. Zo krijgen we een beter inzicht in de weergave van deze groep en de daaraan
gekoppelde beeldvorming bij lezers. Als laatste wordt algemene informatie gegeven over Hürriyet en
Zaman met de bedoeling zo hun positie binnen het Turkse medialandschap beter te begrijpen.
2.1. Het Koerdische profiel
De Koerden bekleden een brede bevolkingsgroep waardoor ze moeilijk als één etnisch coherent geheel
bestempeld kunnen worden. De Koerden zouden geen gemeenschappelijke Koerdische voorouders
hebben, maar stammen uit een smeltkroes van volkeren. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze afkomstig van
Indo-Europese stammen die westwaarts naar Iran trokken. Informatie hierover is schaars (Mcdowall
2005: 3-17). Amain en Kielstra (1992) spreken over een gemeenschappelijke afstamming van
Koerden, Armeniërs en Georgiërs. Nochtans is de huidige Koerdische taal eerder verwant aan de
Iranese, wat een nieuwe theorie introduceerde waarbij de Koerden afstammelingen van de Meden
zouden zijn, het broedervolk van de oude Perzen. Deze theorie baseert zich op de ligging van de
woonplaats van de Meden in het noordwesten van het huidige Iran. De taal die daar werd gesproken,
zou verwant zijn aan de huidige Koerdische taal. Onderzoek wees echter uit dat dit enkel voor een
handvol woorden klopt. De meest aannemelijke theorie stelt dat ‘de Koerden’ wellicht 2500 jaar
geleden zijn ontstaan uit een samensmelting van verschillende volkeren waarbinnen de Iranese groep
5
cultureel het meest dominant was en waarschijnlijk zo na verloop van tijd haar taal oplegde (Amain &
Kielstra 1992: 3-4).
Niet alleen deze onduidelijke oorsprong, maar ook gemengde huwelijken, assimilaties, verdeling over
verschillende staten enz. bemoeilijken de afbakening van de Koerdische identiteit. Ook de invulling
van de term ‘Koerd’ heeft heel wat transformaties gekend. Aanvankelijk betekende ‘Koerd’ ‘nomade’.
In de 11e eeuw bestempelden reizigers en historici roverij als ‘Koerd’. In het midden van de 19e eeuw
betekende ‘Koerd’ ‘spreker van de Koerdische taal’ (McDowall 2005: 13).
Wat hun taal en religie betreft, kunnen we echter wel op enkele algemeen geldende
gemeenschappelijke elementen wijzen. In Turkije zijn de meeste Koerden soennitische moslims, een
kleine minderheid is alevitisch (Bozarslan 2008: 334). McDowall (2005: 10) schat de soennitische
Koerden op 75 procent en stelt dat de alevitische Koerden zich vooral in Centraal-Anatolië bevinden,
de regio rond Dersim (het huidige Tunceli). Hoewel er een linguïstische variëteit bestaat onder de
Koerdische volkeren kunnen er toch 2 grote talen of dialecten onderscheiden worden: het Kurmanji en
het Surani. Ondanks hun grammaticale verschillendheid, zijn ze toch verwant op het vlak van
vocabularium. Ze vormen een soort lokaal dialect dat fungeert als een gestandaardiseerde versie van
de verschillende dialecten (McDowall 2005: 9-10; Bozarslan 2008: 334).
Momenteel wordt het aantal Koerden in het Midden-Oosten geschat op ongeveer 30 miljoen in totaal
door Bozarslan (2008: 334) en 24 à 27 miljoen door McDowall (2005: 3) waarvan er volgens
McDowall 13 miljoen en volgens Bozarslan (2008: 334) tussen de 12 en 15 miljoen in Turkije leven.
Amain & Kielstra (1992: 71) houden het bij 12 miljoen. In 1975 vormden de Koerden ongeveer 19
procent van de Turkse populatie, maar door hun snelle aangroei zou dit op vandaag 20 à 23 procent
kunnen zijn (McDowall 2005: 3, Zürcher 2006: 399). De meeste Koerden leven in de bergen waar
Turkije, Irak en Iran samenkomen. Het historische Koerdistan omvat 500 000 km² en strekt zich uit
over het grensgebied tussen Syrië, Irak, Turkije en Iran (Heirman 1991: 3). De houding van Turkije
tegenover Koerdistan is emotioneel geladen: de grenzen kunnen niet gewijzigd worden zonder de
Turkse identiteit en geografie te bedreigen, bepaald door de stichter van de republiek, Atatürk. Andere
redenen zoals de aanwezigheid van olie spelen natuurlijk ook mee (McDowall 2005: 5-7). Het gebied
van de Turkse Koerden wordt het ‘Koerdistan van Turkije’ of ‘Turks Koerdistan’ genoemd met als
belangrijkste steden Erzurum, Diyarbakır, Ourfa en Van (Heirman 1991: 3).
Hoewel er over Turks Koerdistan gesproken wordt, is ‘gebieden bewoond door Koerden’ toch een
correctere benaming aangezien provincies zoals Elazığ, Erzurum en Malatya zowel etnisch als
religieus een mengelmoes zijn van Turken, Koerden, soennieten en alevieten. De Koerden bevolken
de economisch minst ontwikkelde zones van Turkije. Tot het einde van de jaren 1970 deden deze
regio’s grotendeels aan zelfvoorzienende landbouw, weinig geïntegreerd in de Turkse economie.
6
Economische crises en conflictsituaties tijdens de jaren ’70 en ’80 ontketenden gewilde, maar ook
gedwongen migratie. Vaak diende de illegale of legale informele economie, zoals handel over de
grenzen, als bron van inkomsten. Deze afsluiting van de rest van Turkije resulteerde in een Koerdische
regio die doorheen de tijd een eigen interne dynamiek en ideologie ontwikkelde (Bozarslan 2008: 334335).
2.2. ‘De Koerden en hun kwestie’: historisch overzicht van de strijd met de Turkse staat
De Koerdische kwestie zoals die op vandaag heet, is niet nieuw. Het is een oude indirecte en directe
strijd tussen Turkse Koerden en de staat. Het eerste Koerdische nationalisme ontstond al in de periode
vóór de republiek, maar historisch gezien dateert de Koerdische kwestie pas van na de splitsing van
het Ottomaanse rijk. De strijd tijdens het laat Ottomaanse rijk vormde een voedingsbodem voor heel
wat revoltes tijdens de republiek van Mustafa Kemal Atatürk. De periode daarna werd gekenmerkt
door een stilte voor de storm: de problematische vernieuwing tussen 1961 en 1980 ontketende een
echte guerrilla na de staatsgreep van 1980 die aanhield tot in 1999 met de arrestatie van Öcalan. De
arrestatie van de PKK-leider betekende echter niet het einde van de Koerdische strijd. De beweging
onderging verschillende transformaties in de jaren 2000 en stelde zo ook haar plaats veilig binnen het
Turkse politieke toneel.
2.2.1. De wortels van het Koerdische nationalisme
Hoewel tijdens het Ottomaanse rijk nog niet echt sprake was van een Koerdische kwestie, was er de
laatste jaren toch al een geleidelijk proces van Koerdische bewustwording. Tot aan het midden van de
19e eeuw hadden de Koerden een zekere autonomie binnen het Ottomaanse rijk: de 16 Koerdische
emiraten hadden een pact gesloten met het Ottomaanse regime om hun autonomie te verzekeren. De
sultan had hier zelf ook baat bij: de stabiliteit van de grenzen werd gegarandeerd en taksen werden
betaald (Barkey & Fuller 1998: 6-7). Belangrijke figuren zoals Şeref Khan, de dichter Ehmed-e Khanı
en de vorming van de provincie ‘Koerdistan’ in 1846 zouden o.a. bijgedragen hebben tot een gevoel
van Koerdische eenheid (Bozarslan 2008: 336-338).
Op het einde van de 19e eeuw werd dit nog versterkt door de oprichting van de krant ‘Kurdistan’ in
1898 buiten het Ottomaanse rijk en de vorming van Hamidiye-regimenten in 1892 die vooral
bestonden uit Koerdische stammen. De sultan creëerde zo een zekere band en afhankelijkheid tussen
zichzelf en de Koerdische tribale elite. De Hamidiye-regimenten konden plunderen en moorden zonder
daarvoor gestraft te worden. Sultan Abdülhamid II wilde op die manier tribale onrust vermijden die de
afschaffing van de Koerdische emiraten had veroorzaakt (Bruinessen 1997a: 3, Bozarslan 2008: 336338, Barkey & Fuller 1998: 7-8). De Koerdische stammen van de Hamidiye-regimenten werden later
de actoren in de strijd tegen de staat en vochten voor Koerdische onafhankelijkheid.
7
Tijdens de jaren 1913 en 1914 wierpen zich verschillende revoltes op tegen het centrale bestuur. De
Koerden eisten regionale autonomie en onderwijs in hun eigen taal. De gemoederen bedaarden even
toen Mustafa Kemal aan de macht kwam en aan de Koerden beloften deed. Hij drukte op het belang
van broederlijkheid tussen Turken en Koerden om de staat opnieuw op te bouwen na de oorlog.
Toch verscheen wederom een onafhankelijkheidsbeweging in Istanbul, de ‘Kürd Teali Cemiyeti’, die
streed voor de rechten van de Koerden (Bozarslan 2008: 336-338). In 1920 plaveide het Verdrag van
Sèvres, het vredesverdrag tussen de geallieerden en het voormalige Ottomaanse rijk, eveneens de weg
naar een Koerdische staat ondanks vele tegenkanting. Het verdrag erkende voor het eerst op
internationaal vlak het bestaan van een ‘Koerdische staat’, maar draaide uit op niets. Het was de
bedoeling het Ottomaanse rijk te ontmantelen volgens etnische en culturele grenzen. Vooral artikel 62
en 64 van het verdrag voorzagen in de vorming van een Koerdische staat, aanvankelijk binnen de
Turkse grenzen volgens artikel 62. Artikel 64 voegde daaraan toe dat het Koerdische volk zich kon
richten tot de League of Nations wanneer een meerderheid de onafhankelijkheid tegenover Turkije
wilde (Imset: 1995 4-6). In het Verdrag van Lausanne (1923) werden de grenzen van Turkije bepaald
en de rechten van christelijke minderheden verzekerd, maar de Koerden werden vergeten. Het rijk
erkende de minderheidsgroepen niet op basis van hun etniciteit, maar wel volgens hun religie (Barkey
& Fuller 1998: 6). De islamitische Koerden werden dus niet meer gezien als een aparte
minderheidsgroep, maar geïntegreerd onder de grote Turkse noemer (Amain & Kielstra 1992: 19-22).
De Koerdische hoop werd in de grond geboord en de Turken kregen alle macht over Anatolië. Hoewel
Koerden en Turken samen gestreden hadden voor onafhankelijkheid, werden de Koerden niet beloond
(O’Neil 2007: 75).
2.2.2. De revoltes onder Atatürk
Het ontstaan van de Turkse republiek in 1923 ging gepaard met het ontstaan van de Koerdische
kwestie. Doorheen de jaren werd deze kwestie gekarakteriseerd en versterkt door twee elementen:
enerzijds ontkende de staat het bestaan van een Koerdische zaak, anderzijds schilderde de staat de
Koerden af als een bedreiging voor de nationale eenheid vanuit de vrees voor Koerdisch separatisme
(Bozarslan 2008: 333).
Tijdens de regeerperiode van Atatürk (1923-1938) vonden verschillende revoltes plaats. Er zijn
meerdere redenen voor de breuk tussen Koerden en Turken, maar Bozarslan (2008: 338- 342) houdt
het bij drie doorslaggevende: de bloei van het Turkse nationalisme na het ontstaan van de republiek in
1923 en het idee dat de Turken de andere volkeren van het Ottomaanse rijk overwonnen hadden; de
afschaffing van het kalifaat dat door de Koerden werd beschouwd als een van de enige
gemeenschappelijke elementen met de Turken; de ontevredenheid van de Koerdische leiders over het
stopzetten van de onafhankelijkheidsoorlog zonder Zuid-Koerdistan te bevrijden. De alliantiebreuk
8
tussen de Koerden en Turken ontketende een radicalisering van het Koerdische eenheidsgevoel.
Daarnaast stegen sinds 1922 de spanningen inzake taal. Vanaf 1924 begon de Turkse regering
Koerdische namen te vervangen door Turkse en werd het Turks erkend als de enige onderwijs- en
landstaal (O’Neil 2007: 74-79).
De zware repressie van de opstanden vergrootte de kloof en resulteerde in nog meer revoltes, waarvan
de belangrijkste in 1925, 1930 en 1936-1938 plaatsvonden. De Koerdische en Turkse elite schilderden
elkaar af als barbaren en zichzelf als geciviliseerd. Zo was de Koerdische strijd gerechtvaardigd en
daarmee ook het recht op een onafhankelijke staat. De Turken daarentegen hechtten steeds meer
belang aan de Turkse identiteit als éénmakende factor en droegen zo op hun beurt ook bij aan het
conflict (Bozarslan 2008: 338- 342).
De revolutie van Şeyh Said in 1925 werd geleid door Koerdische religieuze hoogwaardigheidsbekleders. Het was de eerste keer dat het Koerdische nationalisme verder reikte dan de intellectuelen.
De elite en intellectuelen verwierpen de staat omdat ze Turks en niet Koerdisch was en zich niet aan
haar beloftes hield. De rurale bevolking daarentegen kantte zich tegen de staat omdat die het kalifaat
had afgeschaft en daarmee religieuze leiders van hun politieke en maatschappelijke invloed had
beroofd.
De Ararat-revolutie startte in 1927 onder de leiding van het comité ‘Khoybun’ en escaleerde in 1930
toen dorpen werden vernietigd. Deze revolutie bouwde verder op de ideeën van de eerste en had
eveneens een sterke rurale basis.
De revolutie in de regio van Dersim brak uit met de ‘Dersim-wet’ van 1935 die de daar gevestigde
bevolking wilde vervangen door Turkse inwoners waardoor een deel van de bevolking gedwongen
werd herhuisvest in andere delen van Turkije. Ook hier werd de opstand geleid door intellectuelen en
religieuze hoogwaardigheidsbekleders, gesteund door de rurale bevolking (Bozarslan 2008: 338-342).
Het verzet in Dersim faalde vooral door economische uitputting en wapentekort (Amain & Kielstra:
1992: 73). Hoewel de Koerden voor het eerst gebruik maakten van de regelgeving omtrent
mensenrechten in hun strijd met de Turkse staat, liet de League of Nations hen aan hun lot over
(O’Neil 2007: 77).
Kortom, de jonge republiek werd meteen geteisterd door heel wat opstanden die diepe wonden hadden
geslagen die de relatie tussen Koerden en Turken zouden blijven hypothekeren.
2.2.3. De stilte voor de storm
Tussen 1938 en 1961 waren er bijna geen confrontaties. Tijdens de jaren ’40 was het verzet zo goed
als nihil. Bronnen waren uitgeput en de regering had andere prioriteiten. Er werd niet geïnvesteerd in
9
‘Turks Koerdistan’, toen bezet door het Turkse leger (Amain & Kielstra 1992: 73-77). Er zijn 2
mogelijke oorzaken voor deze bijna 2 decennia durende stilte. Enerzijds schakelde de staatsrepressie
de gewapende groepen uit en vermoordde hun leiders. Anderzijds werd het politiek pluralisme
aanvaard in Turkije, wat een deur opende voor de Koerdische rurale elite. De DP (‘Democratic Party’)
werd opgericht in 1945 en veroverde enkele zetels in het Turkse parlement. Ten slotte werden vanaf de
jaren ’50 inspanningen ondernomen om de Koerdische regio’s te integreren in de economie van de rest
van Turkije en gingen Koerdische studenten naar grote steden zoals Istanbul en Ankara om te studeren
(Bozarslan 2008: 343-344, Bruinessen 2005: 5). Gedurende deze periode was er dus geen sprake van
uitgesproken Koerdisch verzet.
Tegen het einde van de jaren ’50 herleefde het Koerdische nationalisme onder leiding van de
Koerdische intellectuelen. Geheime organisaties, zoals de ‘Kürtleri Kurtarma Cemiyeti’, evenementen
om de Koerdische cultuur op te waarderen en kranten zoals ‘Şarkın Sesi’ werden geboren. De echte
heropleving duurde echter tot na de staatsgreep van 1960, mee door de wet van 1961 die de civiele
vrijheden uitbreidde. Ook de berichtgeving over de militaire coup in 1958 in Irak en de
daaropvolgende revoltes zoals de guerrillastrijd van Barzani tegen de centrale regering beïnvloedden
de Koerdische jongeren (Bozarslan 2008: 345, Bruinessen 1997b: 2). Bovendien heeft de evolutie in
de Turkse linkse bewegingen een aantrekking uitgeoefend op Koerden. De aanpak van deze
bewegingen die streden voor sociale gelijkheid en rechtvaardigheid en zo de staat probeerden uit te
dagen, boden nieuwe perspectieven en een uitweg voor Koerdische jongeren. Nochtans was er in deze
periode geen sprake van echte radicalisering; de belangrijkste eisen beperkten zich tot economische
ontwikkeling, Koerdische rechten enz. (Bozarslan 2008: 345-346).
De echte radicalisering begon pas na 1968 en was voornamelijk te wijten aan de onderdrukkingspolitiek van de staat. Na de coup van 1971 werd de strijd opnieuw gewelddadig. Militanten werden
gearresteerd en gemarteld. Tijdens hun gevangenschap groeiden radicale ideeën waardoor ze zich bij
hun vrijlating op de frontlijnen van de strijd plaatsten. Fragmentatie en polarisatie van de Turkse
maatschappij was niet langer te vermijden en werkte het conflict verder in de hand.
In 1978 richtte de Koerdische leider Öcalan twee nieuwe organisaties op: het NLK (‘National
Liberators of Kurdistan’) en de PKK (‘Kurdistan Workers’s Party’). Geweld werd de enige oplossing
om het Turkse kolonialisme te stoppen (Bozarslan 2008: 343-349). De PKK kon o.a. opereren in
Turkije omdat de staat verzwakt was en het land gefragmenteerd sinds de coup van 1971. Nochtans
was de PKK aanvankelijk niet zo succesvol. Hoewel de organisatie het pad naar de Koerdische
bevrijding wilde effenen, werd de organisatie door haar gewelddadige aanpak vanuit allerlei hoeken
geblokkeerd (Marcus 2007: 33-51).
10
2.2.4. De staatsgreep van 1980 en de guerrillabeweging
In de jaren ’80 werden de Koerdische politici ingedeeld in verschillende kampen met verschillende
strategieën. Zo profileerden ‘oudere’ politici zich openlijk als Koerden en als aanhangers van de
Koerdische zaak. Nieuwkomers hadden het moeilijker om succesvol te zijn binnen de Koerdische
regio’s. De jongste generatie opereerde vooral op straat en had de nauwste banden met de PKK. Deze
jonge militanten waren vaak laaggeschoold en opteerden voor een gewapende revolutionaire strijd.
De coup van 1980 ging gepaard met repressie van het geweld in Koerdische regio’s. Koerden werden
gearresteerd en gemarteld. De PKK maakte gebruik van de onstabiliteit van het land om haar positie te
versterken. Öcalan lanceerde in 1984 de guerrilla die na de vele arrestaties met open armen ontvangen
werd door de Koerdische achterban. De Koerden waren het beu om te leven onder het juk van het
Turkse militaire regime en de PKK bood een uitweg om het prestige van de Koerden terug te winnen.
Een deel van de PKK-militanten vluchtte samen met Öcalan naar Syrië vóór de coup en volgde de
gebeurtenissen vanop afstand. De guerrilla van 1984 continueerde tot 1999 met de arrestatie van
Öcalan in Kenia. Daarna werd hij in Turkije op Imralı afgezonderd (Bozarslan 2008: 349-354).
Het conflict ging gepaard met heel wat wreedheden. Veel burgers stierven bij aanvallen op dorpen en
steden. Bruinessen (1999: 4) heeft het over 4000 geëvacueerde dorpen tussen 1970 en 1990.
Belangrijke politieke figuren, zoals Leyla Zana werden opgesloten in Turkse gevangenissen of
vermoord door ‘onbekenden’ (Bozarslan 2008: 353). De Koerdische taal bleef een twistpunt en de
regering gebruikte die als wapen om de Koerden te onderwerpen. In 1983 bepaalde wet nr. 2932 het
verbod op vrije meningsuiting of publicatie in een andere taal dan het Turks. President Turgut Özal
probeerde dit te wijzigen in 1991, maar werd tegengewerkt door het leger (O’Neil 2007: 77). Ook de
Koerdische identiteit werd na de coup van 1980 steeds heviger onderdrukt. Artikel 66 van de wet van
1982 bepaalt dat “every person bound to the Turkish state through the bond of citizenschip is a Turk”
(Bruinessen 1997c: 3). Mensen werden gearresteerd omdat ze de nationale eenheid bedreigden. Zo
verschenen de Koerdischgezinde Turkse schrijver Ismail Beşikçi en de Koerdische zanger Ibrahim
Tatlıses voor de rechter. Meestal betrof het banale voorvallen, zoals Tatlıses die op een concert treurde
omdat hij geen liedje in zijn moedertaal kon zingen (Zürcher 2006: 399-403).
2.2.5. De PKK in de jaren 2000
In 1999 werd Öcalan gearresteerd in Kenia en op 16 februari werd hij ter dood veroordeeld in Turkije.
Korte tijd daarna werd de doodstraf echter opgeheven en omgezet in levenslange opsluiting. Öcalan
excuseerde zich tegenover het Turkse volk en kondigde het einde van de gewapende strijd aan. Vanaf
het moment van zijn gevangenisschap begon hij politieke programma’s voor te leggen om het conflict
te beëindigen. Hij onderstreepte daarbij het belang van een democratische republiek met respect voor
11
de rechten van de Koerden. Deze vredesplannen kunnen beschouwd worden als een soort vernieuwing
van de alliantie tussen Koerden en Turken die in 1920 fout afliep en aanleiding gaf tot de kwestie.
In tegenstelling tot vele voorspellingen, viel de PKK niet uiteen na de arrestatie van Öcalan. Er was
zelfs een tweede fase van hun guerrillastrijd tussen 2004 en 2005. Koerden participeerden in
demonstraties en Koerdische intelligentsia zetten zich meer en meer af tegen het agressieve Turkse
nationalisme. Onder druk van de Europese Unie werd Leyla Zana vrijgelaten en werden beperkte
Koerdische uitzendingen op radio en televisie toegestaan (Bozarslan 2008: 354-356).
Ook na de aanhouding van Öcalan heeft de PKK dus de stem van de Koerden levend gehouden en
verschillende zaken gerealiseerd. De PKK heeft niet alleen zichzelf heruitgevonden, maar is ook een
belangrijke actor geworden op het Turkse politieke toneel. Akkaya & Jongerden (2011: 261-297)
houden het op 3 grote fasen die de PKK heeft doorlopen sinds de jaren 2000: de schok en
terugtrekking van 1999, de impasse en reconstructie tussen 2000-2004 en hun heropleving op het
politieke toneel vanaf 2005 tot op vandaag. De organisatie transformeerde zowel op organisatorisch,
ideologisch en politiek-militair vlak.
Op organisatorisch vlak is er een opvallende overgang van centrale organisatie naar een organisatie die
bestaat uit verschillende complexe instituties die interageren. Öcalan blijft de centrale figuur in de
organisatie die ‘güneş’ (‘zon’) genoemd wordt. Akkaya & Jongerden (2011: 270-271) maken de
vergelijking met Öcalan als zon en centrale element in het planetaire stelsel gevormd door de
verschillende onderdelen van de organisatie.
Wat de ideologie betreft, streed de PKK aanvankelijk voor een onafhankelijk eengemaakt Koerdistan
en een bevrijding van alle vormen van kolonialisme. Stilaan werd de doelstelling bijgestuurd. De
huidige PKK pleit voor democratisch confederalisme gebaseerd op een Koerdische democratische
gemeenschap die zichzelf bestuurt. Er is dus een overgang van een project tot staatsopbouw (‘United
socialist state of Kurdistan’) naar één van gemeenschapsopbouw (‘Kurdistan Democratic Society’)
(Akkaya & Jongerden 2011: 278-283). Ook Bruinessen (1997a: 6-7) stelt dat de strijd van de Koerden
niet gericht is tegen de Turken als volk, maar het idee dat iedereen in Turkije per definitie Turks is.
Het defensieve Koerdische nationalisme is dus gekant tegen de Turkse staat .
Ten slotte was de organisatie in het begin vooral actief op militair vlak, terwijl ze zich nu meer en
meer toespitst op de politiek. Vanaf 1990 tot op vandaag hebben verschillende politieke organisaties
gerelateerd aan de PKK (HEP, DEP, HADEP, DEHAP, DTP, BDP) zich politiek versterkt en
vertrouwen gewonnen (Casier, Jongerden & Walker 2011: 45-46). Hoewel DEHAP (‘Democratic
People’s Party’) in 2002 de kiesdrempel niet haalde van 10% met 6.2 % van de stemmen, werd
DEHAP toch de populairste partij in de Koerdische regio’s. In 2004 moest de partij van haar
12
populariteit inboeten ten voordele van de AKP. Door de dreigende sluiting van DEHAP werd een
nieuwe partij opgericht, de DTP (‘Democratic Society Party’) die streed voor de Koerdische zaak. In
de verkiezingen van 2007 haalde de DTP een slag binnen en begon zo openlijker te pleiten voor
democratische autonomie. In 2009 won de DTP de lokale verkiezingen ondanks het charmeoffensief
van de AKP die in januari 2009 24 uur Koerdische televisie lanceerde (Akkaya & Jongerden 2011:
283-288 en Casier, Jongerden & Walker 2011: 46).
De laatste ontwikkelingen binnen de Koerdische kwestie brengen ons bij het meest recente initiatief
om de kwestie uit te klaren, ‘de Koerdische opening’ van 2009. In het volgende deel wordt hier verder
op ingegaan.
2.3. De Koerdische opening
Na een exploratie van vroegere ontwikkelingen, wordt hier het meest recente initiatief tussen de
Koerden en de Turkse staat als oplossing voor de Koerdische kwestie uitgewerkt. Na een algemene
blik op het initiatief worden de belangrijkste maatregelen voorgesteld in het kader van het vredesplan
van Öcalan, de Turkse regering en de onafhankelijke denktank TESEV. Daarna evalueren we kort het
initiatief. We vragen ons af of er sprake is van vooruitgang of als het over oude wijn in nieuwe zakken
gaat. Is de Koerdische opening uitgedraaid op een fiasco?
2.3.1. Algemene schets
De Koerdische opening van 2009 is niet de eerste poging om de Koerdische kwestie op te lossen.
Liaras & Somer (2010) hebben het over pogingen in de vroege jaren 1990, 1999 en in 2005. In 1991
sprak premier Süleyman Demirel over de erkenning van de Koerdische realiteit en zijn opvolger Tansu
Çiller over gedeeltelijke autonomie. In 1999 zei premier Mesut Yılmaz dat het belangrijk was om de
Koerdische zaak op te lossen in het kader van mogelijk EU-lidmaatschap want “The road to the EU
passes through Diyarbakır”. In 2005 drukte Erdoğan op het belang van een democratische republiek
om een debat over de kwestie mogelijk te maken (Casier, Hilton & Jongerden 2009: 2). Daarnaast
werd het legaal institutioneel kader aangepast. Zo werd bijvoorbeeld beperkt uitzenden in het
Koerdisch gelegaliseerd. Desondanks botsten de openingen op heel wat kritiek vanuit politiekmilitaire hoek en was er geen plaats voor politieke discussie. Bijgevolg hadden deze openingen weinig
positieve impact op het conflict. De opening van 2009 situeert zich binnen een begeleidend binnen- en
buitenlands klimaat waardoor het initiatief hogere slaagkansen heeft (Liaras & Somer 2010: 153-154).
De Koerdische opening, feitelijk gelanceerd in de zomer van 2009, werd in mei aangekondigd door
president Abdullah Gül nadat Öcalan zijn vredesplan introduceerde. In het 160 pagina’s tellende werk
hamert Öcalan vooral op een staakt-het-vuren tussen de PKK en het Turkse leger. Ook de Turkse
13
regering kondigde in juli een vredesplan aan, deels gebaseerd op het plan van de onafhankelijke
denktank TESEV. Maatregelen zoals investeringen in infrastructuur in de zuidoostelijke regio werden
aangekaart. De inhoud van de vredesplannen wordt hieronder verder verduidelijkt. Na de
aankondiging van Gül stonden de kranten vol berichten over het initiatief. Op Timeturk titelt een
bericht ‘İşte 'Kürt açılımı’ (s.n. 2009a) (letterlijk: ‘Ziehier de Koerdische opening’) dat dieper ingaat
op de maatregelen die genomen zouden worden. Op kop staat een staakt-het-vuren van de PKK
gevolgd door o.a. burgerschap voor Koerden in het buitenland en een einde van de isolatie van Öcalan
op Imralı. Hoewel iedereen met het initiatief bezig was, gebeurde er weinig in de praktijk behalve de
lancering van het Koerdische kanaal TRT 6 in januari. In augustus riep Erdoğan op tot een consensus
tussen de partijen via volgende uitspraak:
“If Turkey had not spent it’s energy, budget, peace and young people on terrorism, if Turkey had not
spent the last 25 years in conflict, where would we be today?( Erdoğan uit Today’s Zaman (12.08.2009)
geciteerd in Casier, Hilton & Jongerden 2009: 3 en Casier, Jongerden & Walker 2011: 40).”
Daarmee werden de eerste stappen in de goede richting gezet om de vredesplannen in praktijkvoorbeelden om te zetten. Maatregelen zoals een kwijtschelding van de straf voor PKK-leden,
onderwijs in het Koerdisch enz. werden stap voor stap aangekaart. In oktober keerden Koerden als
‘vredesgroepen’ terug van kampen in Noord-Irak. De DTP stond klaar om hen te verwelkomen, wat
langs Turkse zijde als provocatief gedrag werd beschouwd. Daardoor werd het project rond de
terugkeer van Koerden uit Noord-Irak door Erdoğan opgeschort. Ook aanslagen van de PKK in
augustus bemoeilijkten het proces. Op het einde van augustus en begin september werd het keerpunt
steeds duidelijker. De AKP kreeg meer kritiek te incasseren omdat ze zogezegd de Turkse republiek in
gevaar bracht. Langzamerhand werden oude labels opnieuw uit de kast gehaald. Zo stelde Erdoğan dat
Turkse partijen niet met terroristen onderhandelen. Wat onder de noemer ‘Koerdische opening’ begon,
werd al gauw ‘democratische opening’ of ‘project van nationale eenheid’ (Casier, Hilton & Jongerden
2009: 1-9, Liaras & Somer 2010: 152-155 en Casier, Jongerden & Walker 2011: 40). Eigenlijk kan
gesteld worden dat de Koerdische opening van 2009 mooi begon, maar enigszins in mineur eindigde.
De vele arrestaties eind 2009 en in februari 2010 van KCK-leden (‘Union of Communities in
Kurdistan’) en het verbod van de DTP als politieke partij op 11 december 2009 zijn daar maar enkele
voorbeelden van (Casier, Jongerden & Walker 2011: 41).
Çandar (2009) ziet de opening echter niet als een lege doos, maar als een pakket dat iedereen zelf moet
invullen. Alle hoop was gericht op Erdoğan om het project in goede banen te leiden. Behalve de
vredeseenheden die de grens overstaken naar Turkije uit de Qandil-regio en het vluchtelingenkamp in
Makhmur, waren ook nog andere factoren bepalend voor het gunstige klimaat van de opening zoals de
militaire afzwakking van de PKK. Bovendien zag Turkije in dat het onmogelijk alle illegale
Koerdische opstanden kon stoppen.
14
De DTP die een uitgesproken relatie zou hebben met de PKK en gecontroleerd zou worden door
Öcalan, speelde een bescheiden rol in het proces. Vooral de ondergeschikte positie van de partij en het
idee dat Öcalan persoonlijk moest geadresseerd worden om een oplossing te vinden, zorgden hiervoor.
De regering stond dan ook voor een dilemma: dialoog met de DTP, wat niets zou uithalen of directe
negotiatie met de PKK, wat op weinig begrip van de Turkse bevolking zou stuiten (Çandar 2009: 1619). In tegenstelling tot de DTP, heeft de AKP wel een duidelijke bijdrage geleverd tot de Koerdische
opening. De AKP, aan de macht sinds 2002, heeft in de eerste jaren weinig gerealiseerd om de
Koerdische kwestie aan te pakken, behalve sociale maatregelen en projecten in Zuid-Oost Turkije.
Sinds 2005 drukt de partij op het belang van democratisering en de religieuze band tussen Koerden en
Turken als mogelijke oplossing voor het conflict. In 2007 beweerde de AKP dat zij de echte
vertegenwoordigers van de Turkse Koerden zijn. Dankzij de populariteit van de AKP bij zowel het
Turkse als Koerdische kamp kon de partij rekenen op een brede achterban. Ook de noodzaak van de
AKP om een charmeoffensief te beginnen na de lokale verkiezingsnederlaag van maart 2009 gaf een
extra stimulans om zich in te zetten voor de Koerdische zaak en zo ook stemmen te recupereren. In
januari 2009 lanceerde de partij TRT6 en bleef daarna de hoofdfiguur binnen de opening (Liaras &
Somer 2010: 154-155 en Çandar 2009: 14-16).
Het slagen van de opening wordt echter ook bepaald door andere binnen- en buitenlandse elementen.
Arrestaties in het kader van Ergenekon zorgden ervoor dat anti-Koerdische actoren op sleutelplaatsen
in het militaire apparaat en de bureaucratie van het strijdtoneel verdwenen en zo geen tegenkanting
konden bieden. Bovendien is er een verandering in perceptie van de Koerdische identiteit. Er is een
verschuiving van taboe naar de mogelijkheid tot open debat. Tegenwoordig wordt de etnische,
culturele en regionale heterogeniteit min of meer aanvaard. Op internationaal vlak is vooral de goeie
verstandhouding met de Iraakse Koerden belangrijk met het oog op nieuwe projecten omtrent
energietransport. De Iraakse Koerden zijn grote spelers binnen het energiebeleid gezien de grote
hoeveelheid olie in Iraaks Koerdistan. Als Turkije zelf een graantje hiervan wil meepikken, heeft het
alle baat bij stabiliteit in eigen regio’s en coöperatie met buurlanden (Çandar 2009: 14-16, Liaras &
Somer 2010: 155-158). Ook de druk van de EU sinds 9/11 op Turkije voor de ontwapening van de
PKK heeft bijgedragen tot een grotere interesse van Turkije in de kwestie. Onderhandelen met de
Koerden is meer een meer een voorwaarde voor EU-onderhandelingen (Casier, Hilton & Jongerden
2009: 6-7, Liaras & Somer 2010: 156).
2.3.2. Het vredesplan van Öcalan
In mei 2009 kondigde Öcalan vanuit de gevangenis aan dat hij een ‘roadmap’, een vredesplan, zou
voorleggen als oplossing voor de Koerdische kwestie. Uiteindelijk wachtte hij tot 15 augustus, de 25e
verjaardag van het Koerdische verzet (Liaras & Somer 2010: 155, Casier, Hilton & Jongerden 2009:
15
4). Zijn advocaten kregen het werk pas op 20 augustus, waarna de gevangenisverantwoordelijken het
in beslag namen. Het houdt twee parallelle projecten in: enerzijds de transformatie van de Turkse staat
in een democratische republiek waarbij democratie en etno-nationalisme van elkaar losgekoppeld
worden en anderzijds democratisch confederalisme waarbij Koerden een zekere autonomie verkrijgen
via lokaal zelfbestuur (Casier, Hilton & Jongerden 2009:4).
In het artikel van de krant Sabah dat titelt ‘Öcalan'ın 10 şartı’ (letterlijk: ‘De 10 voorwaarden van
Öcalan’) (Çiçek 2009) worden de 10 belangrijkste punten van Öcalans vredesplan voor 15 augustus
verduidelijkt. In dat artikel wordt een gesprek gepubliceerd tussen Öcalan en zijn advocaten waarin hij
het volgende aanhaalt:
"Açıklayacağım yol haritasında aydınlara rol düşüyor. Türkiye'deki radikal demokratlara sesleniyorum.
Görev ve sorumluluk alsınlar (çiçek 2009).” (letterlijk: “In het vredesplan dat ik zal voorleggen,
hebben de verlichten een duidelijke rol. Ik richt mij naar de radicale democraten in Turkije. Dat ze hun
verantwoordelijkheid opnemen en hun plicht vervullen.”)
De tien fundamentele voorwaarden van Öcalan die op 15 augustus aangekondigd zouden worden,
werden in dit artikel van 24 juli door een dichte bron van Öcalan voorgelegd en houden het volgende
in:
1) ‘Turkije staatsburgerschap1’moet geïntegreerd worden in de grondwet.
2) Het gebruik van de Koerdische taal in de opvoeding en in het onderwijs moet aanvaard worden en in de
grondwet opgenomen worden.
3) Het staakt-het-vuren moet verdergaan. Een algemene vergiffenis zonder voorwaarden moet worden
aangekondigd.
4) Intellectuelen moeten participeren in de overgangsperiode.
5) Obstakels om vrij aan politiek te doen moeten opgeheven worden. Iedereen, inclusief PKK-leden aan wie
vergiffenis geschonken werd, moet vrij aan politiek kunnen doen.
6) De isolatie van Abdullah Öcalan moet opgeheven worden.
7) Lokale bestuurseenheden moeten in hun macht versterkt worden. Democratische autonomie moet aanvaard
worden.
8) Er moet een feitencommissie aangesteld worden om de gebeurtenissen van tijdens de periode van het conflict
te onderzoeken, zoals moorden waarvan de dader al begraven is.
9) De dorpswacht moet opgeheven worden.
10) Grondhervormingen moeten doorgevoerd worden (Çiçek 2009).
1
‘Turks staatsburgerschap’ moet vervangen worden door ‘Turkije staatsburgerschap’. Een staatsburger van
Turkije is niet altijd per definitie Turks. ‘Turks staatsburgerschap’ heeft geen oog voor etnische groepen die
zichzelf niet als Turks beschouwen, maar wel als staatsburger van Turkije.
16
2.3.3. Het vredesplan van de Turkse regering
Het vredesplan van de regering kwam er pas na dat van Öcalan. Minister van Binnenlandse Zaken
Atalay kondigde in juli aan dat de regering haar eigen plan zou voorstellen. Veeleer dan een concreet
plan, werd er meer gefocust op open debat over de Koerdische kwestie, ontwapening van de PKK en
economische ontwikkeling in de oostelijke provincies (Liaras & Somer 2010: 155). De regering
baseerde zich vooral op het rapport van TESEV (Casier, Hilton & Jongerden 2009: 2).
De Koerdische opening werd door de regering eerder ‘democratische opening’ of ‘project van
nationale eenheid’ genoemd, vooral na het einde van augustus toen de AKP meer en meer kritiek
moest incasseren. Het vredesplan bestaat uit twee belangrijke takken. Enerzijds de terugkeer van PKKguerrilla’s uit Noord-Irak naar Turkije en hun herintegratie in de maatschappij en anderzijds een
democratiseringsproces. De details licht Erdoğan toe in het artikel ‘İşte Kürt açılımının yol haritası’
(letterlijk: ‘Ziehier de roadmap van de Koerdische opening’) dat hieronder wordt verduidelijkt.
Plannen op korte en middellange termijn
Het besluit richt zich op het accepteren van het Koerdische taalgebruik. Het bepaalt dat de
oorspronkelijke Koerdische dorpsnamen opnieuw in gebruik genomen kunnen worden en laat
Koerdisch taalgebruik in gevangenissen toe.
Een Koerdische Koran
Diyanet İşleri Başkanlığı, het ministerie dat zich bezighoudt met het regelen van godsdienstige taken,
heeft beslist om een ‘Koerdische Koran’ te publiceren. Bovendien zal een soort Koerdische
catechismus gepubliceerd worden voor de aanhangers van het sjafisme omdat die talrijk zijn onder de
Koerden.
Koerdische onderzoekscentra
In de wetgeving van de YÖK (‘The Council of Higher Education’) worden wijzigingen aangebracht.
Op die manier kunnen Koerdische onderzoekscentra opgericht worden in universiteiten die zich zullen
toespitsen op Koerdisch taalonderzoek. Daarnaast zal een mogelijk aanbod van Koerdische keuzevakken bekeken worden.
Snellere grenscontroles
Grenscontroles zouden sneller moeten verlopen om ellenlange wachtrijen te vermijden.
17
Private zenders krijgen toelating voor Koerdische uitzendingen
De voorschriften van RTÜK (‘Radio and Television Supreme Council’) zullen aangepast worden
zodat het gebruik van het Koerdisch op private zenders wordt toegelaten en uitzendbeperkingen
opgeheven worden. Ook Koerdische reclames zullen toegelaten worden.
Oprechte spijtbetuigingen
Ook al zeggen personen teruggekeerd uit Noord-Irak dat ze dat enkel deden voor Öcalan, toch zal het
Turkse artikel 221 dat bepaalt dat oprechte spijtbetuigingen noodzakelijk zijn, niet worden toegepast.
Wie van Makhmur komt, zal opgevangen worden. De papieren zullen in orde worden gebracht en een
rehabilitatieprogramma zal toegepast worden. Bovendien zullen gronden gelegen in terreurgebieden
opnieuw gebruikt kunnen worden.
Dorpswachtsysteem
Dorpswachtsystemen zullen hervormd worden: wie de leeftijd heeft bereikt, zal met pensioen kunnen
gaan en de anderen zullen op publieke diensten tewerkgesteld worden.
Wet omtrent politieke partijen
Artikel 81 dat het gebruik van verschillende talen binnen politieke partijen beperkt, zal aangepast
worden. Koerdische propaganda zal toegestaan worden.
De democratische opening op 10 november in het Turkse parlement
De inhoud van de democratische opening zal besproken en daarna meegedeeld worden aan het volk.
Op de eerste dag van de bijeenkomst zal de minister van Binnenlandse zaken Atalay het project
toelichten en premier Erdoğan zal dat twee dagen later eveneens doen (s.n. 2009b).
2.3.4. Het vredesplan van TESEV
De Turkse regering volgde gedeeltelijk het pad van TESEV (‘Turkish Economic and Social Studies
Foundation’). TESEV bestudeerde al meermaals de Koerdische kwestie. Deze keer werd een plan
uitgewerkt samen met Koerdische individuen en organisaties. Alle ideeën en analyses uit het rapport
behoren tot Koerden die geconsulteerd werden omdat ze de Koerdische gemeenschap
vertegenwoordigen. De doelstelling van het plan is om aan het Turkse publiek de visie te
verduidelijken van genegeerde Koerdische intellectuelen, bedienden, NGO-leden enz. In hun rapport
willen ze niet alleen focussen op de Koerdische regio en de Koerden, maar ook op de toekomst van
Turkije in het algemeen. Het rapport kwam tot stand in verschillende fases. In Diyarbakır werd op 7 en
8 juni 2008 een workshop georganiseerd die leidde tot een verslag dat in een tweede fase gereviseerd
18
werd aan de hand van de feedback van participanten. Daarna werd de tekst nogmaals voorgelegd aan
experts die de Koerdische samenleving vertegenwoordigen om zo de laatste hand te zetten aan het
rapport (TESEV 2008: 5,12-13).
Het vredesplan bevat een democratiseringsprogramma dat de verschillende domeinen van de
maatschappij bereikt, zowel sociaal, politiek, constitutioneel als economisch. Meerdere inspanningen
worden geleverd om de Koerdische kwestie op te lossen. Op economisch vlak draait het vooral rond
investeringen in de zuidoostelijke regio’s van Turkije. Wat het politieke en legale kader betreft, raadt
het plan een nieuwe constitutie aan die strookt met mensenrechtennormen en het Koerdisch
taalgebruik in het onderwijs en publieke diensten. Tot op heden waren dergelijke hervormingen in het
Turkije van Atatürk onmogelijk. De Turkse eigenheid werd hoog in het vaandel gedragen en Koerden
werden beschouwd als ‘bergturken’. Veiligheid moet gegarandeerd worden door de zogenaamde
‘dorpswachters’ en eenheden af te schaffen die de PKK moesten bestrijden. Ook het probleem van de
intern ontheemden wordt aangepakt in het kader van hervestigingen (Casier, Hilton & Jongerden
2009: 2).
TESEV drukt op het belang van het democratische proces om zo het Koerdische vertrouwen in de
regering te vergroten. Bovendien moeten alle maatregelen mensenrechten, burgerrechten enz. centraal
stellen. Het woord ‘Koerdisch’ mag niet vergeten worden in teksten, wetten, beleid en toespraken. De
wonde van de jarenlange negatie en onderdrukking kan enkel door dergelijke symbolische stappen
geheeld worden (TESEV 2008: 14).
Volgens TESEV is de Koerdische kwestie meer dan gewoon een terrorismeprobleem, zoals het
meestal door nationalisten en het leger wordt voorgesteld. Het is daarentegen een etnische, culturele,
legale, politieke, sociale, economische en psychologische zaak. De kwestie bestond al vóór het bestaan
van de PKK, zoals ook blijkt uit het historische overzicht. De Koerdische kwestie is grotendeels een
politieke zaak tussen de Koerden en de staat, maar resulteerde in een clash tussen Turken en Koerden.
Jarenlange inspanningen konden het volledige probleem niet oplossen. Een goede oplossing is pas
mogelijk als zowel politieke, economische, sociale en andere dimensies tegelijkertijd aangepakt
worden (TESEV 2008: 5). Hieronder halen we enkele politieke, constitutionele, economische en
sociale hervormingen aan. We beperken ons tot de grote lijnen van het rapport.
Politieke stappen
Politieke hervormingen moeten bestaan uit een ontwapening van de PKK, dialoog met Koerdische
partijen en Koerdisch pluralisme op politiek vlak. Ook onderhandelingen met lokale NGOvertegenwoordigers kunnen bijdragen tot een eerlijk debat.
19
Constitutionele en legale hervormingen
Een nieuwe democratische en civiele constitutie is absoluut noodzakelijk voor een permanente
oplossing. Het is belangrijk om een nieuwe betekenis aan het begrip ‘burgerschap’ te geven die het
multiculturele karakter van Turkije erkent zonder nadruk te leggen op één ideologie, religie,
volksgroep, taal enz. Ook andere legale hervormingen zoals alle wetten die fundamentele rechten en
vrijheden beperken, moeten herzien worden. Bijvoorbeeld de wet omtrent de onderwijstaal.
Economische hervormingen
Investeringen in economische ontwikkelingsprojecten in Zuid-Oost Turkije zijn een noodzakelijke
stap samen met politieke hervormingen. Het GAP (‘The Southeastern Anatolia Project’) krijgt kritiek
te verduren. Hervormingen moeten dringend doorgevoerd worden en actie dringt zich op. Vervolgens
moeten een industrieel beleid en handelsbeleid geconcretiseerd worden om investeringen in de regio
aan te zwengelen. Ten slotte mogen het toerisme, de heropleving van handel over de grenzen en
landbouwproductie niet uit het oog verloren worden.
Sociale maatregelen
De armoede van de Koerdische regio’s is alarmerend en is o.a. een gevolg van de Koerdische kwestie.
Het sociaal beleid moet erop gericht zijn om alle burgers te voorzien in hun rechten onafhankelijk van
origine, politieke voorliefde enz. en dit vooral via onderwijs, armoedebestrijding, aandacht voor
kinderen enz.
Intern ontheemden
Slachtoffers van gedwongen migratie verdienen bijstand. Maatregelen zoals het afschaffen van de
dorpswacht en ontwapening ervan, sociale en psychologische rehabilitatie, compensatie enz. zijn
essentieel.
Versterking van het lokale bestuur
Lokaal bestuur moet meer macht krijgen, zodat de bevolking het gevoel niet meer heeft dat haar
democratische wil genegeerd wordt (TESEV 2008: 5-10).
2.3.5. De opening: op de grens tussen succes en fiasco
Veel auteurs hebben al voorspellingen gedaan over de toekomst van Turkije en de Turkse Koerden.
Amain & Kielstra (1992) speculeerden in het begin van de jaren ’90 over de toekomst van het Turkse
Koerdistan. Een overwinning viel volgens hen enkel te behalen binnen een gedemocratiseerde
staatsstructuur waarbinnen een meerderheid een Koerdische afscheiding steunt of een regionale
20
autonomie aanvaardt (Amain & Kielstra 1992: 92-98). Beide elementen zijn oude alsook huidige eisen
van de Koerden en hun leider Öcalan. Onafhankelijkheid werd vooral in de beginfase geëist, terwijl de
huidige eisen van de Koerden geconcentreerd zijn rond zelfbestuur en regionale autonomie. Ten slotte
haalde Zürcher (2006) aan dat één van de problemen het nauwe begrip van het Turkse burgerschap
inhoudt en dat een oplossing hiervoor gedeeltelijk het Koerdische vraagstuk aanpakt (Zürcher 2006:
423-424). Hieruit blijkt dat bepaalde voorspellingen in het verleden eigenlijk van toepassing zijn op
recente ontwikkelingen.
Zoals al is gebleken, is de Koerdische opening van 2009 niet het eerste initiatief tussen de Turkse staat
en de Koerden (zie 2.3.1). Wat dus enerzijds als een zoveelste poging bestempeld kan worden, kan
anderzijds ook bejubeld worden als het eerste initiatief dat ondersteund wordt door betere interne en
externe factoren (zie 2.3.1) waardoor de poging van 2009 misschien meer kans heeft op slagen. De
vraag is echter of een verbetering in structurele omstandigheden voldoende is en of daardoor ook
percepties gewijzigd zijn.
Als de hervormingen vooropgesteld in de verschillende vredesplannen effectief in de praktijk
uitgewerkt worden, dan is dat een stap in de goede richting. Dat het succes van initiatieven in het
verleden beperkt is gebleven doordat politieke eisen genegeerd werden, mag echter niet uit het oog
verloren worden. Daarbij hebben we het vooral over het Koerdische zelfbestuur en de erkenning van
de PKK, die op vandaag wel openlijk behandeld worden en bijvoorbeeld aan bod komen in het
vredesplan van TESEV dat de Turkse regering als leidraad wenst te gebruiken (Liaras & Somer 2010:
153-154).
Ondanks deze stappen in de richting van resolutie, moeten zeker toch enkele kritische noten geplaatst
worden bij de opening. Wat in mei 2009 allemaal goed begon, zwakte af op het einde van de zomer.
Op weg naar een oplossing doken enkele obstakels op die het succes van het initiatief op lange termijn
mogelijk bedreigen. Zo ligt de erkenning van bepaalde rechten in de constitutie politiek heel wat
moeilijker dan het toekennen van culturele rechten (Liaras & Somer 2010: 153). Hoewel
grondwetswijzingen in de meest recente opening wel onderwerp van discussie zijn en duidelijk in de
vredesplannen aangehaald worden, wordt toch gemakkelijker bijvoorbeeld Koerdische TV (TRT6 in
januari 2009) toegelaten. Turkse nationalisten en het leger zien grondwetswijzingen als een bedreiging
voor de veiligheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van het land (Liaras & Somer 2010: 153).
Sommigen onder hen vinden zelfs de toekenning van culturele rechten aan Koerden al een stap te ver.
Volgend citaat uit Lutz (2002) is hier een duidelijk voorbeeld van:
“In de ogen van [sommige] Turken is het toekennen van culturele rechten aan de Koerden de eerste
stap op het glibberige pad naar het multi-etnische systeem dat de ondergang van het Ottomaanse rijk is
geworden (Lutz 2002: 154).”
21
Bovendien is ‘democratisering’ zowel bij Koerden als Turken een modewoord dat een allesomvattende oplossing lijkt te bieden voor problemen van allerlei aard. Beide groepen vullen die
democratisering weliswaar anders in. Ze zijn het eens over een vredevolle en niet-militaire aanpak,
maar als het op politieke hervormingen aankomt, denken Turkse actoren alleen of vooral aan culturele
rechten binnen het democratiseringsproces. Koerden daarentegen beschouwen de constitutionele
erkenning van de Koerden als een natie een belangrijk element bij democratisering. Ook de PKK
vormt een onderwerp van discussie: terwijl Turken de PKK zien als een separatistische-terroristische
beweging, willen Koerden politieke representatie van de PKK en hun algemene vergiffenis. Ten slotte
hebben beide kampen ook een andere invulling van hun ‘Turksheid’: Turken zien de Turkse identiteit
als iets multi-etnisch, terwijl Koerden het beschouwen als een categorie die de Koerdische identiteit
ontkent (Liaras & Somer 2010: 157-158). Deze kloof tussen de percepties van beide groepen moet
verkleinen als de Koerdische opening dit keer wel wil slagen.
Concreet was er op het einde van de zomer in 2009 een keerpunt in de Koerdische opening. Opeens
kreeg de AKP meer kritiek te incasseren en doken oude labels zoals ‘terroristen’ opnieuw op (Casier,
Hilton & Jongerden 2009: 4-5). In het magazine Mo wordt eind september 2009 ook aangegeven dat
geen enkele Turkse partij bereid is om te onderhandelen met de PKK of hun vertegenwoordiging in de
DTP (s.n. 2009). Er wordt zelfs al gsproken over een sluiting van de DTP, wat in december 2009
werkelijkheid wordt en resulteert in de oprichting van de BDP (‘Peace and Democracy Party’). In de
Turkse krant Sabah verscheen eind augustus een artikel waarin Erdoğan meedeelt dat de Koerdische
opening achter gesloten deuren bepaald zal worden. Onderstaande punten aangehaald door Erdoğan
eind augustus 2009 illustreren duidelijk het keerpunt in de vredesplannen van juli:
1) In het parlement zal achter gesloten deuren over de opening gediscussieerd worden.
2) We gaan niet aan tafel zitten met een terreurorganisatie. Dat zijn speculaties.
3) Algemene vergiffenis zal niet geschonken worden.
4) We zullen nooit toelaten dat er gespeculeerd wordt over onze eenheid. We zeggen altijd: 1 natie, 1 staat, 1
vlag, 1 vaderland.
5) We willen niet nog meer ‘şehit2’. Wij zullen deze terreur beëindigen.
6) Om economische stabiliteit te realiseren in de regio, zullen we op wettelijk vlak het nodige doen.
7) Het plan is nog niet voltooid. Het plan heeft een economische, sociologische, psychologische en diplomatieke
dimensie (Aydemir 2009).
Het is overduidelijk dat de Koerdische opening met deze uitspraken een nieuwe weg is ingeslagen. Het
wordt een project van nationale eenheid waarbij niet met terroristen onderhandeld wordt. In 2010 is
het enthousiasme van de zomer van 2009 ver te zoeken. De omgeslagen visie resulteerde in
2
Turkse terminologie gebruikt voor Turken die sterven voor hun vaderland. Volgens Kırış (2003) betekent
‘şehit’ ‘martelaar’, ‘bloedgetuige’ of ‘oorlogsslachtoffer’.
22
overvloedige arrestaties en beschuldigingen van politieke actoren omwille van hun banden met
terroristische organisaties (Casier 2010 en Casier, Jongerden & Walker 2011: 40-41). Liaras & Somer
(2010: 155) halen aan dat zowel de Turkse nationalistische oppositie en de pro-Koerdische DTP de
Koerdische opening dood verklaarden. De eerste had het over verraad en de tweede over een zoveelste
poging om de Koerdische oppositie neer te halen. Ook Şahin Alpay (2010) van de Turkse krant Zaman
is in juni 2010 weinig optimistisch met zijn titel ‘Kürt açılımı bitti mi?’ (letterlijk: ‘Is de Koerdische
opening afgelopen?’). Hij bekritiseert enkele cruciale momenten zoals het sluiten van de DTP en de
‘foute’ verwelkoming van de vredesgroepen uit Noord-Irak die als een overwinning van de PKK werd
beschouwd. Hij besluit dat er verder moet gewerkt worden aan de Koerdische opening en dat dialoog
de enige oplossing is.
Kortom kunnen we stellen dat de vredesplannen verschillende hervormingen beogen waarvan enkele
al gerealiseerd werden. Grondwetswijzigingen liggen heel wat gevoeliger, maar deze worden wel
aangekaart in de vredesplannen. Hieruit blijkt dat in tegenstelling tot vorige initiatieven openlijk debat
nu wel mogelijk is. Ook interne en externe factoren hebben het klimaat van de huidige opening
positief beïnvloed. Tegenwoordig zijn etnische en culturele heterogeniteit geen taboe meer. Nochtans
verschillen percepties hierover. We kunnen concluderen dat alles idealiter mooi is, maar realiter
moeilijker lijkt. Er is immers een duidelijke overgang naar een nationaal eenheidsproject waarbij oude
terreurlabels opnieuw uit de kast worden gehaald. We kunnen ons dus afvragen of het niet gaat om een
mooie verpakking van een lege doos.
Om de Koerdische opening toch te laten slagen is een eerste voorwaarde het herschrijven van de
Turkse constitutie, waarbij een nieuwe invulling van het begrip ‘burgerschap’ zonder etnische
connotatie noodzakelijk is voor een democratische republiek (Çandar 2009: 19). Ook de andere zijden
van de democratische driehoek van Öcalan mogen niet vergeten worden: collectieve rechten voor
democratische autonomie en democratisch confederalisme voor lokaal zelfbestuur (Casier, Jongerden
& Walker 2011: 49). Het is een project op lange termijn waarvan de slaagkans afhangt van
democratisch publiek debat. Daarnaast is het project verstrengeld met de Turkse politiek en
democratisering in het algemeen. Daarom is het belangrijk om ook de kloof te dichten tussen de AKP
en seculiere elites (Liaras & Somer 2010: 163). Ten slotte mag de participatie van de Koerden zelf niet
ontbreken zodat de ‘Kürt açılımı’ (‘Koerdische opening’) geen ‘Kürtsüz açılım’ (‘opening zonder
Koerden’) wordt, wat Koerden op vandaag als een tekort binnen de opening beschouwen (Casier,
Jongerden & Walker 2011: 57-58).
23
2.4. De Turkse media
We gaan in op een selectie van knelpunten binnen de Turkse media en plaatsen zo de Koerden binnen
het mediaveld. Zowel algemene als specifieke knelpunten kenmerkend voor de Turkse maatschappij
komen aan bod.
Daarna schetsen we kort het huidige Turkse medialandschap en gaan we dieper in op de kranten die
voor het onderzoek worden gebruikt.
2.4.1. De Koerden in de Turkse media: knelpunten
Persvrijheid
Vrijheid van meningsuiting is net zoals persvrijheid een fundamenteel mensenrecht. Turkije kent een
geschiedenis van restricties op beide fundamentele mensenrechten. Hoewel heel wat wetten in de loop
der jaren zijn aangepast, heeft de pers nog altijd te kampen met heel wat kwaaltjes. Door de inmenging
van verschillende partijen, zoals het leger, wordt niet alleen de persvrijheid, maar ook de
respectabiliteit en ‘objectiviteit’ van de journalist ondermijnd (Çatalbaş 2007: 19-20). Hoewel
persvrijheid nooit volledig afwezig is geweest, is het toch duidelijk dat de idealen die voorop worden
gesteld vaak niet stroken met de realiteit.
De inleiding van de constitutie van 1982 stelt dat “no protection shall be afforded to thoughts or
opinions contrary to Turkish national interests”. In 2001 werd hieraan een mouw gepast en werden
heel wat veranderingen doorgevoerd om de vrijheid van meningsuiting te verbeteren. Dit natuurlijk
met de EU-toetreding in het achterhoofd (Grabow & Rieck 2008: 192). Door de ellenlange lijst van
artikels, pikken we er hier enkele uit als illustratiemateriaal.
Hoewel artikel 28 stelt dat de pers vrij en ongecensureerd is, zijn artikels die de veiligheid of de
integriteit van de staat, natie of territorium bedreigen verboden. Ook artikel 31 wijst op de wettelijke
regelgeving die noodzakelijk is als individuen of politieke partijen een beroep willen doen op
massamedia. Artikel 13 legt restricties op als de staatsveiligheid dit vereist. Artikel 8 is een betere
versie van de antiterreurwet van artikel 7, maar veroordeelt ook propaganda die terrorisme zou
aanmoedigen. Ten slotte legt het beruchte artikel 301 dat in 2006 en 2007 tegen journalisten werd
gebruikt een gevangenisstraf van minimum 6 maanden en maximum 3 jaar vast voor personen die de
Turkse identiteit, republiek of het parlement vernederen. Het onderscheid tussen kritiek of schending
van bovenstaande artikels is echter heel klein en resulteert in legale onzekerheid waar de kemalistisch
geïnspireerde Turkse justitie eigenzinnig op inspeelt. Bij de minste verdenking worden individuen
vervolgd of wordt een onderzoek geopend. De Turkse schrijver Orhan Pamuk en Hrant Dink werden
24
bijvoorbeeld aangeklaagd omdat ze zich uitspraken over de rol van Turkije binnen de Armeense
genocide (Grabow & Rieck 2008: 192-195).
De persvrijheid wordt ook belemmerd door actoren die tussenbeide komen en restricties opleggen
waardoor journalisten niet vrij kunnen publiceren. Zowel onderwerpen als terminologie zijn
onderhevig aan tussenkomst. Finkel (2000: 161) haalt aan dat het leger in de praktijk kan
tussenkomen, maar dat effectieve inmenging eerder beperkt is doordat uitgevers vooraf al rekening
houden met wat het leger zou denken. Ook politieke partijen deinzen hiervoor niet terug (Grabow &
Rieck 2008: 190-191 en Bulut 2005: 185). Het leger beval de pers om tijdens de periode rond Öcalans
arrestatie in 1998-1999 ‘Apo’, de benaming van Öcalan, te vervangen door ‘chief terrorist’ of
‘separatist chief’ en de ‘Kurdish question’ werd ‘the so-called Kurdish question’. Bovendien mocht
niets wat mogelijk sympathiseerde met de PKK gepubliceerd worden. In 1994 ontplofte op
mysterieuze wijze een kantoor van een pro-Koerdische krant en de kantoren van de opvolger werden
door de politie uitgekamd in 1998 (Finkel 2000: 162-163).
Imset (s.d.) verduidelijkt dat journalisten hun eigen onderwerpen niet kunnen kiezen. Ze worden
opgelegd om niets over de Koerdische kwestie en over mensenrechtenschendingen te publiceren. Een
journalist die volgens Turkse normen een provocerend artikel schreef dat titelde ‘Atakürt’ werd
urenlang door het leger ondervraagd. Een onderzoek naar de weergave van de Koerden in Hürriyet van
Sezgin & Wall (2005) toont aan dat de berichtgeving over de Koerden in Hürriyet beperkt blijft tot 6
topics: EU-lidmaatschap voor Turkije, de dreiging van de Koerdische staat in Noord-Irak, de PKK en
de arrestatie van hun leider Öcalan, misdaad, culturele activiteiten en Koerdische intellectuelen en
illegale Koerdische immigranten in Europa. De berichtgeving over de Koerden wordt meestal
gerelateerd aan terrorisme (PKK) waarbij Koerden worden afgeschilderd als separatisten met
onredelijke eisen die een bedreiging vormen (Grabow & Rieck 2008: 195). De Koerdische kwestie
wordt ook afgebeeld als een gevolg van de achterstand van het Oosten of Zuidoosten waardoor een
economisch ontwikkelingsplan als belangrijkste maatregel wordt gezien. Koerden worden daarbij op
een vernederende manier afgebeeld (Bulut 2005: 112, 123). Vaak worden onderwerpen over de
Koerdische kwestie zelfs niet gepubliceerd (Finkel 2000: 148, 183). Zo wordt het gebruik van de
woorden ‘Koerd’, ‘Koerdistan’, ‘Koerdisch nationalisme’ verboden tijdens perioden van opstanden.
Pas na de opstand wordt dergelijke woordenschat opnieuw toegelaten. Het is dan de bedoeling om net
zoals de echte opstanden ook deze concepten in de hoofden van de lezers te onderdrukken. Dit wordt
aangevuld met woorden zoals ‘kuvvetlerimiz’ (letterlijk: ‘onze krachten’) die verwijzen naar de
Turkse krachtige eenheid (Bulut 2005: 108, 180). Bovendien wordt de aandacht afgewend van de
interne oorzaken van het Koerdische probleem door Koerdische opstanden toe te schrijven aan
buitenlandse hulp (Bulut 2005: 202-203).
25
Bovenstaande restricties op persvrijheid, hetzij via wetgeving hetzij via tussenkomst, resulteren in een
negatie of foutieve weergave van de Koerdische kwestie. Ook dit vormt een tekort van de berichtgeving van de Turkse pers. Kortom,
“Doğu problemleri vardır. Kürt sorunu veya Kürtçülük meselesi yoktur (letterlijk: “Het Oosten heeft
zeker zijn problemen. Er is niet zoiets als een Koerdisch probleem of Koerdisch nationalisme.”) (Bulut
2005: 106).”
Samenvattend bestaat er dus wel een vrijheid van meningsuiting in Turkije zolang het niet over de
Koerden of hun kwestie gaat (Finkel 2000: 149 en Tunç 2002: 59-60). Dit moet echter volgens Finkel
(2000: 154, 166) ook genuanceerd worden, aangezien de media het zich niet kan veroorloven om haar
berichtgeving te beperken in tijden van vergevorderde mediatechnologie. Finkel zegt daarom “Ask me
if the press is free in Turkey and I would have to say no. But, if you said the press was not free, I
would have to deny that as well” (Finkel 2000: 166).
Onpartijdigheid en objectiviteit
Restricties opgelegd door actoren brengen ons bij de problematiek rond de onpartijdigheid en
objectiviteit. Vaak is er een duidelijke band tussen politieke stromingen en kranten, ook al is dit
officieel niet zo. Zo wordt Cumhuriyet gelinkt aan de CHP (‘Republican People’s Party’) en is de
oprichter van Yeni şafak nauw bevriend met premier Erdoğan (Grabow & Rieck 2008: 189-198). De
onpartijdigheid van kranten wordt zowel beïnvloed door politieke actoren als actoren met
economische belangen, zoals mediaholdings. Beide dienen eigenbelang en vermijden dus doelbewust
bepaalde onderwerpen of geven ze op een bepaalde manier weer. Politieke partijen veronderstellen dat
ze steun krijgen van de kranten waar ze ‘vrienden’ hebben en de mediabedrijven zelf stemmen
hiermee in om de nodige financiële bijdrage te verkrijgen. Mediamacht wordt als wapen gebruikt om
te onderhandelen met politici (Çatalbaş 2007: 20, 33, 34; Finkel 2000: 155-156 en Bulut 2005: 59, 71,
212). De manipulatie en controle van de pers resulteren in een afzwakking van de ‘objectieve’
berichtgeving door de belangenpolitiek en een quasi nihile onpartijdigheid.
“Devlet […] Türkiye’nin en büyük basın patronu olduğunu göstermiştir (Bulut 2005: 212).” (letterlijk:
“De staat heeft bewezen Turkijes grootste persbaas te zijn.”)
“There is always a gap between political reality and what the state is prepared to admit in public.
(Finkel 2000: 153).”
De groepering van mediakanalen in holding companies ondermijnt eveneens de diversiteit aan opinies
(Grabow & Rieck 2008: 189-198 en Bulut 2005: 67). Twee grote mediagroepen halen ongeveer 70 à
75 procent van het marktotaal binnen en domineren de berichtgeving (Finkel 2000: 157 en Sezgin &
Wall 2005: 789). Deze groepen worden gedreven door de markt en richten zich op maximale winst.
De invalshoek van de nieuwsberichtgeving is dus afhankelijk van de interesses van de grootste
lezersgroep en resulteert in commerciële berichtgeving (Cottle 2000: 19-20; Finkel 2000: 148 en Bulut
26
2005: 49). Bijgevolg past de media vaak een mouw aan bepaalde gebeurtenissen om die zo
sensationeler te maken (Finkel 2000: 165). Volgend citaat bewijst de partijdigheid van de media en
bijgevolg ook dat de lezer een voorgekauwd beeld krijgt door de terminologiekeuze bij de beschrijving
van partijen in conflict.
“Gazeteci, çatışan taraflardan biri için ‘şehit’ diğeri için aşağılayıcı sıfatını kullanırsa, tarafsızlığını
yitirir. Türkiye şartlarında ise, o çok karşı çıkılan ‘bölücülük ve ayrımcılık’ bizzat basın tarafından
yapılmış olur (Bulut 2005: 180).” (letterlijk: “Als een journalist een van de partijen in conflict
bestempelt als şehit3’ (=positief geconnoteerde term) en voor de andere partij vernederende adjectieven
gebruikt, dan wordt zijn onpartijdigheid teniet gedaan. Wat de Turkse voorwaarden betreft, wordt het
separatisme en de discriminatie die veel kritiek krijgen door de media zelf toegepast.”)
Kortom, huidige ontwikkelingen in Turkije tonen dat de pers niet enkel bedreigd wordt door politieke
inmenging, maar ook door machtige economische groepen die de onpartijdigheid en bijgevolg de
neutrale berichtgeving van de media aantasten.
“As the concentration of ownership and the media connection to the corporate world continues, there is
a real danger that the tyranny of the market may replace or supplement governmental pressures
(Çatalbaş 2007: 34).”
Doordat de pers aan de vervorming van de realiteit meewerkt, ontdoet ze zich van haar functie als
‘waakhond’ en werkt ze de straffeloosheid van dergelijke praktijken in de hand uit angst voor
maatregelen en om eigen belangen te dienen (Finkel 2000: 153). Onder het deel ‘persvrijheid’ is al
gebleken dat de publicatie van sympathiserende artikels met de PKK voor problemen met het leger
kan zorgen en zelfs het opdoeken van de krant tot gevolg kan hebben. ‘Partijdigheid’ en publicatie van
wat strookt met de wetgeving en de mening van hierboven vermelde actoren zoals politici zijn het
enige rationeel alternatief.
Minderheden: de wij-zij dichotomie en het gebrek aan participatie
Berichtgeving over minderheden in de media wordt gekenmerkt door een tweedeling tussen ‘wij’ en
‘zij’ en het gebrek aan participatie waardoor de visie van minderheden in de media ontbreekt. Mits
een deel van de Koerden zichzelf definieert als etnische minderheid in Turkije, loont het ook de moeite
om deze knelpunten aan te halen.
Minderheden in Turkije en het daaraan gerelateerde etnisch nationalisme en de strijd voor rechten zijn
sedert het Ottomaanse rijk een gevoelig onderwerp en bepalen mee de visie op minderheden op
vandaag. De strijd van de Koerden en de Koerdische opening worden daarmee op een specifieke
achtergrond geprojecteerd (Liaras & Somer 2010: 157). Door de niet altijd even fraaie band met
minderheden in het verleden kan ‘minderheid’ negatieve connotaties opwekken die mogelijk in
berichtgeving doorsijpelen. Behalve enkele niet-islamitische religieuze minderheden, worden etnische
3
Zie voetnoot 2.
27
minderheden niet erkend, waardoor hun strijd onmiddellijk als verraad wordt afgeschilderd. De media
helpt daarbij door een framework aan te bieden voor de interpretatie van etnische issues (Van Dijk
1991: 7). Koppen over de Koerden zijn subjectief, pejoratief en vernederend want vanuit Turksnationalistisch perspectief zijn andere volkeren minderwaardig. Berichtgeving over Koerden en andere
minderheden is minachtend en legt de nadruk op assimilatiepolitiek (Bulut 2005: 25, 133, 27).
Pejoratieve koppen komen echter niet naar voor in de analyse van de artikels omtrent de Koerdische
opening en Çandar bekritiseert net de assimilatiepolitiek van Turkije (Çandar 30.08.2009).
Eén van de tekortkomingen van de media is het ontbreken van de visie van minderheden, zoals
aangeduid door Shadid (2005: 331). Ook de visie van de Koerden zelf ontbreekt in de media,
waardoor deze eenzijdige informatie biedt (Grabow & Rieck 2007: 195). Koerden hebben niet
dezelfde stem in de media als bepaalde elites of worden gewoon genegeerd. Alles wat ze willen
publiceren wordt als afscheiding of terroristische activiteit bestempeld (Sezgin & Wall 2005: 795).
Zowel in Turkije als in het buitenland wordt de Koerdische zaak behandeld zonder de personen in
kwestie erbij te betrekken. Nochtans zouden de Koerden hierbij actief betrokken moeten worden. Iets
schrijven over een groep die niet kan participeren in de berichtgeving, is volledig fout (Bulut 2005:
224). Zo worden groepen geïsoleerd en deze exclusie leidt tot negatieve percepties gevoed door wie
wel in de media wordt opgenomen. Afwezige berichtgeving over bepaalde groepen betekent dat ze
machteloos en onbelangrijk blijven (Graves 1999: 708, 711).
Bijgevolg bestaat er een kloof tussen ‘wij’ en ‘zij’. Koerden worden afgeschilderd als ‘vijanden’ of
‘anderen’ en hun culturele waarden worden beklad (Grabow & Rieck 2007: 195). Ongelijke sociale
relaties worden benadrukt door de wij-zij-dichotomie, wat kan leiden tot discriminatie (Cottle 2000:
2). Zo worden Koerden vaak afgeschilderd als landsverraders en uitgesloten. Het lijkt alsof de Turkse
staat hun nog moet leren om ‘mens’ te zijn (Bulut 2005: 82,124).
Beide knelpunten kunnen resulteren in stereotypering. Dit kan niet alleen leiden tot een vorm van
xenofobie tegenover de desbetreffende groep (Cottle 2000: 3), maar ook tot een grote kloof doordat de
pers de vooroordelen versterkt en de superioriteit van de ene groep over de andere laat continueren. Zo
verhindert de media het bouwen van een brug tussen de verschillende groepen (Grabow & Rieck
2007: 195 en Sezgin & Wall 2005: 795). Mensen zijn namelijk geneigd eerder negatieve informatie
over de andere groep op te nemen waardoor de stereotypen ook leiden tot specifieke verwachtingen
van de andere groep. Dit zijn een soort selffulfilling prophecies, want mensen coderen het gedrag van
anderen via hun vooroordelen (Shadid 2005: 337-338). Vaak worden ook de meest essentiële aspecten
veralgemeend en aan alle leden van die groep toegeschreven. Stereotypering in de media leidt zo tot
ongelijke behandeling als gevolg van een denkbeeldige hiërarchie en laat het conflict continueren of
ontstaan (Shadid 2007: 207-212).
28
Türkçülük, simplificaties en stigmatisering
Het kemalisme deed samen met Atatürk zijn intrede in Turkije. Vanaf dat moment wordt de
samenleving geleid vanuit de lijfspreuk “Ne mutlu Türküm diyene” (letterlijk: ‘Hoe gelukkig wie zegt:
ik ben Turk’) die de Turkse identiteit op een voetstuk plaatst. Een andere benaming hiervoor is het
‘Türkçülük’ of het zogenaamde Turkse kemalisme, gekenmerkt door nationalisme en secularisme, dat
de voedingsbodem vormt voor het ‘Turks zijn’ en heel wat wetgeving (Imset 1995: 7, Zürcher 2006:
227). Men noemt het dan ook vaak de ‘Turkse religie’ (Zürcher 2006: 228). Deze verheerlijkte
ideologie zorgt ervoor dat bepaalde minderheden onder de grote Turkse noemer verdwijnen.
Bovendien publiceert de pers vanuit dit kemalistisch perspectief. Dit leidt tot partijdigheid en beperkte
persvrijheid, zoals hierboven vermeld. Andere gevolgen zijn stereotypering van andere groepen in de
media, zoals de Koerden, wat leidt tot veralgemeningen, simplificaties, stigmatiseringen enz. Deze
worden hieronder besproken.
De bekende Turkse socioloog Beşikçi illustreert het kemalisme met betrekking tot de gevolgen voor
de Koerden als volgt:
“The experience of witnessing two different cultures facing one another in Eastern Turkey was hard to
reconcile with lesssons in the university, where the orthodox doctrine of Turkey’s indivisible unity was
preached and the existence of the Kurds as a distinct people and of Kurdish as a distinct language were
systematically denied (Bruinessen 2005: 3).”
Beşikçi bekritiseert sterk de kemalistische intellectuelen die de officiële waarheden prediken over het
Oosten en zo de etnische dimensie van de problematiek wegcijferen (Bruinessen 2005: 13). Problemen
worden gereduceerd tot iets van het Oosten en resulteren zo in simplificaties. Koerden worden
gereduceerd tot bergturken en blijven zo onder de noemer Turken (Bruinessen 1997c: 3). Volgens
O’Neil (2007: 84-85) zal de oplossing voor de Koerdische kwestie er dus pas komen wanneer het hele
concept van Turkse identiteit en staat aangepast wordt. Pas dan zullen simplificaties en
stigmatiseringen ophouden binnen de maatschappij en de media. De Turkse media lijdt onder de
kwaaltjes van het Turkse nationalisme, gedachte van het superieure ras, kemalisme en een overdreven
nadruk op de eenheid van het land en haar ondeelbaarheid (Bulut 2005: 97).
De samenleving wordt gezien en afgebeeld door een kemalistische bril die resulteert in stereotypering
van ‘anderen’. Zo worden de Koerden in Hürriyet enkel gerelateerd aan 6 specifieke onderwerpen en
worden ze meestal gelinkt aan negatief geconnoteerde gebeurtenissen (zie 2.4.1: persvrijheid). Vaak
vormt de media etnische groepen via veralgemeende en simpele beelden. Het gaat over stereotypen die
veralgemeend zijn en de nadruk leggen op fysieke, emotionele en intellectuele karakteristieken
(Graves 1999: 708). In de Turkse pers worden ‘anderen’ gecreëerd waarover de waarheid verborgen
blijft. Bij Koerdische opstanden wordt het probleem simpel voorgesteld en lijkt het alsof er geen
interne problemen zijn die de oorzaak van de opstand vormen. Daarnaast worden Koerden beschreven
29
met vernederend of pejoratief taalgebruik in de kemalistisch getinte media (Bulut 2005: 82, 83, 123,
141, 159, 197, 199). Bulut haalt volgende voorbeelden aan:
“Cumhuriyet’e göre, Kürt müritleri ‘köpek ve çakal’ seviyesindedirler (Bulut 2005: 123).” (letterlijk:
“Volgens de krant Cumhuriyet bevinden Koerdische volgelingen zich op het niveau van ‘honden en
oplichters’.”)
“Orası (ya da Güneydoğu) geri kalmıştır, halkı cahildir. Oraya yatırım yapmak gerek ve halkını
eğitmek gerek... Güney Afrika’daki beyaz adamın görüşüdür bu (Bulut 2005: 125).” (letterlijk: “Daar
(of het zuidoosten) zijn ze achter gebleven, het volk is er onwetend. Het is nodig om te investeren in dat
gebied en het volk te onderwijzen... Dit is de visie van de witte man in Zuid-Afrika.”)
“Milliyetçi ve devletçi basına göre [...]isyana katılanların hemen tümü ‘kara cahil ya da adatılmış
kimseler’dir (Bulut 2005: 197).” (letterlijk: “Volgens de nationalistische pers zijn alle participanten
van opstanden ‘geheel onwetend of bedrogen personen’.”)
De Turkse pers hanteert sensationele en emotionele berichtgeving in plaats van objectieve
beeldvorming. Het gevaar hierbij is dat Turken en Koerden nog verder uit elkaar geduwd worden.
Kinderen krijgen het kemalisme met de paplepel naar binnen door op school Atatürks woorden af te
rammelen (Lutz 2002: 85-104). Het is een maatschappij doordrongen van Turks nationalisme waarbij
“de Turk geen andere vriend heeft dan de Turk” (Lutz 2002: 95). Individuen worden gereduceerd tot
algemene stereotype groepskenmerken. Mensen worden gelabeld. Deze attitude reikt tot in de media
en wordt daardoor nog versterkt. De woorden van een man in Cizre geïnterviewd door Lutz (2002)
spreken voor zich:
“Ik steun de Turkse staat, maar hoe vaak ik ook zeg dat ik geen Koerd ben, ik krijg steeds te horen: je
bent een Koerd, je bent een Koerd, je bent een Koerd! Als ik dan zeg dat ik een Koerd ben, dan krijg ik
te horen dat ik sympathiseer met de PKK (Lutz 2002: 130).”
2.4.2. Het huidige Turkse medialandschap: Hürriyet en Zaman
Het Turkse medialandschap bestaat uit 43 dagelijkse kranten met een totale oplage van 5 miljoen en
3450 tijdschriften. De 43 kranten bestaan uit 4 sportkranten die 10 procent van de oplage
vertegenwoordigen. 9 kranten worden in een andere taal dan het Turks gepubliceerd, bijvoorbeeld
‘Today’s Zaman’. Er zijn 212 lokale kranten in 61 steden met een dagelijkse oplage tussen 1000 en
15000. De 14 populairste nationale kranten zijn Zaman, Posta, Hürriyet, Sabah, Milliyet, Aksam, Star,
Türkiye, Yeni Şafak, Bugün, Cumhuriyet, Radikal, Taraf en Birgün. Hürriyet en Zaman behoren
samen met Posta tot de top drie van kranten met de hoogste oplage (Grabow & Rieck 2008: 189-198).
De Turkse media is altijd al invloedrijk geweest voor verandering in de maatschappij. Zo droeg ze
onder Atatürk bij aan de natievorming (Algan 2003: 172-173). Op vandaag zijn journalisten nog
steeds meer dan neutrale tussenfiguren, ze vormen de maatschappij en beïnvloeden politieke regimes
(Heper & Demirel 1996: 120-122).
We beperken ons tot een algemene schets van de kranten die hier gebruikt worden bij het onderzoek.
30
Hürriyet
Het dagblad Hürriyet werd opgericht in 1948 door Sedat Simavi en is één van de grootste kranten van
Turkije met een dagelijkse verkoop van 489 000 exemplaren. Het spreekt voor zich dat de krant door
deze hoge oplage een invloedrijke stem vertegenwoordigt in Turkije. De eigenaar is Doğan Inc sinds
1994, een van de grootste mediagroepen in Turkije die naast de geschreven pers ook heel wat
televisiekanalen bezit. Sinds 1964 publiceert de krant ook voor Europese landen zoals Duitsland om
haar Turkse lezers te bereiken. Door de hoge verkoopcijfers in Duitsland wordt de krant sinds 1970 ter
plaatse gedrukt en in 1973 werd voor het eerst met kleur gewerkt (Heper & Demirel 1996: 112, Sezgin
& Wall 2005: 788, TürkçeBilgi4 2004a en Doğan Şirketler Grubu Holding5 2011).
De doelstelling van de krant is om alle Turken over de hele wereld correcte berichtgeving te bezorgen
en voor de aandeelhouders winstgevende resultaten te boeken. De visie is om net zoals in het verleden
een bijdrage te leveren aan de gemeenschap en een progressieve rol te vervullen (Hürriyet Kurumsal6
2005).
De krant kenmerkt zich door een groot sensatievermogen en kemalistisch geïnspireerde berichtgeving.
‘Türkiye Türklerindir’ (letterlijk: ‘Turkije is van de Turken’), de slogan die nog elke dag verschijnt op
de papieren versie in de linkerbovenhoek, de foto van de Turkse vlag en Atatürk ernaast ondersteunen
deze ideologie (Lutz 2002: 31). Vandaar ook de kritische houding van deze krant tegenover opstanden
tegen de staat. Vooral Koerdisch verzet is onderhevig aan foutieve berichtgeving (Bulut 2005: 14).
Zoals hierboven al vermeld deden Sezgin & Wall (2005) onderzoek naar berichtgeving over de
Koerden in Hürriyet en kwamen via een discoursanalyse tot de conclusie dat Koerden altijd
gerelateerd werden aan 6 topics (zie 2.4.1: persvrijheid).
Zaman
Het dagblad werd opgericht in 1986 in Istanbul, 38 jaar na Hürriyet, door Feza Yayıncılık die ook de
eigenaar is van het wekelijkse magazine Aksiyon en het persagentschap CHA. Met een oplage van
ongeveer 500 000 kranten per dag staat de krant samen met Hürriyet in de top 5 van meest verkochte
kranten. Het is een dagelijkse nek-aan-nekrace met Hürriyet. Zaman was de eerste krant in 1995 die
online publiceerde. De krant wordt net zoals Hürriyet ook in het buitenland verspreid. Zaman heeft
4
http://www.turkcebilgi.com/h%C3%BCrriyet_(gazete)/ansiklopedi
5
http://www.doganholding.com.tr/yatirimlar/medya.aspx
6
http://www.hurriyetkurumsal.com/tr/misyon.asp
31
kantoren in verschillende steden zoals Brussel. Bovendien heeft de krant een Engelse versie die online
geraadpleegd kan worden (TürkçeBilgi7 2004b).
Zaman staat bekend om zijn serieuze, eerlijke en evenwichtige berichtgeving en werd bekroond met
verschillende prijzen. De bedoeling van de krant is om een uiteenlopende berichtgeving te publiceren
die onderwerpen in verschillende domeinen aanreikt (TürkçeBilgi 2004b). De krant wil volgens de
schrijver Ali Bulaç de intelligentsia bereiken (Feroz 1991: 19).
Tijdens de laatste 30 jaar hebben bepaalde politieke partijen religieuze gemeenschappen
aangemoedigd om te participeren in het medialeven. Langzamerhand werden religieuze partijen
sterker, vooral tijdens de regeerperiode van de AKP. Hoewel het religieus medialandschap vrij
complex is, zijn er toch enkele dominante actoren die zich manifesteerden via hun nauwe banden met
de politiek. De religieuze figuur Fethullah Gülen is daar een van. Het belang van religie resulteert in
nauwe banden met de AKP (Konrad 2007: 191). Fethullah Gülen gebruikt Zaman om zijn religieuze
boodschap over te brengen. Hij bestempelt de krant als ‘Türkçü-dindar’ (letterlijk: ‘Turksgezind en
religieus’) en hanteert daarbij de overkoepelende Turkse identiteit als ‘missionering’. De nadruk ligt
op de islam en de Turkse identiteit is een middel om die in de verf te zetten. Als deze krant een
onderscheid maakt in groepen, vb. in Koerden en Turken, dan gebeurt dit op een subtiele manier.
Gülen beweert dat geen concessies nodig zijn om de Koerdische kwestie op te lossen, maar dat de
islam kan fungeren als bindmiddel en daardoor de kwestie kan opklaren. Hierbij is een islamitisch
onderwijssysteem noodzakelijk (Bulut 2005: 16-17). Ook de AKP verwijst naar de Koerden als
broeders vanwege de religieuze band en ziet de Koerden als bondgenoot tegen het secularisme (Casier,
Jongerden & Walker 2011: 52-53 en Yavuz & Özcan 2006: 111). Zo zei Erdoğan in 2005 in
Diyarbakır dat “common religious bonds between Turks and Kurds would provide solutions to the
conflict” (Liaras & Somer 2010: 154). Het belang van de islam bij zowel Zaman als AKP zorgt voor
een nauwe band tussen beide.
3. METHODE
Hieronder wordt de methodologie toegelicht. Eerst en vooral beschrijven we kort algemeen de
concepten ‘inhoudsanalyse’, ‘framing’ en ‘frameanalyse’. Daarna wordt de gelijklopende procedure
voor studie 1 en 2 besproken via een indeling in materiaal, steekproef, opzet en proces. Ten slotte
werken we de specifieke procedures voor studie 1 en 2 apart uit. Bij studie 1 verduidelijken we de
frames van Semetko & Valkenburg (2000) die we in deze studie als analysemiddel gebruiken.
7
http://www.turkcebilgi.com/zaman_gazetesi/ansiklopedi
32
3.1. Inleiding
3.1.1. Inhoudsanalyse
Eerst en vooral gaan we in op het concept inhoudsanalyse omdat zowel de frameanalyse van studie 1
en de klassieke inhoudsanalyse van studie 2 onder deze noemer vallen. De categorie ‘inhoudsanalyse’
kan dus heel breed ingevuld worden. Gezien er geen duidelijk afgelijnde definitie bestaat, gaan we
hieronder in op enkele mogelijke invullingen.
Tan (1981: 52) beschrijft ‘inhoudsanalyse’ als een manier om de inhoud van een bericht te beschrijven
en onderzoeken via geselecteerde onderzoekseenheden zoals een verhaal, artikel enz. Zo kunnen
bijvoorbeeld verschillende mediavormen met elkaar vergeleken worden. Volgens Deacon et al. (1999:
115-117) heeft een inhoudsanalyse een brede en enge betekenis. De brede bevat alle mogelijke
methoden om inhoud te analyseren, terwijl de engere een specifieke aanpak vergt. Berelson (1971: 1416, 27) verduidelijkt dat een allesomvattende definitie niet mogelijk is en haalt in zijn werk enkele
mogelijke definiëringen aan die leiden tot 4 elementen waaraan een inhoudsanalyse moet voldoen. Zo
is een systematische, ‘objectieve’ en kwantitatieve aanpak noodzakelijk. Bovendien is de analyse
enkel toepasselijk op syntactische en semantische taaldimensies. Een inhoudsanalyse gaat niet over
motieven of reacties op het bericht, maar letterlijk over wat wordt gezegd. Het gaat over het ‘wat’ en
niet het ‘waarom’. De eerste functie is dus de inhoud analyseren en beschrijven.
De eerste inhoudsanalyses werden uitgevoerd in Amerikaanse kranten door studenten journalistiek in
de vroege jaren 1930. Op het einde van de jaren 1930 kreeg het onderzoek een stimulans door de
groeiende interesse in propaganda, publieke opinie, radio enz. (Berelson 1971: 21-25). Eén van de
belangrijke bestaansredenen van dit soort analyse wortelt dus in de opkomst van allerlei massamedia
die het publiek beïnvloedden (Deacon et al. 1999: 115-116). Lasswell was een belangrijk figuur
gedurende dit proces en introduceerde nieuwe procedures en categorieën. Tijdens Wereldoorlog II
gebruikten
verschillende regeringen
de inhoudsanalyse
om massamedia
te onderzoeken.
Langzamerhand lag de weg naar meer onderzoek open en werd de methodologie verfijnd (Berelson
1971: 21-25).
Op vandaag is deze vorm van analyse niet alleen populair bij de communicatiewetenschappen, maar
ook bij sociale wetenschappen en cultuur- en menswetenschappen (Deacon et al 1999: 116). De
inhoudsanalyse onderscheidt gelijkenissen en verschillen in mediaberichtgeving en onderzoekt zo de
driehoeksrelatie tussen medium, individu en issue (Neuman et al. 1992: 19, 123).
33
3.1.2. Framing en frameanalyse
De eerste studie kadert binnen de inhoudsanalyses onder de vorm van een kwantitatieve frameanalyse.
Aangezien frames in deze studie worden gebruikt als middel voor de analyse van de Koerdische
opening in de Turkse media, is het belangrijk om het concept ‘framing’ te definiëren en te bepalen hoe
frames onderzocht kunnen worden.
De framekeuze van de journalist heeft grote gevolgen voor het bericht omdat frames een betekenis
toekennen aan een gebeurtenis en zo lezers sturen. Concurrentie op de krantenmarkt zorgt ervoor dat
journalisten worden geduwd in de klauwen van het spektakel. Frames worden met andere woorden
vaak opzettelijk gekozen om zo het lezerspubliek in te palmen. Een verschillend frame zorgt voor een
andere invalshoek en bijgevolg vaak een andere interpretatie (Zillman et al. 2004: 58-61). Zillman et
al. (2004) halen enerzijds het onderzoek van Valkenburg et al. (1999) aan om aan te tonen dat het
human interest frame bepaalde hoe de inhoud van een artikel werd onthouden en anderzijds het
onderzoek van Neuman et al. (1992) waaruit de impact van het conflictframe bleek. Framing is dus de
manier waarop journalisten gebeurtenissen en berichtgeving kleuren, impliciet bepaald door culturele
achtergrond en bijgevolg waarden, normen, stereotypen enz. Het gevaar is dat de lezer het frame van
de journalist overneemt en de realiteit vanuit dezelfde bril bekijkt (Van Gorp 2004: 3-4). Kortom:
“Framing is met andere woorden het gecumuleerde effect van allerlei retorische middelen met het
frame als eenduidige structuur. Maar het frame moet daarbij wel als het ware zien op te boksen tegen
de eigen mening van de ontvanger. […] het frame kan erin slagen personen van houding te doen
veranderen, vooral als zij zich nog geen uitgesproken opinie hebben gevormd (Van Gorp: 2004: 25).”
Het proces waarbij de journalist het frame bepaalt, noemt Boer (2003) ‘framebuilding’. Terwijl het bij
priming, waarbij bepaalde zaken in het geheugen worden geactiveerd, over het effect gaat van de
berichtgeving, draait het bij framing rond het productieproces en de inhoud van het bericht. De media
beïnvloedt dus de perceptie van het publiek, de zogenaamde ‘framesetting’, die op haar beurt de
‘framingeffecten’ zoals attitude bepaalt. Kortom, bij framing staan 2 processen centraal: enerzijds de
selectie van het onderwerp en de elementen die worden benadrukt en anderzijds de relaties die worden
geconstrueerd (Boer 2003: 202, 206-210). Framing heeft 4 functies: eerst en vooral wordt het
probleem omschreven om vervolgens de oorzaak aan te kaarten. Ten slotte wordt een moreel oordeel
geveld en worden mogelijke remedies aangereikt. Framing is echter niet alleen een keuze van nadruk
binnen het bericht, maar de journalist kan al op voorhand de zoektocht naar een nieuwsbericht sturen,
bewust of onbewust (Van Gorp 2006: 246-250).
‘Framing’ wordt niet exclusief binnen de communicatiewetenschappen gebruikt, maar ook binnen
andere disciplines zoals de cognitieve psychologie. Niet alleen doordat het begrip in verschillende
disciplines fungeert, is een eenduidige conceptualisering moeilijk, maar ook doordat de letterlijke
betekenis ‘kaderen’ of ‘vormgeven’ is. De neiging bestaat om ieder onderzoek over de representatie
34
van een gebeurtenis in de media te bestempelen als framingonderzoek zonder dat er een specifiek
frame wordt onderzocht. Om van een echt frameonderzoek te spreken, moeten bepaalde frames
centraal staan in de analyse. Vervolgens is er een grote verscheidenheid aan frames die gebruikt
kunnen worden, wat mee de brede invulling van het concept determineert. Ten slotte situeren frames
zich op alle niveaus in het communicatieproces, bijvoorbeeld bij de zender, ontvanger enz. (Van Gorp
2006: 246-250) .
Frames worden geanalyseerd via een frameanalyse. Het is een werkwijze om toegepaste frames te
reconstrueren. Het onderzoek van Semetko & Valkenburg (2000) is een voorbeeld van een
kwantitatieve techniek om greep te krijgen op frames. Er bestaat een tweedeling in een deductieve en
inductieve strategie. Inductief frameonderzoek start met bronnenmateriaal waaruit nieuwe frames
worden afgeleid, terwijl een deductieve frameanalyse in afgebakend bronnenmateriaal bestaande
frames toetst. Kwantitatieve resultaten moeten aangevuld worden met een interpretatieve analyse (Van
Gorp 2006: 250-253).
3.2. Algemene procedure
Materiaal
De Turkse kranten Hürriyet en Zaman werden geselecteerd op basis van de ideologische tegenstelling,
respectievelijk kemalistisch tegenover religieus. Deze verschillende invalshoeken vertalen zich
mogelijk in een andere visie op de Koerdische opening. Bovendien behoren beide kranten tot een
aparte mediagroep en maken Hürriyet en Zaman deel uit van de krantengroep met de hoogste oplage.
Beide kranten hebben ook een toegankelijk archief.
Steekproef
Er werd gekozen om artikels te onderzoeken van 1 augustus 2009 tot en met 30 september 2009 omdat
dit belangrijke maanden waren voor de Koerdische opening. Na de aankondiging van het
regeringsplan in juli 2009, werd tijdens de maand augustus opgeroepen tot een consensus tussen de
partijen omtrent de Koerdische opening. Öcalan kondigde zijn vredesplan al in mei 2009 aan, maar de
overhandiging zou pas plaatsvinden op 15 augustus. Het einde van augustus en het begin van
september 2009 worden als een keerpunt beschouwd in het vredesproces. Oude slogans doken
opnieuw op, de AKP kreeg heel wat kritiek te incasseren en de opening zwakte stap voor stap af. De
naam van het project werd zelfs gewijzigd (zie 2.3.1). Hoewel een eerste stap voor de Koerdische
opening werd gezet in januari 2009 met de lancering van TRT6 en de officiële aankondiging van
Öcalan in mei daarop volgde, wordt de periode voor de zomer van 2009 niet gekenmerkt door grote
opvallendheden. Het is vooral tijdens en op het einde van de zomer dat er zowel een bloei als neergang
35
van het project is. Dit wordt ook duidelijk in het aantal gepubliceerde artikels in beide kranten in het
archief bij de zoekterm ‘Kürt açılımı’ (letterlijk: ‘Koerdische opening’). Artikels gepubliceerd vóór de
maand juli beperken zich tot aantallen onder de 10, terwijl de maanden augustus en september de
hoogste zoekresultaten opleveren. In Hürriyet zijn er dat 234 in augustus en 114 in september en in
Zaman 292 in augustus en 134 in september. Om deze redenen werd het onderzoek afgebakend in de
tijd binnen de periode tussen augustus en september 2009.
Om het grote aantal zoekresultaten te kunnen afbakenen werd gekeken naar de auteurs die in de
desbetreffende periode het hoogste aantal resultaten gaven bij de zoekterm ‘Kürt açılımı’ (letterlijk:
‘Koerdische opening’). Voor Hürriyet was dat Cengiz Çandar en voor Zaman Mümtaz’er Türköne. De
spreiding van de 36 artikels wordt weergegeven in tabel 1.
Tabel 1: weergave van het aantal artikels
Krant
Augustus
September
Hürriyet
16
9
Zaman
8
3
Opzet
Zoals al in de inleiding werd geschetst, kadert de studie binnen empirisch onderzoek. Aan de hand van
een kwantitatieve inhoudsanalyse gebaseerd op het werk van Semetko & Valkenburg en een
interpretatie van de resultaten wordt een eerste studie uitgevoerd. Studie 2 vormt een aanvulling hierop
in het kader van een klassieke inhoudsanalyse naar de belichting van de Koerdische opening binnen de
artikels. Aan de hand van beide studies willen we een duidelijker beeld krijgen van de wijze waarop de
Koerdische opening wordt belicht in de media in de desbetreffende periode. Hierbij wordt gebruikt
gemaakt van frames en een positieve of negatieve codering van de weergave van de Koerdische
opening. Het is de bedoeling om de hypothesen die tijdens de inleiding werden beschreven te toetsen
in het kader van de algemene onderzoeksvraag. Informatie inzake het soort onderzoek en de opzet
ervan werd al tijdens de inleiding aangereikt (zie 1.2) en wordt daarom niet nodeloos herhaald.
Proces
In beide kranten werd in het archief de zoekterm ‘Kürt açılımı’ ingegeven. Deze term kreeg de
voorkeur omdat het de letterlijke vertaling is van ‘Koerdische opening’ en dus als meest neutrale term
fungeert voor het initiatief. ‘Democratische opening’ en ‘project van nationale eenheid’ werden pas
later naar voor geschoven, vooral na het keerpunt in de opening waardoor ze negatiever gekleurd zijn.
36
‘Koerdische kwestie’ of ‘Koerdische zaak’ werden ook niet gekozen omdat de Turkse vertaling
daarvoor ‘Kürt sorunu’ is. ‘Sorun’ kan in het Turks een negatievere bijklank hebben en om het
onderzoek niet in een bepaalde richting te sturen, werd deze term dus niet gekozen. Sorun betekent
volgens de TDK8 (‘Turkish Language Association’), een Turks woordenboek vergelijkbaar met de
Franse Petit Robert, onder andere ‘probleem’. Kırış (2003) haalt bij ‘sorun’ ook ‘kwestie’, ‘vraagstuk’,
‘moeilijkheid’ en ‘probleem’ aan.
De gekozen zoekterm werd ingegeven in de online krantenarchieven van Hürriyet en Zaman. Vanuit
de archieven werden de artikels geselecteerd.
3.3. Studie 1
Deze kwantitatieve studie analyseert de Koerdische opening aan de hand van een frameanalyse. Per
artikel worden de gehanteerde frames via het werk van Semetko & Valkenburg (2000) onderzocht.
Concreet wordt elk frame per artikel bestudeerd aan de hand van enkele vragen vooropgesteld door
deze auteurs. Het gaat dus om een deductieve frameanalyse die bestaande frames toetst binnen
afgebakende literatuur. De antwoorden op de 20 vragen worden aangeduid met 0 of 1 in tabel 2 en 3.
Hierbij is 0 een negatief antwoord en 1 een positief. De vragen die per frame gesteld worden, zijn
terug te vinden in tabel 4. Het gaat over een minimum van 3 vragen bij het moraliteitsframe en
economisch frame, 4 vragen bij het conflictframe en 5 bij het verantwoordelijkheidsframe en human
interest frame. In de tabel wordt per vraag het totaal aantal positieve antwoorden per auteur
weergegeven. Per krant per auteur wordt dan in tabel 5 een eindtotaal weergegeven dat de volgorde
weerspiegelt van de meest gebruikte frames. Voor de duidelijkheid worden de resultaten voorgesteld
via staafdiagrammen. Na de kwantitatieve analyse worden de frames besproken door per krant/auteur
de frames in volgorde van de meest tot de minst gebruikte te behandelen. Per frame worden enkele
voorbeelden gegeven. Het is de bedoeling om per krant uit te maken welke de meest gehanteerde
frames zijn en de vooropgestelde hypothesen te toetsen.
Voor deze studie hanteren we de bekende frames van Semetko & Valkenburg (2000) omdat ze het
werk van Neuman et al. (1992) verder hebben uitgebouwd via een concrete vraagstelling. Neuman et
al. (1992) identificeren 5 dominante frames die gehanteerd worden in mediaberichtgeving en
informeel publiek discours omtrent politiek: het economische frame, conflictframe, machteloosheidsframe, human impact frame en moraliteitsframe. Deze frames werden verder uitgewerkt door Semetko
& Valkenburg tot conflictframe, verantwoordelijkheidsframe, moraliteitsframe, human interest frame
en economisch frame (Neuman et al. 1992: 60-77 en Erdoğan 2008: 42-43). In hun onderzoek werd
het gebruik van deze frames in visuele berichtgeving en geschreven pers vergeleken. Aangezien de
8
http://www.tdk.gov.tr/TR/Genel/Ana.aspx?F6E10F8892433CFFAAF6AA849816B2EF4376734BED947CDE
37
frames van Semetko & Valkenburg het analysemiddel zijn binnen dit onderzoek, worden ze hier
verder toegelicht.
Conflictframe
Dit frame benadrukt een conflict tussen individuen, groepen of instituties om de aandacht van de lezer
of kijker te trekken. Complex politiek debat wordt vaak gereduceerd tot simpel conflict.
Human interest frame
Via dit frame worden een menselijk karakter en een emotionele invalshoek aan een gebeurtenis of
probleem toegekend. Door de steeds grotere concurrentie zijn journalisten als het ware verplicht om
nieuwsfeiten te dramatiseren, personaliseren of emotioneel te kleuren om de interesse van hun publiek
te winnen en zo hun plek op de markt te vrijwaren.
Economisch frame
Dit frame representeert een gebeurtenis of probleem in termen van economische gevolgen voor een,
institutie, individu, groep, regio of land. Een nieuwsfeit met een brede draagwijdte heeft vaak een
grote nieuwswaarde doordat de economische gevolgen verreikend zijn.
Moraliteitsframe
Het moraliteitsframe plaatst de gebeurtenis of het probleem binnen een context van religieuze dogma’s
of morele voorschriften. Door de objectiviteitsnorm van journalisten worden vaak indirecte
verwijzingen gemaakt naar morele frames. Journalisten doen dit door de vraag bij een ander individu
of andere groep te plaatsen. Dergelijke verhalen bevatten een morele boodschap of sociale
voorschriften over gewenst gedrag.
Verantwoordelijkheidsframe
Een gebeurtenis of probleem wordt voorgesteld zodat de verantwoordelijkheid voor de oorzaak of
oplossing ervan bij de regering, een individu of groep ligt. (Semetko & Valkenburg 2000: 95-96).
3.4. Studie 2
Deze studie kadert binnen klassieke inhoudsanalyses waarbij een lijst wordt gegeven van de positieve
of negatieve weergaves van de Koerdische opening. De belichting van het initiatief binnen elk artikel
wordt in de tabellen 6 en 8 weergegeven, ingedeeld in positief, negatief of neutraal. Vervolgens
worden in de tweede reeks tabellen 7 en 9 de positieve en negatieve belichtingen per krant verder
opgedeeld in de twee delen van de hypothese: inhoudelijk positief/negatief en positief/negatief volgens
de identiteit van de actoren verantwoordelijk voor het mogelijke falen van de opening.
38
Positief gecodeerde artikels omvatten inhoudelijk positief gekleurde informatie over de Koerdische
opening en staan positief tegenover de drijfveer achter het initiatief, de AKP. Dit betekent meteen ook
dat positieve coderingen negatief commentaar bevatten op andere actoren dan de AKP en dat ze
verantwoordelijk geacht worden voor een mogelijk falen van de opening. Kortom, de schuld voor het
eventuele mislukken van het initiatief wordt buiten de opening zelf geplaatst, zowel inhoudelijk als op
actorvlak. Negatief gecodeerde artikels daarentegen gaan in op inhoudelijke tekorten van de opening,
lacunes tijdens het proces enz. en houden de drijfveer achter het initiatief, de AKP, hiervoor
verantwoordelijk. De AKP wordt hier dus eerder negatief belicht, terwijl andere actoren positief
becommentarieerd kunnen worden. ‘Neutrale’ gecodeerde artikels voldoen aan geen van beide
beschrijvingen en kunnen gecategoriseerd worden als raad of aanbeveling.
Dankzij deze studie kan een totaal gemaakt worden van positieve en negatieve benaderingen van het
initiatief binnen elk artikel, zodat de derde hypothese bevestigd of ontkracht kan worden. De derde
hypothese gaat na of de achtergrond van beide kranten, ofwel kemalistisch en kritisch tegenover de
opening ofwel religieus geïnspireerd en veeleer positief tegenover het initiatief van de eveneens
religieus geïnspireerde AKP, doorsijpelt in de berichtgeving. Vanuit kemalistisch standpunt zal
Hürriyet het kemalistische erfgoed en discours beschermen en dus de opening meer negatief belichten
dan Zaman en behalve kritiek op andere actoren óók de AKP bekritiseren. Zaman van de religieuze
figuur Fethullah Gülen daarentegen heeft nauwe banden met de eveneens religieus geïnspireerde AKP
en zal daarom de opening steunen en alleen andere actoren verwijten een hand te hebben in de
mislukking van de Koerdische opening. Zaman zou dus meer positieve coderingen moeten hebben dan
Hürriyet. Het tussentijds besluit richt zich op het bevestigen of ontkrachten van deze hypothese.
De resultaten worden geanalyseerd via een indeling in positief of negatief inhoudelijke invalshoek of
actorperspectief en worden geïllustreerd met voorbeelden.
39
4. RESULTATEN
4.1. Studie 1
De resultaten van het frameonderzoek worden weergegeven via tabellen en staafdiagrammen. De
artikels werden genummerd volgens de volgorde in het archief online en toegevoegd als bijlage. Tabel
2 en 3 geven de resultaten per vraag voor elk frame waarbij 1 staat voor een positief antwoord en 0
voor een negatief. De tabellen worden opgesplitst per auteur van Hürriyet of Zaman. De vraagstelling
is gebaseerd op Semetko & Valkenburg (2000) en is terug te vinden in tabel 4 waar de resultaten in
aantallen worden samengevat. Ten slotte verduidelijkt tabel 5 de aantallen per frame per auteur/krant.
De staafdiagrammen 1 en 2 geven een duidelijk overzicht van de frames per krant en staafdiagram 3
combineert beide.
Hürriyet: Cengiz Çandar
Tabel 2 geeft de resultaten weer per vraag voor elk frame in Hürriyet.
40
Tabel 2: resultaten van het frameonderzoek van Hürriyet bij Çandar
1a
1b
1c
1d
1e
2a
2b
2c
2d
2e
3a
3b
3c
3d
4a
4b
4c
5a
5b
5c
1
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
2
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
3
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
0
0
0
4
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
5
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
6
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
9
0
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
10
1
0
1
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
11
1
1
1
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
12
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
13
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
14
0
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
15
1
0
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
17
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
18
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
19
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
20
0
0
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
21
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
22
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
23
1
0
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
24
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
25
0
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
Totaal
8
15
23
1
2
23
25
14
0
0
11
5
4
5
11
0
4
0
0
0
41
Zaman: Mümtaz’er Türköne
Tabel 3 geeft de resultaten weer per vraag voor elk frame in Zaman.
Tabel 3: resultaten van het frameonderzoek van Zaman bij Türköne
1a
1b
1c
1d
1e
2a
2b
2c
2d
2e
3a
3b
3c
3d
4a
4b
4c
5a
5b
5c
1
1
1
1
0
1
1
1
0
0
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
2
0
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
1
0
1
0
0
1
0
0
0
3
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
4
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
5
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
6
1
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
7
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
8
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
9
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
0
1
0
0
0
0
0
10
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
11
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
5
10
9
1
3
8
11
1
0
1
8
3
3
3
7
0
3
0
0
0
Samenvatting van de resultaten in aantallen: Hürriyet en Zaman
Tabel 4 bevat de vraagstelling gebaseerd op Semetko & Valkenburg (2000) met het aantal positieve
antwoorden per auteur per krant.
Tabel 5 toont hoeveel keer elk frame per krant voorkomt en geeft een totaal van het aantal frames in de
36 artikels.
42
Tabel 4: samenvatting van de vraagstelling in aantallen bij Hürriyet en Zaman
Hürriyet
1. Verantwoordelijkheidsframe
1a. Does the story suggest that some level of
government has the ability to alleviate the problem?
1b. Does the story suggest that some level of the
government is responsible for the issue/problem?
1c. Does the story suggest solution(s) to the
problem/issue?
1d. Does the story suggest that an individu (or group
of people in society) is responsible for the issueproblem?
1e. Does the story suggest the problem requires
urgent action?
2. Human interest frame
2a. Does the story provide a human example or
‘human face’ on the issue?
2b. Does the story employ adjectives or personal
vignettes that generate feelings of outrage, empathycaring, sympathy or compassion?
2c. Does the story emphasize how individuals and
groups are affected by the issue/problem?
2d. Does the story go into the private or personal
lives of the actors?
2e. Does the story contain visual information that
might generate feelings of outrage, empathy-caring,
sympathy, or compassion?
3. Conflictframe
3a. Does the story reflect disagreement between
parties-individuals-groups-countries?
3b. Does one party-individual-group-country
reproach another?
3c. Does the story refer to two sides or to more than
two sides of the problem?
3d. Does the story refer to winners and losers?
4. Moraliteitsframe
4a. Does the story contain any moral message?
4b. Does the story make reference to morality, God,
and other religious tenets?
4c. Does the story offer specific social prescriptions
about how to behave?
5. Economisch frame
5a. Is there a mention of financial losses or gains
now or in the future?
5b. Is there a mention of the costs/degree of expense
involved?
5c. Is there a reference to economic consequences of
pursuing or not pursuing a course of action?
(Semetko & Valkenburg 2000: 100)
43
Zaman
Totaal
8
5
13
15
10
25
23
9
32
1
1
2
2
3
5
23
8
31
25
11
36
14
1
15
0
0
0
0
1
1
11
8
19
5
3
8
4
3
7
5
3
8
11
7
18
0
0
0
4
3
7
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Tabel 5: aantallen per frame per krant
Verantwoordelijkheidsframe
Human interest
frame
Conflictframe
Moraliteitsframe
Economisch
frame
Hürriyet:
Cengiz
Çandar
49
62
25
15
0
Zaman:
Mümtaz’er
Türköne
28
21
17
10
0
Totaal
77
83
42
25
0
Weergave via staafdiagrammen
Staafdiagram 1 geeft een overzicht van de frames in Hürriyet, terwijl staafdiagram 2 de frames in
Zaman verduidelijkt.
Staafdiagram 3 vergelijkt procentueel de frames in beide kranten. Aangezien het aantal onderzochte
artikels in beide kranten verschilt, worden de resultaten voor de correctheid voorgesteld in relatieve
frequentie.
Staafdiagram 1: frames in Hürriyet
Hürriyet: Cengiz çandar
70
60
50
40
30
20
10
0
Hürriyet: Cengiz
çandar
44
Staafdiagram 2: frames in Zaman
Zaman: Mümtaz'er Türköne
30
25
20
15
10
5
0
Zaman: Mümtaz'er
Türköne
Staafdiagram 3: vergelijking tussen de frames van Hürriyet en Zaman in relatieve frequentie
3,00
2,50
2,00
1,50
1,00
0,50
0,00
Hürriyet: Cengiz
çandar
Zaman: Mümtaz'er
Türköne
45
4.2. Studie 2
Deze studie toetst of de kranten een ideologiedoorsijpeling vertonen. De resultaten worden
weergegeven via tabellen. Tabel 6 geeft een overzicht van de gecodeerde berichtgeving in Hürriyet en
tabel 8 van Zaman. Tabel 7 en 9 verduidelijken de positief en negatief gecodeerde artikels via een
supplementaire indeling in positief en negatief op vlak van inhoud of actor. Grote kruisjes betekenen
dat het artikel voornamelijk toebehoort aan één categorie. Soms worden grote kruisjes genuanceerd
met kleinere omdat bepaalde artikels naast de overkoepelende belichting van de opening ook nog een
kleinere, maar eveneens belangrijke boodschap bevatten.
Hürriyet: Cengiz Çandar
Tabel 6 geeft een overzicht van de gecodeerde berichtgeving in Hürriyet en tabel 7 vult die aan met
een opdeling in inhoud en actor.
46
Tabel 6: gecodeerde berichtgeving in Hürriyet
Artikels in Hürriyet
Positief
Negatief
1 (aug.)
X
2 (aug.)
X
3 (aug.)
X
4 (aug.)
Neutraal
(x)
(x)
5 (aug.)
X
X
6 (aug.)
X
7 (aug.)
X
8 (aug.)
X
9 (aug.)
X
10 (aug.)
X
11 (aug.)
X
12 (aug.)
X
13 (aug.)
X
14 (aug.)
X
15 (aug.)
X
16 (aug.)
X
17 (sept.)
X
18 (sept.)
X
19 (sept.)
X
(x)
20 (sept.)
X
21 (sept.)
X
22 (sept.)
X
23 (sept.)
(x)
X
24 (sept.)
X
25 (sept.)
X
Totaal
14 (15)
2 (5)
9
47
Tabel 7: supplementaire indeling van de gecodeerde berichtgeving in Hürriyet
Artikels in
Hürriyet
Positief:
* kritiek op
andere actoren
dan de AKP die
de opening
kunnen laten
falen
* en/of positieve
commentaar op
AKP
Positief:
positieve
belichting van
de opening
Negatief:
* kritiek op de
AKP die mee
schuldig kan
zijn aan het
falen van de
opening
*en/of positief
t.o.v. andere
actoren
Negatief:
inhoudelijke
kritiek op de
opening, lacunes
1 (aug.)
X
2 (aug.)
X
3 (aug.)
X
(x)
4 (aug.)
(x)
X
5 (aug.)
X
6 (aug.)
7 (aug.)
X
X
8 (aug.)
X
9 (aug.)
X
10 (aug.)
X
11 (aug.)
X
12 (aug.)
X
13 (aug.)
X
14 (aug.)
X
15 (aug.)
X
16 (aug.)
X
17 (sept.)
X
18 (sept.)
19 (sept.)
Neutraal:
Voorwaarden om
te slagen,
aanbevelingen,
raad
X
(x)
X
20 (sept.)
X
21 (sept.)
X
48
22 (sept.)
23 (sept.)
X
(x)
X
24 (sept.)
X
25 (sept.)
X
Totaal
7 (8)
7
(2)
2 (3)
9
Zaman: Mümtaz’er Türköne
Tabel 8 geeft een overzicht van de gecodeerde berichtgeving in Zaman en tabel 9 vult die aan met een
opdeling op basis van de inhoud en identiteit van de actor.
Tabel 8: gecodeerde berichtgeving in Zaman
Artikels in Zaman
Positief
Negatief
1 (aug.)
X
2 (aug.)
X
3 (aug.)
X
4 (aug.)
(x)
X
5 (aug.)
(x)
X
6 (aug.)
X
7 (aug.)
X
8 (aug.)
X
9 (sept.)
Neutraal
X
10 (sept.)
X
11 (sept.)
X
Totaal
8(10)
0
3
49
Tabel 9: supplementaire indeling van de gecodeerde berichtgeving in Zaman
Artikels in
Zaman
Positief:
* kritiek op
andere actoren
dan de AKP die
de opening
kunnen laten
falen
* en/of
positieve
commentaar op
AKP
1 (aug.)
X
2 (aug.)
X
3 (aug.)
X
4 (aug.)
(x)
X
5 (aug.)
(x)
X
6 (aug.)
X
7 (aug.)
X
8 (aug.)
Positief:
positieve
belichting van
de opening
Negatief:
* kritiek op de
AKP die mee
schuldig kan
zijn aan het
falen van de
opening
*en/of positief
t.o.v. andere
actoren
Negatief:
inhoudelijke
kritiek op de
opening,
lacunes
Neutraal:
Voorwaarden om
te slagen,
aanbevelingen,
raad
X
9 (sept.)
X
10 (sept.)
X
11 (sept.)
X
Totaal
7 (9)
1
0
0
3
5. ANALYSE
5.1. Studie 1
De frames worden gerangschikt van het meest tot minst gebruikt per krant/auteur. Ieder frame wordt
besproken via voorbeelden. De vragen van Semetko & Valkenburg (2000) per frame vormen de
leidraad doorheen de bespreking. We concluderen met een tussentijds besluit waarin we terugkoppelen
naar de hypothesen en andere opvallendheden verhelderen.
50
5.1.1. Hürriyet: Cengiz Çandar
Human interest frame
In alle 25 berichten worden adjectieven of zinnen geconstrueerd die gevoel opwekken of weergeven.
Çandar kleeft ook 23/25 keer een menselijk gezicht op gebeurtenissen of gebruikt een menselijke
invalshoek. Hij doet dit via het schetsen van een gebeurtenis binnen de gemeenschap om daarna over
te gaan tot de Koerdische opening, interviews enz. 14/25 keer wordt de impact op groepen aangekaart.
De auteur gaat nooit in op het persoonlijke leven van aangehaalde actoren en plaatst geen visueel
illustratiemateriaal bij zijn artikels.
Bepaalde woorden zijn in het Turks positief of negatief geconnoteerd, ze dragen een bepaalde
gevoelslading. In artikel 7 wordt meerdere malen ‘vatan hainleri’ (letterlijk: ‘landsverraders’) (Çandar
22.08.2009) herhaald. Door deze terminologiekeuze onderbouwt Çandar nogmaals de zware
beschuldigingen van individuen die meewerken aan een oplossing voor de Koerdische kwestie. In
artikel 22 (Çandar 11.09.2009) komt ‘şehit’ (‘martelaar’) 9 keer voor. Çandar benadrukt zo dat Turkse
jongeren sterven in de strijd tegen het terrorisme. Het woord ‘şehit’ wordt enkel voor Turken gebruikt
en draagt in Turkije een zware gevoelslading. Zeker als het bijvoorbeeld gebruikt wordt als ‘şehit
cenazeleri’ (‘begrafenissen van martelaars’). Op die manier probeert Çandar nogmaals het belang te
benadrukken van een staakt-het-vuren.
De toevoeging van bepaalde kleine woordjes, herhalingen, leestekens en korte krachtige opsommingen
tonen de mening van de auteur. Hij stuurt zijn lezers als volgt:
“[…] Bu arazi Kürtlere kiralanmayacaktır bile (Çandar 30.08.2009).” (letterlijk: “Deze grond wordt
zélfs niet verhuurd aan Koerden.”)
“ Herkes konuşuyor, herkes yazıyor, herkes anlatıyor (Çandar 21.08.2009).” (letterlijk: “Iedereen
spreekt, schrijft en vertelt [over de Koerdische opening].”)
“Diyarbakır Barış Meclisi üyelerinden bir bayan avukat, çok kişinin uzun sözcüklerle anlatmak
istediğini kısaca niteledi: ‘Temkin!’ (Çandar 26.08.2009).” (letterlijk: “Een vrouwelijke advocaat, een
van de leden van de Vredeskamer in Diyarbakır, zei kort wat veel mensen met lange woorden willen
vertellen: ‘Behoedzaam !’.”)
“Niyet, irade ve vizyon yeterli (Çandar 15.08.2009).” (letterlijk: “ Intentie, wil en visie zijn genoeg.”)
Çandar speelt ook in op het gevoel van de lezer door bijvoorbeeld aan te halen dat Erdoğan met zijn
toespraak een brede groep mensen liet wenen.
“ Bana Diyarbakır’da rastladığım herkes, Tayipp Erdoğan’ın 11 ağustos’ta yaptığı konuşmadan birçok
kişi gözlerinin dolduğunu, gözleri yaşaranların sadece AK Parti grubundaki milletvekilleri değil
bölgedeki sıradan Kürt vatandaşlar olduğunu söyledi […] (Çandar 28.08.2009).” (letterlijk: “Iedereen
die ik in Diyarbakır tegenkwam, zei dat de ogen van velen vulden met tranen door de toespraak van
Tayipp Erdoğan op 11 augustus en dat dat niet alleen de parlementsleden van de AKP waren, maar ook
gewone Koerdische burgers uit de regio.”)
51
Ook de mening van de auteur zelf blijkt uit ‘acımasız ve insafsız tahrikler’de bulunan muhalefet
partileri’ (letterlijk: ‘de oppositiepartijen die zich bevinden in onverbiddelijke en onmenselijke
provocaties’) (Çandar 28.08.2009) waarin de keuze van de adjectieven duidelijk wijst op tegenkanting
van de auteur. Het is ook duidelijk dat Çandar de mening van Bahçeli (MHP) niet deelt via ‘Bahçeli
beni mahçup etti’ (letterlijk: ‘Bahçeli heeft mij ontgoocheld’) omdat hij de Koerdische opening
tegenwerkt. Daarnaast benadrukt Çandar dat hij samenwerken belangrijk vindt en dat hij in de opening
gelooft via ‘bunu hep birlikte başaracağız’ (letterlijk: ‘we zullen hier allemaal samen in slagen’)
(Çandar 14.08.2009). Met woorden als ‘ne dersiniz’ (‘letterlijk: ‘wat zegt u’) (Çandar 15.08.2009)
spreekt de auteur de lezer direct aan en vraagt zijn mening over een wetswijziging van artikel 66.
Çandar geeft de opening ook een menselijk gelaat via reële voorbeelden of door interviews met
individuen die in nauw verband staan met de kwestie. Hij toont de gevolgen van de kwestie en drukt
zo op het belang van een oplossing. Bij het eerste citaat baseert Çandar zich op voorbeelden uit de
realiteit en bij het tweede laat hij slachtoffers aan het woord.
“Burada evlatlarınızın cenazelerini kaldırdınız. Orada da onlar evlatlarının cenazesini kaldırdılar
(Çandar 14.08.2009).” (letterlijk: “Jullie hebben jullie kinderen hier begraven. Daar hebben zij ook hun
kinderen begraven.”)
“Benim üç amca oğlum, 1990’lı yılların başından beri dağda. Neredeler, Türkiye sınırları içinde mi,
dışarıda mı: hayattalar mi, değiller mi? Onu bile bilemiyoruz. [...] Bir amca kızım dağdadır. Bir amca
kızım da orada can vermiştir. Üçüncüsü, yolda geçtik, Midyat’ta cezaevindedir. 36 yıl yedi. Herhalde o
da orada can verir (Çandar 13.09.2009).” (letterlijk: “3 zonen van mijn oom zitten sinds de jaren 1990
in de bergen. Waar ze zijn, binnen de grenzen van Turkije of erbuiten: leven ze of niet? Dat weten we
niet. [...] Een dochter van mijn oom zit in de bergen. Een dochter van mijn oom is daar ook gestorven.
De derde zijn we op weg naar hier gepasseerd. Zij zit in de gevangenis in Midyat. Ze kreeg 36 jaar.
Hoogstwaarschijnlijk zal ook zij daar sterven.”)
Dit laatste citaat is ook een voorbeeld van de impact van de kwestie en het belang van de Koerdische
opening op de maatschappij waar 14 resultaten voor werden gevonden. Andere voorbeelden worden
hieronder aangehaald.
“ Kürtlerin yoğun bulunduğu bölgelerde Türk yerleştirmek, Kürtçe konuşulmasını men etmek ve
cezalandırmak, Kürtlüğü önlemek ve yeni yetişecek kuşakları Türkleştirmek. Asimilasyon budur (Çandar
30.08.2009).” (letterlijk: “Turken huisvesten in gebieden waar veel Koerden wonen, de Koerdische taal
verbieden en het spreken ervan bestraffen, het ‘Koerd zijn’ verhinderen en nieuwe generaties
‘verturksen’. Dit is assimilatie.”)
“Çatışma gününden bir gün önce tüm cep telefonları çalışmaz olmuş, elektrikler kesilmiş (Çandar
11.09.2009).” (letterlijk: “Een dag voor het gevecht werkten plotseling alle gsm’s niet meer en werd de
elektriciteit afgesloten.”)
“Sanki her an üzerimizde bir bombardıman başlayacak duygusu uyandıran bir savaş bölgesindeymişiz
gibi [...]üç aylık bebekler bile alışık bu seslere. Kimse uykusunu bozmuyor artık bu seslerle [...](Çandar
10.09.2009).” (letterlijk: “Het is alsof we ons in een oorlogsgebied bevinden (Çandar bevindt zich op
dat moment in het zuidoosten van Turkije) dat een gevoel creëert alsof ieder moment boven ons een
bombardement kan beginnen. [...]Baby’s van 3 maanden zijn zelfs gewend aan dit geluid. Niemand laat
zijn slaap nog voor deze geluiden [...].”)
52
Verantwoordelijkheidsframe
Çandar gaat 23/25 keer in op mogelijke oplossingen en legt 15/25 keer de verantwoordelijkheid voor
problemen bij een deel van het staatsbestuur dat 8/25 keer de capaciteit heeft om het probleem te
verlichten. Groepen of individuen worden maar 1 keer expliciet verantwoordelijk gehouden. Çandar
legt 2 keer expliciet de nadruk op de nood aan directe actie.
“Türkiye’nin birliği için Kürtlerin Kürt olarak özgürce yaşamalarına evet. ‘Kürt açılımı’nın’,
başarılabilirse, varacağı ve varması gereken yer orasıdır (Çandar 30.08.2009).”(letterlijk: “Voor de
eenheid van Turkije [zeg ik] ja om Koerden vrij als Koerd te laten leven. Als men kan slagen in de
‘Koerdische opening’, is dat het punt dat zal en moet bereikt worden.”)
“Konu, Türkiye Kürtlerin Türkiye’ye ‘re-entegrasyonu’ meselesidir (Çandar 23.08.2009).” (letterlijk:
“Het onderwerp is dat de kwestie draait rond het herintegreren van de Koerden in Turkije.”)
“Kürt siyasetçisi de, Türk siyasetçi de, Kürt aydını da, Türk aydını da, hükümeti de, muhalefeti de,
DTP’si de daha cesur olmak zorundadır. […]’iyi bir finale’ doğru ilerlemek, büyük ölçüde ‘siyasi
cesaret’ gerektiriyor (Çandar 09.09.2009). (letterlijk: “Zowel de Koerdische politici als de Turkse,
zowel de Koerdische verlichte als de Turkse, zowel de regering als de oppositie en de DTP moeten
moedig zijn. […] Om ‘een goede finale’ te bereiken, is op grote schaal politieke moed vereist.”)
“Asker, operasyonlarını bir süre için durdurmazsa şehit cenazeleri bölgeden gelmeye devam edecek ve
Kürt açılımı adı verilen süreç dinamitlenecek… (Çandar 13.09.2009)”. (letterlijk: “Als het leger niet
haar operaties voor een periode stopzet, dan zullen de begrafenissen van ‘sehit9’ uit de regio
continueren en zal het proces genaamd Koerdische opening met dynamiet opgeblazen worden…”)
Hieruit blijkt dat het succes van de Koerdische opening deels afhangt van een staakt-het-vuren van het
leger. Het leger moet ophouden met militaire operaties en mag niet meer tussenkomen in de politiek
om de publieke opinie te beïnvloeden. De AKP mag de MHP (‘Nationalist Movement Party’) en CHP
niet volgen en moet de opening verder uitbouwen. Ook de PKK moet de wapens neerleggen. Naast het
belang van democratisering, het toekennen van rechten en vrijheden om de Koerden te herintegreren in
de maatschappij, wordt vooral gewezen op het belang van politieke moed om de Koerdische opening
te laten slagen en de kwestie uit te klaren. Politiek pluralisme is noodzakelijk en de politiek moet
rekening houden met de wil van het volk.
“Terör diye de nitelenen ‘şiddet boyutu’ na. Ve, ister istemez, burada devreye PKK’nin ve liderinin
tutumu giriyor. Çünkü ‘sorun’ siddet boyutunun dogrudan tarafi PKK ve onun da lideri Abdullah
Öcalan (Çandar 15.08.2009).” (letterlijk: “En als je het wilt of niet, de PKK en zijn leider hebben een
hand in het geweld, de zogenaamde terreur, want het zijn rechtstreeks de PKK en zijn leider Abdullah
Öcalan die het geweld veroorzaken.”)
“[…] Genelkurmay Başkanı’nın açıklaması ve İçişleri Bakanı Beşir Atalay’ın basın toplantısı
Diyarbakır’da ‘temkin’ tavrını sanki ‘Kürt açılımı’nın’ geleceğine ilişkin ‘güvensizlik’e dönüştürmüş
gibi (Çandar 08.09.2009).” (letterlijk: “De toespraak van de voorzitter van de Generale Staf en de
persconferentie van de minister van Binnenlandse Zaken Beşir Atalay heeft als het ware het
behoedzaam gedrag in Diyarbakır omgevormd tot ‘wantrouwen’ t.o.v. de toekomst van de Koerdische
opening.”)
9
Zie voetnoot 2.
53
“Genelkurmay Başkanı’nın 25 ağustos açıklamasının üzerinden daha saatler geçmeden MHP
sözcülerinin ‘Bu noktadan sonra, Kürt açılımı sona ermiştir’ şeklinde beyanat vermelerini
unutabileceğimiz kadar uzun vakit geçmedi. […]CHP’nin genel başkanı ile MHP’nin yönetici
kademelerinin itirazı ‘söz’e değil ‘öz’e (Çandar 15.09.2009).” (letterlijk: “Er is nog niet genoeg tijd
verstreken om te kunnen vergeten dat de woordvoerders van de MHP pas enkele uren na de
aankondiging van de voorzitter van de Generale Staf op 25 augustus zeiden: ‘Na dit punt loopt de
Koerdische opening op zijn einde’. De graad van het bezwaar van de MHP en CHP is niet gericht op
het woord maar op de kern.”)
“Tayipp Erdoğan İlker Başbuğ’un açıklamasının ardından bildik basmakalıp terminolojiyi daha fazla
vurgulamaya kendisini mecbur hissetti. […]AK Parti açısından da benzeri bir durum söz konusu
(Çandar 28.08.2009).” (letterlijk: “Tayipp Erdoğan voelde zich verplicht om na de toespraak van İlker
Başbuğ de gekende alledaagse terminologie nog meer te onderstrepen. Wat de AKP betreft, gaat het
over een gelijkaardige situatie.”)
“Kürt açılımı’nın önüne Türkiye Cumhuriyeti Anayasa’nın 3. maddesi’ni dikmeye ve böylece ‘açılımın’
önünü kesmeye çalışmak siyaseten de ahlaken de doğru değil (Çandar 29.08.2009).” (letterlijk: “Artikel
3 van de grondwet van de Turkse republiek voor de Koerdische opening plaatsen en zo proberen de
opening de pas af te snijden is noch politiek noch moreel verantwoord.”)
Çandar gaat maar 1 maal expliciet in op de verantwoordelijkheid van groepen in de maatschappij en
haalt hierbij het geweld van de PKK aan. Vaak worden het leger en nationalistische partijen
verantwoordelijk gehouden voor het boycotten van de opening. Door hun uitspraken proberen ze de
publieke opinie te beïnvloeden via kemalistisch gekleurd gedachtegoed. Het gaat vooral over de
voorzitter van de Generale Staf İlker Başbuğ en de MHP of CHP. Enkele keren wordt ook de AKP
bekritiseerd omdat die niet lijkt in te gaan tegen de provocerende opmerkingen van andere actoren en
zo onvoldoende de opening steunt. De DTP wijst de partij hierop en dreigt dat het volk zijn hoop kan
verliezen, wat de ondergang van de partij zou betekenen. Partijen mogen zich niet laten beïnvloeden
door het leger. Zo leek het alsof de eens zo gemotiveerde Erdoğan na de toespraak van Başbuğ samen
begon te spannen met het leger, net zoals president Gül die de toespraak ‘mooi’ vond. Ook de minister
van Binnenlandse Zaken Atalay trad Başbuğ bij door zijn fervente houding tegen grondwetswijziging,
het gebruik van de Koerdische taal, vergeving van PKK-leden enz. Bahçeli (MHP) gaat vooral in op
het taalprobleem en bestempelt rechten en vrijheden voor Koerden als ‘landverraad’. Bovendien wordt
het staatsbestuur verantwoordelijk gehouden voor een van de lacunes binnen de opening, het niet
behandelen van grondwetswijzingen van bijvoorbeeld artikel 3 en 66. Artikel 3 bepaalt o.a. dat Turkije
niet opgedeeld kan worden en dat het Turks de enige taal is en artikel 66 stelt dat iedere inwoner van
Turkije Turks is.
“AK Parti DTP arasındaki ‘çözüm amaçlı diyalog’un başlaması bu bakımdan son günlerin en değerli
gelişmesi olmuştur (Çandar 11.08.2009).” (letterlijk: “De start van een dialoog tussen de AKP en DTP
gericht op een oplossing is vanuit dit standpunt de belangrijkste ontwikkeling in de laatste dagen.”)
“Tayyip Erdoğan’ın Eruh’ta ve Hakkari’de olanlara ilişkin ‘saldırı açılım sürecini engellemez’
değerlendirmesini, hiç vakit geçirmeden yaptığını ve ‘kararlılığın devamı’ sinyalini verdiğini öğrenip
seviniyorum (Çandar 10.09.2009).” (letterlijk: “Ik (Çandar) verheug me dat Tayipp Erdoğan de
gebeurtenissen in Eruh en Hakkari evalueert als ‘aanvallen kunnen het openingsproces niet
verhinderen’ en dat hij zonder tijd te verliezen signalen uitstuurt van het verder zetten van zijn
vastbeslotenheid.”)
54
De omgeving van de premier is doordrongen van clichés omtrent Koerden en Turken. Nationalistische
partijen en instituties zoals het leger, MHP en CHP willen een punt zetten achter de Koerdische
opening en zijn gekant tegen de kern ervan uit vrees voor separatisme. De AKP daarentegen probeert
deze boycot tegen te gaan door het initiatief verder uit te bouwen en in dialoog te treden met de DTP.
Çandar wijst zo op het belang van de politiek om het initiatief tot een goed einde te kunnen brengen.
Expliciete nadruk op de nood aan directe actie blijkt uit de gebruikte tijd en terminologie van
‘dinamitlenecek’ (letterlijk: ‘zal met dynamiet opgeblazen worden’) (Çandar 13.09.2009) of ‘katkınız
hâlâ mümküm’ (letterlijk: ‘jullie bijdrage is nog steeds mogelijk’) (Çandar 04.08.2009) wat impliceert
dat de MHP op dat moment nog van idee kon veranderen ‘voor het te laat was’.
Conflictframe
Dit frame wijst 11/25 keer op onenigheid tussen individuen, groepen, partijen of landen. 5/25 keer
verwijt een individu, groep of land een ander(e) en toont het artikel ‘winnaars’ en ‘verliezers’. 4/25
keer wordt meer dan 1 zijde van het probleem besproken.
“Açmazda olan hükümet değil. Inisiyatif hükümette. Açmazda olan ülke insanlarının gönül tellerini
umutla titreten bir konuya ilişkin olarak ‘bozgunculuk’u benimsemiş olanlarda. (Çandar 14.08.2009).”
(letterlijk: “Het is niet de regering die in een impasse zit. Het is het initiatief dat bij de regering ligt. De
impasse ligt bij zij die de gemoederen van de mensen van dit land laten trillen met hoop en zij die
pessimistisch staan tegenover het onderwerp (hier worden de MHP en CHP bedoeld).”)
“Şu anda kurguladığı ‘oyun’ ‘Kürt düşmanlığı’ üzerinden ‘nefret söyleyimi’ ile Batı’da AK Parti’nin
seçimini oymak ve oralarda kendisine ‘seçmen üsleri’ kazandırmak (Çandar 04.08.2009).” (letterlijk:
“Het spel dat momenteel opgezet wordt (hiermee wordt het spel van de MHP bedoeld), betekent zich
over de ‘Koerdische vijandschap’ uitdrukken met ‘woorden van haat’ om in het Westen de verkiezingen
van de AKP uit te hollen en daar zelf de kiezersbasis in te winnen.”)
“DTP Genel Başkanı, AKP’yi gelinen aşamada daha ciddi, sorumlu ve sürece daha cesur sahip
çıkmaya çağırarak "Demokrasiden, hak ve özgürlük anlayışından uzak, çatışmacı, kışkırtıcı yaklaşımlar
karşısında geri adım atan ve demokratikleşme söylemini bir kenara bırakıp terör söylemine sarılan bir
anlayış daha işin başında tökezlerse halkın umutlarının kırılması an meselesi olur" uyarısında bulundu
(Çandar 26.08.2009).” (letterlijk: “De algemene voorzitter van de DTP riep de AKP op om in de
komende fase serieuzer en verantwoordelijker op te treden en kordater te beschikken over het proces.
Hij waarschuwde dat een mentaliteit die ver staat van democratie, rechten en vrijheden én niet
tussenkomt in strijdlustige en provocatieve aanpakken én democratisering links laat liggen door een
terroristisch discours aan te hangen al in de beginfases van het proces struikelt en zo de hoop van het
volk de belangrijkste kwestie wordt.”)
“[…]PKK zaten eylemsizlik kararı almış. Dağda oturmaktan başka bir şey yapmıyor. Sen onun
‘eylemsiz’ oturduğu yerin üzerine varırsan, çatışma çıkar tabii ve ölümler olur. Ne gereği var şu sıra
operasyon yapmanın [..](Çandar 11.09.2009).” (letterlijk: “De PKK heeft trouwens besloten geen actie
te ondernemen. Ze doen niets anders dan in de bergen zitten. Als je (hier wordt het leger aangesproken)
aanvalt op zij die geen actie ondernemen, ontketen je natuurlijk een strijd en vallen er doden. Die hele
reeks operaties zijn toch niet nodig […].”)
Deze citaten illustreren dat het meestal gaat over onenigheid tussen visies van partijen zoals de AKP
die niet akkoord gaat met de CHP, MHP of het leger. De pessimistische gedachten van de MHP, CHP
of het leger staan haaks tegenover de optimistische van de AKP. De conflicterende visies worden nog
55
versterkt doordat ze uitgespeeld worden om kiezers te ronselen. Er barst ook onenigheid uit tussen de
DTP en de AKP wanneer deze laatste bijna de nationalistische, pessimistische gedachten van de MHP
en het leger bijtreedt. De DTP verwijt de AKP dat ze teruggrijpen naar oude discours over terrorisme
en roept de partij op om verantwoordelijk op te treden en opnieuw het initiatief te leiden. Koerden in
Eruh verwijten het leger dat het militaire operaties voert, ook al is er een wapenstilstand afgekondigd.
Ook Öcalan vraagt zich in artikel 18 af of de wapenstilstand geen list is (Çandar 22.09.2009).
In artikel 20 (Çandar 13.09.2009) stelt Çandar dat enerzijds wederzijdse onwetendheid een probleem
vormt, maar ook de militaire operaties die telkens nieuwe slachtoffers eisen. Ook in artikel 11 (Çandar
15.08.2009) worden zowel de juridische kant van het probleem als het geweld van de PKK
aangehaald.
“Ya katılırlar, ya marjinalize olurlar (oppositie en leger worden bedoeld) (Çandar 14.08.2009).”
(letterlijk: “Ofwel doen ze mee, ofwel worden het gemarginaliseerde groepen.”)
“Son haftaların gelişmeleri, Genelkurmay Başkanı'nın koyduğu sınırların göstergesi olmaktan ziyade,
Genelkurmay Başkanı'nın etkisinin "sınırları"nı gösteriyor (Çandar 08.09.2009).” (letterlijk: “De
ontwikkelingen van de laatste weken, tonen behalve de grenzen die de voorzitter van de Generale Staf
oplegt, ook de grenzen van zijn invloed.”)
“[…]başlattıkları süreçin altında kalırlar ve kendileri kalsa neyse, ülke kalır (Çandar 28.08.2009).”
(letterlijk: “Ze (hier wordt de AKP bedoeld) zou ten ondergaan aan het proces dat ze zelf startte en als
dat gebeurt, dan is het ook gedaan met het land.”)
Binnen de categorie ‘winnaars’ en ‘verliezers’ wordt de AKP aangeduid als grote winnaar tegenover
de oppositie, MHP en CHP. De AKP is de drijfveer achter de opening en wie zich tegen dit initiatief
keert, zal op lange termijn verliezen. Ook het leger dat de opening wil stopzetten, moet het onderspit
delven voor de AKP (Çandar 15.09.2009 en Çandar 08.09.2009). Als de AKP stopt met de opening
die ze zelf introduceerde, dan betekent dat de ondergang van de volledige partij en van het hele land.
Moraliteitsframe
Çandar geeft 11/25 keer een morele boodschap aan zijn lezers mee en 4/25 maal sociale voorschriften.
Er wordt nooit naar religie verwezen.
“ Kürt sorunu’na çözüm ile elbette ilgili ama demokrasi ve demokratik anayasa, tüm Türkiye’nin
sorunu… (Çandar 15.08.2009).” (letterlijk: “Het (hiermee worden grondwetswijzigingen bedoeld) heeft
zeker te maken met de oplossing voor de Koerdische opening, maar democratie en een democratische
grondwet zijn problemen van heel Turkije.”)
“ [..]’devam’ çünkü göze alınabilir, kabul edilebilir başka seçeneği olmayan bir ‘süreç’ bu (Çandar
15.09.2009).” (letterlijk: “verderdoen’ want dit proces heeft geen andere keuze dan het erop te wagen
en aanvaard te worden.”)
“ […]bir Şemdinlili, “basit” de bir formül öneriyor: “Denecek ki, bu evin içinde bir kavgadır. Kavga
bitmiştir artık. Herkes evine, işine dönsün.... He, bu iş böyle biter... (Çandar 12.09.2009).” (letterlijk:
“een inwoner van Şemdinli stelt een gemakkelijke formule voor [als oplossing voor de kwestie]: Het is
56
zoals een huiselijke ruzie. De ruzie is voortaan over. Iedereen huiswaarts, iedereen terug naar zijn
werk… Inderdaad, deze kwestie kan zo stoppen…”)
““Kendinizi öfkeye kaptırırsanız, intikam duyguları beslerseniz, size bunu yapanlar ile aynı kişiliğe
sahip olursunuz” diyerek hem “bilgeliği”nin sırrını veriyor, hem de bir başka uyarı daha yapmış oluyor
(Çandar 10.09.2009).” (letterlijk: “Als jullie je laten leiden door woede en wraakgevoelens voeden, dan
hebben jullie dezelfde eigenschappen als wie jullie dit aandoet. Door dit te zeggen geeft hij het geheim
van zijn wijsheid en geeft zo ook nog een waarschuwing.”)
“Acılarımızı ortaklaştırırsak vicdanlarımızı da ortaklaştırırız. Vicdanlarımızı ortaklaştırırsak
geleceğimizi de ortaklaştırırız (Çandar 09.09.2009).” (letterlijk: “Als we onze pijn kunnen delen, dan
kunnen we ook ons geweten gemeenschappelijk maken. Als ons geweten gemeenschappelijk wordt, dan
ook onze toekomst.”)
Morele boodschappen richten zich vooral op de noodzakelijke hervormingen voor het oplossen van de
kwestie die heel Turkije aanbelangt. Om morele boodschappen te kaderen binnen het artikel worden
soms andere personen via interviews ingeschakeld. De burgemeester van Diyarbakır geeft in artikel 4
(Çandar 26.08.2009) aan Çandar een boodschap mee waarin hij het belang aanhaalt van een eerlijk en
goed proces zonder uitzonderingen. Later benadrukt hij ook het belang van gedeelde pijn en een
gemeenschappelijk geweten. De opening moet afgewerkt worden. Volgens Koerden in Şemdinli is de
opening laten slagen even gemakkelijk als een huiselijke ruzie oplossen. Ahmet Türk van de DTP
geeft vanuit zijn eigen ervaringen een morele boodschap mee: wraakgevoelens zijn niet de oplossing.
Çandar vermeldt ook enkele sociale voorschriften om de opening te laten slagen. Onderstaande citaten
illustreren dat vastgeroeste clichés moeten verdwijnen en Koerden en Turken meer met elkaar moeten
interageren.
“Zaman, paslanmış “klişeler”den çıkmak ve “ezber bozmak” zamanı (Çandar 22.09.2009).” (letterlijk:
“Het is tijd om af te stappen van vastgepinde clichés en vastgeroeste ideeën.”)
“Kürtlerin de kendilerini Kürt olmayanlara anlatması, tanıtması, kavratması şart (Çandar
13.09.2009).” (letterlijk: “De Koerden moeten over zichzelf vertellen aan niet-Koerden, zichzelf
voorstellen en elkaar begrijpen.”)
Economisch frame
Çandar verwijst in geen enkel artikel naar financieel verlies, winst of economische gevolgen.
5.1.2. Zaman: Mümtaz’er Türköne
Verantwoordelijkheidsframe
Türköne gaat 9/11 keer in op oplossingen voor de kwestie en houdt 10/11 een deel van het
staatsbestuur verantwoordelijk voor het probleem. 5/11 keer kan deze laatste het probleem aanpakken.
1 keer is een groep in de maatschappij verantwoordelijk voor een gebeurtenis/probleem. 3/11 maal is
dringende actie vereist.
57
“Parti çıkarlarının önüne millî çıkarları yerleştirerek (Türköne 28.08.2009).” (letterlijk: “Door de
nationale belangen voor te nemen op partijbelangen [kan de opening slagen].”
“[…]ordu da, bu safhada hiç olmazsa elindeki bombalara sahip çıksın ve sorunu çözmeye çalışanlara
susarak katkıda bulunsun (Türköne 27.08.2009).” (letterlijk: “Het leger, hoewel het niet aanwezig is in
deze fase, moet het toch verantwoordelijk optreden tegenover de ‘bom’ die ze in hun hand hebben en
door te zwijgen een bijdrage leveren aan wie de kwestie probeert op te lossen.”)
“Devletin elindeki kılıç ise gücünü hukuktan, toplumun temel hak ve özgürlüklerini ve özellikle
güvenliğini sağlama yeteneğinden alır (Türköne 23.08.2009).” (letterlijk: “Wat het zwaard betreft in de
hand van de staat, moet het zijn kracht halen uit wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden van de
maatschappij en vooral uit de capaciteit om veiligheid te garanderen.”)
“Sorun "millî" vasfının tanımındaki farklılıktan çıkıyor. Ama makul olan her devletin, o ülkede yaşayan
insanların tamamını içine alacak bir millet tanımına sahip olması (Türköne 16.08.2009).” (letterlijk:
“Het probleem is dat het concept ‘nationaal’ geen rekening houdt met verschillen. Maar iedere
aanvaardbare staat moet zijn volk definiëren door in het concept alle mensen die wonen in het land te
integreren.”)
“Çoğullaşmış bir Kürt siyaseti çözümün de çoğullaşması demek (Türköne 14.08.2009).” (letterlijk:
“Meer Koerdische politieke participatie betekent meer oplossingen.”)
Iedere actor binnen het proces, zowel de politieke als militaire, moeten hun eigen belangen opzij zetten
voor de nationale. Dit betekent dat het leger zich niet meer mag bemoeien en verantwoord moet
optreden. Het leger moet weten dat het met vuur speelt en dat de ‘bom’ die ze wil laten ontploffen
grote gevolgen kan hebben. Partijen mogen hun eigen politieke belangen niet prioritair beschouwen
aan de opening. Ze moeten samenwerken en achter de opening staan. Meer integratie van Koerdische
politici zou ook kunnen helpen bij het vinden van een allesomvattende oplossing. Het is in het belang
van heel Turkije dat de opening slaagt. De zogenaamde ‘staatsterreur’ moet dus ophouden en de
wapenstilstand moet zowel door de staat als de PKK bevestigd worden. In plaats van de strijd tegen
het terrorisme met wapens te voeren, moet de politiek ze voeren via wetgeving gericht op rechten en
vrijheden. Het concept ‘millet’ (‘volk’) moet breder ingevuld worden zonder discriminatie. Etnische
identiteiten moeten de nationale identiteit verrijken. De natie moet de volledige 72 miljoen mensen
omvatten en zo een einde maken aan het overdreven Turkse kemalisme en Koerdische separatisme.
Dit alles ligt grotendeels in handen van de AKP die de opening verder goed moet uitbouwen.
“Artık sorunları devletler değil, biz çözüyoruz (Türköne 18.08.2009).” (letterlijk: “Voortaan lossen niet
de staten de problemen op, maar wijzelf.”)
“Açılıma karşı çıkan MHP ve CHP "devlet kurumları arasında uyum"un varlığına itiraz ediyor […]
(Türköne 23.08.2009).” (letterlijk: “De MHP en CHP die zich keren tegen de opening betwisten de
eenheid tussen de staatsinstanties.”)
“Baykal, MHP söylemine yakın bir formülle "Türk millî kültürünün bir etnik kimlik olmadığını"
söylüyor (Türköne 11.09.2009).” (letterlijk: “Baykal (CHP) zegt met een formule die zich nauw
aansluit bij de zegswijzen van MHP dat ‘de Turkse nationale cultuur geen etnische identiteit bevat’.”)
“Hem MHP, hem de CHP Türkçe dışında bir dilin "kamusal alan"a taşınmasına izin vermeyeceklerini
söylüyorlar (Türköne 18.08.2009).” (letterlijk: “Zowel de MHP als de CHP zeggen dat ze een andere
taal naast het Turks niet zullen toelaten in de publieke ruimte.”)
58
“Ancak kültürel farklılıkların siyasallaştırılmasını, […] Türkiye Cumhuriyeti Anayasası içinde mümkün
görmez (Türköne 27.08.2009).” (letterlijk: “Het politiseren van culturele verschillen […] wordt niet als
mogelijk beschouwd binnen de grondwet van de Turkse republiek ( woorden van de voorzitter van de
Generale Staf).”)
Türköne gaat maar 1 maal in op de verantwoordelijkheid van de maatschappij zelf om het probleem op
te lossen. De MHP, CHP en het leger zijn de grootste verantwoordelijken voor het boycotten van de
opening. De CHP krijgt nog enigszins wat vertrouwen omdat ze onder invloed van de MHP wordt
meegesleurd (Türköne 14.08.2009 en 11.09.2009). De partij zit in een impasse en moet nu de juiste
keuzes maken. De MHP is volledig gekant tegen de Koerdische opening en keert zich net zoals het
leger tegen veranderingen in de grondwet, erkenning van etnische verschillen, het gebruik van een
andere taal dan het Turks enz. Het nationalistische kamp wil de staat niet opdelen en beweert dat de
Turkse nationale cultuur geen etnische identiteiten bevat.
“Parti kelimesi bir bütünün parçasını anlatır. Siyasî partiler demokrasisinin işleyebilmesi için
parçalardan bütüne gitmek gerekir (Türköne 07.08.2009).” (letterlijk: “Het woord ‘partij’ vertaalt
zich als een deel van een geheel. Opdat de politieke partijen de democratie kunnen laten slagen, moeten
ze overstappen van de delen naar een geheel.”)
“Çözüm bütünüyle AK Parti'nin göstereceği dirayete ve maharete kalıyor (Türköne 14.08.2009).”
(letterlijk: “De gehele oplossing is afhankelijk van de capaciteit en vaardigheid die de AKP zal tonen.”)
Dit bewijst dat volgens Türköne de staat alleen zelf het probleem kan aanpakken als partijen hun eigen
belangen niet langer volgen en als de AKP voortaan alle touwtjes in handen heeft en zo het project
verder leidt. De partijen moeten één blok vormen.
“Bomba Kürt sorunun kendisi (Türköne 27.08.2009).” (letterlijk: “De bom is de Koerdische kwestie
zelf.”)
De nadruk op essentiële dringende actie komt naar voor in het taalgebruik van artikel 2 waar de
Koerdische kwestie wordt vergeleken met een bom die elk moment kan ontploffen. Zowel de idee dat
tegenstand van de MHP en CHP voldoende is om letterlijk ‘het project aan de kapstok te hangen’
(Türköne 28.08.2009) als de overtuiging dat de AKP ‘omuzlarına büyük bir yük aldı’ (‘een grote last
op haar schouders heeft genomen’) (Türköne 14.08.2009) drukken op het belang van onmiddellijke
actie van andere actoren.
Human interest frame
In alle artikels worden adjectieven of zinnen met een gevoelslading geconstrueerd. Türköne gebruikt
8/11 keer een menselijke invalshoek om over gebeurtenissen te praten. Eén keer wordt de impact op
groepen weergegeven en ook 1 keer wordt het artikel voorzien van een foto tijdens een speech.
Türköne gaat nooit in op het persoonlijke leven van aangehaalde actoren.
De combinatie of herhaling van specifieke woorden in artikel 3 en 5 heeft een invloed op de Turkse
lezer. In artikel 3 (Türköne 23.08.2009) betreft het ‘teröriste merhamet’ (‘medelijden tegenover
59
terroristen’), ‘şehit10 aileleri’ (‘families van martelaars’), de PKK, ‘terör örgütü’ (‘terroristische
organisatie’) enz. De combinatie van al deze woorden kan bij de lezers van Zaman het gevoel
ontketenen dat de opening meer dan welkom is en er genoeg slachtoffers zijn gevallen. In artikel 5
wordt meerdere malen ‘üniter devlet’ (‘ééngevormde staat’), ‘millî devlet’ (‘nationale staat’), ‘millî
kimlik’ (‘nationale identiteit’), ‘millî birlik’ (‘nationale eenheid’), ‘millî birlik ve bütünlük’ (‘nationale
samenhorigheid en eenheid’) enz. herhaald. Het artikel pleit voor verandering van artikel 3 van de
grondwet en beschuldigt Baykal (CHP) en Bahçeli (MHP) van het vastpinnen op dit artikel. De
herhaling van nationalistische woordenschat kan gevoelens van woede opwekken bij lezers die zich
afzetten tegen dergelijk kemalisme.
Ook de herhaling van negaties, veel korte vragen, kleine woorden, bepaalde ‘beeldspraak’ en
eenvormige opsomming kunnen de boodschap versterken en de lezer beïnvloeden.
“Bu bombayı ne icat eden, ne eline alan ne de pimini çeken hükümet değil. Bu bomba patlarsa sadece
hükümet değil, hepimiz zarar göreceğiz (Türköne 27.08.2009).” (letterlijk: “De regering vindt noch de
bom uit, neemt ze niet in haar handen, noch laat ze ze ontploffen. Als deze bom ontploft, is het niet
alleen de staat, maar zullen we allemaal slachtoffer zijn.”)
“ Son terörist acaba kim? […]Acaba kim? Şu anda nerede? Ne düşünüyor? (Türköne 15.09.2009).”
(letterlijk: “Wie is toch de laatste terrorist? Wie is dat toch? Waar is hij op dit moment? Wat denkt
hij?”)
“Evet kim kaybeder? Bu sorunun tek bir cevabı var. Her şeye itiraz edenlerin bile itiraz edemeyeceği
tek bir cevap. […]Kaybeden Türkiye, yani hepimiz olmaz mıyız?(Türköne 28.08.2009).” (letterlijk: “Ja
wie zal er verliezen? Er is maar een antwoord op deze vraag. Het is een antwoord dat zélfs zij die zich
tegen alles verzetten, niet kunnen betwisten. Het is Turkije dat verliest en wil dat dan niet zeggen dat wij
dat allemaal zijn?”)
“Herkes ağzından çıkan söze, sesinin tonuna ve söz söylerken elinin-kolunun hareketine hakim olmalı
(Türköne 27.08.2009).” (letterlijk: “Iedereen moet de woorden die uit zijn mond komen, de toon van
zijn stem en de bewegingen van zijn handen en armen terwijl hij spreekt, beheersen (gericht op o.a. het
leger dat zich niet mag bemoeien en geen openbare uitspraken mag doen).”)
“Son teröristler bizim sabrımızla, yüreğimizle, aklımızla buharlaştırıp yok edeceğimiz kişiler (Türköne
15.09.2009).” (letterlijk: “De laatste terroristen zijn de personen die we met ons geduld, onze moed,
ons verstand zullen vernietigen.”)
Onderstaand illustratiemateriaal toont dat Türköne op het gevoel van zijn lezer wil inspelen door
gevoelige gebeurtenissen aan te halen. De auteur bespreekt feiten vanuit een menselijke invalshoek
door actoren zelf aan het woord te laten. Zo moet kritiek van een ex-officier op het leger dat
verantwoordelijk is voor de vele martelaars ernstig genomen worden. Hij behandelt ook de vete tussen
Koerden en Turken in het dagelijkse leven via een ruzie over een traktaat en bewijst zo ook de impact
van een overdreven nadruk op ‘wij’ en ‘zij’ binnen de Koerdische kwestie.
10
Zie voetnoot 2.
60
“Görev yaptığı sürece TSK'nın verdiği şehitlerin her birinden tek tek sorumlu olan bir Genelkurmay
Başkanı. Terör örgütü mensuplarına yönelik "hoşgörü ve merhamet" sözünü şehit ailelerinden bile
sonra telaffuz edebilecek biri söyleyebiliyorsa, bu söze yansıyan sorumluluk bilincini ve askerliğin
ötesine devlet adamlığı vasfını fark etmeliyiz (Türköne 23.08.2009).” (letterlijk: “De voorzitter van de
Generale Staf is tijdens zijn dienstjaren de verantwoordelijke voor iedere ‘şehit11’ van het leger. Als
iemand die zelfs na het ontstaan van families van martelaars de woorden ‘medelijden en tolerantie’
gericht naar de terroristische beweging kan uitspreken, dan moeten we het bewustwordingsgevoel van
verantwoordelijkheid en de hoedanigheid van een staatsman naast de hoedanigheid van een actor
binnen het leger opmerken die deze woorden weerspiegelen.”)
“İki delikanlı kişisel davalarını görürken zayıf kalmışlar. Hemen, kendi etnik kökenlerini hatırlayıp
çevreyi ayağa kaldırmışlar (07.08.2009).” (letterlijk: “Twee jongeren stonden ‘zwak’ bij hun
persoonlijke vete. Door onmiddellijk hun eigen etnische wortels boven te halen, zetten ze de hele
omgeving in rep en roer.”)
De auteur laat zijn eigen mening doorschijnen door specifiek woordgebruik, zoals in artikel 2
(Türköne 27.08.2009) ‘Allah aşkına’ (‘in hemelsnaam’) waarmee hij zich haaks stelt tegenover het
leger dat geen grondwetswijzigingen wil doorvoeren. In artikel 7 (Türköne 07.08.2009) hekelt hij als
het ware de media die bepaalde ruzies uitbuit door ze af te schilderen als een etnische clash. Türköne
legt de nadruk op de titel ‘İki Kürt vatandaşa kokoreç12 ikram etmemek’ (‘geen kokoreç trakteren aan 2
Koerdische landgenoten’) omdat hij ervan uitgaat dat deze titel doelbewust door de media gekozen is.
Niet alleen de media, maar ook burgers schilderen hun persoonlijke ruzies af als etnisch gestuurd om
zo meer gehoor te krijgen.
Hij probeert ook zijn lezers te overtuigen en ze bij zijn tekst te betrekken. Zo stelt hij in artikel 1
(Türköne 28.08.2009) de vraag aan zijn lezers of we niet allemaal het slachtoffer zullen zijn van de
tegenkanting van bepaalde actoren tegenover de opening. Hij vraagt ook letterlijk aan zijn lezers wie
volgens hen de laatste terrorist dan wel is en zegt ‘soralım’ (‘laten we het vragen’) en ‘canlandırmaya
çalışalım’ (‘laten we proberen hem tot leven te roepen’). Een ander voorbeeld is ‘alın size bir etnik
çatışma’ (‘ziehier voor jullie een etnische strijd’) in artikel 7 (¨Türköne 07.08.2009) waar de lezer met
zijn neus op de feiten wordt gedrukt: persoonlijke vetes worden opzettelijk etnisch gekleurd.
Conflictframe
8/11 keer duidt Türköne op onenigheid tussen partijen, individuen, groepen of landen. 3/11 maal
verwijt een actor de andere. Ook 3/11 maal haalt Türköne meer dan 2 zijden van het probleem aan en
verwijst naar ‘winnaars’ en ‘verliezers’.
“Kürt açılımına milliyetçi bir tepki gelebilir (Türköne 02.08.2009).” (letterlijk: “Er kan een
nationalistische respons (van de MHP, CHP en het leger die de opening willen boycotten) komen op de
Koerdische opening (geïntroduceerd door de AKP).”)
11
Zie voetnoot 2.
12
Kırış (2003): ‘geroosterde ingewanden van schapen.’
61
“Bir kitle partisinin lideri takipçilerine "dağı" mücadele alanı olarak gösteriyorsa, içeriği belli
olmayan projeyi bir "yıkım projesi, açılımın sahibi hükümeti peşinen "hain" olarak niteliyorsa […]
(Türköne 28.08.2009).” (letterlijk: “Als de leider van een kernpartij (het gaat hier over de MHP) aan
zijn aanhangers de ‘bergen’ als strijdterrein aanduidt, en een project waarvan de inhoud niet duidelijk
is als ‘afbraakproject’ en de eigenaar van de opening, de regering, vooraf al als ‘verraders’ aanduidt
[…].”)
“Açılıma karşı çıkan MHP ve CHP "devlet kurumları arasında uyum"un varlığına itiraz ediyor
(Türköne 23.08.2009).” (letterlijk: “De MHP en CHP die tegen de opening zijn, betwisten dat er
eenheid is tussen de staatsinstellingen.”)
“Kavga kokoreçten, daha doğrusu kokoreç ikramından çıkmış. […]iki Kürt vatandaşı bu ikramdan
mahrum bırakmış.[…] Çözüme yaklaştığımız anda bir Kürt-Türk çatışması mı ortaya çıkıyor? (Türköne
07.08.2009).” (letterlijk: “De ruzie ontstond door kokoreç, juister door een traktaat van kokoreç. […]
twee Koerdische landgenoten werden van dit traktaat beroofd. […]Komt er nu een clash tussen
Koerden en Turken naar boven nu we op weg zijn naar een oplossing?”)
Türköne bespreekt enerzijds de weerstand van het leger tegen de politieke oplossing en anderzijds de
MHP en CHP die zich kanten tegen de AKP, hun concurrent die de opening introduceerde. Conflict
tussen individuen komt 1 maal voor wanneer 2 Koerden niet op kokoreç13 worden getrakteerd door
Turken. De auteur zelf verwijt het bestuur dat ze handelen uit eigenbelang: hun assimilatiepolitiek lukt
niet meer, dus proberen ze het nu met integratie via de Koerdische opening om zichzelf en de staat
alsnog te redden (Türköne 28.08.2009). Türköne verwijt het leger dat ze de opening hypothekeren
door openbaar hun mening te vormen over ‘onmogelijke grondwetswijzigingen’ die etnische
verschillen erkennen (Türköne 27.08.2009).
In artikel 5 (Türköne 16.08.2009) behandelt Türköne 2 zijden van het probleem: enerzijds de ‘üniter
devlet’ (‘ééngevormde staat’) en anderzijds de ‘milli devlet’ (‘nationale staat’) als delen van de
opening. De ééngevormde staat bestaat uit de 3 machten (rechterlijke, wetgevende en uitvoerende)
waar iedereen zonder probleem gelijk wordt behandeld, terwijl de nationale staat geen rekening houdt
met etnische verschillen en daarom moet verrijkt worden met een concept dat de hele bevolking
omvat. In artikel 9 (Türköne 27.09.2009) komen de twee vormen van nationalisme, zowel het
Koerdisch (separatisme) als Turks (kemalisme) aan bod als hinderpalen voor een geslaagde opening.
“Kısaca bu durum karşısında hükümet, "muhalefetin çatışmacı tutumu yüzünden genel bir uzlaşma
ihtimali görünmediği için açılımı durdurduk" derse kim kaybeder? Kaybeden Türkiye, yani hepimiz
olmaz mıyız? (Türköne 28.08.2009).” (letterlijk: “Kortom, als de regering op deze situatie (hiermee
wordt de tegenkanting van de CHP en MHP bedoeld) zegt: ‘We hebben de opening stopgezet door de
strijdende houding van de oppositie waardoor er geen mogelijkheid is tot algemene verzoening’, wie
verliest dan? Wie verliest, is Turkije, dus zijn wij dat niet allemaal?”)
“Bu bomba patlarsa, sadece hükümet değil, hepimiz zarar göreceğiz (Türköne 27.08.2009).” (letterlijk:
“Als deze bom ontploft, dan zullen niet alleen de regering, maar wij allemaal daaronder lijden.”)
Als niemand de tegenkanting tegen de opening stopt, zal dus niet alleen de regering daaraan ten
ondergaan, maar het hele land. Kortom, er zijn geen winnaars, alleen verliezers bij een boycot van de
13
Zie voetnoot 12.
62
opening. Of zoals in artikel 6 (Türköne 14.08.2009) wordt gezegd, is het ‘Kazananı olmayan bir
savaş’ (‘een oorlog zonder winnaar’).
Moraliteitsframe
7/11 artikels bevatten een morele boodschap en 3/11 wijzen op sociale voorschriften. Türköne verwijst
nooit naar religie.
“Üniter devlet, Kürt sorununu çözmenin engeli değil; tersine tek yargı ve tek yasamayı ortak payda
yaptığınız sürece çözümün de elverişli bir aracı. İşin püf noktası ise herkesi tatmin edecek bir millî
kimlik tanımına ulaşmamız (Türköne 16.08.2009).” (letterlijk: “De ééngevormde staat is geen
hinderpaal voor een oplossing van de Koerdische kwestie; het is daarentegen een geschikt middel tot
oplossen zolang een rechtspraak en een wetgeving gemeenschappelijk zijn. Het moeilijke punt ligt in het
vinden van een nationale identiteit die iedereen tevredenstelt.”)
“Son teröristler bizim sabrımızla, yüreğimizle, aklımızla buharlaştırıp yok edeceğimiz kişiler (Türköne
15.09.2009).” (letterlijk: “De laatste terroristen zijn de personen die we met ons geduld, onze moed,
ons verstand zullen vernietigen.”)
Hilmi Özkök, voormalig voorzitter van de Generale Staf, geeft een morele boodschap mee in zijn
interview met Türköne en wijst erop dat het leger de wapens moet neerleggen en zo een positieve
bijdrage kan leveren (Türköne 23.08.2009). Volgens artikel 8 (Türköne 02.08.2009) is de opening een
stimulans tot vrede binnen de maatschappij en moet Turkije het initiatief als een kans zien. Türköne
geeft ook mee dat de ééngevormde staat geen probleem vormt en zelfs kan bijdragen tot een oplossing,
maar dat een nationale identiteit moet ontwikkeld worden waar iedereen zich in kan vinden. Dit wordt
ook bevestigd in artikel 9 (Türköne 27.09.2009). Bovendien heeft de maatschappij ook een rol in het
slagen van de opening: verstand, moed en geduld zijn essentieel.
“Bu sorunun çözümü sadece hükümetin önümüze koyacağı pakete bağlı değil. Herkes sözüyle ve özüyle
ortaya çıkacak olan çözümde yani çözümün şekli ve içeriğinde pay sahibi olacak. Bu ülkenin ortak
çıkarına uygun davranmak ve hukukla kayıtlı olmak, bütün tarafların ortak vasfı olmalı (Türköne
07.08.2009).”(letterlijk: “De oplossing van deze kwestie is niet alleen afhankelijk van het pakket dat de
regering voor onze neus schuift. Iedereen zal met woord en hart een aandeel hebben in de oplossing die
naar voor geschoven zal worden, met andere woorden in de vorm en inhoud van de oplossing. Het moet
de gemeenschappelijke hoedanigheid zijn van alle ‘partijen’ om zich gepast te gedragen voor het beste
van dit land en oog te hebben voor recht.”)
“Artık sorunları devletler değil, biz çözüyoruz (Türköne 18.08.2009).” (letterlijk: “Voortaan lossen de
staten de problemen niet meer op, maar wijzelf.”)
Hieruit blijkt dat Türköne de maatschappij aanspoort om mee te werken aan een oplossing. Ook in
artikel 2 (Türköne 27.08.2009) wordt niet alleen het leger, maar in bredere zin ook de hele
maatschappij aangesproken om op woorden en daden te letten en zo de opening niet in gevaar te
brengen.
Economisch frame
Türköne verwijst niet naar economische gevolgen en financiële winst of verlies.
63
5.1.3. Tussentijds besluit
In Hürriyet worden door Çandar achtereenvolgens het human interest frame, verantwoordelijkheidsframe, conflictframe en moraliteitsframe het meeste gebruikt. In Zaman daarentegen hanteert
Türköne achtereenvolgens het verantwoordelijkheidsframe, human interest frame, conflictframe en
moraliteitsframe. Het economische frame wordt zowel door Çandar als Türköne niet uitgewerkt. Uit
deze volgorde blijkt dat hypothese 1 en 2 worden bevestigd.
Uit staafdiagram 3 blijkt dat het human interest framegebruik in Hürriyet procentueel hoger ligt dan in
Zaman. Hürriyet bevestigt hierbij haar reputatie als sensatiekrant. Het verantwoordelijkheidsframe,
conflictframe en moraliteitsframe liggen dan weer procentueel hoger bij Zaman.
Het human interest frame treedt in beide kranten sterk naar voor: in Hürriyet staat dit frame op de
eerste en in Zaman op de tweede plaats. Turkse kranten gaan dus net zoals in hypothese 1
verondersteld wordt hun publiek in een richting duwen door berichtgeving bewust vanuit een bepaald
perspectief weer te geven. Zo kunnen ze zoals Liaras & Somer (2010: 158-159) aanhalen een invloed
uitoefenen op politieke vraagstukken, zoals de Koerdische opening. Woordkeuze, zinsvorming, keuze
van bepaalde anekdotes enz. zoals geïllustreerd bij de analyse kunnen de mening van lezers
beïnvloeden en een impact hebben op gebeurtenissen zoals de opening.
Ook het verantwoordelijkheidsframe is een van de twee meest gebruikte frames in beide kranten. In
Hürriyet staat het verantwoordelijkheidsframe op de tweede plaats in de rangschikking en in Zaman op
de eerste. Gezien de inhoud van het frame en de periode waarin de artikels werden geanalyseerd, is het
vanzelfsprekend dat beide kranten het keerpunt binnen de opening en mogelijke boycots toewijzen aan
bepaalde actoren.
Het is opvallend dat bij de invulling van het human interest frame in beide kranten vraag 2b het
maximum behaalt, respectievelijk 25/25 voor Hürriyet en 11/11 voor Zaman. Çandar en Türköne
kiezen dus doelbewust voor bepaalde terminologie, zinsconstructies, anekdotes enz. Beide kranten
hanteren ook vaak een menselijke invalshoek, respectievelijk 23/25 voor Hürriyet en 8/11 voor
Zaman. Bij vraag 2c is er dan weer een duidelijk verschil: Hürriyet gaat 14/25 keer in op de impact
van de kwestie op de maatschappij, terwijl Zaman dat maar 1/11 keer doet. Via het duiden van de
impact van de kwestie en de daaraan gekoppelde sensationele berichtgeving probeert Hürriyet een
nauwere band met haar lezers te creëren. Zo vertelt Hürriyet bijvoorbeeld niet gewoon dat er
voortdurend vliegverkeer is boven Koerdische gebieden, maar bespreekt via allerlei illustratiemateriaal
uitvoerig de impact daarvan op het dorp.
De invulling van het verantwoordelijkheidsframe in beide kranten toont eveneens opvallende
gelijkenissen. Beide gaan voornamelijk in op oplossingen en de schuld van actoren binnen het
64
staatsbestuur. Bij vraag 1b worden in zowel Hürriyet als Zaman de CHP, MHP en het leger
verantwoordelijk gehouden voor het boycotten van oplossingen zoals de Koerdische opening. Het
beschuldigen van de maatschappij of groepen is zo goed als nihil. De responsabiliteit voor het geweld
binnen de kwestie wordt enkel in Hürriyet bij de PKK gelegd, maar dit gebeurt maar 1 maal. In
Hürriyet wordt ook de AKP verantwoordelijk gehouden voor het mogelijke falen van de opening. Wat
de oplossing betreft, halen beide kranten een hoog aantal resultaten bij vraag 1c, Hürriyet
respectievelijk 23/25 en Zaman 9/11. Ze hebben het allebei over de noodzaak van een bilaterale
wapenstilstand, politieke moed, samenwerking tussen politieke partijen, integratie van meer
Koerdische actoren in de politiek en rechten en vrijheden voor de Koerden.
Het conflictframe en moraliteitsframe staan in beide kranten op plaats 3 en 4. Zowel Hürriyet als
Zaman geven het meeste resultaten bij vraag 3a omtrent de onenigheid tussen actoren, respectievelijk
11/25 bij Hürriyet en 8/11 bij Zaman. De kranten gaan vooral in op de visie van de AKP en de daaraan
gekoppelde opening die haaks staat tegenover de visie van nationalistische actoren zoals het leger, de
CHP en MHP. Beide kranten stellen dat heel Turkije ‘verliest’ als de opening stopt. Binnen het
moraliteitsframe heeft 4a de meeste resultaten, in Hürriyet 11/25 en in Zaman 7/11 gevolgd door 4c
die er in Hürriyet 4/25 heeft en in Zaman 3/11. De morele boodschap van Çandar en Türköne kan
samengevat worden als volgt: de opening belangt het hele land aan en alle actoren moeten op hun
manier hun steentje bijdragen.
5.2. Studie 2
Hürriyet heeft 14/25 keer positief gecodeerde berichtgeving. Als bijkomende gecodeerde
boodschappen (aangeduid met (x)) worden meegeteld, zijn er 15/25 positief gecodeerde artikels. In
Zaman zijn dat er respectievelijk 8/11 en met bijkomende gecodeerde berichtgeving 10/11. Wat de
negatieve berichtgeving betreft, heeft Hürriyet 2/25 keer negatief gecodeerde berichtgeving die 5/25
bereikt wanneer supplementaire negatieve elementen worden meegeteld. Zaman heeft 0/11 negatief
gecodeerde berichtgeving. Hürriyet heeft 9/25 neutraal gecodeerde artikels en Zaman 3/11.
Voor een correcte interpretatie hebben we de positieve en negatieve resultaten verder ingedeeld in een
inhoudelijke invalshoek en een actorperspectief. Positief en negatief werden gedefinieerd bij de
methode van studie 2 (zie 3.4) en worden daarom niet herhaald. Beide kranten worden binnen deze
indeling samen besproken. Ten slotte volgt een tussentijds besluit waar we terugkoppelen naar de
hypothesen en andere opvallendheden verduidelijken.
65
5.2.1. Bespreking van de codering vanuit inhoudelijk perspectief: Hürriyet en Zaman
Inhoudelijk positief
In Hürriyet is 7/25 van de 14/25 (met nuancering 15/25) maal de berichtgeving inhoudelijk positief
gecodeerd. In Zaman gaat het over 1/11 van de 8/11 (met nuancering 10/11). Het aantal ligt dus hoger
in Hürriyet.
In het inhoudelijk positief gecodeerde artikel 8 (Türköne 02.08.2009) in Zaman wordt de opening
gezien als een kans, een nieuwe bladzijde die Turkije omdraait. Turkije is veranderd en staat open
voor hervormingen. Er wordt letterlijk gezegd ‘Sağduyu doğru olan istikameti gösteriyor’ (‘het
gezond verstand wijst de goeie richting aan’). Türköne zegt ook op het einde van het artikel dat hij de
opening positief onthaalt en hoge verwachtingen koestert met de woorden ‘Benim gözlediklerim ve
dinlediklerim iyimserliğimi artırdı’ (‘Wat ik zie en hoor, verhoogt mijn optimisme’). Dit positivisme
leunt duidelijk aan bij de periode voor het keerpunt, begin augustus. Een ander voorbeeld is:
“Devlet ilk defa Kürt sorununun çözümünde resmî bir taahhütte bulunmuş ve yıllardır her şeyin içine
tıkıldığı dolabın kapağını açmıştı. İçişleri Bakanı'nın bu açılım için kullandığı "Demokratikleşme
açılımı" tabiri başta olmak üzere yönteme dair koyduğu perspektif ve yine yönteme dair verdiği
detaylarla önümüze geniş bir ufuk açılmıştı. En önemlisi hayal kırıklıkları ve acılarla dolu tarihin artık
sona erdiği ve umut edebilecek çok şeyimiz olduğunu anlamıştık (Türköne 02.08.2009).” (letterlijk: “De
staat bevindt zich voor de eerste keer in een officiële verbintenis binnen de oplossing voor de
Koerdische kwestie en heeft het luik van de kast geopend waar sinds jaren vanalles werd ingepropt. Met
de uitdrukking ‘democratische opening’ die de minister van Binnenlandse Zaken voor deze opening
gebruikt, opent hij met het perspectief eigen aan deze methode en de details ervan een bredere horizon
voor ons. Het belangrijkste ervan is dat we begrepen hebben dat de geschiedenis vol met
teleurstellingen en pijn voortaan ten einde loopt en er veel zaken zijn die ons zullen kunnen laten
hopen.”)
In Hürriyet staan de artikels 6, 8, 9, 10, 15, 16, 18 inhoudelijk positief tegenover de opening. In deze
artikels komt de opening aan bod als initiatief om de vroegere assimilatiepolitiek te vervangen door
een vorm van herintegratie in de maatschappij. Culturele rechten en vrijheden worden toegekend en
uitgebreid. Er waait als het ware een nieuwe wind in Turkije die debat toelaat en het eenheidsgevoel
en de broederlijkheid versterkt. Dankzij de herintegratie van de Koerden in de maatschappij zullen
bepaalde afgesloten regio’s zoals Van opnieuw openbloeien. Bovendien laat de opening toe om in
oktober, november en december concrete stappen te ondernemen om de kwestie op te lossen. De
opening is onfeilbaar zolang het initiatief gesteund wordt door het volk en de politiek. Turkije is
dankzij het initiatief dus eindelijk op goede weg. Het praktijkvoorbeeld van TRT6 bewijst dat rechten
toekennen aan Koerden niet automatisch tot staatsverbrokkeling leidt. Kortom, deze opening verschilt
met vroegere initiatieven. Turkije is nu een land dat eenheid wenst en op vele vlakken sterk staat.
Daarom zal déze opening slagen. De voorbeelden hieronder illustreren dit alles.
66
“Demokratik açılım’la da kültürel özgürlükler genişleyecektir (Çandar 23.08.2009).” (letterlijk: “Met
de democratische opening zullen culturele vrijheden uitgebreid worden.”)
“Kürt Açılımı sonrasında yaygınlaşan tartışma ortamında, Türkiye çok daha iyimser ve “kardeşlik,
birlik ve beraberlik” ruhunun çok daha güçlü biçimde ortaya çıktığı bir ülke olmadı mı?(Çandar
21.08.2009).” (letterlijk: “Is Turkije dan in de sfeer van discussie die zich na de Koerdische opening
verspreidde niet een land geworden waar een mentaliteit van ‘broederlijkheid, eenheid en
samenhorigheid’ nog sterker naar voor kwam?”)
“ […]Ekimde TBMM'nin yeni yasama yılına girişiyle birlikte Meclis platformunda da tartışılacak ve
ekim-kasım-aralık aylarını "somut adım atılacak aylar" olarak tasarlamakta isabet vardır (Çandar
19.08.2009).” (letterlijk: “In oktober zal met de start van het nieuwe wetgevingsjaar in het parlement
(over de vredesplannen) worden gediscussieerd en is het mogelijk om de maanden oktober-novemberdecember te beschouwen als ‘de maanden waarin concrete stappen ondernomen zullen worden’.”)
“Bunca yıldır bu ülkede toplumun içinde böylesine iyi niyetli, iyimser ve olumlu nabız atışlarına pek
rastlamadığımı söylersem, abartmış olmam (Çandar 16.08.2009).” (letterlijk: “Als ik zeg dat ik
gedurende vele jaren in dit land, in de maatschappij nog niet vaak zo’n intentievol, optimistisch en
positief ‘hartkloppen’ hebben aangetroffen, dan overdrijf ik niet.”)
“Kürt açılımının aşama aşama yürürlüğe girmesi halinde, “hedef”e başarıyla yol alabileceğine ilişkin
elimizde somut bir ölçü oluştu. TRT-6 ile ilgili uygulama ve sonuçları (Çandar 02.08.2009).” (letterlijk:
“Als de Koerdische opening beetje bij beetje in de praktijk wordt omgezet, hebben we een concrete
maatstaf in onze handen die in nauw verband staat met het pad om succesvol het doel te bereiken. De
toepassing en resultaten in verband met TRT6.”)
“[…]Kürt Açılımı’nın harekete geçirdiği dinamiklerden ötürü, bu kez “farklı” olacağını düşünebiliriz
ve sonuçlarına umut bağlayabiliriz (Çandar 22.09.2009).” (letterlijk: “Door de dynamieken die de
Koerdische opening in beweging bracht, kunnen we ervan uitgaan dat het deze keer ‘anders’ zal zijn en
kunnen we hoopvol tegenover de resultaten staan.”)
Inhoudelijk negatief
In Hürriyet is 2/25 (met nuancering 3/25) inhoudelijk negatief van de 2/25 (met nuancering 5/25)
negatief gecodeerde artikels. In Zaman is geen enkel bericht inhoudelijk negatief gecodeerd. We
bespreken kort de 2 overkoepelend negatief inhoudelijke berichten van Hürriyet en vullen die aan met
de nuancering van artikel 18 (Çandar 22.09.2009).
“Gündemdeki “Kürt Açılımı” tartışmalarında, bu madde tartışma konusu olmadı ki. Ne başkent, ne
bayrak, ne ülke, hatta ne resmi dilin Türkçe olması; bunların hiçbiri “değişsin” önerisi, hatta niyeti
ortada yok (Çandar 29.08.2009).” (letterlijk: “In de discussies over de Koerdische opening die op de
agenda staan, is dit artikel (hiermee wordt artikel 3 bedoeld) nog geen onderwerp van discussie
geweest. Noch de hoofdstad, noch de vlag, noch het land, zelfs noch het feit dat de officiële taal Turks
is; geen enkel voorstel ‘voor verandering’ van dit [artikel] of zelfs intentie is aanwezig.”)
De artikels 1 en 2 (Çandar 30.08.2009 en 29.08.2009) bespreken het negeren van artikel 3 van de
Turkse grondwet binnen de opening. Çandar zelf is een van de stemmen die het niet behandelen en
bediscussïeren van dit artikel als een lacune binnen het initiatief beschouwt. Het overdreven
kemalisme dat te weinig wordt aangekaart en dus niet openlijk het probleem behandelt om ‘de
Koerden als Koerden te aanvaarden’, is een tekort van de opening. De Turkse identiteit en taal worden
opgedrongen en laten geen ruimte voor verschillen.
67
Artikel 18 (Çandar 22.09.2009) is overkoepelend positief gecodeerd, maar haalt ook enkele
inhoudelijke tekorten aan, zoals vastgeroeste clichés en werd daarom genuanceerd met (x). Çandar
gaat in op de allergie voor het Koerdische taalgebruik, het woord ‘Koerd of Koerdisch’ in benamingen
enz. Na het positief betoog over de hoge slaagkansen van de opening, zegt hij ‘Bununla birlikte, Kürt
Açılımı’nın tuzaklarla dolu olmadığını ve riskler içermediğini de söyleyemeyiz’ (‘Desalniettemin,
kunnen we ook niet zeggen dat de Koerdische opening niet vol zit met valkuilen en risico’s inhoudt’).
Hij heeft het bijvoorbeeld over ‘Kürt sözcüğüne alerji’ (‘allergie voor het woord ‘Koerd(isch)’). In
onderstaand voorbeeld wordt dit tekort duidelijk.
“Mardin Artuklu Üniversitesi’nde “Kürt Dili ve Edebiyatı” bölümünün kurulması ve lisans eğitimi
vermesi YÖK tarafından “Yaşayan Diller Enstitüsü” adıyla, sırf Kürtçe’ye alerjiden ötürü iğdiş edildi
(Çandar 22.09.2009).” (letterlijk: “In de Mardin Artuklu Universiteit werd het departement
‘Koerdische taal en letterkunde’ en het licentiaatsonderwijs bewust door YÖK weggeknipt met de
benaming ‘Levende Talen Instituut’, alleen maar wegens de allergie voor de ‘Koerdische taal’.”)
5.2.2. Bespreking van de codering vanuit actorperspectief: Hürriyet en Zaman
Positief: positieve commentaar op de AKP en/of kritiek op andere actoren
In Hürriyet is de positieve codering vanuit actorperspectief 7/25 (8/25 met nuancering) van het totaal
14/25 (met nuancering 15/25) positieve coderingen. Zaman daarentegen heeft 7/11 (met nuancering
9/11) van de 8/11 (met nuancering 10/11) positief gecodeerde berichten. Het aantal ligt duidelijk hoger
in Zaman.
In Hürriyet gaat het om de artikels 3, 7, 12, 13, 14, 17, 19. Artikel 23 wordt toegevoegd als
nuancering. Hürriyet bekritiseert net zoals Zaman het nationalistische kamp met daarin het leger, de
CHP en MHP. Het leger mag niet tussenkomen in de opening en de CHP en MHP mogen het leger
niet volgen. De Koerden rechten toekennen en de wetgeving veranderen, ziet het leger als landverraad.
Ze drukken op het belang van de Turkse taal, willen geen vergiffenis meer voor terroristen enz.
Çandar beschuldigt het leger ervan doelbewust onrust te stoken en zo ruimte voor een ‘darbe’ (‘coup’)
te creëren zoals in het verleden. De CHP heeft het moeilijk om zich te positioneren binnen het debat en
volgt de MHP die onderhandelen met de PKK als landverraad beschouwt en de opening tegenwerkt.
Zo probeert de partij stemmen te stelen van de AKP in het Westen. De MHP houdt dus volgens
Çandar geen rekening met de wil van het volk, maar reageert enkel vanuit eigen partijbelangen. Net
zoals de CHP wil de MHP niet dat het leger tussenkomt, maar toch vragen ze raad en volgen ze.
In de artikels 12, 13 en de nuancering van artikel 23 wordt de AKP positief becommentarieerd omdat
die het initiatief verder wil uitbouwen, ondanks alle kritiek en nieuwe aanvallen. Erdoğan blijft de wil
van het volk vertegenwoordigen en komt samen met de DTP.
Onderstaande voorbeelden illustreren deze opmerkingen:
68
“Başbuğ, “TSK, Türkiye Cumhuriyeti’nin ulus-devlet ve üniter devlet yapısının korunmasında taraftır
ve taraf olmaya devam edecektir” diyor.[…] Böyle tartışmalara katılmaması gereken tek kurum vardır:
Ordu ve ordunun komutanları. Silahlı kuvvetlerin mensupları, görevleri gereği katıldıkları resmi ve
gizli toplantılar dışında, görüşlerini açıklamamalıdır (Çandar 28.08.2009).” (letterlijk: “Başbuğ zegt
‘het leger is een aanhanger van de bescherming van de natie-staat en ééngemaakte staatsstructuur van
de Turkse republiek en dat zal zo blijven’. […] Er is maar één instelling die niet hoort deel te nemen
aan dergelijke discussies: het leger en de officiers ervan. Het leger mag behalve op officiële en geheime
vergaderingen waaraan ze deelnemen voor hun functie, haar bevindingen niet verduidelijken (woorden
van de columnist Tarhan Erdem in Radikal).”)
“Genelkurmay Başkanı, “dil” konusuna değinirken, “Türkçe’nin yeterince öğretilememiş olmasını”
öne çıkarıyor. […] PKK’lılardan 870 kişiden 638’inin serbest bırakıldığını hatırlatıyor (Çandar
25.09.2009).” (letterlijk: “De voorzitter van de Generale Staf brengt naar voor dat op het vlak van taal
‘Turks niet voldoende aangeleerd werd’. […] Hij herinnert eraan dat al 638 van de 870 PKK-leden
werden vrijgelaten.”)
“Bu kez, Bahçeli sadece bazı kişileri “hedef” göstermekle kalmıyor, “Kürt açılımı”nı “ihanet” diye
ilan ederek, ülkede “iç barış”a giden yolu dinamitlemek için fitili ateşliyor. […]Şu anda kurguladığı
“oyun”, “Kürt düşmanlığı” üzerinden “nefret söylemi” ile Batı’da Ak Parti’nin seçmenini oymak ve
oralarda kendisine “seçmen üsleri” kazandırmak. (Çandar 04.08.2009).” (letterlijk: “Deze keer stopt
Bahçeli (voorzitter van de MHP) niet bij het tonen van het doel aan enkelen, hij ontsteekt de ‘bom’ om
de weg naar interne vrede in het land met dynamiet te beleggen door de Koerdische opening als
‘verraad’ uit te roepen. […] Het spel dat momenteel opgezet wordt, betekent zich over de ‘Koerdische
vijandschap’ uitdrukken met ‘woorden van haat’ om in het Westen de verkiezingen van de AKP uit te
hollen en daar zelf de kiezersbasis in te winnen.”)
“[…] süreçe en başından beri karşı çıkıp, askere “Ne duruyorsun?” gibisinden mesajlar ileten
muhalefet […](Çandar 25.09.2009).” (letterlijk: “[…] de oppositie die vanaf het begin al tegen de
procedure gekeerd was en die reageert tegenover het leger als ‘Wat sta je te staan?’[…].”)
“Genelkurmay Başkanı’nın 25 ağustos açıklamasının üzerinden daha saatler geçmeden MHP
sözcülerinin ‘Bu noktadan sonra, Kürt açılımı sona ermiştir’ şeklinde beyanat vermelerini
unutabileceğimiz kadar uzun vakit geçmedi. […]CHP’nin genel başkanı ile MHP’nin yönetici
kademelerinin itirazı ‘söz’e değil ‘öz’e (Çandar 15.09.2009).” (letterlijk: “Er is nog niet genoeg tijd
verstreken om te kunnen vergeten dat de woordvoerders van de MHP pas enkele uren na de
aankondiging van de voorzitter van de Generale Staf op 25 augustus zeiden: ‘Na dit punt loopt de
Koerdische opening op zijn einde’. De graad van het bezwaar van de MHP en CHP is niet gericht op
het woord maar op de kern.”)
“AK Parti DTP arasındaki ‘çözüm amaçlı diyalog’un başlaması bu bakımdan son günlerin en değerli
gelişmesi olmuştur (Çandar 11.08.2009).” (letterlijk: “Het startpunt van een dialoog tussen de AKP en
DTP gericht op een oplossing is vanuit dit standpunt de belangrijkste ontwikkeling in de laatste
dagen.”)
“Tayyip Erdoğan’ın Eruh’ta ve Hakkari’de olanlara ilişkin ‘saldırı açılım sürecini engellemez’
değerlendirmesini, hiç vakit geçirmeden yaptığını ve ‘kararlılığın devamı’ sinyalini verdiğini öğrenip
seviniyorum (Çandar 10.09.2009).” (letterlijk: “Ik (Çandar) verheug me dat Tayipp Erdoğan de
gebeurtenissen in Eruh en Hakkari evalueert als ‘aanvallen kunnen het openingsproces niet
verhinderen’ en dat hij zonder tijd te verliezen signalen uitstuurt van het verderzetten van zijn
vastbeslotenheid.”)
Zaman bevat in alle artikels behalve 9 een positieve codering vanuit actorperspectief. De artikels 4 en
5 zijn nuanceringen. Nationalistische actoren zoals de partijen MHP, CHP en het leger boycotten de
opening. Ze doen dit vooral uit eigenbelang. Het leger blijft gewelddadig optreden en de CHP en MHP
verschuilen zich achter de ‘ééngevormde staat’, gedefinieerd in de grondwet om geen rechten aan de
Koerden te moeten geven. Ze erkennen geen etnische verschillen binnen de Turkse identiteit en willen
69
geen andere taal dan het Turks in publieke ruimtes. Deze actoren sturen door hun provocaties mogelijk
de bevolking, waardoor gewone ruzies zelfs als etnische ‘clashes’ worden bestempeld.
In artikel 6 wordt de AKP positief becommentarieerd omdat de partij risico’s durft te nemen om de
opening uit te bouwen. De MHP en CHP zijn daar volgens Türköne te laf voor.
Dit alles wordt gestaafd via onderstaande voorbeelden:
“Hilmi Özkök'ün söylediği gibi devlet gücü elindeki silahı bırakmaz (Türköne 23.08.2009).” (letterlijk:
“Zoals Hilmi Özkök zegt, legt de staatsmacht het wapen in haar hand niet neer.”)
“AK Parti'nin attığı her adıma karşı çıkmak yeterli değil, siz de bir çözüm göstermek zorundasınız.
Göstermediğiniz zaman arkanıza geçen halk desteği temmuz güneşi görmüş kar gibi hızla erimeye
başlar. […]“Çözüm bütünüyle AK Parti'nin göstereceği dirayete ve maharete kalıyor (Türköne
14.08.2009).” (letterlijk: “ Het is niet genoeg om tegenkanting te bieden tegen iedere stap die de AKP
zet, jullie (hier worden de CHP en MHP bedoeld) moeten ook een voorstel tot oplossing doen. De
gehele oplossing is afhankelijk van de capaciteit en vaardigheid die de AKP zal tonen.”)
“Baykal, MHP söylemine yakın bir formülle "Türk millî kültürünün bir etnik kimlik olmadığını"
söylüyor (Türköne 11.09.2009).” (letterlijk: “Baykal(van de CHP) zegt met een formule die zich nauw
aansluit bij de zegswijzen van de MHP dat ‘de Turkse nationale cultuur geen etnische identiteit
bevat’.”)
“Baykal ve Bahçeli bu kavramın arkasına geçerek Kürt sorununun çözümüne direniyorlar (Türköne
16.08.2009).” (letterlijk: “Baykal (van de CHP) en Bahçeli (van de MHP) verzetten zich tegen een
oplossing van de Koerdische kwestie door zich te verschuilen achter dit concept (hiermee wordt de
‘ééngevormde staat’ bedoeld, bepaald door artikel 3 van de grondwet).”)
“Bir kitle partisinin lideri takipçilerine "dağı" mücadele alanı olarak gösteriyorsa, içeriği belli
olmayan projeyi bir "yıkım projesi, açılımın sahibi hükümeti peşinen "hain" olarak niteliyorsa […]
(Türköne 28.08.2009).” (letterlijk: “Als de leider van een kernpartij (het gaat hier over de MHP) aan
zijn aanhangers de ‘bergen’ als strijdterrein aanduidt, en een project waarvan de inhoud niet duidelijk
is als een ‘afbraakproject’ en de eigenaar van de opening, de regering, vooraf al als ‘verraders’
aanduidt […].”)
“Hem MHP, hem de CHP Türkçe dışında bir dilin "kamusal alan"a taşınmasına izin vermeyeceklerini
söylüyorlar (Türköne 18.08.2009).” (letterlijk: “Zowel de MHP als de CHP zeggen dat ze niet zullen
toestaan dat een taal naast het Turks zich verspreidt binnen de publieke ruimte.”)
Negatief: positieve commentaar op andere actoren en/of kritiek op de AKP
In Hürriyet vertegenwoordigt de negatieve codering vanuit actorperspectief met nuancering 2/25 van
het totaal negatief gecodeerde artikels 2/25 (met nuancering 5/25). In Zaman is geen enkel bericht
negatief gecodeerd vanuit actorperspectief. We richten ons kort op de 2 genuanceerde berichten van
Hürriyet die kritiek uiten op de AKP.
De artikels 3 en 4 uiten kritiek op de AKP. Zo worden de AKP en Erdoğan bekritiseerd omdat ze na
hun goeie start zich lijken aan te sluiten bij Başbuğ, de voorzitter van de Generale Staf, die zich
vastbesloten afzet tegen de opening. Zonder vragen of verhoor worden zijn woorden voor waarheid
aangenomen waardoor de AKP zich in het nationalistische kamp begeeft. Erdoğan voelt zich verplicht
70
om de oude terminologie en labels opnieuw uit de kast te halen en wordt door de DTP gewaarschuwd
om het terroristische discours te verlaten. Dit wordt geïllustreerd met deze citaten:
“Tayipp Erdoğan İlker Başbuğ’un açıklamasının ardından bildik basmakalıp terminolojiyi daha fazla
vurgulamaya kendisini mecbur hissetti. […]AK Parti açısından da benzeri bir durum söz konusu
(Çandar 28.08.2009).” (letterlijk: “Tayipp Erdoğan voelde zich verplicht om na de toespraak van İlker
Başbuğ de gekende alledaagse terminologie nog meer te onderstrepen. Wat de AKP betreft, gaat het
over een gelijkaardige situatie.”)
“DTP Genel Başkanı, AKP’yi gelinen aşamada daha ciddi, sorumlu ve sürece daha cesur sahip
çıkmaya çağırarak "Demokrasiden, hak ve özgürlük anlayışından uzak, çatışmacı, kışkırtıcı yaklaşımlar
karşısında geri adım atan ve demokratikleşme söylemini bir kenara bırakıp terör söylemine sarılan bir
anlayış daha işin başında tökezlerse halkın umutlarının kırılması an meselesi olur" uyarısında bulundu
(Çandar 26.08.2009).” (letterlijk: “De algemene voorzitter van de DTP riep de AKP op om in de
komende fase serieuzer en verantwoordelijker op te treden en kordater te beschikken over het proces.
Hij waarschuwde dat een mentaliteit die ver staat van democratie, rechten en vrijheden, niet tussenkomt
in strijdlustige en provocatieve aanpakken én democratisering links laat liggen door een terroristisch
discours aan te hangen reeds in de beginfases van het proces struikelt en zo de hoop van het volk de
belangrijkste kwestie wordt.”)
5.2.3. Bespreking van ‘neutrale’ berichtgeving: Hürriyet en Zaman
9/25 artikels van Hürriyet werden neutraal gecodeerd en 3/11 in Zaman. Neutraal betekent dat deze
artikels niet aan de invulling van ‘positief’ of ‘negatief’ voldoen. De neutraal gecodeerde artikels
behandelen voorwaarden voor het slagen van de opening of een advies.
In Zaman zijn de artikels 4, 5 en 9 neutraal. In artikel 4 (Türköne 18.09.2009) wordt de gemeenschap
aanbevolen de kwestie zelf op te lossen. De Koerdische kwestie is een zaak van de gemeenschap. Zo is
het Koerdische taalgebruik in openbare ruimtes een deel van de gemeenschap en mag de politiek daar
niet in tussenkomen volgens Türköne. Artikel 5 (Türköne 16.08.2009) drukt op het belang van het
verrijken van de nationale identiteit zodat die rekening houdt met verschillen binnen de bevolking en
niet iedereen de Turkse noemer opdringt. Ook artikel 9 (Türköne 27.09.2009) stelt een brede invulling
van ‘ulus’ (‘natie’) voor als oplossing. Zowel het Koerdische als het Turkse nationalisme moeten
afzwakken om het slagen van de opening niet te verhinderen.
Hürriyet bevat aanbevelingen inzake de Koerdische opening en voorwaarden voor succes in artikels
4, 5, 11, 20, 21, 22, 23, 24 en 25. Volgens Çandar is Diyarbakır een speciale stad voor de Koerden.
Het enthousiasme voor de opening zou daar het meest gevoeld moeten worden. Diyarbakır is echter
behoedzaam en durft zich niet uit te spreken. Een voorwaarde om de opening te laten slagen is dus
Diyarbakır overtuigen (Çandar 26.08.2009). Een wedstrijd tussen Fenerbahçe en Diyarbakırspor geeft
ook stof tot nadenken. Zo kan de gemeenschappelijke liefde voor voetbal het samenhorigheidsgevoel
versterken en een betere beeldvorming over elkaar stimuleren. Onderstaand citaat van Çandar stelt
dus: hoe meer Fenerbahçesupporters, hoe dichter we in de buurt komen van een oplossing.
71
“[…] Güneydoğu’da Fenerbahçelilik oranı arttığı oranda, Kürt sorununun çözüm şansı yükselir
[…](Çandar 25.08.2009).” (letterlijk: “De mogelijkheid tot het oplossen van de Koerdische kwestie
verhoogt naarmate het aantal supporters van Fenerbahçe stijgt in het Zuidoosten.”)
Artikel 11 verduidelijkt dat het slagen van de opening afhangt van hervormingen binnen het
wetgevende luik en een wapenstilstand van de PKK (Çandar 15.08.2009). Artikel 20 breidt die
wapenstilstand uit tot een wederzijdse, waarbij het leger ook de militaire operaties moet stopzetten en
‘de weg naar vrede niet mag opblazen’. Ook de onwetendheid aan beide kanten moet worden
weggewerkt om zo een succesvolle oplossing mogelijk te maken. Of:
“Kürtlerin de kendilerini Kürt olmayanlara anlatması, tanıtması, kavratması şart (Çandar
13.09.2009).” (letterlijk: “De Koerden moeten over zichzelf vertellen aan niet-Koerden, zichzelf
voorstellen en elkaar begrijpen.”)
De verslagen van de tocht van Çandar doorheen Koerdische gebieden, artikel 21-25, gaan verder in op
de ideeën van de Koerden in Şemdinli, Eruh, Kasrı Kanco en Diyarbakır en op basis daarvan geeft
Çandar advies om de Koerdische opening tot een goed einde te brengen. Militaire operaties stopzetten
en simpele vergiffenis volstaan volgens de inwoners van Şemdinli. Dit laatste is ook volgens de
Koerden van Eruh de belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle oplossing. De overheid moet
eerlijk zijn en haar eigen militaire operaties in de bergen stopzetten. In Kasrı Kanco neemt Çandar het
advies over van Ahmet Türk, lid van de DTP, die na heel wat negatieve ervaringen met de Turkse staat
de Koerden toch oproept om geduld en vertrouwen te hebben. Ook in Diyarbakır wees burgemeester
Osman Baydemir op het belang van moedige en eerlijke politiek die het geweten van Turken en
Koerden laat samensmelten voor het te laat is. De opening moet volgens Çandar ook de kloof tussen
‘şehit14’ en ‘öldürülen’ (‘vermoorde’) verkleinen zodat de mensen geen onderscheid meer maken
tussen Turkse en Koerdische slachtoffers. Dit alles wordt via enkele voorbeelden hieronder
geïllustreerd.
“Bu açılıma ilişkin en önemli önerisi ve uyarısı ise ancak onun gibi görmüş-geçirmiş bir adamın
yapacağı cinsten: Sabır!(Çandar 10.09.2009).” (letterlijk: “Wat zijn (hier wordt Ahmet Türk bedoeld)
belangrijste suggestie en waarschuwing betreft die enkel uit de mond van een man zoals hij kan komen
die veel zag en meemaakte: geduld!”)
“Tereddütsüz cevap “dağdakilere af! (Çandar 12.09.2009).” (letterlijk: ‘Het antwoord is (op de vraag
wat de eerste stap naar een oplossing is) zonder twijfel ‘vergiffenis voor zij in de bergen!”)
“Acılarımızı ortaklaştırırsak vicdanlarımızı da ortaklaştırırız. Vicdanlarımızı ortaklaştırırsak
geleceğimizi de ortaklaştırırız (Çandar 09.09.2009).” (letterlijk (woorden van Osman Baydemir): “Als
we onze pijn kunnen delen, dan kunnen we ook ons geweten gemeenschappelijk maken. Als ons geweten
gemeenschappelijk wordt, dan ook onze toekomst.”)
“Bu “şehit olanlar” ile “öldürülenler” arasındaki “hassasiyet uçurumu” giderilmeden “terörü
bitirmek” ile “kanı durdurmak” kolay olmayacak (Çandar 11.09.2009).” (letterlijk: “Zonder de
gevoelige kloof tussen zij die ‘şehit’ en ‘vermoord’ zijn te vernietigen, zal ‘de terreur stopzetten’ en
‘het bloedvergieten stoppen’ niet gemakkelijk zijn.”)
14
Zie voetnoot 2.
72
Het optimisme van deze Koerden kan volgens Çandar helpen bij het oplossen van de kwestie. Het is
dus essentieel om de mensen zelf te raadplegen en te zien dat ook zij definitief een punt willen zetten
achter de jarenlange strijd. Zelfs de zware woorden van Başbuğ en Atalay kunnen de hoop van de
Koerden niet afnemen, ook al zijn ze ‘behoedzaam’ (Çandar 08.09.2009).
5.2.4. Tussentijds besluit
Op basis van de algemene indeling in positief, negatief of neutraal gecodeerd kunnen we het volgende
besluiten: Zaman heeft procentueel inderdaad meer positief gecodeerde berichten, 8/11 (71.73%) of
10/11 met nuancering (90.91%) dan Hürriyet 14/25 (56%) of met nuancering 15/25 (60%). Hürriyet
heeft 9/25 (36%) neutraal gecodeerde artikels en Zaman 3/11 (27.27%). In Zaman is er 0/11 (0%)
negatief gecodeerde berichtgeving, terwijl Hürriyet er 2/25 (8%) en met nuancerng 5/25 (20%) heeft.
Op basis van deze algemene bevindingen kan een deel van de hypothese bevestigd worden. De
verschillende ideologische achtergrond van beide kranten leidt tot meer positief gecodeerde
berichtgeving bij Zaman dan Hürriyet. Hieruit kunnen we afleiden dat Zaman eerder de opening van
de AKP steunt, terwijl Hürriyet kritischer staat tegenover het initiatief.
Als we de concrete invulling van de hypothese verder uitdiepen, moet Hürriyet meer dan Zaman
ingaan op inhoudelijke lacunes van de opening en behalve andere actoren óók de AKP als
verantwoordelijke voor het falen van de opening aanklagen, terwijl Zaman minder inhoudelijke
tekorten zal belichten en zich zal aansluiten bij de AKP door enkel en alleen andere actoren te
beschuldigen. Dit laatste leidt tot een hoger aantal positieve coderingen vanuit actorperspectief in
Zaman.
Hürriyet gaat inderdaad meer dan Zaman in op inhoudelijke lacunes binnen de opening. Zaman doet
dit nooit, terwijl Hürriyet dit 2/25 (8%) of met nuancering 3/25 (12%) maal doet. Bovendien gaat
Hürriyet ook de AKP bekritiseren, 2/25 (8%), terwijl Zaman dit nooit doet en alleen maar andere
actoren bekritiseert. Deze concrete invulling van de hypothese wordt dus opnieuw bevestigd.
Voor een correcte en volledige analyse gaan we kort verder in op de verhouding binnen de indeling en
interpretatieve benadering van het cijfermateriaal. De noemenswaardige opvallendheden zijn:
inhoudelijk positief gecodeerde berichtgeving in Hürriyet ligt hoger dan in Zaman en Hürriyet
bekritseert net zoals Zaman óók nationalistische actoren en kemalistisch erfgoed of discours.
De inhoudelijk positief gecodeerde berichtgeving binnen Zaman is 1/11 (9.09%) tegenover in Hürriyet
7/25 (28%). Dit betekent dat Hürriyet eigenlijk meer inhoudelijk positief gecodeerde berichten bevat
dan Zaman. Aangezien de hypothese niet letterlijk stelt dat Zaman over meer inhoudelijk positief
gecodeerde berichten beschikt, maar enkel uitgaat van een groter aantal inhoudelijk negatief
73
gecodeerde berichtgeving binnen Hürriyet, beïnvloedt dit resultaat de hypothese niet en wordt dit
enkel opgemerkt als opvallendheid.
Wat de positieve coderingen vanuit actorperspectief betreft, heeft Hürriyet er 7/25 (28%) of met
nuancering 8/25 (32%) en Zaman 7/11 (63.64%) of met nuancering 9/11 (81.82%). Uit de analyse van
deze positief gecodeerde berichten vanuit actorperspectief, blijkt wel dat ook Hürriyet nationalistische
actoren, zoals het leger en de MHP bekritiseert. Het procentuele totaal blijft echter lager dan in Zaman
en resulteert in meer positief gecodeerde berichtgeving vanuit actorperspectief in Zaman wat opnieuw
de hypothese bijtreedt.
Samenvattend ligt het totaal aantal positief gecodeerde berichtgeving in Zaman procentueel hoger dan
in Hürriyet. Bij concrete invulling bleek dat Hürriyet meer ingaat op inhoudelijke lacunes en behalve
andere actoren terloops óók de AKP bekritiseert. Resultaten tonen dat Zaman echter nooit noch
negatief staat tegenover de drijfveer achter de opening, de AKP, noch de opening inhoudelijk
bekritiseert. De positieve codering vanuit actorperspectief waarbij andere actoren dan de AKP
bekritiseerd werden ligt dus procentueel hoger in Zaman dan in Hürriyet.
Hoewel bovenstaand cijfermateriaal dus de hypothese bevestigt, dringen nuanceringen vanuit
interpretatief standpunt zich op die de ideologiedoorsijpeling toch ontkrachten. Zo bestaat de kritiek
op de AKP in Hürriyet echter enkel uit supplementaire nuanceringen in artikels die maar 2/25 (8%)
vertegenwoordigen. Bovendien is de kritiek o.a. gericht tegen de AKP die plotseling ook een
nationalistisch discours begon te volgen. Hoewel Zaman procentueel meer kritiek uit op andere
actoren dan de AKP, gaat Hürriyet toch óók het nationalistische kamp bekritiseren en bijvoorbeeld in
artikel 12, 13 en 23 ook terloops positief commentaar geven op de AKP. Het gebeurt gewoon
procentueel minder, maar is niet nihil. Bovendien bestaat de inhoudelijke kritiek van Hürriyet maar uit
2/25 (8%) of met nuancering 3/25 (12%) van het geheel en is ze vooral gericht op het kemalistische
erfgoed dat niet voldoende ter discussie staat binnen de opening. Hoewel in Zaman nooit de opening
inhoudelijk negatief belicht wordt, ligt het aantal inhoudelijk positieve benaderingen wel lager dan in
Hürriyet. Kortom, hoewel cijfermateriaal de hypothese bevestigt, duidt deze interpretatieve invalshoek
op het belang van verder onderzoek om deze nuanceringen verder te verduidelijken en zo de zwartwittegenstelling bij te sturen.
74
6. CONCLUSIE
De twee studies bewijzen dat de Turkse pers de perceptie van haar lezers beïnvloedt. Het
frameonderzoek toont dat de Turkse pers haar publiek stuurt via frames en zo de Koerdische opening
voorkauwt. Het cijfermateriaal van de klassieke inhoudsanalyse wijst op ideologiedoorsijpeling in de
berichtgeving, hoewel de interpretatieve analyse dit nuanceert. Kortom, de Turkse pers projecteert
háár blik op de opening.
De rangschikking van de frames in beide kranten, respectievelijk human interest frame,
verantwoordelijkheidsframe, conflictframe, moraliteitsframe in Hürriyet en verantwoordelijkheidsframe, human interest frame, conflictframe, moraliteitsframe in Zaman bevestigt hypothese 1 en 2. Het
human interest frame staat eerste in de rangschikking van Hürriyet en tweede bij Zaman. Het
verantwoordelijkheidsframe behoort in beide kranten tot de 2 meest gebruikte frames. Het
economische frame is afwezig.
Een klassieke inhoudsanalyse toetste de ideologiedoorsijpeling en stelde dat Zaman meer positief
gecodeerde berichtgeving zou hebben dan Hürriyet. Cijfermateriaal bevestigt dit. Om de hypothese
verder te confirmeren, moest ook aan de concrete invulling voldaan worden. Dit betekende dat
Hürriyet meer dan Zaman zou moeten ingaan op inhoudelijke lacunes van de opening en behalve
andere actoren óók de AKP als verantwoordelijke voor het falen van de opening zou moeten
aanklagen, terwijl Zaman minder inhoudelijke tekorten zou belichten en zich zou aansluiten bij de
AKP door alleen andere actoren te beschuldigen. Dit laatste zou leiden tot een hoger aantal positieve
coderingen vanuit actorperspectief. De resultaten bevestigen ook deze concrete invulling van
hypothese 3.
Nochtans is het belangrijk om dit cijfermateriaal te nuanceren. De interpretatieve analyse toont dat
Hürriyet óók verrassend kritisch staat tegenover het kemalistische erfgoed, discours en nationalistische
actoren zoals de MHP die net zoals de krant kemalisme prediken. Bovendien becommentarieert de
krant de AKP terloops positief. De positieve coderingen vanuit actorperspectief in Hürriyet zijn
procentueel gewoon lager waardoor de bevestiging van de hypothese niet beïnvloed wordt.
Vervolgens reikt de doorsijpeling van de puur religieuze achtergrond van Zaman niet verder dan de
afwezigheid van kritiek op de inhoud en drijfveer achter het initiatief, de eveneens religieus
geïnspireerde AKP. De vraag is of dit echter voldoende is om te stellen dat de ideologie doorsijpelt,
rekening houdend met bovenstaande informatie over Hürriyet. Bovendien bleek ook dat de inhoudelijk
positieve coderingen in Hürriyet hoger liggen, maar dit beïnvloedt wederom de hypothese niet. Die
veronderstelt immers dat Zaman minder inhoudelijk negatieve coderingen zou hebben. Daarnaast is
een inhoudelijk religieuze invalshoek afwezig. Dat bewijzen eveneens de resultaten van het
frameonderzoek waarbij óók Zaman 0 resultaten geeft bij vraag 4b over referenties naar religie. Als
75
we dus een inhoudsanalyse uitvoeren zonder concreet ingevulde hypothese via coderingen en de
ideologiedoorsijpeling interpretatief toetsen, dan blijkt dat Hürriyet ook kritisch staat tegenover haar
eigen kemalistische gedachtegoed en dat de religieuze achtergrond van Zaman niet uitdrukkelijk
doorsijpelt. Nuanceringen ontkrachten dus de ideologiedoorsijpeling.
Kortom, cijfermateriaal gebaseerd op de coderingen bevestigt de ideologiedoorsijpeling omdat Zaman
in totaal meer positieve coderingen heeft dan Hürriyet. Zaman bekritiseert nooit inhoudelijk de
opening en de drijfveer erachter en steunt dus de Koerdische opening. Hürriyet daarentegen heeft meer
negatieve coderingen, bekritiseert terloops óók de AKP en belicht de opening inhoudelijk negatief.
Hürriyet staat dus vanuit kemalistisch perspectief kritischer tegenover de opening en de religieuze
drijfveer erachter. Nuanceringen dringen zich echter op omdat Hürriyet eveneens kemalistische
actoren, erfgoed en discours bekritiseert en de religieus geïnspireerde AKP terloops positief
becommentarieert. Rekening houdend met o.a. deze bevindingen zijn de afwezige kritiek op de inhoud
en religieuze drijfveer van de opening in Zaman ook niet voldoende om te wijzen op
ideologiedoorsijpeling. Dit alles bewijst dat het cijfermateriaal alleen niet toereikend is om de
ideologiedoorsijpeling in beide kranten te bevestigen. Verder kwalitatief onderzoek hiernaar zonder
concrete codering als verdere invulling van de hypothese is essentieel om het cijfermateriaal en de
daaraan gekoppelde harde tegenstelling bij te sturen.
76
BIBLIOGRAFIE
Boeken
Akkaya, Ahmet Hamdi & Jongerden, Joost. (2011). The PKK in the 2000s: continuity through breaks?
In Casier, Marlies & Jongerden, Joost (Eds.), Nationalisms and Politics in Turkey, Political
Islam, Kemalism and the Kurdish Issue (pp. 261-297). Oxford & New York: Routledge.
Algan, Ece. (2003). Privatization of radio and media hegemony in Turkey. In Artz, Lee &
Kamalipour, Yahya R. (Eds.), The globalization of corporate media hegemony (pp. 169-191).
Albany: State University of New York Press.
Amain, Kamal & Kielstra, Nico. (1992). De Koerden. Amsterdam: Het Spinhuis.
Barkey, H.J. & Fuller, G.E. (1998). Turkey’s Kurdish question. New York: Rowman & Littlefield
Publishers.
Berelson, B. (1971). Content Analysis in Communication Research. New York: Hafner Publishing
Company.
Bulut, F. (2005). Türk Basınında Kürtler. Beyoğlu/Istanbul: Evrensel Basım Yayın.
Boer, C. De & Brennecke, S. (2003). Media en publiek: Theorieën over media-impact. Amsterdam:
Boom.
Bozarslan, Hamit. (2008). Kurds and the Turkish state. In Kasaba Reşat (Ed.), The Cambridge History
of Turkey, Volume 4: Turkey in the Modern World (pp. 333-356). Cambridge: Cambridge
University Press.
Cottle, S. (2000). Media research and ethnic minorities: Mapping the field. In Cottle, S. (Ed.), Ethnic
minorities and the media: Changing cultural boundaries (pp. 1-30). Buckingham: Open
University Press.
Çatalbaş, Dilruba. (2007). Freedom of press and broadcasting. In Kabasakal Arat, Zehra F. (Ed.),
Human Rights in Turkey (pp.19-34). Philadelphia: University of Pennsylvania Press.
Deacon, D., Pickering, M., Golding, P. & Murdock, G. (1999). Researching communications: A
practical guide to methods in media and cultural analysis. New York: Oxford University
Press.
Dijk, Teun A. Van. (1991) Racism and the Press. London: Routledge.
Heirman, Mark. (1991). Het lot van de Koerden. Antwerpen: IPIS.
Lutz, Jessica. (2002). De gouden appel: Turkije tussen oost en west. Breda: Uitgeverij De Geus.
Marcus, Aliza. (2007). Blood and Belief: The PKK and the Kurdish Fight for Independence. New
York: New York University Press.
McDowall, David. (2005). A Modern History of the Kurds. London and New York: I.B. Tauris.
Neuman, R., Just, M. & Crigler, A. (1992). Common knowledge. News and the construction of
political meaning. Chicago: University of Chicago Press.
O’Neil, Marie Lou. (2007). Linguistic human rights and the rights of Kurds. In Kabasakal Arat, Zehra
F. (Ed.), Human Rights in Turkey (pp.72-85). Philadelphia: University of Pennsylvania Press.
77
Schneider, D. J. (2004). The psychology of stereotyping. New York: Guilford Press.
Shadid, W. (2007). Grondslagen van interculturele communicatie: studieveld en werkterrein.
Amsterdam: Kluwer.
Tan, Alexis S. (1981). Mass communication theories and research. Columbus/Ohio: Grid Publishing
Inc.
Zürcher, Erik Jan. (2006). Een geschiedenis van het modern Turkije. Amsterdam: Uitgeverij Sun.
Artikels
Bruinessen, M. van. (2005). Ismail Beşikçi: Turkish sociologist, critic of Kemalism, and kurdologist.
The Journal of Kurdish Studies, 5(2003-04 [2005]), 19-34.
Çandar, Cengiz. (2009). The Kurdish Question: The Reasons and Fortunes of the ' Opening'. Insight
Turkey, 11(4), 13-19.
Casier, Marlies, Jongerden, Joost & Walker, Nic. (2011). Fruitless attempts? The Kurdish Initiative
and containment of the Kurdish Movement in Turkey. New Perspectives on Turkey, 44(2011),
37-62.
Erdoğan İ. (2008). Haber Çerçeveleme: Kuram ve Tipoloji. Marmara İletişim Dergisi, 13, 35-52.
Feroz, Ahmad. (1991). Politics and islam in modern Turkey. Middle Eastern Studies, 27(1), 3-21.
Finkel, Andrew. (2000). Who guards the Turkish press? A perspective on press corruption in Turkey.
Journal of international affairs, 54(1), 147-166.
Gorp, B. Van. (2006). Een constructivistische kijk op het concept framing. Tijdschrijft voor
Communicatiewetenschappen, 34(3), 246-256.
Graves, Sherryl B. (1999). Television and prejudice reduction: when does television as a vicarious
experience make a difference?. Journal of Social Issues, 55(4), 707-725.
Heper, Metin & Demirel Tanel. (1996). The press and the consolidation of democracy in Turkey.
Middle Eastern Studies, 32(2), 109-123.
Liaras, Evangelos G. & Somer, Murat. (2010). Turkey’s New Kurdish Opening: Religious Versus
Secular Values. Middle East Policy, 17(2), 152-165.
Shadid, W. (1995). Media en minderheden: De rol van de media bij het ontstaan en bestrijden van
vooroordelen over etnische minderheden. Toegepaste Taalwetenschap (TTW): Thema's en
trends in de sociolinguïstiek, 1995(2), 93-104.
Shadid, W. (2005). Berichtgeving over moslims en de islam in de westerse media: beeldvorming,
oorzaken en alternatieve strategieën. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 39(4), 330346.
Semetko, H.A. & Valkenburg, P.M. (2000). Framing European Politics: A Content Analysis of Press
and Television News. Journal of Communication, 50(2), 93-109.
Sezgin, Dilara & Wall, Melissa A. (2005). Constructing the Kurds in the Turkish press: a case study of
Hürriyet newspaper. Media, Culture & Society, 27(5), 787-798.
78
Tunç, Aslı. (2002). Pushing the limits of tolerance: functions of political cartoonists in the
democratization process: the case of Turkey. International Communication Gazette, 64(1), 4762.
Yavuz, M. Hakan & Özcan, Nihat Ali. (2006). The Kurdish Question and Turkey’s Justice and
Development Party. Middle East Policy, 13(1), 102-119.
Zillman, D., Chen, L., Knobloch, S, & Callison, C. (2004). Effects of lead framing on selective
exposure to internet news reports. Communication research, 31(1), 58-81.
Online boeken
Grabow, Karsen & Rieck, Christian E. (2008). The Kas democracy report 2008: media and
democracy. [Online] http://www.kas.de/wf/doc/kas_14955-1522-1-30.pdf?081103151203
[18.03.2011].
Artikel in online krant of tijdschrift
Alpay, Şahin. (22.06.2010). Kürt açılımı bitti mi? Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=998172 [09.03.2011].
Aydemir, Bülent. (27.08.2009). Kürt açılımı kapalı oturumda tartışılacak. Sabah. [Online]
http://www.sabah.com.tr/Gundem/2009/08/27/kurt_acilimi_kapali_oturumda_tartisilacak
[09.03.2011].
Casier, Marlies. (05.05.2010). Brandend actueel: de Koerdische kwestie in Turkije. Vrede. [Online]
http://www.vrede.be/index.php?option=com_content&view=article&id=1887:brandendactueel-de-koerdische-kwestie-in-turkije&catid=147:nr-403-mei-juni-2010&Itemid=28
[09.03.2011].
Çiçek, Nevzat. (24.07.2009). Öcalan'ın 10 şartı. Sabah. [Online]
http://www.sabah.com.tr/Gundem/2009/07/24/ocalanin_10_sarti [08.03.2011].
S.n. (07.11.2009a). İşte 'Kürt açılımı’. Timeturk. [Online]
http://www.timeturk.com/tr/2009/11/07/iste-kurt-acilimi.html [07.03.2011].
S.n. (07.11.2009b). İşte Kürt açılımının yol haritası. Timeturk. [Online]
http://www.timeturk.com/tr/2009/11/07/iste-kurt-aciliminin-yol-haritasi.html [07.03.2011].
S.n. (05.05.2010). Het einde van de Koerdische kwestie. Mo. [Online] http://www.mo.be/artikel/heteinde-van-de-koerdische-kwestie [09.03.2011].
Aantekeningen voor lezingen, papers en rapporten
Bruinessen, M. van. (1997a). Constructions of ethnic identity in the late Ottoman Empire and
Republican Turkey: the Kurds and their Others. [10pp.]. [Online]
http://www.let.uu.nl/~martin.vanbruinessen/personal/publications/constructions_of_ethnic_ide
ntity.htm [02.03.2011]. (Paper voor de workshop "Social identities in the late Ottoman
Empire", Department of Middle Eastern Studies, New York University, 1-10.)
Bruinessen, M. van. (1997b). De Koerdische kwestie in Turkije en in de diaspora. [7pp.]. [Online]
http://www.let.uu.nl/~martin.vanbruinessen/personal/publications/Koerdische_kwestie_Turkij
e_diaspora.htm [02.03.2011]. (Aantekeningen voor een lezing op het Mini-symposium
“Achtergronden van de ontwikkelingen binnen de Turkse gemeenschap in Nederland”,
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Den Haag, 1-7.)
79
Bruinessen, M. van. (1997c). Race, culture, nation and identity politics in Turkey: some comments.
[9pp.]. [Online]http://www.let.uu.nl/~martin.vanbruinessen/
personal/publications/Identity_politics_in_Turkey.pdf [23.03.2011]. (Paper voor de Mica
Ertegün Annual Turkish Studies Workshop on Continuity and Change: “Shifting State
Ideologies from Late Ottoman to Early Republican Turkey, 1890-1930”, Department of Near
Eastern Studies, Princeton University.)
Bruinessen, M. van. (1999). The Kurds in movement: migrations, mobilisations, communications and
the globalisation of the Kurdish question. [16pp.]. [Online]
http://www.let.uu.nl/~martin.vanbruinessen/personal/publications/Kurds_in_movement.htm
[02.03.2011]. (Working Paper 14, Islamic Area Studies Project, 1-16.)
Gorp, B. Van. (2004). Framing en het interpreteren van nieuws: een experimenteel onderzoek naar de
effecten van frames. [29pp.]. [Online]
http://webhost.ua.ac.be/psw/pswpapers/PSWpaper%202004-06%20van%20gorp.pdf
[16.03.2011]. (Paper)
TESEV. (2008). A roadmap for a solution to the Kurdish question: policy proposals from the region
for the government. [44pp.]. [Online]
http://www.tesev.org.tr/UD_OBJS/Report%20on%20Kurdish%20Question.pdf [08.03.2011].
(rapport)
Webdocument
Doğan Şirketler Grubu Holding. (2011). Medya. [Online]
http://www.doganholding.com.tr/yatirimlar/medya.aspx [23.03.2011].
Hürriyet Kurumsal. (2005). Misyon, vizyon, strateji. [1pp.]. [Online]
http://www.hurriyetkurumsal.com/tr/misyon.asp [23.03.2011].
Imset, Ismet G. (1995). The PKK: Freedom fighters or terrorists. [71pp.]. [Online]
http://www.kurdistan.org/work/commentary/the-pkk-freedom-fighters-or-terrorists/
[07.03.2011].
Imset, Ismet G. (s.d.). Turkish media adjusts further to military discipline. [3pp.]. [Online]
http://www.zoklet.net/totse/en/politics/foreign_military_intelligence_agencies/turkmeda.html
[22.03.2011].
Artikel in online databank
Casier, Marlies, Hilton, Andy & Jongerdon, Joost. (2009). “Road maps” and roadblocks in Turkey’s
Southeast. Middle East Report Online, 1-9. [Online] http://merip.org/ [07.03.2011].
Woordenboeken en encyclopedieën online
Sorun. (s.d.). In Türk dil kurumu.
http://www.tdk.gov.tr/TR/Genel/Ana.aspx?F6E10F8892433CFFAAF6AA849816B2EF43767
34BED947CDE [18.03.2011].
Hürriyet. (2004a). In TürkçeBilgi. http://www.turkcebilgi.com/h%C3%BCrriyet_(gazete)/ansiklopedi
[23.03.2011].
Zaman. (2004b). In TürkçeBilgi. http://www.turkcebilgi.com/zaman_gazetesi/ansiklopedi
[23.03.2011].
80
Woordenboeken
Kırış, Mehmet. (2003). Turks Nederlands Woordenboek. Nijmegen: Etnicom
Geraadpleegde artikels in Hürriyet
Çandar, Cengiz. (30.08.2009). Kürtleri Kürt olarak yaşatmak sorunu... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12376202 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (29.08.2009). Üniter devlet= Türk ulus-devleti mi?. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12371799 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (28.08.2009). “Askeri müdahele” ile “Kürt Açılımı” duramaz. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12363933 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (26.08.2009). Diyarbakır’da biber gazı, “Kürt Açılımı”na biberli açıklamalar...
Hürriyet. [Online] http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12349490
[13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (25.08.2009). Biji Bırati, Biji Fenerbahçe. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12335172 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (23.08.2009). Türkiye’de Kürtler: Asimilasyon iflasından re-entegrasyona... Hürriyet.
[Online] http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12331722 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (22.08.2009). Kıbrıs’ta çözümden Kürt çözümüne…. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12326886 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (21.08.2009). Türk-Kürt veya Türkiye Baharı… Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12319095 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (19.08.2009). 'Kürt açılımı' gözlüğü ile Irak Kürdistanı'nı izlerken. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12308978 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (16.08.2009). “Kürt açılımı”nın gazı kesilmezse... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12285650 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (15.08.2009). Olmazsa olmaz” iki hedef: “Kürt sorunu”nun Anayasal çözümü ve
Öcalan’dan “silahlara veda”. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12281265 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (14.08.2009). “Kardeşlik Manifestosu” veya “Yurtseverlik ve Milli Birlik-Bütünlük
Bildirgesi”... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12273900 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (11.08.2009). Türkiye uçmak için kanatlarını çırpıyor... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12273900 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (04.08.2009). “Kürt açılımı”nı dinamitlemek vebali... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12207335 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (02.08.2009). Kürt sorunu”ndan “Kürt açılımı”na... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12196646 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (01.08.2009). Van’ı sevmek, Kürtleri sevmek… Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12192863 [13.04.2011].
81
Çandar, Cengiz. (25.09.2009). “Açılım”ın Neresindeyiz?. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12548537 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (22.09.2009). “Osmanlı Tecrübesi” ve “Kürt Açılımı”... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12527475 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (15.09.2009). Kürt Açılımı: 'Devam'dan başka seçeneği olmayan süreç. Hürriyet.
[Online] http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12481959 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (13.09.2009). Güneydoğu’dan Kürt Açılımı (6) 1500 kilometrelik “dağdan
indirmek”-“dağa çıkmayı önlemek” dersleri... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12469411 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (12.09.2009). Güneydoğu’dan ‘Kürt Açılımı’ İzlenimleri (5) “Şemdinli Şartı”:
“Dağdakiler”e Af... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12463552 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (11.09.2009). “Güneydoğu’dan ‘Kürt Açılımı’ Notları (4) Tarihimizin en uzun ‘Kürt
İsyanı’nın başladığı yerde: Operasyonlar dursun... Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12456531 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (10.09.2009). Güneydoğu’dan Kürt Açılımı (3) Eruh’tan “şehit” haberi; Kasrı
Kanco’dan “sabır” uyarısı. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12448589 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (09.09.2009). “Türk-Kürt vicdanları ortaklaştırmalıyız”. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12440559 [13.04.2011].
Çandar, Cengiz. (08.09.2009). Diyarbakır hâlâ umutlu. Hürriyet. [Online]
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12434452 [13.04.2011].
Geraadpleegde artikels in Zaman
Türkone, Mümtaz’er. (28.08.2009). Açılım’dan vazgeçsek. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/haber.do?haberno=885459&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B
16CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (27.08.2009). Pimi çekilmiş bomba. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=885070&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (23.08.2009). Teröriste merhamet göstermek. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=883592&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (18.08.2009). Devletin çözümü-Toplumun çözümü18.08.2009. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=881654&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (16.08.2009). 'Üniter devlet' ne değildir?. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=880985&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (14.08.2009). Yol haritası. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=880288&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
82
Türkone, Mümtaz’er. (07.08.2009). Kokoreç ikramı ve etnik sorunlar. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=877817&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (02.08.2009). Polis Akademisi'nde 'Türkiye Modeli' Çalıştayı. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=875828&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (27.09.2009). Açılımın yelpazesi ve milliyetçilikler. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=896650&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (15.09.2009). 'Son terörist' kim?. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=892342&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
Türkone, Mümtaz’er. (11.09.2009). Baykal 'açılım'a karşı mı?. Zaman. [Online]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=890793&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B1
6CC4B16DC4B1 [13.04.2011].
83
BIJLAGEN
Hürriyet: Cengiz Çandar (augustus)
1) Kürtleri Kürt olarak yaşatmak sorunu...
İlk bakışta, herşey 1925’teki Şeyh Sait isyanından, yani resmi görüşe göre “irticanın başkaldırışı”ndan
sonra oldu.
Genelkurmay Başkanı Orgeneral İlker Başbuğ, 1925’ten itibaren Türkiye’nin doğu bölgelerindeki isyan ve
kalkışmaları “etnik temelli” görmüyor. İlk büyük çaplı isyan Şeyh Sait ve onun niteleme sıfatı “irtica”.
İşte o isyanın ardından bir “Şark Islahat Planı” kabul ediliyor ve yürürlüğe konuyor. “İrtica hadisesinde mahall-i
ceryan olan vilayetlerimizdeki müşahedatı tetkik ve icabeden tedabiri tezekkür ve bir rapor halinde tanzim
eylemek üzere Dahiliye Vekili Cemil, Adliye Vekili Mahmut Esat, Çankırı Mebusu Mustafa Abdülhalik beylerle
Erkan-ı Harbiye Umumiye Reisi Sanisi Mirliva Kazım Paşa’nın iştikarile bir encümen teşkil hakkındaki 8 Eylül
1341 tarh ve 2536 numaralı mahrem icra vekilleri heyeti kararnamesi mucibince...”
Günümüz Türkçesiyle “İrtica olayına tanıklık eden illerimizdeki durumu incelemek ve gereken önlemlere ilişkin
bir rapor düzenlemek için İçişleri Bakanı, Adalet Bakanı, Genelkurmay İkinci Başkanı ve bir milletvekilinin
katılımıyla bir komisyon kurulmasına dair Bakanlar Kurulu’nun 8 Eylül 1925 tarih ve 2536 numaralı gizli
kararnamesi gereğince...”
Gereğince ne oluyor?
24 Eylül 1925 tarihinde “Şark Islahat Planı” kabul ediliyor ama hükümlerine baktığınızda “irtica”ya ilişkin pek
bir şey göremiyorsunuz. Buna karşılık Kürtlerin “asimilasyonu”na ilişkin ilginç maddeler var.
İlker Başbuğ, 14 Nisan konuşmasında Prof. Metin Heper’e gönderme yaparak “Gerek Osmanlı İmparatorluğu
gerekse Cumhuriyet döneminde, Kürt kökenli vatandaşlarımıza devletçe sistematik asimilasyon politikası
uygulanmamıştır... Sonuç olarak, esas itibarıyla Cumhuriyetin ilk yıllarında yaşanan ayaklanmalar etnik temelli
değildir” demişti.
Tarihi gerçekler bu söylemi doğrulamıyor.
***
***
***
Alın Eylül 1925’teki yani bundan aşağı yukarı tam 84 yıl önceki “Şark Islahat Planı”ndan bir bölüm:
“Van şehri ile Midyat arasındaki hattın garbında Ermenilerden metruk araziye Türk muhacirleri yerleştirilecektir.
bunun için idare-i örfiye mıntıkasındaki vilayette bulunan Ermeni emvali maliyece satılmayacak ve hatta
Kürtlere icar dahi edilmeyecektir. Yugoslavya dan gelmekte olan Türk ve Arnavutlar ile İran ve Kafkasya dan
gelecek teşkil edeceği, muhacirin, evvelemirde Elaziz – Ergani - Diyarıbekir, Elaziz – Palu, Palu-Kiğı, Palu-Muş
arasındaki Murat Vadisi Bingöl dağının şark ve cenubu, ve Hınıs, Murat vadileri, Muşa ovası, Van gölü havzası,
Diyarıbekir - Garzan - Bitlis hatlarında iskan edilecek.”
Yorum gerektirmeyecek kadar açık. Van ve Midyat hattının batısında, isimleri verilen bölgelerdeki Ermenilerden
kalan araziye Yugoslavya’dan gelen Türk ve Arnavutlar ile İran ve Kafkasya’dan gelen göçmenler
yerleştirilecek, bu arazi Kürtlere kiralanmayacaktır bile.”
84
Bu “nüfus mühendisliği”, Plan’ın 13 ve 16. Maddesi’ndeki Kürtçe yasaklarıyla birarada okunduğunda anlam
kazanıyor.
Madde 13:
"Aslen Türk olup Kürtlüğe mağlup olmaya başlayan (yani Kürtleşmeye başlayan) bervech-i âtî Malatya,
Elaziz, Diyarbekir, Bitlis, Van, Muş, Urfa, Ergani, Hozat, Erciş, Adilcevaz, Ahlat, Palu, Çarsancak,
Çemişgezek, Ovacık, Hısn-ı Mansur (Adıyaman), Behinsi (Besni), Arga (Akçadağ), Hekimhan, Birecik,
Çermik, vilayet ve kaza merkezlerinde hükûmet ve belediye dairelerinde ve sair mücessesat ve teşkilâtta,
mekteplerde, çarşı ve pazarlarda Türkçeden maada lisan kullananlar evâmir-i hükûmete ve belediyeye
muhalif ve mukavemet cürmile tecziye edilirler."
Madde 16:
"Fırat garbındaki vilayetlerimizin bazı akvamında dağınık bir surette yerleşmiş olan Kürtlerin Kürtçe
konuşmaları behemahal men edilmeli ve kız mekteplerine ehemmiyet verilerek kadınların Türkçe
konuşmaları temin olunmalıdır." (Madde 16)
Bir de Madde 14’e göz atalım:
"Aslen Türk olan fakat Kürtlüğe temessül etmek üzere olan bulunan mevkide ve Siirt, Mardin, Savur,
gibi ahalisi Arapça konuşan mahallerde Türk Ocakları ve mektep açılması ve bilhassa her türlü
fedakârlık iktiham olunarak (gösterilerek) mükemmel kız mekteplere rağbetlerinin suveri adîde (fazla
miktarda) ile temîni lazımdır. Hassaten Dersim, tercihan ve müstacalen (acil olarak) leyli iptidailer (yatılı
ilkokullar) açılmak suretiyle Kürtlüğe karışmaktan bir an evvel kurtarılmalıdır." ?
İşte “asimilasyon”dan, bugün artık iflas ettiği ortada olan ve terkedilmesi gereken “asimilasyon”dan kasıt budur.
Kürtlerin yoğun bulunduğu bölgelere Türk yerleştirmek, Kürtçe konuşulmasını men etmek ve cezalandırmak,
Kürtlüğü önlemek ve yeni yetişecek kuşakları Türkleştirmek. Asimilasyon budur.
Ve bu bir “devlet politikası” olagelmiştir. Metin Heper’in dediği gibi “Kürt inkarı” 1930’lar ve 1940’lardaki “bir
avuç entelektüel”in tavrı değil, “devletin politikası” olmuştur.
Belma Akçura, “Devletin Kürt Filmi – 1925-2007 Kürt Raporları” adıyla bunu kitaplaştırdı.
Cumhuriyet’in ilk dönemlerindeki birçok şey gibi, bu “asimilasyonist” yaklaşım ve politika da köklerini Osmanlı
son döneminde, İttihatçılarda buluyor. Kürtlere yönelik “asimilasyonculuk”un “ideolojisi”ni yapan da bizzat
Ziya Gökalp’tir.
***
***
***
Günümüzde bu politika ve yaklaşım devam ediyor mu?
Evet ediyor. Bunun en kestirme ifadesi Deniz Baykal’ın ağzından ifadesini bula “Dil böler” şeklindeki anlayıştır.
Bu anlayış, Metin Heper gibilerinin “Kürtçe eğitim hakkı”nı “ikincil kimliklerin birincil hale gelmesine yol açar,
bu da ülkeyi etnik olarak böler” gibisinden dünyada hiçbir yerde geçerli olmayan tezlerinde ve Genelkurmay
Başkanı’nın ondan ödünç aldığı mealen “bireysel kültürel haklara evet, ama kolektif –grup- haklarına yani ana
dilde eğitim hakkına hayır” görüşünde değişik düzeylerde paylaşılıyor.
Dil bölmez. Türkiye tecrübesi, dile baskının, dil üzerinden kimlik inkarının “bölücü” sonuçlar yarattığını
yeterince kanıtlamış olmalıdır.
85
Mesele, Türkiye’nin Kürtlerinin Türkiye Cumhuriyeti vatandaşları olarak, AB hukuk normlarına sahip bir
ülkede, yüzlerce yıldır yaşadıkları coğrafyada kendileri olarak yaşamaya devam etmeleri ve bunun hukuki
güvencelerinin sağlanmasıdır.
Artık Kürt sorununda şiddete, kan dökülmesine sonuna kadar hayır. Türkiye’nin birliği için Kürtlerin Kürt olarak
özgürce yaşamalarına evet.
Bunun için, paradigma değişikliği, “yeni paradigma” şart.
“Kürt Açılımı”nın , başarılabilirse, varacağı ve varması gereken yer orasıdır.
Bir haftalık bir izinin ardından bir sonraki hafta buluşmak üzere. Cç
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12376202
30.08.2009
2) Üniter devlet= Türk ulus-devleti mi?
Kürt Açılımı”nın önüne Türkiye Cumhuriyeti Anayasası’nın 3. Maddesi’ni dikmeye ve böylece “açılım”ın
önünü kesmeye çalışmak siyaseten de, ahlaken de doğru değil.
Anayasa’nın söz konusu 3. Maddesi “değiştirilemez” ve “hatta değiştirilmesi teklif dahi edilemez” maddeler
arasında.
Bunu, yani 3. Madde’nin “değiştirilemez” ve “değiştirilmesi teklif dahi edilemez” olduğunu hatırlatıp, söz
konusu maddeye yapay bir “kutsallık zırhı” geçirmenin anlamı yok. Matbu metinlerde “değiştirilemez” ve
“değiştirilmesi teklif dahi edilemez” hükümler, ancak Kuran-ı Kerim ve Kitab-ı Mukaddes gibi monoteist dinler
ya da Hinduizm, Budizm gibi inanç sistemleri kutsal metinlerine özgüdür.
“İlahi” yönü olmayan ve “insan yapımı” olan hiçbir metnin “kutsallığı” yoktur ve pekala değiştirilir. Hele,
Türkiye Cumhuriyeti Anayasası gibi 12 Eylül 1980 Askeri Darbesi’nin ürünü olan ve hukuk açısından sakat
doğmuş bir metnin “değiştirilemez” ya da “değiştirilmesi teklif dahi edilemez” gibisinden hayat pratiğinin asla
geçerli kılamayacağı “yasakçılık” zihniyetine sığınması, Anayasa Hukuk mantığı açısından, demokrasi
açısından, her açıdan kabul edilemez niteliktedir.
Ve, TC Anayasası’nın “değiştirilemez” ve “değiştirimesi teklif dahi edilemez” maddeleri de bir gün mutlaka
değişecektir. Bunu bir kenara yazın. Türkiye’de demokrasi ile faşizm arasındaki mücadele süreci, ilki lehine ağır
bastıkça, kaçınılmaz olarak sıra, Askeri Darbe’nin aslında kendisine “dokunulmazlık” izafe etmek için icat ettiği
o “değiştirilemez” ve “değiştirilmesi teklif dahi edilemez” maddelerine mutlaka gelecektir.
Bu konunun bir yönü. Ama burada üzerinde durmak istediğimiz pratik yönü; ne diyor 3. Madde?
“Türkiye devleti, ülkesi ve milletiyle bölünmez bir bütündür. Dili Türkçedir. Bayrağı, şekli kanunda belirtilen,
beyaz ay yıldızlı al bayraktır. Milli marşı ‘İstiklal Marşı’dır. Başkenti Ankara’dır.”
Gündemdeki “Kürt Açılımı” tartışmalarında, bu madde tartışma konusu olmadı ki. Ne başkent, ne bayrak, ne
ülke, hatta ne resmi dilin Türkçe olması; bunların hiçbiri “değişsin” önerisi, hatta niyeti ortada yok.
Peki niçin Genelkurmay Başkanı Orgeneral İlker Başbuğ, “Kürt Açılımı” tartışması topuna hiçte gerekmediği
halde girdiği vakit, açıklamasının başına Anayasa’nın 3. Maddesi’ni yerleştirdi?
86
Bu, “üniter devlet-ulus devlet” kavramlarına ilişkin çarpık bir yorumdan kaynaklanıyor. Genelkurmay Başkanı
da, o çarpık yorumdan besbelli etkileniyor.
***
***
***
Orgeneral Başbuğ’un nezdinde Anayasa’nın 3. Maddesi’nin vurucu yanı “Türkiye”nin “devleti, ülkesi ve
milletiyle bölünmez bir bütün” olduğunu belirten sözcükleri. “Üniter” ve “ulus-devlet”in tanımı bu “bölünmez
bütünlük”te algılanıyor.
Bu haliyle bırakıldığında hayli sığ bir anlayış böylesi. Çünkü bir başka “üniter devlet” olan İspanya’nın 1978
tarihli anayasasının 2. Ve 3. Maddeleri ile bayrağı tanımlayan 4. maddesi, bizimkinin 3. Maddesi’ni çağrıştırıyor.
Ama sadece çağrıştırıyor.
Bakın İspanya Anayasası’nın 2. Maddesi’ne: “Anayasa, İspanya ulusunun çözülemez birliğine, tüm
İspanyolların ortak ve bölünmez vatanına dayanmaktadır” diyor ve devam ediyor: “kendisini meydana getiren
milliyetler ve bölgelerin özerklik hakkını ve aralarındaki dayanışmayı tanımaktadır ve güvence altına
almaktadır.”
İspanya Anayasası’nın 3. Maddesi ise şöyle: “ (1) Castilian devletin resmi İspanyolca dilidir. Tüm İspanyolların
onu bilme görevi ve kullanma hakkı vardır. (2) İspanya’nın diğer dilleri de, statülerine göre özerk toplulukların
bulunduğu yerlerde resmi olacaktır. (3) İspanya’nın dilsel zenginlik özellikleri özel bir saygı ve koruma konusu
olacak bir kültürel mirastır.”
Unutmayalım, İspanya, bir “Üniter Devlet”tir, “ülkesi ve milletiyle bölünmez bütünlük” anlayışı orada da vardır
ve Anayasa’nın dayandığı zemindir.
Ama orada “İspanyol” kavramı, bir etnisiteyi ifade etmez ve o anlamda bir kendiliğinden bir “üst kimlik” niteliği
taşırken, Türkiye’de “Türk” öyle değil. Öyle de algılanmıyor. Orada sorun başlıyor.
Bunlar ciddi konular öyle hotzotla ve demagojiyle bastırılacak cinsten olmadıkları gibi, Türkiye’nin geldiği
noktada hotzottan korkacak ve sinecek insanların sayısı da giderek pek azalıyor.
“Kürt Açılımı” adı verilen –isim bize değil, Başbakan’a ait. “Demokratik Açılım” diye altı çizilmek istense de,
bu, özünün “Kürt Açılımı” olduğu gerçeğini değiştirmiyor- süreçin Türkiye’nin kuruluş dönemi eksiklikleri ve
çarpıklıklarını gidermesi gibi de bir işlevi var.
Anayasa değişikliği ve vatandaşlık tanımı, sürecin ilk halkası değil belki ama kaçınılmaz son halkası olacak.
“Yol boyunca” aşılması gereken bir çok engel var ve bunlardan önemi bir bölümü “ideolojik”.
***
***
***
Örneğin, Genelkurmay Başkanı’nın kendisine kılavuz olarak aldığı Prof. Dr. Metin Heper’in bu konulardaki
görüşleri hem yanlış, hem de sorunludur. Bu konulardaki uzmanlığı ile tanınan Prof. Dr. Baskın Oran’a
sorarsanız, “Metin Heper, askerlere ölçü alarak üniforma biçiyor ya da bir başka deyimle onların zihniyetini
onların istediği biçimde teorize ediyor.”
Metin Heper’in görüşleri için “akademik açıdan yüzkarası” diyenler de var. Örneğin, Genelkurmay Başkanı
İlker Başbuğ’un referans aldığı Heper, “Türkiye Cumhuriyeti devletinin etnik anlamıyla sadece Türklerin devleti
olmadığını, Kürt kimliğinin 1930’ların sonları ve 1940’ların başlarında sadece bir grup ‘entelektüel’ tarafından
inkar edildiğini, bu yaklaşımın da hiçbir zaman resmi devlet politikası olmadığını, yaşanan süreçte devletin
87
haksız yere suçlandığını Kürtler arasında devlete karşı gereksiz bir husumet yaratıldığını ve bugün adeta
devletten hesap sorulma raddesine gelindiğini” ileri sürüyor.
Yani, Heper, “Türk devleti Kürtlere yönelik olarak asimilasyonist olmamıştır” tezini savunuyor. Başbuğ da öyle.
Bu “görüş”ü Türkiye’nin Kürt vatandaşlarının ezici çoğunluğunu ikna edemezsiniz.
Onların ikna edilemeyecek olması bir yana, bu “görüş” tam anlamıyla “insaf” tepkisini hak edecek niteliktedir.
Bu “görüş”ü çürütmek için 24 Eylül 1025’te kabul edilmiş olan “Şark Islahat Planı”nı bilmek yeterlidir. Tarih
çarpıtılarak, tarih olmamış gibi davranılarak ya da tarihte ne yapılmışsa sanki yapılan tersi gibi bugün anlatılarak
bilim adamı da olunmaz, ülke de yönetilmez.
“Şark Islahat Planı” ve bu ülkede Kürtlere yönelik uygulanan politikaların ne olduğuna yarın değinelim, görelim
bakalım söz konusu olan “1930’lar ve 1940’larda birkaç entelektüel”in mi işi yoksa “1920’lerden beri gelen
devlet politikası” mı?
Yıllardır ikincisiyle, “1920’lerin mantığıyla sürdürülen devlet politikaları”yla didişiyoruz.
Özü “Kürt Açılımı” olan “Demokratik Açılım”, Türkiye’yi zayıflatıcı ve özünde “ayrımcı ve bölücü” olan bu
devlet politikasının değişmesi yani “devletin dönüşmesi” sinyalleri verdiği için, gerek bugün ve gerekse gelecek
için bir değer ve anlam taşıyor.
Bu konuyu tartıştıkça, “devlet ricali”nin “üniter devlet”ten anladığının “Türk ulus-devleti” olduğunu ve onun
belkemiğinin ise “farklılıklar zenginliğimiz” sloganı altında “asimilasyonist” olduğunu görüyoruz.
Öyle bir “ideolojik bakış açısı”ndan, yani “sorunun kaynağı”ndan Kürt sorununa çözüm çıkmaz.
“Açılım” dediğimiz ise zaten, 80 yıllık “oyun”dan vazgeçip, ülkeyi “çözüm rotası”na sokmaktan başka bir şey
değil...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12371799
29.08.2009
3)“Askeri müdahele” ile “Kürt Açılımı” duramaz
Genelkurmay Başkanı Orgeneral İlker Başbuğ’un “Kürt Açılımı” tartışması denklemine 25 Ağustos
açıklamasıyla girmesi, bir “utanç tablosu” oluşturdu.
1. Siyasi partilerin siyasi aczini ortaya çıkarttı. MHP ve CHP’nin “askerin arkasına saklanarak” siyaset
yapmaya mecbur kaldıkları, ülkenin en temel meselesinde kendi ayakları üzerinde duramadıklarını gördük.
2. Ak Parti açısından da benzeri bir durum söz konusu. Grup Başkan Vekili Bekir Bozdağ’ın açıklaması, sanki
Başbuğ’un sözleri muhalefet partilerini hedef alıyormuş gibi bir “cinlik” ile açıklamayı yorumlaması, Ak
Parti’nin de “siyasi rüştü”nden duyduğu kuşkunun ve asker konuşunca, kendisini sorgusuz-sualsiz ona
endeksleme mecburiyeti duymasının can sıkıcı bir başka tablosudur.
3. Bana Diyarbakır’da rastladığım hemen herkes, Tayyip Erdoğan’ın 11 Ağustos’ta yaptığı konuşmadan birçok
kişinin gözlerinin dolduğunu, gözleri yaşaranların sadece Ak Parti grubundaki milletvekilleri değil bölgedeki
sıradan Kürt vatandaşlar olduğunu söyledi ve en önemlisi şu ortak değerlendirmeyi yaptı: Tayyip Erdoğan o gün
88
ilk kez ‘Kürtlerin de başbakanı’ olarak konuştu. O konuşmanın devamı gelirse, ‘Kürtlerin de başbakanı’
algılaması güçlenir. Bu algılamanın ‘milli birlik ve bütünlük’ oluşmasındaki rolü apaçık ortada. Ne var ki,
Tayyip Erdoğan, İlker Başbuğ’un açıklamasının ardından bildik basmakalıp terminolojiyi daha fazla
vurgulamaya kendisini mecbur hissetti. Bu, iyi bir şey değil.
4. Cumhurbaşkanı Abdullah Gül’ün İlker Başbuğ’un konuşması üzerine otomatik tepkisi ‘çok güzel bir
konuşma’ oldu. Böyle bir tepkiye kendisini mecbur hissetmesi, üzerinde durulmaya değer.
Genelkurmay Başkanı’nın açıklaması, hem “çok güzel” değil, hem de doğru değil.
“Siyasi irade” ve “kararlılık”la “Kürt açılımı”nı başlatmış olan hükümetin askerin üzerine vazife olmayan bir
konuya “müdahele etmesi”ne ilişkin tavrının, 27 Nisan (2007) e-muhtırasına karşı ortaya koyduğu tavra
benzemesi gerek. Aksi halde, başlattıkları “süreç”in altında kalırlar ve kendileri kalsa neyse, ülke kalır.
***
***
***
Radikal’de dün Tarhan Erdem, İlker Başbuğ açıklaması için gayet haklı olarak “Doğru yapmadı, iki muhalefet
partisi liderinin acımasız ve insafsız tahriklerine kapılmamalı, susabilmeliydi” diye yazdı. Haklı. Çünkü yine
onun satırlarıyla “Böyle tartışmalara katılmaması gereken tek kurum vardır: Ordu ve ordunun komutanları.
Silahlı kuvvetlerin mensupları, görevleri gereği katıldıkları resmi ve gizli toplantılar dışında, görüşlerini
açıklamamalıdır.”
Siyasi taktik anlamında da Orgeneral Başbuğ’un açıklaması doğru olmamıştır. Eğer hükümet Başbakan’ın ifade
ettiği adıyla “Kürt açılımı”na devam ederse –ki, her ne pahasına olursa olsun, devamında kararlı olduğunu da
beyan etmiştir- ne olacak?
Zira “acımasız ve insafsız tahrikler”de bulunan muhalefet partileri, Başbuğ’un o açıklamasından sonra TSK’yı
“kendi saflarında” görür oldular. “Açılım” devam eder, Genelkurmay Başkanı suskun kalırsa bir dert,
konuşmaya devam ederse başka ve daha büyük bir dert.
Onun için konuşmamalıydı. MGK toplantısında konuşamıyorlar mı?
Kaldı ki, açıklamasının,“TSK’nın kırmızı çizgileri” diye ilan ettiği, bazı hükümet çevrelerinin “Tamam, bizimki
de zaten aynı” diye üzerine atladığı içeriğinin doğruluğu, isabeti tartışılmaya muhtaç.
Başbuğ, “TSK, Türkiye Cumhuriyeti’nin ulus-devlet ve üniter devlet yapısının korunmasında taraftır ve taraf
olmaya devam edecektir” diyor.
“Üniter devlet”ten ne anlıyorsunuz? Adeta kutsanan bu kavramın, birçok ülkede farklı biçimleri var. Örneğin,
bizim kestirmeden İngiltere dediğimiz Birleşik Krallık da “üniter devlet.” İngiltere’de “Birleşik Krallık’ın
kurucu ülkeleri olarak İskoçya, Galler ve Kuzey İrlanda, İngiltere’nin yanısıra yetki devriyle belli ölçüde özerk
statüde”ler. İskoçya’da bir yerel İskoç hükümeti ve İskoçya Parlamentosu, Galler’de Gal Meclis Hükümeti ve
Gal Ulusal Meclisi, Kuzey İrlanda’da Kuzey İrlanda Yürütmesi ve Kuzey İrlanda Meclisi var.
Birleşik Krallık yine de “üniter devlet” çünkü bu yetkiler merkezden verilmiş ve merkez tarafından kaldırılabilir
yetkiler.
Sadece İngiltere değil, İspanya da “üniter devlet.”
İşin ilginç yanı, İspanya, tam 17 özerk topluluk bölgesi ve iki özerk şehirden oluşan, resmi dili İspanyolca
(Castillan) olmakla birlikte Bask Ülkesi ve Navarro’da Baskça’nın, Katalunya ve Balear Adaları’nda
89
Katalanca’nın, Valencia’da Katalanca’nın bir lehçesinin ve Galicia’da ‘Galego’nun İspanyolca yanında “eş
resmi dil” olduğu, Avrupa’nın en ademi merkeziyetçi ülkelerinden biri.
Ve, bu İspanya, yine de “üniter devlet.”
Türkiye’nin İngiltere ya da İspanya’ya benzeyen bir “üniter devlet” olmasına var mısınız?
İngiltere ve İspanya’nın “toprak bütünlüğü”nün tehlikede olduğunu ve “bölünme tehlikesi”yle karşı karşıya
olduğunu söyleyebilir misiniz?
***
***
***
Gelelim “ulus-devlet”e.
Hangi “ulus-devlet” ya da nasıl bir “ulus-devlet”? Bunun da tek bir tanımı yok ve Şahin Alpay dün bu konuda
Zaman’daki yazısında gayet anlaşılabilir bir dille “mesele”yi ortaya koydu:
“... ‘Muasır medeniyet’e uygun ‘ulus-devlet’ anlayışı ise, hiçbir modern devletin kültürel bakımdan homojentürdeş olamayacağını kabul eder. Burada ‘ulus’, yurttaşların etnisite (soy) ya da kültürel türdeşliğine değil, ulusal
topluluğa gönüllü bağlılıklarına dayanır. Yani kültürel değil siyasal bir ulus söz konusudur. Ulus, kültürü değil,
yurttaşlığı ve onun getirdiği haklarla yüklediği sorumlulukları paylaşanlardan oluşur.
Bugün Türkiye’de asıl tartışma, ne ‘Türkiye devleti’ kavramı, ne onun ‘üniter yapısı’, ne de ‘resmi dilin Türkçe
olması’ üzerine... Tartışma, Türkiye Cumhuriyeti hak ve sorumluluklarda eşit yurttaşlardan oluşan bir ulusa
dayanan ‘Türkiye devleti’ olarak yenilenecek mi, yoksa Türklerden ya da Türkleşmiş olanlardan oluşan bir ulusa
dayanan ‘Türk devleti’ olarak mı anlaşılmaya devam mı edecek noktasında odaklanıyor. Yani çağdışı bir ulus ve
ulus-devlet anlayışında ısrar ederek sonunda bölünmeye mahkum mu olağız, yoksa Türkiye Cumhuriyeti’ni
kendi anadil ve kültürlerini koruyan, ancak yurttaşlığın getirdiği hakları ve sorumlulukları paylaşanlardan oluşan
modern bir ulusa dayanan, özgürlükçü ve çoğulcu demokratik rejime sahip bir ulus-devlet olarak yeniden mi
tanımlayacağız?”
Bu kadar.
İlker Başbuğ’un açıklamasında altını çizdiği hususlar bize tanıdık. Bu, kendisinin etkilendiği ve sık sık referans
verdiği Metin Heper’in görüşleri. Ama Metin Heper’in görüşleri doğru değil. Dolayısıyla, Metin Heper’in yanlış
görüşlerini “Türk Genelkurmay Doktrini” haline getirmek de doğru değil.
Bu konular öyle açıklamalarla, beyanatlarla önü alınacak cinsten konular değil. Tartışılacak. “Açılım”
durmayacak. Duramaz.
Baksanıza, tartışıyoruz zaten...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12363933
28.08.2009
4) Diyarbakır’da biber gazı, “Kürt Açılımı”na biberli açıklamalar...
Biber gazını yiyince gözler yaşardı, burun yanmaya başladı
90
Yaşaran gözler, yanan geniz ile stadın içine geri dönerken, bu gibi durumlarda tecrübeli olduğu anlaşılan bir
görevli polis, gülümseyerek, “Burnunuzu sıkın, ağzınızı kapatın” dedi. Biber gazının etkisinin ağız ve burunun
kapatılmasıyla kırılacağını, maç çıkışı –maç sırasında olduğu gibi- gelişigüzel taş fırlatan Diyarbakırlı çocuklar
iyi biliyor olmalı ki, polis daha biber gazını fırlatmadan bedenlerinden fanilalarını sıkarak yüzlerinin alt
bölümüne sarmışlardı bile.
Televizyon ekranlarından görmeye alıştığımız Batı Şeria manzaralarını hatırlatan bir Diyarbakır gecesi fotoğrafı.
Yüzünün yarısı kapatılmış taş atan ve atmaya niyetli onlarca genç, hatta gençten ziyade çocuk ve polisin fırlattığı
biber gazı.
Öğledensonra Diyarbakır Belediye Başkanı Osman Baydemir’le yaptığım sohbet geliyor aklıma. Yüzde 66’lık
bir oy oranıyla 29 Mart’ta ikinci kez seçilen Başkan’a, Diyarbakır nüfusundaki genç ve çocuk oranını
sormuştum. “Nüfusun yüzde 49’u 19 yaş altı” demişti. Yani, Diyarbakır’ın 1 milyona dayanan hatta geçen şehir
nüfusunun yarısı, 19 yaşının altında ve bunların çoğu işsiz-güçsüz çocuklardan oluşuyor.
Türkiye’nin belki de “en militan unsurları” Diyarbakır’ın bu yaş grubundaki işsiz, eğitimsiz ve çok zor yaşam
koşullarında varoluş mücadelesini sürdüren çocukları.
Maç çıkışı orayı burayı taşlarken bir kısmı “Burası Kürdistan; Burdan Çıkış Yok” diye bağırıyorlardı. Olanbitenin maçla ve Fenerbahçe ile hiç ilgisi yoktu aslında.
Şehrin o kesiminde bir öfke birikimi ve aynı zamanda müthiş bir enerji var. Diyarbakır’ın “ÖzDiyarbakır’lı”
denilen kesiminin çocuğu, Dağkapı’da doğmuş, Suriçi’nde büyümüş eski Baro Başkanı Sezgin Tanrıkulu, maç
sonrasında “Diyarbakırspor-Fenerbahçe maçı boyuna sahaya taş fırlatan ve maçtan sonra da polisin biber gazı
kullanmasına yol açanlar”ın “örgütlü olduğu” ya da “Örgüt’ün yönlendirdikleri” iddiasına karşı çıkıyor. “Hiç
ilgisi yok. Her olayda taş atan çocuklar da böyleleri. Bu çocuklardaki öfke enerjisi herhangi bir kitlesel toplanma
vesilesinde boşalıveriyor” diyor.
Diyarbakır ilginç bir yer. Türkiye’nin hiçbir yerine benzemiyor. Türk sosyolojisinin kurucusu Ziya Gökalp’in
memleketi, günümüzün bir büyük sosyoloji bilmecesi.
***
***
***
Biber gazından korunmak için tekrar geri döndüğümüz stadın tribünlerinde vali yardımcıları, il emniyet müdürü,
Diyarbakırspor Kulübü yöneticileriyle sohbet ediyoruz. Fenerbahçe Kulübü Başkanı Aziz Yıldırım’ın doğum
yeri Diyarbakır’ın Ergani ilçesi. Diyarbakırlılara bazı uyarılarda bulunuyor, Fenerbahçe, Galatasaray gibi
takımlara karşı puan kaybetmenin normal olduğunu, Diyarbakır’ın bu tür takımlarla oynadığı vakit seyircinin
gerilmesinin gereksiz olduğunu söylüyor.
Söz konusu gerilimin maçla, futbol ile bir ilgisi yok demiştik galiba yukarıda.
Birisi söze karışıyor, İstanbul stad kültürüyle uyarıyor, “Siz” diyor Diyarbakırspor yöneticilerine, “Amigolarla
maçtan önce toplanmalı. Onları eğitmeli. Onları kontrol etmelisiniz.”
Futbol Federasyonu’nun eski yöneticilerinden bir spor yazarı müdahale ediyor, “Ben siyasi yazı yazsam, ne
yazacağımı biliyorum. Olan-bitenin amigolarla ilgisi yok. Dört korner direğinin çevresine mevzilenmiş bir
topluluk taş yağdırıyordu. Bu örgütlü bir şey. Amigolarla hiçbir ilgisi yok.”
Kulağına eğiliyorum, “Sence, Örgüt mü yaptı bu işi?” diye soruyorum. Bilgili ve bilgece bir yüz ifadesiyle başını
sallıyor.
91
Diyarbakır’da “Örgüt” demek, PKK için kullanılan bir kod.
Ama Diyarbakırlılara sorarsanız, bu işin o “Örgüt”le bir ilişkisi yok.
Yine de Diyarbakır, özel bir yer. Diyarbakır yöneticilerinden biri hararetle ve gülerek bana dert anlatıyor,
“Cengiz bey, bizim takımın kalecisi Espinoza Ekvador’lu. Onunla görüşmemiz 10 dakika sürdü. Anlaştık. El
sıkıştığımız anda ‘Biji Diyarbakırspor’ diye bağırdı. Yahu, daha seninle biraraya geleli 10 dakika oldu. Nereden
öğrendin ‘Biji’yi!”
-
Sahiden nereden öğrenmiş?
Ekvadorlu Espinoza’yı Belçika’nın Standard Liege takımından transfer ettik. Sanırım Belçika’da Kürt
arkadaşları olmuş.
Diyarbakır’da sabah saatleri Balıkçılarbaşı’nda yürüyorum. Selamlaşanlar, el sıkışanlar. Hangi rüzgar attı beni
Diyarbakır’a bu sefer. “Akşam maç var ya” diyorum. Yaşlıca bir Diyarbakırlı, bağıra çağıra “Cengiz bey, bizde
Kamerunlu bir oyuncu var. Koluna yeşil, sarı, kırmızı bant dolayıp sahaya çıkıyor. O renkler Diyarbakırspor’un
renkleri oldu, yeni oyuncular sayesinde” diyor gülerek.
“Siyah Afrika’nın renkleridir onlar. Afrikalıların çoğu kollarına o renklerden bantlar, başlarına o renklerden
bereler takar” diyorum ama oralı değil, muzip muzip gülümsüyor.
Diyarbakır, “militan ruhlu gençler”in şehri ama sakın yanlış anlaşılmasın olaylara gebe, gergin bir şehir değil.
Hiç değil. Belki, hiçbir zaman olmadığı kadar değil. Ne de olsa “Kürt Açılımı”nın serpintilerini en güçlü
hisseden Türkiye şehri Diyarbakır.
***
***
***
Diyarbakır’a doğru açılmayan, Diyarbakır’ı içine katmayan ve Diyarbakır’ın katılmadığı, içinde yer almadığı bir
“Kürt Açılımı”nın da, daha utangaç deyişiyle “demokratik açılım”ın da varabileceği anlamlı bir adres olabileceği
kuşkulu.
Diyarbakır’ın son bir aydır Türkiye’de esmeye başlayan “umut ve iyimserlik rüzgarları”na en açık şehir olduğu
bu bakımdan sanılabilir ama Diyarbakır’ı “içerden” gözlemeye kalktığınız takdirde, bu konuda özel bir coşku ve
heyecan görülmüyor.
Diyarbakır Barış Meclisi üyelerinden bir bayan avukat, çok kişinin uzun sözcüklerle anlatmak istediğini kısaca
niteledi: “Temkin”!
Diyarbakır, “sütten ağzı en fazla yanmış” Türkiye şehri olarak, “Kürt Açılımı” ile esen rüzgarlar konusunda
temkinli. Hatta aşırı ölçüde temkinli bile denebilir.
Belediye Başkanı Osman Baydemir, “temkin”in ötesinde “kaygı” sözcüğüne yer veriyor. Baydemir, “süreç”e
ilişkin olarak “olabilirler”, “olması gerekenler” ve “tatmin düzeyi” gibi üç kategoriden söz ediyor. “Süreç”in
aktörlerinin herbirinin bu üç kategorideki önceliklerinin birbirinden farklı olabileceğini ve “süreç” iyi, doğru ve
gereği gibi yürütülmezse, bu “öncelik farklılaşması”nın süreci raydan çıkarabilecek tehlikeler içerdiğine dikkat
çekiyor.
İş adamları kuruluşlarının etkili bir ismi ise, “Halkta büyük bir umut ve beklenti oluştuğunu, buna kimsenin karşı
koyamayacağını, DTP’nin ve onunla ilişkili unsurların da bunu hesaba katması gerektiğine” değiniyor.
92
Diyarbakır kamuoyu, İmralı’dan, Kandil’den ve bu iki “merkez”le irtibatlı Avrupa’dan gelecek sese duyarlı
kulaklara sahip. Bu “adresler”den gelecek ses netleşmediği sürece, duygularını ve pozisyonunu dışa vurmamaya
özenli. “Temkin”in gerekçesi bu.
***
***
***
Söz konusu “merkezler”i yansıtan Gündem gazetesi. Diyarbakır’da İstanbul medyasından çok daha etkili ve
onun içeriği ve gündemi İstanbul medyasından çok çok farklı.
Gündem, birkaç gün önce yine kapatılmış. “Fark etmez” diyor bir Diyarbakırlı, “tekrar açılana kadar Özgündem
çıkar.” Gerçekten de bir bayiye “Bir Özgündem verir misin” diyoruz. Cevap: “Daha gelmedi!”
Yazılı Gündem piyasada yoksa da, “Gundemonline”dan internet üzerinden izleniyor. Akşamüstü bir büroda,
“haber” geliyor: “KCK Yürütme Konseyi Başkanlığı, Kürt Açılımı’na karşı açıklama yaptı”...
KCK, “Komala Civate Kurdistan”ın başharfleri. “Kürdistan Halkları Topluluğu” anlamına geliyor. PKK’nın da
“üst kuruluşu” olarak anlatılıyor ama onu PKK diye de anlayabilirsiniz.
Açıklamanın başında “Hareketimizin geliştirdiği eylemsizlik kararı ve yaptığı çağrılar ile gündeme giren Kürt
sorununda demokratik çözüm tartışmaları Önderliğimizin sunacağı yol haritasıyla somut bir çözüm perspektifine
ulaşma olanağı sağlayacaktır. Buna karşı Türk devletinin başta Kürt açılımı dediği, daha sonra demokratik açılım
diye adı değiştirilen girişimleriyle konu tümüyle Türkiye’nin gündemine oturmuştur. Bu sürecin
geliştirilmesinde özellikle son iki haftadan bu yana Türk devlet yetkililerinin beyanat ve tavırları niyetlerini daha
fazla açığa vurmuştur. Sorunun çözümü için neyi yapacaklarını değil, neyi yapmayacaklarını izah eden Türk
devleti, özünde Kürt özgürlük hareketini zayıflatma, atılacak bazı sıradan adımların eşliğinde Kürt özgürlük
hareketini tasfiye etmeyi hedeflediği anlaşılmaktadır” deniyor.
Diyarbakır’da sohbet etmek dahi “kod çözme” anlamına geliyor. Burada ifade edilen, “Amaç PKK’yı tasfiye
etmektir. Biz bunda yani ‘Kürt açılımı’ denilen süreçte yokuz” anlamında. Ancak, bu noktada da uyarılıyorum,
“Bu, safları sıkı tutalım. Kimse kontrolümüzden çıkmasın, açılıp saçılmayın, bekleyelim anlamına gelir. Nihai
bir pozisyon olarak anlamayın bunu” diyor Diyarbakır’da bu tür açıklamalara alışkınlığı olanlar.
Ertesi gün yani dün, Ahmet Türk’ün ve DTP Grup Başkanvekillerinin Ak Parti ve hükümeti görünürde sert bir
dille eleştiren açıklamaları geliyor. MHP ve CHP’nin sertleşen söyleminin ardından.
Bu arada Genelkurmay Başkanı Orgeneral İlker Başbuğ’un “Terör örgütü ve destekleyicileriyle ilişki
kurulmasına yol açabilecek hiçbir faaliyet içinde bulunamaz" sözcüklerine de yer veren dünkü açıklamasını da
not etmek gerekir.
Bunun üzerine, Ahmet Türk, olan-biteni "Son MGK bildirisinden ve Genelkurmayın açıklamasından da
anlaşılacağı üzere AKP’nin açılım dediği şey aslında bilinen resmi söylemin allanıp pullanmasından ibaret
kalmaya adaydır" şeklinde değerlendirdi. DTP Genel Başkanı, AKP’yi gelinen aşamada daha ciddi, sorumlu ve
sürece daha cesur sahip çıkmaya çağırarak "Demokrasiden, hak ve özgürlük anlayışından uzak, çatışmacı,
kışkırtıcı yaklaşımlar karşısında geri adım atan ve demokratikleşme söylemini bir kenara bırakıp terör söylemine
sarılan bir anlayış daha işin başında tökezlerse halkın umutlarının kırılması an meselesi olur" uyarısında
bulundu.
“Kürt Açılımı”nın gelinen son safhasında dune damgasını vuran bu açıklamalar, Diyarbakır’ın neden “temkinli”
olduğunu da anlatıyordur sanırım.
93
Ve, şu notla noktalayayım: Diyarbakır’ı ikna etmeyen ve herşeye rağmen, daha da ötede, Diyarbakır’ı
kucaklamayan herhangi bir “girişim” ya da “atılım”ın başarı şansı kuşkuludur…
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12349490
26.08.2009
5) Biji Bırati, Biji Fenerbahçe
“... Diyarbakırspor-Fenerbahçe maçı bizi heyecanlandırıyor. Biliyoruz ki bu ülkenin tüm şehirlerinde,
tüm mahallelerinde ve her sokağında sarı-lacivert çubuklu formalara aşık çocuklar var.
Bu çocukların adları Kürşat da olsa Devrim de, Bilal de olsa Ali de topun başına geçtiğinde hepsi Alex oluyor,
hepsi kalede Volkan, hepsi topa Roberto Carlos gibi vuruyor...
Onların babaları; anneleri bambaşka yerlerden, bambaşka hikayelerden gelmiş, sokakta, caddede, işte veya
Meclis’te birbirine karşı büyük mücadeleler vermiş ama stadın koltukları üstünde santrayla beraber omuz omuza
yapıyorlar. Fenerbahçe üstünden normallerimizi aşıyor, isimlerimize, dinlerimize, ikametgahlarımıza ve
ceplerimize bakmadan hikayesinde birleşiyoruz. Diyarbakır’ın Cendere sokağında bir evde maçı heyecanla takip
eden ile İzmir Alsancak’ta takip edenin yüreği Güiza’nın kaçırdığı her golde aynı türden bir öfkeyle patlayıp,
meali yekten küfrü sallıyor.
Bir resmi devlet dairesi değili, gerçeği özgürce söyleyebiliriz. İnsanların Fenerbahçe’yi kendi dillerinde sevme
hakkı vardır. İnsanın kendi dilinde sevgisi de öfkesi de içinden gelir. Çeviri olmaz, zorlama olmaz, baskı veya
istibdat olmaz, insanın kafasının arkasında bir düşünce kalmaz.
Çeyrek yüzyıl boyunca ‘Kürt’ kelimesi üstünden birbiriyle kavga eden bir toplumda, Kürtlerin sarı-lacivert
melodileri ve heyecanları analarından öğrendikleri gibi söyleme hakkı artık kabul edilmelidir.
Fenerbahçe, Kürtçe konuşanların da sevgilisidir. Çeyrek yüzyıldır yaşananlar bu gerçeği dahi görmemizi
engelleyecek kadar bizleri körleştirdi. Büyük acılar var, büyük kayıplar, hayal dahi edilemeyecek ıstıraplar. Bu
ülkenin üstünde kaybettiklerimizin ve birbirimize çektirdiklerimizin sıkıntısı birikti, hepimizin yaşadıklarımızın
korkunçluğu karşısında büyük bir bıkkınlık yaşıyoruz. Üstelik idraklerimiz de sustu, kör bir düşmanlığı, manasız
bir baskı dilini devam ettirmek vicdanımızın da sessiz kalmasına sebep oluyor.”
***
***
***
Bu Kürtçe “Biji Bırati, biji Fenerbahçe” başlıklı yani Türkçesiyle “Yaşasın Kardeşlik, Yaşasın Fenerbahçe”
anlamındaki başlığı altındaki yazı şöyle devam ediyor:
“Evet hiçbir şey tek taraflı değil ve evet büyük haksızlıklar yapıldı. Kürt yoktur denildi. Kürtlerin Kürtçe
konuşma hakkı ellerinden alındı, çocuklarına koyacakları isim bile milli güvenlik sorunu haline geldi... Devlet
radikalleşti, koruması gereken insan haklarını ayaklar altına aldı, üstünde zıpladı. Hoyrattan da öteye zalim
davrandı. Yakılan köyler, dışkı yedirilen köylüler AİHM kararlarına dahi girmiş sıradan örnekler. Bunlar
güvenlik örneği filan değil, bunlar başka ve masum insanların haklarını yok eden devlet fiilleridir...
94
Böyle karanlık bir dönemde dahi, Şemdinli veya Bismil’de Fenerli çocuklar var. Fenerbahçe oralara gittiğinde
evlerinden, köylerinden üç otuz paralarıyla kalkıp kalkıp, Diyarbakır’a akıyor, evlerinden hanelerinden ve
korkularından çıkan insanlar en sonunda bir şenlik veya büyük bir olayın yaratacağı hislerle biraz mutlu
oluyorlar...
Görmediğimiz, bilmediğimiz, hiç tanımadığımız insanlara karşı içimizde nefret duyguları yeşerten, insanı insana
düşman eden, sırf “Kürdüm” demeyi bile vatana hıyanetten katli vacip çizgisine getiren bir siyasi faunada kimse
makul davranamadı. Artık, hazır da bu fauna çatlarken, insan gibi davranabiliriz.
Dedim, bizler devlet dairesi değiliz. İstediğimiz dilde yazma, istediğimiz dilde konuşma ve kardeşimize sarılma
hakkında sahibiz. Diyarbakırlı Fenerliler ile Büyükadalı Fenerbahçeliler, Fenerbahçe sevgisinde ortaktır ve ister
Rumca, ister Türkçe, ister Kürtçe takımlarını sevsinler ruhlarına geçen birbirine değer...
Şu çubuklu formalar altında, tribünlerde ve hep dillerde, Fenerbahçe marşlarında, yeşil sahaya gözümüz kilitli,
bu korkunç normalliğin dışına çıkıyor, birbirimize sarılıyor, öpüşüyor, mutlulukla gülümsüyoruz. Demek ki
birbirimizi öldürmeden, birbirimizi yargılamadan ve birbirimizin nasıl yaşayacağını belirlemeden de birlikte
yaşayabiliyoruz. Maça gelin kardeşim, Batman’dan gelin, Bitlis’ten gelin, Tunceli’den, Siirt’ten, Edirne’den
gelin. Diyarbakır’da, İstanbul’da, her çeşit deplasmanda kucaklaşalım, şarkı söyleyelim. İster ‘Biji Fenerbahçe’
diye bağırın ister ‘Yaşa Fenerbahçe’ diye. Can’lar ve Lefter’leri beraber analım, arada iki güzel kelimeyi
birbirimize öğretelim.
Biji Bırati, kardeşlik bizi büyütür, yaşanan adaletsizliklere karşı beraber karşı çıkmak bizi geliştirir,
zenginleştirir, mutlu eder... Birileri mezalime maruz kaldıysa, mazlumun yanında olmaz lazım, çünkü insan
olmanın üçüncü köprüsü vicdan mahallesinden geçiyor.”
İlk kez rastladığım Gurman Timurhan imzalı “Biji Bırati, biji Fenerbahçe” başlıklı önceki gün Taraf’ta
yayımlanmış yazının çok geniş bir özeti yukarıda alıntıladığım. Fenerbahçe üzerinden “Kürt sorunu”na ilişkin bu
kadar zengin metaforlarla, mesaj bolluğuyla dolu, böylesine yalın bir yazıyı uzun zamandır okumamıştım.
Yazıyı İstanbul’da okudum. Onu alıntılayarak bu yazıyı Diyarbakırspor-Fenerbahçe maçı oynanmadan önce
Diyarbakır’dan yazıyorum...
***
***
***
Bundan beş yıl önce “Güneydoğu’da Fenerbahçelilik oranı arttığı oranda, Kürt sorununun çözüm şansı yükselir”
mealinde bir yazı yazmıştım. Ertuğrul Özkök, bu “hükmümü” yakalamış ve Hürriyet’te bir tartışmaya
dönüştürmüştü.
Tartışmaya bir dizi “ünlü” isim katılmış ve tahmin edilebileceği gibi “metafor”un “metafor” olduğunu
anlamadan bol bol saçmalamışlardı.
Kastettiğim basit bir şeydi; 1990’lı yıllarda kanlı çatışmaların zirveye vurduğu bir zaman diliminde Galatasaray,
Diyarbakır’a gitmişti ve tribünlere kocaman bir pankart asılmıştı: “Cim Bom Seni Seviyoruz, Seni Seveni de
Seviyoruz”...
95
Güneydoğu’da Fenerbahçeliliğin artması, Kürt ortamında “siyasi çoğulculuğun gelişmesi”ne işaret ettiği, bunu
ifade ettiği önemde “çözüm”le ilişkilenebilir ve “Kürt Açılımı” ile ortaya çıkan umutları besleyici niteliktedir.
Birkaç yıl önce Midyat’ın ara sokaklarında sırtında “Alex” yazılı sarı-lacivert çubuklu formayla top oynayan
çocukları gördüğüm vakit, “takımdaşlık” ruhunun yanısıra, ülkenin ve bölgenin “gelecek umutları”nı simgeliyor
olmasından ötürü pek keyiflenmiştim.
Bu yıl, Midyat’ta yine benzer görüntülere tanık oldum ve şu günlerde Diyarbakır’a gelirken, böyle bir yazı
okumaktan özellikle mutluluk duydum.
Peki, Diyarbakır’daki “ilk izlenim” yazının vurguladığı ortamı yansıtıyor mu?
Diyarbakır, “Kürt Açılımı”yla birlikte Fırat’ın Batı’sından oraya bakılıp sanıldığından daha karmaşık bir ruh
halinde. Buna, ne, nasıl ve neden olduğuna yarınki yazıda değinelim.
Bu yazıyı “Biji Bırati, Biji Fenerbahçe” diye noktalayalım!
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12335172
25.08.2009
6) Türkiye’de Kürtler: Asimilasyon iflasından re-entegrasyona...
Tarhan Erdem, hafta içinde Radikal’de “Kürt Nüfusu ve Sorunu” başlıklı çok önemli bir yazı kaleme
aldı.
Konunun “duygusal” dolayısıyla “insan unsuru”nu ön plana çıkarması gereken yaşamsal yönü bir yana, sorunu
çözme girişimlerinin “somut veriler”den yola çıkması bir zorunluluktur. Tarhan Erdem’in yazısı bu nedenle çok
önemliydi.
Değerli araştırmacı 2006 yılında yapılmış geniş bir araştırmaya gönderme yaparak, Türkiye’de 11 ile 13 milyon
arasında Kürt yaşadığı”nın belirlendiğinden yola çıkarak bazı değerlendirmelerde bulunuyor.
Buna göre, ülkemizde her yurttaştan yaklaşık 10’unun yani her bir buçuk yurttaştan birinin seçmen olduğuna
işaret ederek, Kürt ailelerinin çocuk sayısı Türklerden fazla olduğuna göre, her 15 Kürt yurttaştan 8’inin seçmen
olduğunun altını çiziyor.
Bu durumda, Kürt yurttaşlarımızın yüzde 51 ile 55’i seçmen. Bu oran Türklerde yüzde 67-71 arasında.
Dolayısıyla, Türkiye’deki Kürtlerin 6-7 milyonunun seçmen olduğu sonucuna varıyoruz.
Bunun ne anlamı var?
Şu:
Son seçimlerde yani 29 Mart seçimlerinde Kürt seçmenlerin 5 ile 6 milyonu oy kullanmıştır ve DTP bunun 2
milyon 278 bininin oyunu almıştır. Yani yaklaşık yarısının. Tarhan Erdem’e göre, bu oran bazılarının ikide bir
ileri sürdüğü gibi DTP’nin oy veren her beş Kürt seçmenden birinin değil, her iki buçuk seçmenden birinin
oyunu aldığını gösterir.
96
Bu, ciddi ve önemsenmesi gereken bir “siyasi temsil yeteneği”ni ortaya koyar.
Bir adım daha ileri gidelim: PKK’nın “legal bir siyasi parti” olduğunu ve öyle bir durumda DTP seçmenlerinin
tümüne yakınının PKK’ya oy verecek olduğunu varsayarsak, DTP/PKK’nın Kürt sorununun çözüm girişimleri
çerçevesinde önemli bir “siyasi aktör” olduğu sonucuna da kolaylıkla varabiliriz.
“Muhatap”lık konusu, “siyasi” bir meseledir. Ama “siyasi aktör” olma keyfiyeti, nesnel bir gerçekliktir.
***
***
***
Tarhan Erdem’in açıkladığı başka bir “bulgu” yıllardır sahip olduğumuz “ezberleri” bozacak nitelikte ve bu
nedenle özellikle önemli.
Yıllar boyu, Kürtlerin yarısından fazlasının “Fırat’ın Batı’sı”nda yaşadığını söyledik durduk, yazdık çizdik.
Oysa, Tarhan Erdem, “Kürtlerin ‘Batı’da yaşayan’ kesimi onların üçte ikisi değil, yüzde 43’üdür” diyor.
Kürtlerin yüzde 57’sinin Doğu Anadolu’da yaşadığını belirtiyor. Güneydoğu’yu ayırdetmeden Doğu Anadolu
içinde topluyor. Güneydoğu’yu Doğu Anadolu’dan ayrı bir coğrafi alan olarak düşündüğünüz takdirde, yüzde
57’lik oranın çok daha yukarılara tırmanacağı açık.
Tarhan Erdem, Kürtlerin yüzde 24’ünün İstanbul ve Marmara, yüzde 12’sinin Ege ve Akdeniz bölgesinde, yüzde
8’inin diğer bölgelerde yaşadığının, 2006’da İstanbul’da yaşayan 12 milyon nüfusun 1 milyon 600 bininin Kürt
olduğunun altını çizerken, “Kürt meselesinin, PKK veya DTP meselesi gibi tanımlanmasının çok vahim bir hata”
olduğuna işaret ediyor. “Bu mesele Doğu ve Güneydoğu meselesi değil, Türkiye meselesidir” diyor.
Doğru.
Ama, aynı zamanda bir Doğu ve Güneydoğu meselesidir ve sorunun karmaşıklığı da zaten bu ilk bakışta
birbiriyle bağdaşmaz gözüken paradoksal özelliğinden kaynaklanıyor.
Mesele, hem bir “Türkiye sorunu”dur, hem de bir Doğu ve Güneydoğu ve özellikle Güneydoğu meselesidir.
***
***
***
Radikal’de Tarhan Erdem’in yazısının çıktığı aynı gün Milliyet’te Taha Akyol, “Türkiye’de Kürtler” başlıklı bir
önemli yazı kaleme aldı. O da yazısında KONDA’ya dayanarak ilginç rakamlar veriyor.
Buna göre, Güneydoğu’ya Hakkari, Van, Tunceli gibi illeri de ekleyerek “istatistik dilinde Ortadoğu Anadolu
denilen” yörede Kürt nüfusunun oranı yüzde 79. Yüzde 80 diyelim. “Güneydoğu Anadolu” denilen Şırnak,
Diyarbakır, Mardin gibi 9 ilimizin bulunduğu yörede ise yüzde 64.
Tabii, bu yörede özellikle Mardin ve Siirt’te Arap nüfusunun ve daha da önemlisi yoğun güvenlik kuvvetleri
personeli nedeniyle Türk unsurunu da, oranın düşmesinde hesaba katmak gerek.
Nitekim, son seçimlerde Van, Batman, Diyarbakır, Şırnak ve Hakkari’de DTP oylarının yüzde 45’i geçtiğini
düşünürsek, “etnik ve siyasi kimlik bilinci”nin ne ölçüde olduğuna ilişkin bir fikir edinebiliriz.
Taha Akyol, KONDA bulgularına göre, Kürt yoğun bölgelerde “güçlü bir göç eğiliminin bulunduğu”na işaret
ediyor. Bunu “refah arzusu” olarak niteliyor. Doğru. “Ayrımcılık olsaydı bu sosyal hareketlilik olmazdı. ‘Üniter
devlet’in kıymetini bilelim. ‘Demokratik açılım’la da kültürel özgürlükler genişleyecektir” diye ekliyor.
97
O da doğru. Ama burada duralım. Çünkü tek doğru bu değil. Verdiği bir başka oran rakamı çok daha önemli:
“Kürtlerin yüzde 60’ının bulunduğu yerde yaşamak istediği tek bölge Güneydoğu’dur.”
Güneydoğu, Türkiye’nin Irak, Suriye ve İran sınırlarına bitişik tek bölgesi. Sınırın öte yanında da Kürtler
yaşıyor. Her üç komşu ülkenin, Türkiye’ye bitişik bölgelerinde.
Güneydoğu’da coğrafi devamlılığı olan alanda büyük çoğunlukla Kürt nüfus yaşıyor ve her üç komşu ülke ile
sınırın ötesinde ise yine siyasi değil ama coğrafi ve etnik devamlılık halinde Kürtler yaşıyor.
Bu olgu, Türkiye’nin “Kürt sorunu”na çok genel çerçevede bir demokratikleşme konusu olmanın, bir “azınlık
hakları” ya da “bireysel hak ve özgürlükler” bağlamında ele alınmasının ötesinde özellikler kazandırıyor.
Konu, “ayrımcılık yapmayalım; etnik kimlik şereftir ve hepimiz Türk milletiyiz” ya da “Bu ülke 72 milyon,
bakın ‘Türk sorunu’ çıkartırsınız” gibisinden “Kürtlerin reddi ve inkarı”na dayalı, şantaj ve tehdit kokan
demagojik polemiklere malzeme yapılamayacak kadar geniş boyutlar içeriyor.
Konu, Türkiye Kürtlerinin Türkiye’ye “re-entegrasyonu” meselesidir.
80 küsur yıllık “asimilasyon politikası” yürümedi. Yürümeyecek.
Evet, konu, Türkiye Kürtlerinin Türkiye’ye “re-entegrasyonu” ile ilgilidir.
“Kürt Açılımı”ndan murad edilen de budur zaten...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12331722
23.08.2009
7) Kıbrıs’ta çözümden Kürt çözümüne…
Bundan beş buçuk yıl önce Kıbrıs, Avrupa Birliği, demokrasi, sivilleşme gibi konularda “hoşa gitmeyen fikirler”
öne süren isimlerin “vatan hainleri” nitelemesiyle yer aldığı bir liste basında yayımlanmıştı.
Bazılarının bir araya gelmesi tuhaf bir listeydi, öyle ki listeden haberli olan Radikal’in Yazı İşleri Müdürü Erdal
Güven o günlerde bana, “Ben senin yerinde olsam, listeden çıkarılmamı isterim. İstifa et” diye takılmıştı.
Hafıza tazelemek bakımından listede yer alan “Atatürk ve TSK düşmanı, İkinci Cumhuriyetçi, Manda Cephesi”
başlığı altındaki “vatan hainleri”ni, yayımlandığı sıralama ile bir kez daha hatırlatalım:
“M.Ali Birand, Cengiz Çandar, Çetin Altan, Mehmet Altan, Ahmet Altan, Murat Yetkin, Hasan Cemal, Oral
Çalışlar, Aydın Engin, Gülay Göktürk, Metin Münir, Cüneyt Ülsever, Ufuk Güldemir, İlter Türkmen, Yalım
Eralp, Mehmet Y.Yılmaz, Ertuğrul Özkök, Hadi Uluengin, Mehmet Barlas, Ferai Tınç, Sami Kohen, İsmet
Berkan, Perihan Mağden, Can Dündar, Nazlı Ilıcak, Nuh Gönültaş, Hadi Özışık, Fehmi Koru, Ali Bayramoğlu,
Kürşat Bumin.”
Listeye şöyle bir bakıldığında bir araya gelmesi mümkün olmayan bazı isimler var ve dolayısıyla bu listeyi
ciddiye almanın gerekmediği gibi hükme varılabilir. Gelgelelim, bu “Atatürk ve TSK düşmanı, İkinci
Cumhuriyetçi, Manda Cephesi” başlığını taşıyan “vatan hainleri” listesinin Jandarma Genel Komutanlığı’ndan
çıktığı, basında yer aldığı 2004 Nisan ayında yazılmıştı.
Listenin içeriği “gayrı ciddi” olabilir ama olayın kendisi pekala “ciddi” idi.
O tarihte Jandarma Genel Komutanı kimdi?
98
Şener Eruygur.
İkinci Ergenekon iddianamesinin “bir numaralı” sanığı. Bu “sıfat”la İstanbul 13. Ağır Ceza Mahkemesi’nde
yargılanıyor. Bilindiği gibi, ikinci Ergenekon davası, üçüncüsü ile birleştirildi.
Yukarıda yer verdiğimiz listenin hazırlanış tarihi ve hazırlandığı yer, “merkez”e dayanan “Ayışığı” adlı “darbe
planı”nın hazırlanış tarihi ve yeriyle uyum halinde.
Bugünlerde, Ergenekon’un komploları, tertipleri ve türlü çeşitli provokasyonları, fotoğraflarla, krokilerle,
dinleme kayıtlarıyla, ele geçen sayısız yazılı belgelerle, yer altından çıkartılan silahlarla ortaya dökülüp saçılmış
vaziyette.
Bunların en ilgi çekici olanlarından biri Şener Eruygur ile dönemin Ankara’daki KKTC Büyükelçisi Zeki Bulunç
arasındaki diyaloglar. Rauf Denktaş ile Şener Eruygur arasında “kurye” gibi işlev gören Zeki Bulunç’tan
arasında geçen konuşmalardan bir bölüm:
“Şener Eruygur: (Denktaş’ı kastederek) İlave bazı şeyler bize söyledi mi?
Zeki Bulunç: İlave size söyleyecek… Dışişleri Bakanlığı kanalıyla buraya gelecek bilgiler belki doğru gelemez.
Özellikle sizin zarfınızı götürdüm, bildirdim. Sorularınızla birlikte verdi bana şeyi notu da, buradadır üç sayfalık.
Bu New York görüşmeleriyle ilgili bütün süreci ortaya koyuyor. İşte doğrudan Kofi Annan belgesini savunan
adam bilinçli olarak… Ola ki Talat havlu atacak olursa o müdahale edecek aslında Talat’ın değil Abdullah
Gül’ün veya Başbakan’ın danışmanı olarak…
Şener Eruygur: Bu tamamen satılmanın belgesidir.”
Diyalog, Denktaş’ın Annan Planı’nı “kilitleme stratejisi” ve bunun taktik adımları ile “Kıbrıs sorununa çözüm
girişimleri”nin nasıl bloke edileceği üzerine devam ediyor. Manzara o ki, Türkiye hükümeti, Türk Dışişleri,
KKTC Başbakanı (M.Ali Talat) aynı safta, KKTC Cumhurbaşkanı Rauf Denktaş ile Türkiye’deki Jandarma
Genel Komutanı ve onunla birlikte hareket eden ya da ettirilen çevreler karşı safta.
Yukarıdaki listenin içinde yer alan isimler, o tarihte, “darbeci ekip” tarafından “Kıbrıs’ta çözümden yana” diye
görülenler. Kestirmeden gidip bunları “vatan haini” diye damgalayıp, Ergenekon iddianamelerine düşen
yöntemlerle karaladığınız takdirde, karanlık amaçlarınız için yol alabilirsiniz.
Yapılmak istenen de oydu.
Tüm amaç, Kıbrıs’ta çözümü engellemek, böylece Türkiye’nin Avrupa Birliği yolunu kapatmak ve çeşitli
provokasyonlar ile ülkede “darbe ortamı” hazırlayıp, Ak Parti hükümetini “silah yolu”yla devirmek ve iktidara
böylece el koymak idi.
Annan Planı’nı kabul, Kıbrıs’ta çözüm için çaba harcamak, Avrupa Birliği üyeliği, demokrasi… Bütün bunlar
nasıl ve ne kadar “akraba” ise, Annan Planı’na karşı çıkmak, Kıbrıs’ta “çözümsüzlük en iyi çözümdür” çizgisine
sarılmak, Türkiye’nin AB yolunu kesmek, bunlardan yana olanları “vatan haini” diye damgalamak, siyasi
suikastlar, karışıklık çıkartmak, demokrasiye değil darbeye öncelik vermek… Bunlar da birbirleriyle yakından
akrabadırlar.
***
***
***
Ergenekon davası görülüyor. Ancak, iddianamelere düşen binbir bulgu bugünler için özellikle yol gösterici.
Geçmişe ilişkin olarak “bu ülke meğerse ne badire atlatmış” hükmüne varmak için ya da geçmişle ilgili “tarih
dedikodusu” merakını gidermek için değil. Bugünlerde ülkenin en önemli sorununun çözülebilmesi için oluşmuş
99
bulunan “heyecan dalgası”nı kırmak ve “suyu tersine akıtmak” amacıyla Türkiye’nin nasıl provokasyonlarla
karşılaşabileceğini ve bu provokasyonların kimlerden, nerelerden gelebileceğini anlayabilmek açısından yol
gösterici.
Ergenekon, Türkiye’nin bugünü ve yarını için yol gösterici.
Türkiye, bir “Ergenekon davası” deneyiminden geçmeseydi, milyonlarca kişiye umut aşılayan “Kürt Açılımı”
gerçekleşebilir miydi?
“Kürt Açılımı”na karşı koyanları, Kürt sorununun çözümü için çaba gösterenlere “kötü adam” ve tıpkı beş
buçuk yıl önce “Kıbrıs’ta çözüm”den yana olanlara yaptıkları gibi fütursuzca ve ahlâksızca “vatan haini” etiketi
yapıştıranları ibretle izlemekte ve teşhis etmekte yarar var.
Türkiye, 2004’teki “darbe girişimleri”ni aşarak, Kıbrıs’a ilişkin yıllardır sürdürülen “çözümsüzlük politikası”nı
terk ederek Avrupa Birliği’nin kapılarını aralayabilmişti.
Bugün, aynı şekilde, Kürt sorununa ilişkin olarak yıllardır izlenen yol ve yöntemleri ve en önemlisi “söylem”i
değiştirerek “çözüme” yöneldikçe, içerde-dışarda güçlenecek. Ve evet kanatlanıp uçacak.
Konu buysa, “vatanseverlik ve çözüm” sözcükleri eş anlamlıdır…
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12326886
22.08.2009
8) Türk-Kürt veya Türkiye Baharı…
Bu yaz yani 2009 yazı, Türkiye tarihinde hem meteorolojik, hem de politik anlamda bir “Sıcak Yaz”
olmaktan ziyade bir “Türk-Kürt Baharı” gibi ya da daha da doğru bir tanımlamayla “Türkiye Baharı”
olarak anılacağa benziyor. “Kürt Açılımı” ile birlikte herkesin hem zihni, hem ağzı açıldı. Herkes
konuşuyor, herkes yazıyor, herkes anlatıyor.
En tabu konular, kavramlar, isimler dokunulmazlığını yitirdi. Pek yakında “Kürt sorunu”na ilişkin söylenmedik,
üzerinde kafa yorulmadık bir şey kalmayacak sanki.
Türkiye’de Ağustos 2009, birçok yönüyle Çin’de 1957’de başlatılan “Yüz Çiçek Açsın; Yüz Fikir Akımı
Yarışsın” kampanyasına benziyor. Söz konusu kampanya başlangıçta, (komünist) devlet politikalarına karşı
çıkmaları engellenmiş aydınlar, bürokratlar ve komünist olmayan devlet memurlarına “eleştiri hakkı” vermekle
ilgiliydi. Kampanyanın başına Çin’in büyük devlet adamı Zhou Enlai getirildikten sonra kampanya “ülkenin
entelektüeller denizi”ne hitap eden, onların devlet politikaları hakkında görüşlerini eleştirel biçimde açıklamaları
amacına yöneldi. Kampanyaya “Yüz Çiçek Açsın” adını Çin’in MÖ 5. Ve 3. Yüzyılları arasında bu isimle
düzenlenen kampanyayı hatırlatarak Mao vermişti. Çin’de Konfüsyüsçü ve Taocu düşüncenin egemenliği tarihi
anlamda o kampanya vesilesiyle kurulmuştu.
Mao, ülkenin değişik ve birbiriyle çatışan ideolojilere bağlı entelektüellerinden günün sorunları hakkında
düşüncelerini açıkça ortaya koymalarını istemişti. Zhou Enlai ise “Eski hatalardan ders almalı, tüm sağlıklı
eleştirileri kabul etmeli ve bu eleştirileri göz önüne almalıyız” demişti.
Gerçi “Yüz Çiçek Açsın” kampanyası, birkaç yıl sonra Mao’nun diğer tüm düşünceleri bastırması ve “kişi
putlaştırması”na dayalı kendi diktatörlüğünü kurmasına engel olamadı ama bir “Çin Baharı” olarak tarihe
kaydoldu.
100
Türkiye’de ülkenin en temel sorununa ilişkin böyle bir “bahar havası” bizim alıştığımız bir şey değil. Ancak,
yararı ve işlevselliği tartışılmaz. Şu basit soruyu kendinize sorun ve cevaplayın:
Türkiye, “Kürt Açılımı” ve beraberinde getirdiği tüm tartışmalardan önce mi daha gergin bir ülkeydi, yoksa
şimdi mi daha gergin bir ülke?
Bazı muhalefet liderlerinin çok keskin ifadelerine rağmen, “Kürt Açılımı” sonrasında yaygınlaşan tartışma
ortamında, Türkiye çok daha iyimser ve “kardeşlik, birlik ve beraberlik” ruhunun çok daha güçlü biçimde ortaya
çıktığı bir ülke olmadı mı?
Yaşar Kemal’in dünkü açıklamasında sözler, ülkemizde son haftalarda kitlesel düzlemde ortaya çıkan
hayatiyetin ve geleceğe dönük barışçıl iyimserliğin ipucunu veriyor:
“Her toprak doğasıyla ve kültürüyle zengindir. İnsan olarak gücümüzü yaşadığımız toprağın zenginliği,
çeşitliliği verir. Dünya 1000 kültürlü bir çiçek bahçesidir, bu bahçeden bir tek çiçeğin yok olması dünyadan bir
rengin yitmesidir.”
***
***
***
Siyaset sınıfı içindeki dalgalanmaların, hükümetin ortaya muhalefet sözcülerinin saldırgan bir uslup ile
vurguladıkları biçimde herhangi “somut bir plan” koymamış olmasının şu aşamada fazlaca bir önemi yok.
Herkesin aklına gelen her haliyle “Kürt sorunu”na tartışabildiği bir atmosfer, hükümetin önayak olduğu “açılım
süreci”nin doğru tasarlandığını ve iyi bir yönde ilerlediğini gösteriyor.
Eğer hükümet ortaya elinde bir “çözüm paketi” ile çıksa ve bunu öncelikle CHP ve MHP ile görüşse, ne olacaktı
zannediyorsunuz?
Bir kere ülkenin tüm sathına yayılan, bugünkü tartışma “Yüz Çiçek”in bir arada açabildiği iyimser canlılık
ortamı olamazdı. “Çözüm paketi”, içinde ne barındırırsa barındırsın, CHP ile MHP’nin taarruzuna uğrayacaktı
ve her zaman olduğu gibi siyaset –üstelik bu kez ülkenin en önemli sorununa ilişkin olarak- toplumun seyirci
kaldığı, siyasetçilerin kapalı tartışma alanı içinde kalacak; Türkiye gerginleşecek ve elbette öyle bir “süreç”ten
hiçbir sonuç çıkmayacaktı.
Şimdi öyle değil. “Şiddetin durması”, “kan akmasına son verilmesi” ve ülkemizin Kürt vatandaşlarının hak ve
özgürlüklerinin elde edilmesi ve böylece “kardeşlik ortamı”nın sözde değil gerçekten oluşması için “iyimser” ve
“umutlu” beklentiler var ve bu “ivme” gün geçtikçe, içine Sezen Aksu, Zülfü Livaneli gibi isimlerin de “sürece
katılmaları”nın sağlayacağı “sinerjik etki”yi de dahil ederek güçleniyor.
Yaşar Kemal’in şu sözlerini de, gerek ortamı yansıtması bakımından “gerçekçi” yanıyla ve gerekse içeriğinin
taşıdığı güçlü anlamından ötürü zihinlere kaydetmek gerekiyor:
“Bugün Türk olsun, Kürt olsun, kim olursa olsun, hangi oluşumdan gelirse gelsin, bu ülkede gerginliği arttıracak
söz ve eyleme girişeceklerin vebali ağırdır, tarih önünde ağır biçimde yargılanacaklardır, buna eminim.’’
***
***
***
Ve tam da bu nedenden ötürü, patenti Gündüz Aktan’da olan ve birkaç gün önce Mümtaz Soysal tarafından da
ortaya atılan “Kesin Çözüm” bile toplumu germedi, dalgalandırmadı, çünkü kimse Nazilerin Yahudileri ortadan
kaldırma kararı aldığı “Nihai Çözüm”ü hatırlatan “Kesin Çözüm”e itibar etmedi. Enine boyuna tartışmaya bile
yeltenmedi.
101
“Kesin Çözüm”, Türkiye’deki Kürtler ile Irak’taki Türkmenler arasında “mübadele”yi öngörüyor. Yani,
“Cumhuriyet’i ve toprak bütünlüğümüz”ü sağlama almak için, Türkiye’nin Kürtleri Irak’a ihraç edilecek,
karşılığında Irak’taki Türkmenler Türkiye’ye ithal edilecek.
Tabii böyle bir öneri, örgüt ya da ideoloji ayırımı yapmadan milyonlarca kişilik bir insan kitlesi ve Ortadoğu
bölgesinin büyük bir “ulusal topluluğu” olarak Kürtlerin “ayrılıkçı” ve “bölücü” oldukları ön kabulünden, ister
istemez, kaynaklanıyor. Böyle bir bakış açısına, “siyasi terminoloji”de ne sıfat verilebilir?
Türkiye’deki Kürtlerin oranı Irak’taki Türkmenlerin on mislinden fazla. Ortada bir “mübadele dengesizliği”
bulunmasını bir yana bırakalım, Türkiye’nin Kürtleri’nin bu ülkenin yerleşik halkı ve demokrasi iddiasında olan
bir ülkenin vatandaşları olduklarını da bir an için bir yana koyalım; Irak Türkmenleri, Anadolu’ya Türklerin
gelmesinden öncesinden beri bugünkü Irak topraklarında, oranın yerleşik unsurudur. Yani Türkiye Irak’taki
yarısı zaten Şii olan Türkmenlerin “anavatanı” değildir. Bugünkü Irak toprakları da Türkiye’nin Kürt
vatandaşlarının anavatanı değildir.
Bu “Kesin Çözüm” neyi ifade ediyor peki?
Türkiye’de bazı kafaların “Cumhuriyet’i ve Türkiye’nin toprak bütünlüğü”nü savunmak adına Nazilerle aynı
dalga boyunda “faşist” olduklarını.
Bu “müthiş” önerinin ilgi görmemesi de çok önemli bir gerçeği ortaya koyuyor.
Ergenekon, şu dönemde “içerde” ve “kovuşturma altında” değil de, dışarıda faal olsaydı, 2009 Ağustosunda
böyle canlı ve özgür bir tartışma ortamı yaşanabilir miydi?
Darbecilik kovuşturulmadan, Güneydoğu’da 1990’lara damgasını vuran “fail-i meçhuller” üzerindeki örtünün
kaldırılmasına girişilmeden, “Kürt Açılımı” mümkün olabilir miydi?
“Yüz Çiçek”in bir arada açtığı böyle bahar ikliminde, bazıları kurur, dikenler daha belirgin biçimde fark edilir.
Ama Türkiye’yi rengârenk bir çiçek bahçesine çevirmek de, ancak böyle bir iklimde mümkündür.
Kısacası, demokrasi ve özgürlük iyi şeydir. Türkler ve Kürtler –Türkiye’nin insanlarını bir araya kardeşçe
getirecek ve sorunlarını aşmalarını sağlayacak olan da demokrasi ve özgürlüktür zaten…
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12319095
21.08.2009
9) 'Kürt açılımı' gözlüğü ile Irak Kürdistanı'nı izlerken
25 Temmuz'da Irak'ın Kürdistan bölgesinde yapılan seçimlerde oluşan yeni parlamento, seçimlerden
sonra ilk kez yarın toplanıyor.
Bir on gün-iki hafta sonra Kürt bölge hükümeti de Barham Salih başkanlığında kurulacak. Barham Salih,
yıllardır bu görevde bulunan Neçirvan Barzani'nin yerini alacak.
Bu arada, Irak Kürdistan Bölgesi Başkanlığı'na ilk kez doğrudan ve yüzde 70 dolayında bir oyla seçilen Mesut
Barzani'nin başkan yardımcıları ikiye çıkarılacak ve Kosrat Resul'un yanı sıra Neçirvan Barzani de başkan
yardımcılarından biri olacak.
Türkiye sınırlarının dibindeki gelişmeleri dikkatle izlemek gerekiyor. Çünkü bilindiği gibi PKK'nın silahlı
gücünün en önemli bölümü Kuzey Irak'ta, Kandil Dağı'nda konuşlanmış durumda ve Türkiye'nin bir süredir
102
girdiği "yakınlaşma süreci", Erbil'deki Kürt yönetimini de Türkiye'deki "Kürt açılımı"nın önemli bir "partneri",
en azından önemli bir "aktörü" yapacak.
Türkiye'deki "Kürt açılımı"nın "ürünleri"ni 2009 sonuna dek vermesi hesaplandığına ve konu ağustos MGK'sına
götürülmeyeceğine göre, "somut adımlar"ın neler olacağını görmek için bayram sonrası dönemi öngörmek
gerçekçi olur. Zaten eylül MGK'sında gündeme gelmesi beklenen hükümetin "yol haritası", ekimde TBMM'nin
yeni yasama yılına girişiyle birlikte Meclis platformunda da tartışılacak ve ekim-kasım-aralık aylarını "somut
adım atılacak aylar" olarak tasarlamakta isabet vardır.
Böyle bir "takvim"i, Başbakan Tayyip Erdoğan'ın yeni yılbaşına dek çözüm yönünde adımlar atılacağını güçlü
bir şekilde vurgulamasından anlayabiliyoruz.
Buna paralel olarak, Irak'taki yeni Kürt yönetimiyle ilişkilerin de sıklaştırılabileceğini görmemiz muhtemeldir ve
Barham Salih'in Irak Başbakan Yardımcısı sıfatını bırakıp Bağdat'tan Erbil'e Irak Kürt yönetiminin başbakanı
olarak gelecek olması ciddi bir şanstır.
***
Barham Salih'i 1991 yılından beri çok yakından tanıyorum. En karakteristik özelliklerinden birisi, Irak
Kürtlerinin stratejik ufkunu Türkiye'de görmesidir. Yani, Irak Kürt şahsiyetleri arasında Türkiye ile işbirliğine en
hevesli, zihin kalıpları buna en ayarlı kişilerin başında gelir.
Barham Salih, aynı şekilde, Irak Kürtleri tarafından "PKK kartının elde bulundurulması" ve "gereğinde
Türkiye'ye karşı oynanması" yaklaşımına ilişkin olarak her vakit eleştirel bir karşı duruşa sahip olmuştur.
Hele Amerika'nın Irak'tan çekilme takviminin işlemesiyle birlikte Barham Salih'in gözünde Türkiye'nin "stratejik
değeri" birkaç misline katlanmıştır ve önümüzdeki dönem, PKK'ya ilişkin düzenlemelerde Türkiye ile işbirliğine
en yatkın Kürt siyasi şahsiyeti, Erbil'de "Başbakan" sıfatı taşıyacaktır.
25 Temmuz seçimlerinin sonuçları, "Irak Kürt siyasi topografyası"nda önemli değişikliklere yol açtı. Barham
Salih'in de bir parçası olduğu Celal Talabani liderliğindeki Kürdistan Yurtseverler Birliği'nden kopan "Gorran"
(Değişim) hareketi, 111 sandalyeli Kürdistan Parlamentosu'nda 25 sandalye kazanarak "masayı" ters yüz etti.
Parlamento çoğunluğunu elinde bulunduracak olan KDP-KYB ittifakını temsil eden Kürdistani Liste'nin
sandalye sayısı 59. Ancak, KDP'li ve KYB'lileri eşit sayıda değerlendirdiğiniz takdirde, Barzani'nin KDP'si 25,
Talabani'nin KYB'si 24 temsilciden oluşuyor demektir ki; bu, Nuşirevan Mustafa liderliğindeki Gorran'ın, KDP
ve KYB'ye eşit güç oluşturmasını ifade ediyor. Barzani ile Talabani güçlerini birleştirdikleri takdirde,
Gorran'dan daha güçlü konumda ve iktidarda bulunabilecekler. Tabii bu, aynı zamanda Gorran'ın güçlü ve etkili
muhalefet olması anlamına geliyor. Bu yılla birlikte Irak Kürtlerinin Kürdistan Demokrat Partisi ile Kürdistan
Yurtseverler Birliği arasındaki geleneksel ikili yapısı, artık Gorran'la birlikte üçlenmiş durumdadır.
Kürdistani Listesi (KDP-KYB İttifakı) 59 sandalyesine ek olarak, azınlıklara ayrılan 11 sandalyenin (5 Türkmen,
5 Asuri, 1 Ermeni) 9'unun desteğine de sahip. Ancak, Gorran muhalefetine eklenen bir başka muhalefet grubu
daha var. İki İslami eğilimli Kürt partisi ile sosyalist grubun ve bir eski komünistin ilginç ittifakından oluşan
"Hizmet ve Reform Listesi" 14 sandalye kazandı. Ayrıca 2 sandalye de bizde bir zamanlar Necmettin Erbakan'ın
pek düşkün olduğu Kürdistan İslam Birliği tarafından kazanıldı.
Gorran'ın "üçüncü güç" haline gelmesi, Irak Kürdistanı'nın geleneksel "siyasi merkezi" Süleymaniye'yi
kazanması, Talabani'nin KYB'sinin eridiği yorumlarına, dolayısıyla Barzani'nin çok güçlendiği yorumlarına yol
açtıysa, bu Kürt siyasi tarihini ve siyaset ortamı biraz yakından bilindiğinde pek doğru bir değerlendirme değil.
Çünkü Nuşirevan Mustafa, KYB'yi oluşturan ana kollardan biri olan Komala'nın lideriydi. Solcu-Marksist
geçmişi, onu geleneksel ve ilkesel olarak KDP'nin muhalifi konumuna oturtmuştur. Gelecekte, Irak
103
Kürdistanı'nda siyasi ittifaklar değişir ya da yer değiştirirse, Gorran'ın yakın ilişkide bulunacağı yine
KYB olacak.
Şu aşamada önemli olan, Irak Kürt siyasetinin seçimlerden sonra "demokratik olgunluk" ve kurumlaşma
yönünde ciddi bir adım atmış olmasıdır. Türkiye'nin o coğrafyanın siyasi kıvrımlarını son derece iyi bilmesi ve
doğru değerlendirmesi şarttır.
Erbil'deki müstakbel başbakan Barham Salih aynı zamanda iyi bir tahlilcidir. Türkiye'nin Irak Kürdistanı'na
ilişkin "bilgi ve tahlil eksikliği"ni gidermesi için de Barham Salih'le temaslarını vakit geçirmeden
sıklaştırmasında yarar bulunuyor.
***
Güneyimizde bir başka ilginç gelişme ise Irak'taki Amerikan kuvvetleri komutanı General Ray Odierno'nun
"ihtilaflı bölgeler"e bir başka deyimle Kürtler ile Araplar arasındaki "tetik hattı"na merkezi hükümet kuvvetleri
ve peşmergelerle birlikte geçici olarak Amerikan askerlerinin yerleştirilebileceği açıklamasını yapması oldu.
Bu, "üçlü anlaşma" ile ortaya çıkabilecek durum, bir bakıma Amerikalıların Kürtlerle Araplar arasında bir "barış
gücü" işlevi görmesi anlamı taşıyor. "İhtilaflı bölgeler" denilen alan içine Kerkük'ü de alıyor ve Irak-Suriye
sınırında, Türkiye'ye yakın sayılabilecek noktadaki Sincar'dan diyagonal bir çizgiyle Bağdat hizasında bulunan,
Irak-İran sınırındaki Hanekin'e kadar uzanıyor. Bizim, eski Osmanlı Musul Vilayeti aşağı yukarı aynı alanı
kapsıyordu.
Sünni-Şii kanlı çatışmasının büyük ölçüde yatışmasından sonra, Irak'ı dağıtacak çatışma potansiyeli, söz konusu
"tetik hattı"nda Kürtler ile Araplar arasında bulunuyor. Amerikalıların böyle bir çatışmanın önünü almak için
harekete geçtikleri, Kürtler ile Arapların aralarındaki ihtilafın askıya alınmasında uzlaştıkları belli oluyor.
Irak'ta Kürt-Arap çatışması patlak vermişken, Türkiye'de "Kürt açılımı"nın istikbali de kararırdı.
O yüzden, Irak için "uzlaşmalar", Türkiye'deki Kürt açılımının zamanlaması ve seyri ile yakından ilgili.
Gözünüzü Irak'tan ve Irak Kürdistanı'ndan ayırmayın...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12308978
19.08.2009
10) “Kürt açılımı”nın gazı kesilmezse...
Bandırma’da dün feribota binmek üzere iskeleye yanaştım. Bilet gişesinde beni gören görevli dışarı
fırladı, önümü kesti ve soluk soluğa sorusunu sordu: “Kürt açılımı hakkında ne düşünüyorsunuz?”
Sorusunun cevabını beklemeden kendi düşüncesini açıkladı, “Yıllarca bu memleketteki insanları birbirlerine
düşürmüşler. Size bir şey söyleyeyim mi, eğer hükümet bu konuda geri adım atarsa altında kalır. Bir daha belini
doğrultamaz. Ama ayaklarını gazdan kesmezlerse muhalefet biter. Çünkü halk bunu destekliyor. İnanın bana
destekliyor.”
Halkın “Kürt açılımı”nı desteklediğinden en ufak bir kuşku duymadım. Bunu zaten biliyordum.
Bandırma’dan söz ediyorum Şemdinli’den değil. Ülkenin en Batı köşelerinde bile son derece olumlu bir havanın
estiğinin farkındayım. Doğu’da esen havanın nasıl olduğunu yaz boyu gözlerimle gördüm, kulaklarımla işittim.
Kaba milliyetçi söyleme, bu söyleme en açık olduğu varsayılan Karadeniz’in bile itibar etmediğini, Başbakan’ın
baba memleketi Güneysu’dan yükselen “Potomya seninle gurur duyuyor tezahüratı”nın sembolizmi, bizlere
gösteriyor.
104
Türkiye, Ramazan ayına ülkenin her yerinde esen güçlü “kardeşlik duyguları”yla giriyor. Bunca yıldır bu ülkede
toplumun içinde böylesine iyi niyetli, iyimser ve olumlu nabız atışlarına pek rastlamadığımı söylersem, abartmış
olmam.
***
***
***
Bu olumlu “kardeşlik duyguları”na MHP ve CHP liderleri tarafından seslendirilen tepkisel söylem ve halk içinde
“bölücü nefret tohumları” ekme gayretlerinden gayrı, “bizim mahalle” çevrelerinde ortaya atılan üç tür sözde
argüman var.
1.
Bu “Kürt açılımı”, Amerika istediği için başlatıldı. Zamanlamanın, Amerika’nın Irak’tan çekilme planı ile
yakından ilişkisi var.
2.
“Kürt sorunu”nu çözmek için Kürtlere “açılım”dan söz ederken, bir “Türk sorunu” yaratılmış oluyor. Bunun
altından hiç kalkılmaz. Ülke çözülür.
3.
Bir referandum yapılsın, Kürtlere ayrılmak isteyip istemedikleri sorulsun; ayrılalım sayısı azınlıkta çıkarsa bu
tartışmayı kapatalım, çoğunlukta çıkarsa bunun aşamalarını tartışmaya başlayalım.
Bu üç ipe sapa gelmez argümanın ortak noktası, “Kürt açılımı”ndan duyulan rahatsızlık. Halk ne ister, ne
düşünür, halkın çıkarları nedir gibisinden hiç kaygı duymamış olan “beyazlar”ın “Kürt açılımı”na karşı koymaya
çabalayan MHP ve CHP liderlerinin “yedek gücü” olarak ortaya attığı sözümona tezler bunlar.
Birinci soruyu bana birkaç gün önce “Amerika’nın Sesi Radyosu” da sordu. Ben de karşılığında, “Amerika,
Türkiye’ye ne zamandan beri bu sorunu askeri yollarla çözün, başka yolu yoktur diye bir telkin yaptı?* diye
sordum.
Abdullah Öcalan’ı paketleyip 1999’da teslim eden Amerika. Kuzey Irak’ta Türk Silahlı Kuvvetleri’ne PKK’ya
ilişkin olarak “aktif istihbarat desteği” sağlayan da Amerika. Ancak, ta 1999’dan beri her vesile ile “Bu sorunu
siyasi yollardan, demokrasi içinde çözün” telkininde bulunan da Amerika.
“Kürt açılımı” zamanlamasıyla, Amerika’nın Irak’tan çekilmesi arasında nasıl bir doğrudan irtibat kurulabiliyor,
anlamak mümkün değil. Amaç, kaba anti-Amerikancılık ile, “Kürt açılımı”na karşı çıkmak.
Yani, madem Amerika istiyor, Türkiye’nin en önemli sorunu çözümsüz kalsın, Kürtlerle boğazlaşmaya, Kürt
haklarını hasır altı etmeye devam. Bu kaba anti-Amerikanizm’in, bu konuda gidebileceği bir başka nokta var mı?
Bu arada, “Amerika’nın Sesi”ne bir şey daha söyledim; “Türkiye’de Kürt sorununun çözüm yoluna girmesi için
Amerika’nın telkinine ihtiyaç yok. Sorunun çözülmesini biz istiyoruz, biz. Türkiye’de bizler bunca yıldır bunun
mücadelesini yürütüyoruz. Türkiye’nin milyonlarca Kürt vatandaşı da istiyor. Bu, bizim sorunumuz. Çözümü
için nice bedellerle on yıllardır mücadelesi verilen bir sorun.”
Türkiye’de Türk-Kürt beraberliği için mücadele etmemiş olan, bedel ödememiş olanlar anlamaz. Onun için gider
Amerika’yı ararlar, Amerikalılara sorarlar.
Biz mücadelemizi ürün alma noktasına gelindiğinde, Amerika’ya bağlayarak küçültemeyiz.
Hem “zamanlama” niçin bu kadar şaşırtıyor ki? Cumhurbaşkanı Abdullah Gül, aylardır Kürt sorununa ilişkin
olarak “Yakında iyi şeyler olacak”, “Bir fırsat penceresi açıldı” gibi mesajlarla adeta siren çalarak duyurmamış
mıydı, bugünlere yaklaştığımızı?
105
“Kürt açılımı”nın bir sürpriz etkisi olabilir mi ki, öküzün altında buzağı aramak gereksin?
İkinci argüman, “şantaj” ve “tehdit” kokuyor. Kürtler kimlik haklarına karşı çıkarsa niçin “Türk sorunu”
doğacakmış? Türkler, Kürtlerin sahip olacağı kimlik haklarından mahrumlar mı ki? Kürtçe üzerinde dil engelleri
kaldırılınca, insanlar ana dilleriyle rahatça iletişim kurabilir ve öğrenim görürlerse, Türkler bundan niçin
incinsin?
Bu tezi savunanlar, Türk kavramını “barbarlık” ve “hoşgörüsüzlük”le eş anlamlı kullandıklarının ve aslında
“Türklük”e hakaret ettiklerinin farkındalar mı acaba?
Bu gibi safsatalarla vakit tüketenler, Türkler ile Kürtler arasında “din birliği” gibi çok sağlam bir sıva
bulunduğunu hiç akıllarına getirmiyorlar. Türkler Türk olarak sahip oldukları haklardan, vicdanları gereği,
Kürtlerin de yararlanmasına itiraz edecek, etmesi gerekecek bir ulusal topluluk değildir.
Tarih boyunca olmadılar. Şimdi de değiller.
Üçüncü tez ise, tam bir Ankara bürokratı-İstanbul diplomalısı fantezisi. Milyonlarca Kürt içinde “ayrılıkçı”
görüşlere sahip olanlar mutlaka vardır. Ancak, “ayrılıkçı bir platform”la bundan tam 25 yıl önce silahları
ateşleyerek yola çıkmış olan PKK bile uzun süredir “ayrılık”ı, “bağımsız Kürt devleti”ne ağzına almazken, “Kürt
açılımı” tam da Türkiye Cumhuriyeti’nin Kürt vatandaşlarının ülkeye demokratik haklarıyla “reentegrasyonu”nu öngörürken ve bu hamle, tüm ülkede büyük bir heyecan yaratmışken, bu “söylem” ve bunun
için “referandum yapılması” önerisi kadar, günün gerçekleriyle ilgisiz ve manasız bir şey olabilir mi?
Olmayan bir talebi gündeme getirmenin, olabileceklerin yaygın biçimde tartışıldığı şu dönemde “Kürt açılımı”nı
mayınlama girişiminden başka bir anlamı olabilir mi?
***
***
***
“Kürt açılımı” bir yönüyle de, Türkiye’de Türk-Kürt birliğine bozmaya yönelen tezlere ve girişimlere karşı
keskin bir “ideolojik mücadele”yi gerektiriyor.
“Kürt açılımı”na Türk milliyetçiliğinin (ve aynı zamanda Kürt milliyetçiliğinin) birer “türevi” karşı. Karşı
olanlar, Türk-Kürt milliyetçilerinin MHP ve CHP lider kadrolarıyla ve PKK içinde yuvalanmış milliyetçi
Kürtlerden ibaret değil.
Türkiye’de 80 yıllık var olan “vesayet rejimi”nden nemalanmış olanlar, “bürokratik elit mensupları” ve bir kısım
“beyazlar” da, rahatsızlar. Onlar, halkın rahat edeceği her şeyden genellikle rahatsız olurlar. Sınıf meselesi.
“Bizim mahalle”nin “ayrık otu” olarak, mahallemizin sakinlerini iyi tanırız.
Hükümet, “Kürt açılımı”ndan gazı kesmedikçe, giderek büyüyecek halk desteğiyle, Kürt açılımı karşıtlarının
“gazı” kesilecek...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12285650
16.08.2009
11) “Olmazsa olmaz” iki hedef: “Kürt sorunu”nun Anayasal çözümü ve Öcalan’dan “silahlara veda”
“Kürt açılımı”na ilişkin içinde yol aldığımız süreci tetikleyen Ankara’da 1 Ağustos günü yapılan “Kürt
Çalıştayı”nda önümde bir not duruyordu. Soruna kısa-orta-uzun vadeli çözüm önerilerinin konuşulacağı
ikinci oturumda o notu okumak niyetindeydim. Sonra vazgeçtim.
106
Dersimi çalışıp geldiğim için 1978 İspanya Anayasası’nın dibacesinde (preambülünde) yer alan bir cümleyi not
etmiştim. Değiştirilmesi hatta yeniden yazılması mutlak zorunluluk olan Türkiye Cumhuriyeti Anayasası’nın
girişine benzer bir cümlenin yerleştirilmesi ve 66. Madde’nin tümden kaldırılması, bence, “Kürt sorunu”nun
“hukuki boyutu”nu halleder.
Sözünü ettiğim notu okumadım. Zira, gözüm toplantıya başkanlık eden Polis Akademisi Başkanı Prof. Zihni
Arslan’a takıldı. Prof. Arslan bir anayasa hukukçusu ve üstelik iyi bir anayasa hukukçusu olarak biliniyor. Prof.
Ergun Özbudun’un koordinatörlüğünde hazırlanıp, daha sonra rafa kalkan “Yeni demokratik ve sivil anayasa”nın
yazımını yapan ekipte yer almıştı.
Gözüm ona takılınca, “Kürt açılımında da rol üstlendiklerine göre, nasılsa 1978 İspanya Anayasası’nın
dibacesindeki o cümleyi biliyordur. Gereksiz ukalalık yapmayayım” diye düşündüm ve o konuda söz almaktan
vaz geçtim.
Şimdi sırası geldiğine ve İçişleri Bakanı Beşir Atalay o günden bu yana ciddiyetle her öneriye açıldığına göre ve
kayda da geçsin diye sözünü ettiğim cümlenin Türkiye Cumhuriyeti Anayasası’na nasıl uyarlanabileceğine
ilişkin görüşümü aktarabilirim.
“Sırasının gelmesi”nin sebebi, Abdullah Öcalan’ın bugün yapması beklenen açıklama. Öcalan, uzun süreden beri
Anayasa’da etnik kimliğe gönderme yapılmadan, yani “Kürt sözcüğü”ne bile yer verilmeden “değişik kültürleri
güvence altına alan” bir hükmün yer almasını yeterli görüyor.
PKK liderinin dahi, bu derece esnekleşebildiği bir husus, Kürt sorununun “hukuki boyutu”na, ülkemizin Kürt
vatandaşlarını tatmin edecek ve kimilerinin bir “şantaj” gibisinden sorununun çözümünün önüne diktiği “Türk
sorunu” engelini anlamsız kılacak bir cevap getirecektir.
***
Niçin 1978 İspanya Anayasası?
Çünkü o Anayasa, İspanya’nın etnik kimlik sorunlarının üstesinden gelmesini sağlayan, örnek bir “demokratik
hukuk belgesi” sayılıyor. Gerçekten de, İspanya’da o gün bugündür ne Bask sorunu, ne Katalan sorunu, ne de
Galicia’lılar sorunu yok. ETA sorunu ise var. Bask sorununun terör boyutu olarak ETA sorunu devam ediyor
ama Bask sorunu çözülmüş sayılıyor.
İspanya, o mükemmel 1978 Anayasası ile bir “federal statü”ye sahip oldu. Bununla birlikte, Anayasa’nın giriş
bölümünde yer alan ve aşağıda aktaracağım cümle “federal olmayan bir sistem”in anayasasının girişinde de
pekala yer alabilir.
O cümle şu:
“Anayasa, insan hakları uygulaması çerçevesinde tüm İspanyolların ve İspanya topraklarının kültür ve
geleneklerini, dillerini ve kurumlarını korur.”
Bunun yeni, demokratik ve sivil, 66.maddesi bugünkü haliyle olmayan bir Türkiye Cumhuriyeti Anayasası’nın
giriş bölümüne şu şekilde yer almasına ne dersiniz:
“Bu Anayasa, insan haklarına saygılı olarak Türkiye’nin tüm vatandaşlarının kültür ve geleneklerini ve ana
dillerini güvence altına alır.”
107
Önemli olan, işin “ruhu”; bu ya da buna benzer bir cümle, ülkemizin Türk, Kürt ve gayrısı, hiçbir vatandaşımızın
itirazına yol açmayacağı gibi, “Kürt sorunu”nun çözümü için “hukuki güvence” arayan argümanları da karşılar.
Bunun böyle olduğunu dünkü Radikal’in “DTP’nin dört talebi var” manşetinde sıralanan hususlar da doğruluyor.
DTP –muhtemelen İmralı’nın da görüşlerini belirli ölçülerde yansıtan- 1) Demokratik, sivil anayasa. 2)
Anayasa’da etnisiteye dair ayrıntılar olmasın. 3) Anadilde eğitim ve propagandaya ilişkin sınırlamalar
kaldırılsın. 4) Yerel yönetimler güçlendirilsin.
İlk üç talebi –ki, bunlar meşru, haklı, demokratik ve AB normlarına birebir uygun talepler- Anayasa’nın girişine
yukarıdakine benzer biçimde eklenecek bir cümle kapsar. Anayasa’nın ruhu, dibacesinde, yani giriş bölümünde
bulunacağına göre, anayasa maddeleri bununla uyumlu olacak, çıkarılacak yasalar da aynı şekilde anayasaya
uygun olmak zorunda kalacak.
DTP taleplerinin dördüncü maddesi ise yine AB gerekleri içinde yer alan ve İsmet Berkan’ın dünkü yazısında
değindiği “idari reform” çerçevesinde çözülebilir.
Nereden baksanız, “Kürt sorunu”nun çözümünün çok can alıcı bir yanı olan “hukuki boyutu” hiçte zor bir konu
değil.
Niyet, irade ve vizyon yeterli.
İş, gelip dayanıyor; “sorun”un bir başka can alıcı ve giderek en önemli yönünü oluşturan boyutunun aşılmasına.
Terör diye de nitelenen “şiddet boyutu”na. Ve, ister istemez, burada devreye PKK’nın ve liderinin tutumu
giriyor. Çünkü, “sorun” şiddet boyutunun doğrudan tarafı PKK ve onun da lideri Abdullah Öcalan.
Sorunun “şiddet boyutu”nu ortadan kaldırmanın üç yolu var, dördüncüsü yok:
1.
PKK’nın yok edilmiş olması;
2.
PKK’nın teslim olarak tasfiyeyi kabul etmesi;
3.
PKK’nın silah bırakmayı kabul etmesi.
İlk ikisi söz konusu olmadığına göre, üçüncü seçenek üzerinde odaklaşmak gerçekçi. Abdullah Öcalan’ın bugün
yapacağı açıklama, bu bakımdan önemli.
***
Abdullah Öcalan, 15 Ağustos’ta bir “yol haritası” açıklayacağını duyurmuştu. Öcalan’ın ‘Kürt ortamı” –öyle
diyelim- üzerinde hatırı sayılır bir ağırlığı bulunduğunu inkar eden aklı başında kimse yok. Bu bakımdan, bugün
açıklanacak “yol haritası”nın çözüm süreci ya da “Kürt açılımı”nın sonuçlarına önemli bir katkı yapması şansı
var.
Abdullah Öcalan ne diyecek?
Ne diyeceğini 24 saat içinde öğreneceğiz. Ne diyeceğine ilişkin en gerçekçi tahmini, hafta başında Taraf’ta Neşe
Düzel’in “Sizce Ağustos’un 15’inde Öcalan PKK’ya ‘silahlara veda et’ diyecek mi?” sorusuna verdiği cevapta
DTP Diyarbakır Milletvekili Gültan Kışanak dile getirmişti:
“Böyle bir şey beklemiyorum. Bence Öcalan, ‘bu süreci silahlara veda noktasına nasıl götürebiliriz’i
açıklayacak. Yani 15’indeki açıklamada, ‘silahlara veda kararı çıkmayacak ama, silahlara vedanın programı’,
‘silahları bırakmanın yolu’ çıkacak.”
108
Bakalım ne çıkacak? Bir de bakalım “silahlara veda programı”nı nasıl, hangi sözcüklerle dile getirecek. Malum,
“dil” ve “uslup” çok önemli.
Öcalan, en azından “silahlara veda”yı açık bir hedef olarak ilan edip, en kısa vadede “ellerin tetikten
çekilmesi”ni ifade edecek bir tavır ortaya koyarsa, “Kürt açılımı”nın ivmesi güçlenmiş olur.Yazının başında
tartıştığımız, “Anayasa” konusu ise Öcalan’ın açıklamasına bağlı değil; “Kürt sorunu”na çözüm ile elbette ilgili
ama demokrasi ve demokratik anayasa, tüm Türkiye’nin sorunu...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12281265
15.08.2009
12) “Kardeşlik Manifestosu” veya “Yurtseverlik ve Milli Birlik-Bütünlük Bildirgesi”...
Başbakan Tayyip Erdoğan’ın 11 Ağustos 2009 konuşması gerçekten “tarihi” bir konuşmaydı.
Bugüne dek hiçbir Türk lideri, ülkenin “tarihi” ve “en sancılı” sorununa ilişkin öylesine özlü bir konuşma
yapmadı. Cumhuriyet’in kurucuları dahil.Tayyip Erdoğan, 12 Ağustos 2005’te Diyarbakır’da “Kürt sorunu”
sözcüklerini ilk telaffuz eden Başbakan olmuş ve giderek “devletin yaptığı yanlışlara” parmak basarak,
“özeleştiri” niteliğinde de ilk konuşmanın altına imzasını atmıştı. O konuşması “Kürt açılımı” için referans işlevi
görmekteydi.
Ama, aşağı yukarı aynı tarihte, dört yıl sonra yaptığı konuşma, kendisini de, kendisinden önceki tüm başbakan
ve cumhurbaşkanlarını aştı gitti. Son konuşmanın “büyüsü” ve önemi, aklın ve gönlün mükemmel bir bileşimi
olmasıydı. Fuzuli’den Ahmed-i Hani’ye Türk-Kürt tarihimizin ve bu toprakların düşünce adamlarını ortaklaşa
sahiplenerek, şarkı isimlerinin adını vererek, dengbejlerden söz ederek Neşet Ertaş-Şivan Perver denklemini
kurması yaklaşımındaki kucaklayıcılığı, bütüncüllüğü ve derinliği yansıtıyordu.
Tayyip Erdoğan’ın özellikle bir “gönül adamı” olduğunu, doğrusuyla yanlışıyla “sahici” bir insan olduğunu
kendisini bir nebze tanımış olanlar ya da kendisine ilişkin iflah olmaz önyargıları bulunmayanlar bilir.
Kürt sorununa yaklaşım, konunun ağırlıklı “psikolojik boyutu” nedeniyle özellikle bir dil ve uslup konusudur ve
tam da bu bakımdan Tayyip Erdoğan’ın 11 Ağustos 2009 konuşması Türkiye’nin insanları arasında gönülden
gönüle iletişimi doğru, gerçekçi, sahici biçimde kuran bir konuşma olduğu için “Kürt açılımı”nın menzile
varması bakımından olağanüstü bir değer taşıyor.
Bir önceki yazıda konuşmayla ilgili alıntılar yaparken, fark etmemişim, konuşmasının en güzel ve en anlamlı
bölümlerinin başında, konuşmasının sonu geliyormuş. Siyasi gerçekçiliğin bu kadar güzel bir şiirsel ifadesini
alıntılamalıyım:
“Sürecin siyasi riski, siyasi getirisi ne olursa olsun, bizim bu meseleyi Türkiye’nin çıkarına geleceğimiz adına
çözmekten başka bir gayemiz yoktur. Biz artık Botan Çayı’nda serinlemek, Zap Suyu gibi coşmak, Dicle, Fırat
gibi kardeşliğe akmak istiyoruz. İstiyoruz ki, Munzur dağlarında hep birlikte kardelenler toplamayalım. Cudi
Dağı’nda yediverenler, Ağrı Dağı’nda çiğdemler dermek istiyoruz. Ülkemin yedi coğrafyasından derilmiş
çiçekleri ülkemin annelerine vermek istiyoruz. Bedeli ne olursa olsun, bunu hep birlikte başaracağız. Burada
olanlarla, olmayanlarla başaracağız.”
Ülkenin her yöresine, “yedi coğrafyası”ne tutkulu bir sevgi olmadan yurtseverlik olabilir mi? Ülkenin tüm
insanlarını, kökenlerine, dinlerine, inançlarına bakmaksızın, onları kimlikleriyle kabul ederek ayrım konusu
yapmadan sevmezseniz, “milli birlik ve bütünlük”ten söz etmeye hakkınız olur mu?
109
Tayyip Erdoğan’ın 11 Ağustos 2009 konuşması, evet bir “Kardeşlik Manifestosu”dur ve en az, en az onun kadar
önemli bir “Yurtseverlik ve Milli Birlik-Bütünlük Bildirgesi”dir.
***
***
***
Yıl 1994. Aralık ayı. Bir Cuma günü. Kastamonu’nun Tosya ilçesindeyiz. Yeni Demokrasi Hareketi’nin siyasi
parti olarak kuruluşuna bir hafta var. Cem Boyner ile Cuma namazının ardından kalabalık bir salonda
kürsüdeyiz. Cem, baba memleketinde, ulusal kanallarının kameralarının önünde Kürt sorunu konusunda yine
yürekli bir konuşma yapmıştı. Kürsüden salonu süzüyorum. Sağ yanımız, giysileri ve sakallarıyla muhafazakardindar Tosyalılar, sol yanımız sarkık, ince bıyıklarıyla milliyetçi-Tosyalılar ile doldurulmuş vaziyette.
“Hemşehri”lerine saygısızlık etmemek için aleni bir protestoda bulunmuyorlar ama işittiklerinden ötürü buz
gibiler.
Oysa, Cem Boyner’in sözlerinde tek bir yanlışlık yoktu.
Cem’in sözlerini yorumlamak için ben söz alıyorum. “Tosya’nın en çok şehit veren vatan köşelerinin başında
geldiğini bildiğimizi, Tosya’nın ülkemizin birlik ve bütünlüğü konusunda çok hassas olduğunun farkında
olduğumuzu ve buna saygı duyduğumuzu” bildirerek söze giriyorum.
Ardından, kısa bir süre önce Tosya’nın tarihi camiinde Cuma namazında birlikte olduğumuzu hatırlatıyorum ve
diyorum ki, “Burada sizlerin, bizlerin alınlarının secdeye vardığı aynı anda, Mardin’in Kızıltepe’sinde,
Diyarbakır’ın Bismil’inde, Hakkari’nin Şemdinli’sinde de alınlar secdedeydi. Burada evlatlarınızın cenazelerini
kaldırdınız. Orada da onlar evlatlarının cenazesini kaldırdılar. Bu işte bir yanlışlık olmalı. Bu işi halletmek için
bugüne dek izlenen yoldan farklı bir yol izlenebilir mi, onu düşünmeliyiz. Cizre’de, Lice’de, Diyadin’de,
Besni’deki insanlar ile Tosya’daki insanlar, alınları secdeye aynı anda varan insanlar, aynı acıları birbirine karşıt
konumda çekiyorlarsa, bu işte bir yanlışlık olmalı. Bu yanlışlığı bulup düzeltmeliyiz...”
Samimi görüşüm ve duygularım buydu. Bugün de değişmediler.
Salonun iki yanındaki insanların bu sözleri duydukları vakit, gözlerinden yaşlar süzüldüğünü gördüm. Bu
toprakların kardeşlik mayası o göz yaşlarındaydı.
Aradan 15 yıl geçtikten sonra, bu ülkenin Başbakanı’nın “Oğlu her ne sebeple hayatını kaybetmiş olursa olsun,
Yozgat’taki anne ile Hakkari’deki anne, oğullarının başında aynı duayı ediyorsa, evladı için Yasin ve Fatiha
okuyorsa, cemaat aynı Kıble’ye dönüyorsa, burada çok ciddi bir yanlış var” dediğini duyduğumda, haliyle
tarifsiz bir sevince kapıldım ve mutluluk duydum.
Bu ülkenin “vicdan sahibi” her insanının da, Başbakan’ın konuşmasını dinlediği vakit, öyle hissettiğine adım
gibi eminim.
Tayyip Erdoğan o konuşmasıyla, sadece kendisini tarihi ve şerefli bir yükümlülük altına sokmakla kalmamış,
“sorunun çözümü enerjisi”ni de serbest bırakmıştır.
***
***
***
11 Ağustos 2009 ile birlikte ulaşılan nokta, “bozgunculuk”un, “gerçek ayrımcılık ve bölücülük”ün hangi yönden
ve kim tarafından gelirse gelsin, çok etkili olamayacağını ortaya koyması bakımından dikkate değer. Yani,
“çözüm süreci”nin önüne dikilecekler, mayın döşeyecekler olacaktır. Çatlak sesler çıkacaktır. Ancak, bunlar
“süreç”in “menzil”e doğru hareketini engelleyemeyecektir.
Tayyip Erdoğan’ın 11 Ağustos 2009 konuşması, eski Roma’daki “Rubicon’un geçilmesi” adımıdır.
110
Bundan sonra, MHP ve CHP sürece yapıcı katkı yapmak isterlerse ne ala. Ancak, içine adım attığımız “tarihi
moment” onların onayını zorunlu kılmıyor. Yol almayı, bu iki “bozguncu muhalefet liderleri”ne endekslemek,
konuyu çözümsüzlüğe saplamak ve onmilyonlarca insanı hayal kırıklığına uğratmak demektir.
Açmazda olan hükümet değil. İnisyatif, hükümette. Açmazda olan ülke insanlarının gönül tellerini umutla
titreten bir konuya ilişkin olarak “bozgunculuk”u benimsemiş olanlarda. Ya katılırlar, ya marjinalize olurlar. (Şu
anda öyle oluyorlar.)
Böyle bir sonuç, her “iki taraf”ın milliyetçileri ve ayrılıkçıları için geçerli...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12273900
14.08.2009
13) Türkiye uçmak için kanatlarını çırpıyor...
Şu “12 Kötü Adam”dan biri olarak katıldığım 1 Ağustos günü Ankara’da yapılan “Kürt Çalıştayı”ndan
bu yana Kürt sorunu ve çözümü öylesine geniş bir yelpazede tartışılmaya başlandı ki, “çözüm süreci”
içine kendiliğinden girmiş olduk. Türkiye’nin hiçbir döneminde bu konu böylesine doğal ve açık sözlü bir
tartışmaya sahne olmamıştı. O nedenle, bugüne dek olmadığı ölçüde “çözüm”e ilişkin beklentiler ve
umutlar yükseldi.
Özellikle, Başbakan Tayyip Erdoğan ile DTP Genel Başkanı Ahmet Türk’ün görüşmesi iyimserlik ve umut
çıtasını daha da yükseltti.
İki yıldır bu görüşmenin gereği konusunda dilimizde tüy bitmişti, yazılarımızda bu gereği kaç kez
vurguladığımızı hatırlamıyoruz bile. Bu görüşmenin ne kadar önemli ve yararlı olduğu, görüşmede yer alan
tarafların görüşme sonrası açıklamalarıyla da ortaya çıktı.
“Kürt sorunu” dediğimiz –gerçi bir oran ve rakam tespiti imkansız olsa da- hiç değilse yüzde 60-70 oranında
“psikolojik boyutu” olan bir sorun. DTP lideri ile Başbakan’ın –hem de şu konjonktürde- biraraya gelmeleri ve
olumlu mesajlar iletmelerinin “bölge”de nasıl müthiş bir ferahlamaya yol açacağını, bölgenin duygu iklimini ve
düşünce kıvrımlarını bilebilen ve ayrıca bu yaz aylarının önemli bir bölümünü Güneydoğu ve Doğu’nun değişik
köşelerinde geçirmiş biri olarak gayet iyi sezebiliyorum.
Türkiye’nin Kürtlerinin “manevi desteği”ne sahip olmayan hiçbir “Kürt açılımı”nın başarı şansı yoktur.
MHP’nin “Kürt açılımı”nın önüne dikmeye çalıştığı “Türk milliyetçiliği mayını”, “Kürt açılımı”nın yol almasını
engelleyemez ama “Kürt desteği”nden yoksun bir “Kürt açılımı”nın varabileceği bir adres olamaz.
Ak Parti-DTP arasındaki “çözüm amaçlı diyalog”un başlaması bu bakımdan son günlerin en değerli gelişmesi
olmuştur.
***
***
***
“Kürt açılımı” ile birlikte öyle bir “momentum” ya da başka bir deyimle öyle bir “ivme” yakalanmış durumda ki,
“kartopu efekti”, çözüm yönünde bir “çığ”a dönüşerek devam ediyor ve edecek ve bunun önünde kolay kolay da
durulamayacak.
Bu “süreç” sapabilir mi? “Silahlı provokasyonlar” ile rayından çıkartılabilir mi? “Birinci kare”ye geri dönme
ihtimalimiz yok mu?
111
Bütün bu ihtimaller tümüyle reddedilemez. Yok denemez. Ama, bütün bu ihtimallerin gerçekleşmesi her
zamankinden daha zayıf; zira “çözüm momentum”nun dinamiği öyle bir güç ve hızla harekete geçmiş durumda
ki, “süreçten sapma” sapacak hükümeti altına alıp sürükleyecek, silahlı provokasyonu gerçekleştireni
gerçekleştirdiği provokasyonun altında ezecek kadar etkili gözüküyor.
Bütün bu nedenlerle, gelinen noktada, biz de, ihtiyatlının ötesinde iyimseriz.
MHP liderinin bizlere “12 Kötü Adam” sıfatı yapıştırması, bir başka MHP yetkilisinin Cumhurbaşkanı Abdullah
Gül’ü bile “bölücülük”le suçlaması durumunda değer kaybetti. MHP’nin kendini kaybetmiş bir halde kullandığı
en ağır sözcüler, yaptığı en ağır suçlamalar bile toplumda gerilime yol açmıyor. Toplumda uyanmış iyimser
beklentileri, olumlu umutları dağıtamıyor.
CHP’nin tam bir açmaza girdiği dikkat çekiyor. CHP’nin muhalefet dürtüsü ile çözüme karşı dikiliyormuş
görüntüsü vermekten ürkmesi, genel başkanlarının birbirini tutmaz beyanlarında yansıyor.
“Kürt açılımı”nı raydan çıkartacak olan, biri kendini kaybetmiş diğeri ne yaptığını bilemez bir muhalefete
“endekslenerek” yürütülmesidir ki, şimdiye dek gerek hükümet ve gerekse Cumhurbaşkanı düzeyinde “irade” ve
“kararlılık”ta bir titreklik görmüyoruz.
İyimserliğimizi besleyen büyük ölçüde bu gözlemimiz.
Muhalefete endekslenerek yürütülecek bir “Kürt açılımı” ile Türkiye’nin Kürtlerinde derin bir hayal kırıklığına
yol açma ve bunun yol açacağı sonuçların maliyet hesaplamasını hükümetin yapması gerekiyor. Hem Türkiye
için, hem de kendisi için.
Yapmışa ve ikincisine yönelmişe benziyor. Dolayısıyla, bu “irade” ve “kararlılık”ın harekete geçirdiği
“dinamik” ve söz konusu “dinamik”in sağladığı “momentum”, Kürt sorununun çözümüne yan çizenleri etkisiz
kılacak güce ulaşmış görünüyor.
***
***
***
İster adına “Kürt açılımı” diyelim, ister “Kürt sorununun çözüm girişimleri”, bunun bir günü kurtarmak,
konjonktürel ihtiyaçlara cevap vermekten öteye bir “stratejik ufku” olmak zorunda.Bunu “Kürt Çalıştayı”nda
ben “Kürtlerle barışma”, “16.Yüzyıl’da Yavuz Selim-İdris-i Bitlisi arasında varılmış formüle benzer bir
21.Yüzyıl uzlaşması”, “Cumhuriyet’i güncelleştirmek” ve “Yeni bir Türkiye Paradigması’na ulaşmak” olarak
tanımlamıştım.
Bunun için “Siyam ikizi” gibi birbirinden ayrılmaz iki olgunun gerçekleşmesi gerekiyor:
1. Türkiye Cumhuriyeti’nin Kürtlerin ayrılıkçılığına zemin bıraktırmayacak şekilde demokratikleşmesi. Bunun
için Kürt kimlik hakları giriyor.
2. Kürt sorununun “şiddet boyutu”ndan arındırılması. Bunun içine PKK’nın silahlı mücadeleyi terketmesi
giriyor. Bu da, ister istemez, Abdullah Öcalan ve PKK’nın sorunun değil çözümün bir parçası olarak
dönüştürülmesini gerektiriyor.
Bu konuyu “yumurta-tavuk” denklemine sokmamak zorunlu. Yani, “Önce PKK tasfiye olsun, demokratik
reformlar yapılabilsin” ya da “Demokratik reformlar yapılırsa, PKK da silahları bırakır” gibi bir denklemle
yüzleşilmemeli.
112
Neşe Düzel’in dünkü Taraf’ta DTP Milletvekili Gülten Kışanak’a sorduğu “Savaşmak bir güç meselesidir.
Uluslararası desteğini yitirmiş bir PKK geçmişteki gibi savaşabilir mi?” sorusuna verdiği şu cevaba bir itiraz
olabilir mi:
“Örgüt meselesi olarak bakarsak dediğiniz kapıya çıkabilir belki ama ortada bir örgüt meselesi değil, bir halk
meselesi var. Hak ve özgürlükler tanınmazsa Kürt sorunu çatışma üretmeye devam eder. Çünkü Kürt sorunu çok
kolay çatışma üreten bir sorundur. Son seksen yıla otuz ayaklanma sığdırmış bir devlet var mıdır? İşin ağırlığını
ve sorumluluğunu hissedip bu sorunu çözmek gerekiyor. ‘PKK uluslararası desteğini yitirir. PKK bir örgüttür,
çöker’ gibi ezberlerden kaçınmalıyız. Çökse ne olacak ki? Başka bir şey çıkar. Geçmişte kaç tane bastırmışsın,
gene çıkmış. Bizde devletin, kuruluş felsefesini değiştirmesi gerekiyor.”
Buysa bir günde olacak bir şey değil. Süreç işi. O “süreç”e girmiş durumdayız.
Yüzyıllar boyu olduğu gibi Kürtleriyle barışık bir Türkiye, evet, kanatlanır uçar. Ve, o zaman bölgesel ve
uluslararası bir güç haline gelir.
İçinden geçtiğimiz günlerde , Türkiye’nin uçmak için kanatlarını çırpıyor...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12273900
11.08.2009
14) “Kürt açılımı”nı dinamitlemek vebali...
Devlet Bahçeli beni mahçup etti. Cumartesi günü Ankara’da yapılan “Kürt Çalıştayı”na katılanlardan
birisi olarak ben onunla da mutlaka görüşülerek, “çözüm sürecine dahil edilmesini” ve “olumlu katkısının
sağlanmasını” savunanlardan biriydim. Oysa o son derece çirkin bir dille Türkiye’de kutuplaşmaya ve
ülkemizin “kan kaybı”na devam etmesini öngören bir siyaset uslubu benimseyeceğini gösterdi.
Gerçi, MHP liderinin bir “dil ve uslup sorunu” bulunduğunun uzun zamandır farkındayım. Her salı günü yaptığı
konuşmalarda, konuşmadan çok sesi kısılırcasına kadar bağırdığını, boyun damarlarının şiştiğini, Türkçe’de
bulunabilecek en sert kelimeleri konuşma metninin içine yerleştirdiğini işitiyor ve görüyordum. Hatta yüzüne
zalim bir ifade yerleştirerek, öylesine bağırarak konuşuyordu ki, sesi çatallaşmaya başlıyor ve cümlesini
bitiremeden vücudunun kasılacağını ve katılıp kalacağını, kürsünün önüne yığılıvereceğini bile aklımdan
geçirdiğim oluyordu.
Ama Türkiye’de kan dökülmesinin önüne geçecek, milyonlarca insanın “barışma umutları”nın görülmedik
biçimde yükseldiği şu günlerde “kan taciri” gibi davranacağını düşünemediğim için, onunla da “diyalog”
kurulmasını savunduğum için mahçup düştüm.
Devlet Bahçeli beni mahçup etti.
***
“Kürt Çalıştayı”na katılan bizlere seçtiği şu sözcüklere bir bakın:
“25 yıldan bu yana Suriye, Kandil, PKK odaklarını ziyaret edip onlarla görüşerek, tek yanlı Türkiye’de PKK’ya
yandaşlık yapanlar, hiçbir dönemde Türk milletinin milli ve manevi değerlerine sahip çıkmayanlar, şimdi İçişleri
Bakanı’nın Kürt açılımı projesinde devletin güvenliğini tehdit edecek grubun içerisine gelerek Türkiye’de
demokratik açılım bahanesiyle bölünmeye gayret gösteriyorlar, cesaret veriyorlar. Kürt açılımının yerli modelini
oluşturmaya çalışıyorlar. Ey gafiller, 25 yıldan bu yana ne yaptığınızı bu millet bilmiyor mu? Ne yazdığınızı
113
gazetelerdeki köşelerde okumuyor mu?.. Şimdi 12 kötü adamı dinleye dinleye bu millet usanmıştır... Bu gazete
köşe yazarlarından, patronlarca beslenen bu 12 kötü adamı mı bu millet dinleyip duyacak?”
Bu “nefret sözcükleri”ni kişisel bir mesele olarak görseniz, cevap vermeye değecek bir yanı yok. En başta, bu
içerikteki bir söylemin düzeyi yok.
Düzeysizlikte eşleşmenin kimseye, bu ülkeye hiçbir yararı da yok.
Ancak, Devlet Bahçeli’nin söz konusu “nefret söylemi” problemli. Problemli, çünkü bu söylem Türkiye’de
kendi deyimiyle “25 yıldır” bu ülkede kanın durması için kafa yoran, çaba gösteren insanları “hedef” gösteriyor.
Daha önce böyle olmadı mı? Hrant Dink’in kahpece arkasından vurulduğu ve ülkemizi kaosa sürüklemek amacı
taşıyan yolun taşlarını bu “söylem” döşemedi mi? Hrant Dink’in öldürülmesine giden yol, Devlet Bahçeli’nin
yandaşlarının gösterileriyle açılmadı mı?
Bu kez, Bahçeli sadece bazı kişileri “hedef” göstermekle kalmıyor, “Kürt açılımı”nı “ihanet” diye ilan ederek,
ülkede “iç barış”a giden yolu dinamitlemek için fitili ateşliyor.
Türkiye’nin bir parçası olmak için mücadele ettiği herhangi bir Batı demokrasisinde Devlet Bahçeli gibi birisinin
söyleminden ötürü, kovuşturma açılır ve eğer bu bir parti politikası ise, “nefret söylemi” ve “ırkçılığı teşvik”ten
ötürü partinin kapatılması gündeme gelir.
Aslında, “Kürt çalıştayı”nda söz alan bir çok konuşmacı, Bahçeli’nin “Kürt açılımı”na taş koymak, onu
dinamitlemek için elinden geleni ardına koymayacağının, önümüzdeki süreçte “provokasyonlar”a özel dikkat
gösterilmesinin üzerinde durmuştu. Toplantıya katılanlardan biri dün Star gazetesinde şu aktarmayı yapmıştı:
“Bana göre, toplantıya damgasını vuran tespit şuydu: ‘Bugüne kadar Kürt düşmanlığı, sistematik biçimde devlet
tarafından yapıldı. Bugün devlet taraf olmaktan vazgeçiyor. Burada çok ciddi bir tehlike var. Kürt düşmanlığı
siyasileşebilir ve geçmişte devletin, askerin yaptığını MHP üstlenebilir. Kürt sorunu artık Türkler için siyasi bir
sorundur ve bunu aşmak için ciddi bir kamu diplomasisi gerekir.’”...
Bu tespiti yapanın “MHP siyasi kökeni”nden gelmesi tespiti dinleyenler nezdinde ilginç kıldı.
Kendi payıma, üzerinde durulması gereken bir tespit olmakla birlikte, bunun doğruluğu konusunda kuşkuluyum.
MHP ve harekete geçirdiği kurumlar, 12 Eylül’de ağır bir darbe yemişlerdi. “Devlet tarafından kullanıldıklarını”
12 Eylül’ün ağır tecrübesinin ardından bir dizi özeleştiriyle dile getirmişlerdi. MHP, ancak “devlet tarafından”
bir “vurucu güç” olarak kullanılırsa işe yarar, işi bittikten sonra da bir kenara bırakılır. Öyle oldu.
Eğer “Kürt açılımı” bir “devlet politikası” haline gelirse, MHP, kendince “devletin boşalttığı” alanı doldurarak,
devlet işlevlerini üstlenemez.
Peki, ne yapabilir?
Toplumlar arasına “kin ve nifak” sokabilir. Türk-Kürt çatışmasını özendirebilir. Devlet Bahçeli’nin “tehlikeli
oyunu” da bu zaten. Türkiye’de Fırat’ın doğusuna geçemeyen bir siyasi parti lideri düşünebiliyor musunuz?
Şu anda kurguladığı “oyun”, “Kürt düşmanlığı” üzerinden “nefret söylemi” ile Batı’da Ak Parti’nin seçmenini
oymak ve oralarda kendisine “seçmen üsleri” kazandırmak.
Ülkenin en hassas, bunca yıldır kan ve can kaybına yol açmış sorununa ilişkin olarak “küçük parti hesapları”na
dayalı, “küçük politika” yaparak Türkiye’nin birlik ve bütünlüğüne hizmet ettiği söylenebilir mi?
114
“Bölücülük” söz konusuysa, bu sıfatın kime en ziyadesiyle uygun düşeceği ortada değil mi?
***
Sayın Bahçeli, “Ne yaptığımızı 25 yıldır bu millet” gerçekten ve üstelik “çok iyi” biliyor. O nedenle, sizin ayak
bastığınız ülkemizin her köşesinde başımız yukarıda dolaşabiliyoruz. Sizden farkımız, sizin ayak basamadığınız
yerlerde de milletin sevgisiyle kucaklanarak dolaşabiliyor olmamız.
Sahi, siz 25 yıldır ne yapıyorsunuz? Bu ülkeye ne faydanız dokundu? Bunca yıldır hangi yabancı dili öğrendiniz?
Dış dünyayı tanıdınız mı? Milletimizi nerede, nasıl ve şerefle temsil ettiniz?
“Türk”, “Türk milleti” sözcükleri sizin tekelinizde değil. Hiç kimsenin değil. Bunu öğrenmelisiniz.
Ayrıca, şu “ihanet” filan türünden, Türkçe siyaset dilinden tümüyle çıkarılması gereken sözcükleri bir daha
telaffuz etmemeye çalışın. Kem söz sahibinin üzerine yapışır kalır.
“Özeleştiri” alışkanlığınızı terketmeyiniz. Türkiye’nin iç barışına, ülkemizin istikrarına, dış dünyada güçlenerek
itibarlı bir yer elde etmesi için katkınız hala mümkün.
Ülkemize “iç barış” getirmek konusunda milyonlarca yurttaşımızda büyük umutlar yaratan “Kürt açılımı”nı
dinamitlemek vebalini üstlenmeyiniz.
Beni sürekli mahçup etmeyiniz...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12207335
04.08.2009
15) Kürt sorunu”ndan “Kürt açılımı”na...
Tayyip Erdoğan’ın Türkiye Başbakanı sıfatıyla Diyarbakır’da “Kürt sorunu” sözcüklerini telaffuz etmesi
ülkede bir heyecan dalgası yaratmıştı.
Tabii, ardından tartışmalar da patlak vermişti. “Kürt sorunu denilir miymiş, Bölücülüğe ve teröre tavizmiş, vs.
vs”...
Tarih 12 Ağustos 2005 idi. Neredeyse tam 4 yıl önce. Bir koca yasama dönemi süresi.
2005 sonbaharında devletin çok önemli bir şahsiyeti ile Kürt sorunu üzerinde konuşurken, Başbakan’ın
Diyarbakır konuşmasına atıf yapmış ve “Bakın, aradan üç ay geçti; onca heyecan yaratmış o çıkıştan sonra pek
arkası gelmedi. Böyle giderse öyle bir hayal kırıklığına yol açılır ve o öyle olumsuz sonuçlar beraberinde getirir
ki, soruna çözüm bulmak daha da zor hale gelebilir” demiştim.
“Kürtler çok aldatıldılar. Süleyman Demirel, Kürt realitesinden söz etti, Tansu Çiller ‘Bask çözümü’ne
gönderme yaptı. Bütün bu beyanları görülmemiş kanlı bir dönem, köy boşaltmaları, faili meçhuler izledi. Mesut
Yılmaz, ‘AB’nin yolu Diyarbakır’dan geçer’ dedi, ardından anlamlı hiçbir adım atılmadı. Tayyip Erdoğan ‘Kürt
sorunu’ sözcüklerini telaffuz eden ilk başbakan. Ancak, bölge insanı aldanmaya, ülke yöneticileri tarafından
aldatılmaya o kadar alıştı ki, bir süre daha bir şey çıkmazsa Tayyip Erdoğan’a da güven kaybolur. O nedenle
harekete geçilmesi gerekir.”
115
Mealen böyle şeyler söylemiştim. Muhatabım beni dinledikten sonra, Tayyip Erdoğan’ın hareketsizliğinin
gerekçesini şöyle açıkladı: “Kürt sorunu denmesi yanlış oldu. Çok tepki uyandırdı. Rahatsızlık yarattı. Başka bir
şey bulmak lazım” dedi.
-
Ne mesela?
-
Mesela, “Kürt kökenli vatandaşlarımızın sosyal ve ekonomik sorunları” gibi bir şey.
Kürt, Kürt kökenli; sorun, çoğullaşarak sorunlar oluyordu. Üstelik, başına sorunun özü olan “kimlik”le hiçbir
ilgisi bulunmayan “sosyal ve ekonomik” sıfatları gelerek.
12 Ağustos 2005’ten üç ay kadar sonra bu “gerileme”yi beklemiyordum. “İşte Kürt sorunu tam da budur” dedim.
Şaşırma sırası muhatabıma geçmişti; “Nasıl yani?”
***
Yani, Kürt sorununa Kürt sorunu diyememe durumu.
***
***
Kürt sorununun ne olduğu, bunun tanımı biraz filin tarifine benzer. Hani fili tarif et demişler, kimisi
hortumundan, kimisi dişlerinden, kimisi kulaklarından, kimisi cüssesinden tarif etmiş, o hesap.
Kürt sorununun herbiri pekala geçerli olabilecek bir dizi tanımı var. Hiçbiri tek başına tam bir tanım olmasa da,
yanlış da olmayabilir. Ama bir tanımı var ki, tartışma götürmez:
Kürt sorunu, Kürt sorununa Kürt sorunu diyememe sorunudur.
Yukarıda bir bölümünü aktardığım diyalog, benim mealen şu sözlerimle sürdü: “Kaldı ki, sosyal ve ekonomik
sorunlar ‘Kürt kökenli vatandaşlarımız’a ya da bölgeye özel sorunlar da değil. Ders kitapları fiyatları sorunu,
kanalizasyon sorunu, asayiş sorunu, aklınıza ne geliyorsa o tür sorunlar Konya’da da, Çankırı’da da, Tekirdağ’da
da, Diyarbakır’da da, Şırnak’ta da vatandaşlarımızın ortak sorunlarıdır. Kürt sorunu, Kürtlere Kürt kökenli
denmesi mecburiyetinin yol açtığı ve sosyal-ekonomik olmayan cinsten bir kimlik sorunudur. Sorunu doğru tarif
edemezsek, çözümüne de ulaşamayız...”
Devletin o çok önemli şahsiyeti, yine dikkatle beni süzerek dinledikten sonra, “Neyse” dedi, “Buna benzer birşey
söylemeliyiz. Ama Kürt sorunu yanlış anlaşılmaya yol açıyor. İyi değil...”
O kişi kimdi, ilerde bir gün açıklarım. Diyalogumuzun iki tanığı da vardı. Onlar da tanınmış isimler. O ismi
açıklarsam, belki de Tayyip Erdoğan’ın ilk kez “Kürt sorunu”nu telaffuzu ile “Kürt açılımı”ndan söz etmesi
arasında niçin 4 yıl yitirildiği sorusunun cevabı de kendiliğinden ortaya çıkar.
Dört yılda “Kürt sorunu”ndan “Kürt açılımı”na gelebildik.
Bu konuya gönderme yapmamın temel nedeni, “Kürt açılımı”nın da aynı akıbetten korunması içindir. Yani, vakit
yitirilmemek, iyi kullanılmak zorundadır.
Çözüme dönük umutlar ve beklentiler hiç bu kadar yükselmemiş olduğu için, dağ fare doğurursa bunun hayal
kırıklığının sonuçları tüm ülke ve halkımızın tümü için çok ağır olur.
116
“Kürt açılımı”nın iç politika dengeleri ve seçmen hesaplarına göre asla ayarlanmaması gerekiyor. “Kürt
açılımı”nın içeriğinin açıklanması, “zaman tahdidi”ne tabi olmamalı, bu doğru ama yeni bir “oyalama taktiği”
görüntüsüne de asla kapılmaması gerekiyor.
Çalıştaylar ve mümkün olduğu kadar geniş çevrelerin katılımı çok iyi bir düşünce ama bu “katkı aşaması”
oldukça hızlı geçilmeli, fazla oyalanılmamalıdır.
Niçin mi?
Çünkü, bu, sonuç itibarıyla, bir siyasi irade ve siyasi cesaret meselesidir.
Siyasi iradeniz ve cesaretiniz varsa, “Kürt açılımı”nı başlatabilirsiniz.
***
***
***
Şimdiden çıkmaya başlayan çatlak seslere, giderek tırmanacağa benzeyen saldırgan polemikçi muhalefet diline
kulak asmadan, “Kürt açılımı” doğrultusunda kararlı biçimde ilerlenmeli. Çünkü, böyle bir “açılım”a muhalefet
olacağı tabiidir. Kendinizi muhalefete rehin bırakırsanız, hiçbir olumlu adım atmanız mümkün olmayacağı gibi,
başlatmaya niyetlendiğiniz inisyatifin altında kalırsınız.
“Kürt açılımı”nın harekete geçmesinin, ülkenin yeterliden de öteye, büyük kesiminde, ülkenin tüm diri
çevrelerinde güçlü destek elde edeceği kesindir.
“Kürt açılımı”nın aşama aşama yürürlüğe girmesi halinde, “hedef”e başarıyla yol alabileceğine ilişkin elimizde
somut bir ölçü oluştu. TRT-6 ile ilgili uygulama ve sonuçları.
“Kürt sorunu” ile “Kürt açılımı” arasında 4 yıllık koca parantez içinde, sorunun çözümü doğrultusunda açılım
sayılabilecek en anlamlı hamle bu yılbaşında TRT-6’nın yayınıyla gerçekleşti.
Başbakan, yayını Kürtçe “Hayırlı Olsun” sözleriyle açtı. Aradan yarım yılı aşkın süre geçti, ülkenin
bölünmediği gibi, “ayrılıkçı tohumlar”ın bir bölümü TRT-6 hararetiyle kurumaya yüz tuttu.
Dikkat ederseniz TRT-6’ya hiçbirimiz TRT-Altı demiyoruz. TRT-Şeş diyoruz. TRT’nin Kürtçe kanalını
Kürtçesiyle anmak hiçbirimize zor da, ağır da gelmiyor.
Dolayısıyla, “Kürt kimliği”ne ilişkin haklar ve özgürlüklerin ülkemizin Kürt vatandaşları tarafından kullanılması
da kıyameti kopartmayacak.
Dört yılda “Kürt sorunu”ndan “Kürt açılımı”na geldik; “Kürt açılımı” gerçekleşirse, oradan “sorunun çözümü”ne
doğru yol alacağız...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12196646
02.08.2009
16) Van’ı sevmek, Kürtleri sevmek…
“1700 metre yükseklikte yaşıyoruz.
Kardan yararlanamıyoruz. Böyle şey olur mu, bu durumu değiştirmek lâzım.” Bu sözler Van Valisi Münir
Karaloğlu’na ait. Kendisinden bu sözleri işittiğim vakit, Van’ın 25 günlük valisi idi, birkaç gün sonunda ilk ayını
doldurmuş olacak. Karaloğlu, görevinin ilk 25 günü içinde Van’ın 11 ilçesinden Çatak hariç 10’una, bazıları
117
birden fazla olmak üzere ayağını basmıştı. Bu satırların yayımlanacağı gün, muhtemelen Çatak’a da ayağı
değmiştir.
Kar’ı, Doğu bölgemizin alışageldiği bir “yaşam engeli” olarak değil, “Allah’ın lütfu” olarak gören bir zihniyet,
son derece çarpıcı bir “değişim habercisi”dir.
Hafta başında Van il merkeziyle yılın sekiz ayı kar ve çığın yolu kapaması nedeniyle bağlantısı kesik ve tüm
Vanlıların deyişiyle “yılın sekiz ayı Allah’a bağlı” kalan Bahçesaray’dan başdöndürücü virajlar ve yükseklikteki
yol yapımı çalışmaları arasından Van’a dönerken, şoför yeni valiyi öve öve bitiremiyordu. Çatak’lı şoförün
ölçüleri pek basitti: “Bundan önceki valinin ayağının yere bastığını görmedik. En az 30 korumayla birlikte
dolaşır, halktan kimseyle temas etmezdi. Yeni vali öyle değil. Her gün Van sokaklarında halkın arasında
dolaşıyor. Üçten fazla koruması da yok. Bir yerde göreve gittiğinizde, oranın insanlarıyla bir tanışacaksınız.
Oranın insanları arasında da sözü dinlenmesi gerekenler vardır. Bu vali öyle yapıyor. Çok iyi…”
Bu anlatımı dinlerken Vali Karaloğlu’nun epey bir süredir Van’da görev yaptığını sandım. Kendisiyle ertesi gün
bir araya geldiğimizde Van’a geleli topu topu 25 gün olduğunu hayretle öğrendim. Bu kadar kısa zaman içinde
çizdiği profil ve çalışkanlık, halkın gönlünü çabucak kazanmasına vesile oluyor.
Van’ın yapısı ve geçmişi hakkında öylesine ayrıntılı bilgi veriyor ki, 25 gün için bu kadar birikim fazla diyecek
oluyorum; gülüyor “Gelmeden önce internetten 20 gün Van çalıştım” diyor.
Bir ay önce günler boyu tanımak fırsatını bulduğum Mardin Valisi’nin hareketliliğinden ve en önemlisi
vizyonundan etkilenmiştim. Mardin’i “Yukarı Mezopotamya’nın cazibe merkezi” yapmayı kafasına takmış ve
misyon edinmişti. Bir açık hava müzesi değerindeki il merkezinde “görsel estetiğe aykırı ne varsa yıkılacak”
şiarıyla kolları sıvamış ve bir şantiye şefi gibi gece-gündüz şehrin çehresini birkaç ay içinde değiştirmeye
başlamıştı. Mardin’deki sempozyumda konuşurken, Mardin’in geleceğine güvenimi “Burada deli bir vali var”
diyerek ifade etmiş ve ardından eklemiştim, “Pir Sultan Abdal’ın ‘Usludan Yeğdir Delimiz’ dizesi misali deli…”
Van’ın Çayeli’li Valisi Münir Karaloğlu, Mardin’deki Yozgat’lı meslektaşından farklı kişilik özelliklerine sahip
bir tip ama “vizyon” ve “çalışkanlık”, aynı zamanda halka yakınlık bakımından Doğu ve Güneydoğu’nun tam da
bu dönemde ihtiyacı olan “kamu otoritesi” tipini ifade ediyor.
“Kürt açılımı” sürecinin başladığı anlaşılan böyle bir dönemde, “bölge”de bu tür “kamu otoritesi”nin “merkezçevre bağı” açısından belirleyici önemi, Ankara siyasetçileri ve İstanbul’daki uzantıları arasındaki biteviye
“üniter devlet” söylevlerinden çok daha işlevsel!
***
***
***
“Üniter devlet”in “etnik kimliği”ni kafalara vurmayı öngören ve bölge insanının “Kürt kimliği”nin reddini
vurgulayan semboller, Van ve çevresinde de göze çarpmaya devam ediyor. Ta 1992 yılında Turgut Özal, Van’ın
yaslandığı Erek Dağı’nın yamaçlarına koca ve beyaza boyanmış taşlarla yazılı “Ne Mutlu Türküm” yazısını
işaret ederek, devletin bölge insanını yabancılaştırıcı efektine dikkatimi çekmişti. Bugün de benzer semboller her
dağ başında mevcut. Gevaş’ın yaslandığı Artos Dağı’nın yamaçlarında da, Akhtamar Adası’nın tam karşısında
koca bir ayyıldız ve “Önce Vatan” yazısı. Orada burada, dağ yamaçlarında “Komando” yazıları.
“Komando”dan “Jandarma”yı anlayacaksınız. Jandarma dediğiniz, Doğu ve Güneydoğu’da JİTEM. Son
Ergenekon soruşturmaları sayesinde yıllardır bölgede ne olduğunu, ne yaptığını gayet iyi bildiğimizin JİTEM’i
ülkenin diğer köşelerinde de öğrenmeyen pek kalmadı. 1990’lı yıllarda bölgede işlenmiş “faili meçhul
cinayetler”in parmak izlerinin yol aldığı adres gibi gözüküyor.
Bu semboller ve bu sembollerin arkasındaki kafa yapısı ve zihniyet kalıpları ile bugüne geldik. Birkaç gündür
üzerinde “doğaya karşı” karayolları şebekesiyle verilen muazzam “savaş”ın öneminin işte bunun için üzerinde
duruyorum. “Üniter devlet”, “Vatan bölünmez”, “Önce Vatan” tutkunlarının, bunları taşlarla dağlara yazanlar,
Bahçesaray’ı “vatanın geri kalan bölümü”nden bunca yıldır kopuk tutanlar. O dağları aşılmaz hale getirip,
insanlarını ülkenin geri kalan bölümüne fiziki olarak bağlamaya kalkışmadan, sağlık ve eğitim hizmeti
118
götürmeden “Vatan bölünmez”, “Önce Vatan” sloganlarıyla “potansiyel bölücü” muamelesi göstererek, böylece
en önemlisi ülkeden “ruhen” kopartarak, “şiddet coğrafyası”na çanak tutmuş oldular.
Karayolları şebekesi ve hava ulaşımı ve telekomünikasyon teknolojisi tam da bu nedenlerden Türkiye’nin
“toprak bütünlüğü”ne katkı yapmak için gerçekten önemli. Zira, “bölge”nin pazara açılması ve dünyanın
“bölge”ye girmesi, “asimilasyon” ya da “yabancılaştırma” politikasının terk edilerek Türkiye Kürtlerinin
“entegrasyonu” açısından önemli.
Van ve geniş çevresi, dünyanın en güzel köşelerinden biri olması ve Allah vergisi doğası sayesinde büyük bir
gelecek potansiyeline işaret ediyor. Önce ulaşılabilir ve kendisi de ulaşabilir olmak zorunda. Karayolları
şebekesi ve Van’ın uluslararası havaalanına kavuşması bu bakımdan “olmazsa olmaz” şart.
Bunların olması halinde, çok geniş bir alan “inanç turizmi” açısından eşsiz bir merkez haline dönüşecek.
Akhtmar Kilisesi ve Ararat, bu bölgede. Tabii, bunun için iki “zorunluluk” söz konusu:
1.
2.
Ermenistan sınırının açılması;
Demokratikleşme.
İlki, Ermenistan bu yöne doğru büyük bir insan akınını tetiklemeyle kalmayacak, dünyanın her köşesinden
Amerika’dan, Latin Amerika’dan, Avrupa’dan insanların buraya akmasına vesile olacak. O “sınır açılması”
Türkiye’de “zihniyet iklimi”nin değişikliğini yansıtacağı ve Van ve çevresinde her yıl on binlerce insanı
dünyanın dört bir köşesinden çekecek zemini oluşturacağı için çok önemli.
İkincisi, “Kürt sorunu”nun “çözüm süreci”nden Akhtamar Kilisesi’nin tepesine haç konulması ve hiç değilse
haftada bir ibadete açılmasına kadar uzanan yelpaze ile ilgili olduğu için bir “temel şart.”
Van Valisi, eleştirel tonu gizlenemez bir vurguyla, “Haçı olmayan kilisenin, üzerinde hilal olmayan camiden
farkı olmaz. Almanya’da camilerimizle övünüyoruz. Burada yüzlerce yıllık kilisenin üzerinden restorasyon
yapılırken haçı esirgiyoruz. Üzerine haç konulsa burası Ermenistan’ın eline mi geçecek? Bundan mı
korkuyoruz? İstanbul’daki kiliseler öyle mi oluyor ki…” diyor.
Akhtamar’ın haçı ile ilgili öyküyü, restorasyon projesiyle ilgili bir inşaat mühendisinden dinledim. “Erivan’da işi
haç kaidesi yapmak olan ustalarla temas kurduk. Haç yapıldı. Öyle çok büyük de değildi. Fakat sınırdan içeri
giremedi bir türlü. Konu bizi aşıyordu” dedi.
Kapalı sınırlar, sınırları aşamamak, konunun “bizi” aşması gibi bir durum varsa, o, mutlaka Ankara’dan
kaynaklanır. Sorun, “zihniyet sorunu” boyutuyla elbette ki Van’dan, bölgeden kaynaklanmaz. Türkiye’deki her
sorunun “ana”sından kaynaklanır.
***
***
***
“Kürt açılımı”, Ankara’nın bile değişmekte olduğu “umutlarını” bugüne dek olmadığı biçimde uyandırdığı için,
bölgede hem ihtiyatlı hem de heyecanlı bir bekleyiş yaratıyor. Bu bölgede insanların ağzı sütten çok yandığı için,
yeni bir hayal kırıklığıyla çökmemek için bastırılmış bir heyecan ve ihtiyatlı bir bekleyiş söz konusu olan. Ama
heyecanlı.
Bu “iş” olursa, Türkiye bu “sorun” üzerinden ferahlarsa, insanların “kendi kimlikleri” ile “özgür bireyler” ve
“saygın bir halk” olarak yaşamalarının önü açılırsa, başta Doğu ve Güneydoğu, Türkiye, kanatlanıp uçar.
Benim günlerdir dolaştığım “efsaneler coğrafyası” kısa süre içinde dünyanın en önde gelen “kış sporları”
merkezlerinden biri haline gelir. Bütün bunların gerçekleşmesinin sağlayacak ekonomik hareketliliği gözünüzün
önüne getirebiliyor musunuz?
Yazın ortasında “kış sporları merkezi” hülyası kurmak, Van Valisi’nin “1700 metrede yaşayınca mutlaka kardan
yararlanmayı” düşünmek, “Kürt açılımı” olmadan olamaz.
119
Van’ı sevmeden vatanı sevemezsiniz. Kürtleri sevmeden vatandaşlarınızı sevemezsiniz.
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12192863
01.08.2009
Hürriyet: Cengiz Çandar (september)
17) “Açılım”ın Neresindeyiz?
Başbakan’ın danışmanlarından, siyaset bilimci Doç.Dr. Yalçın Akdoğan’ın yazıları Star gazetesinin Pazar
eki “Açık Görüş”te yayımlanıyor. Akdoğan’ın Tayyip Erdoğan ile yakınlığı bilindiği için yazdıkları
Başbakan’ın görüşlerinin yansıması olarak algılanıyor. Gerçek böyle midir değil midir bilinmez ama
Yalçın Akdoğan’ın görüşleri üzerinde durulmaya değer nitelikte.
Son yazısı “Asker sürecin ne başında ne dışında” başlığını taşıyordu. Yazısının son bölümü ise şöyleydi:
“Asker, bu sürecin ne başında, ne dışındadır. Eğer bu sürecin önemli bir ayağını terörün bitirilmesi
oluşturuyorsa, süreç içinde askerin rolü de kritik önemdedir. Genelkurmay Başkanı Başbuğ’un geçen yıldan beri
verdiği bir kısım mesajlar meselenin algılanma biçiminde bir farklılık olduğunu ortaya koymuştur. Nitekim,
yılbaşından sonra ‘tarihi fırsat’ şeklinde olumlu bir ortam olduğu düşüncesinin yaygınlaşmasında bu söylemlerin
de etkisi vardır. Sürecin siyasal sorumlusu elbette hükümettir ve tüm siyasi riskleri alarak yoluna devam eden,
çalışmaları şekillendiren siyasi iktidardır. Ancak burada askerin fonksiyonunun ve oynayacağı rolün
kamuoyunca gözden kaçırılmaması da gerekir. TSK, hükümetin de paylaştığı bir kısım hassasiyetleri ortaya
koyarak bir duruş sergilemiştir. Bu duruş, kanaatimce sürece karşı olmak, hükümetin ulaşmak istediği hedefi
paylaşmamak anlamına gelmemektedir. Demokratik açılım sürecinin başarılı bir şekilde hayata geçerek terör
sorununun öncelikli gündem maddesi olmaktan düşürülmesi, atılacak adımların bir devlet politikası olarak, tüm
kurumların ortak çalışmalarıyla şekillenmesiyle mümkündür… Onlarca yılın ürünü olan bir sorun elbette kısa,
orta ve uzun vadeli çalışmalarla ele alınacaktır.”
Bu satırlar, “açılım”ın “şerefi”nin ve elde edeceği başarının siyasi iktidara ait olduğunun vurgulanmasıdır.
Bunun yanı sıra, “asker”e bir “devlet kurumu” olarak hükümetin ulaşmak istediği hedeflere ulaşmasındaki
“görevini” hatırlatmayı da ifade ediyor. Daha da öteye geçerek, Genelkurmay Başkanı’nın “söylemleri”ne
göndermede bulunarak, “asker”in de zaten böyle yapmakta olduğunu ima ediyor.
Yazının yayımlanmasından bir gün sonra Genelkurmay Başkanı Orgeneral İlker Başbuğ’un Nusaybin’e yanında
22 basın mensubu ile birlikte giderek bir sınır karakolunu ziyareti vesilesiyle verdiği “mesajlar” da yazıyı
doğrular nitelikte olmuştur.
“Siyasi iktidar” ile “askeri otorite”nin “Açılım” konusundaki temel pozisyonlarının örtüştüğünü muhalefetin
tavrından da anlamak mümkün. Orgeneral Başbuğ’un Nusaybin’de yaptığı açıklamalarının ardından hem CHP
ve hem de MHP’nin grup başkanvekilleri “askerin siyasete karıştığı” iddiasıyla tepki gösterdiler.
***
***
***
CHP Grup Başkan Vekili Hakkı Süha Okay “TSK’nın bu kadar güncel siyaset içinde yer almasını doğru
görmüyorum” derken, MHP Grup Başkan Vekili Oktay Vural, “TSK’nın siyasete bulaşmasını doğru
120
bulmuyoruz. TSK psikolojik bir savaşta ucu belirsiz bir süreç içine sokulmak isteniyor” gibi sözcüklere yer
veren tepkisel bir açıklama yapmıştır.
Önce “Kürt Açılımı” diye başlayan daha sonra “Demokratik Açılım” olarak metamorfoza uğrayan ve giderek
“Milli Birlik Projesi” diye Başbakan tarafından adlandırılır olan “süreç”e en başından beri karşı çıkıp, “asker”e
“Ne duruyorsun?” gibisinden mesajlar ileten muhalefetin, Orgeneral Başbuğ’un açıklamalarına “askerin siyasete
müdahalesi” yorumunu getirmeleri hem gariptir hem de inandırıcılıktan yoksundur.
Muhalefetin Hükümet-Genelkurmay örtüşmesinden rahatsızlık duyduğu anlaşılıyor ve bu cins bir rahatsızlık da
anlaşılır bir şey. Ancak, bu konudaki temel sorun, söz konusu “örtüşme”nin kendisi. Sorun, bu “örtüşme”
görüntüsünün “Açılım”ı hedefe yani bir anlamda başarıya ulaştırmakta bir güvence teşkil ettiğinden ötürü değil.
Tam tersine, “Açılım”ı gerçekten “sorun çözücü” bir açılım olmaktan çıkartma tehlikesi taşıdığı için.
Yalçın Akdoğan’ın yukarıda sözünü ettiğimiz yazısında ve İlker Başbuğ’un Nusaybin konuşmasında bir ortak
payda mevcut. Bu da“Açılım”ın “terörün” bir başka anlamda veya “eş anlamlı” olarak PKK’nın tasfiyesine
indirgenmesi.
“Kürt sorunu”nun “şiddet boyutu”ndan arındırılması ve “silahlı çatışma iklimi”ne son verilmesi, kuşkusuz,
herhangi bir “Açılım” için “olmazsa olmaz” bir şarttır. Ancak, bunun “gerçekçi” bir uygulamayla elde edilmesi
gerekiyor.
Söz konusu yazı içeriği ve Genelkurmay Başkanı’nın açıklamaları, korkarız, “Açılım”ın başarısı için zorunlu
“gerçekçilik”ten uzaklaşan nitelikte.
***
***
***
Yalçın Akdoğan şöyle yazıyor:
“PKK’nın şu an için varlığı çözümü hızlandıran değil, çözüm şartlarını zorlaştıran bir faktördür. Bu yüzden
PKK’nın acilen atması gereken adımlar vardır ve bunlar hem demokratik gelişmeyi hızlandıracak, hem Kürtlerin
birçok sorununun önünü açacaktır:
1)
İvedilikle Türkiye’deki silahlı unsurlarını sınır dışına çekmelidir. 2) Her türlü saldırıya, mayın
tuzağına, dağa adam çıkarma çalışmalarına, halk üzerinde uyguladığı tehdit ve şantajlara, illegal tüm
faaliyetlere son vermelidir. 3) Silah bırakmayı, terörü bir yöntem olarak kullanmamayı prensip olarak
kabul etmeli, bunu deklare etmeli ve gereken adımları atmalıdır.
PKK’nın çözüm sürecine katkıda bulunmak için tek taraflı olarak belli adımları atması kaçınılmazdır.”
Bunlara itiraz etmek imkânsızdır. Kağıt üzerinde gayet mantıklı gözüken öneriler bunlar.
Ama bu “tek taraflı” adımların karşılığında, bu adımları atmayı kolaylaştırıcı ya da en azından PKK’yı etkilediği
“tabanından” soyutlayacak ve “karşı taraf”tan gelecek “tek taraflı” adımlar ne olacaktır? Unutmayalım ki,
Mardin Artuklu Üniversitesi’nde “Kürt Dili ve Edebiyatı Kürsüsü”nün kurulmasının –Kürt kimliğine ilişkin en
asgarî bir adımın- bile YÖK tarafından bloke edildiği, bir röportajda “babam Kürt” dedi diye Hülya Avşar
hakkında savcıların harekete geçtiği bir ortamdayız.
121
Genelkurmay Başkanı, “dil” konusuna değinirken, “Türkçe’nin yeterince öğretilememiş olmasını” öne çıkarıyor.
PKK’nın dağdan indirilmesi konusuna ilişkin olarak ise TCK’nın 221. Maddesi üzerinde duruyor. Bu madde
kapsamında başvuranlardan –yani PKK’lılardan- 870 kişiden 638’inin serbest bırakıldığını hatırlatıyor.
DTP’den ise söz eden yok, olsa da PKK’nın dönüşeceği bir “legal kulvar” vurgusu gibi sunulmuyor; tam tersine
ağır eleştirilerin odağına yerleştiriliyor.
Bu bakış açısı ile “Açılım”ın hedefine ulaşması konusunda başka “iyimser gerekçeler” aramamız ve bulmamız
gerekmiyor mu?
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12548537
25.09.2009
18) “Osmanlı Tecrübesi” ve “Kürt Açılımı”...
“Kürt açılımı nedir, ne değildir?
Hemen söyleyeyim. Bir, mahçup lisanla yenilgi itirafıdır. İki, yangından mal kaçırma operasyonudur... Osmanlı
bu işleri çok görmüştür. Sebep ve süreç bakımından Kürt meselesinin tıpkısının aynısı olan kavgalar daha önce
Sırbistan’da, Yunanistan’da, Romanya’da, Bulgaristan’da, Makedonya’da, Arnavutluk’ta, Ermenistan’da,
Suriye’de, Lübnan’da, Girit’te yaşandı. Ders alındı mı? Asla!
Baştan yapılması gerekenler her seferinde apaçık ortadaydı, biraz vizyon ve cesaretle kolayca üstesinden
gelinebilirdi. Yapılmadı, sürüncemede bırakıldı, ‘son terörist imha edilinceye kadar kahraman ordumuz
teyakkuzdadır’ diye diye ahali uyutuldu. İş işten geçtikten sonra çözüm paniğine girildi, ama ne fayda?
Siz Makedonya Açılımını bilir misiniz? Rumeli dağlarında senelerce kan gövdeyi götürdükten sonra nihayet
1904’te Avrupa’nın zoruyla Makedonya reform paketini açtılar. Heyhat ki Bor’un pazarı geçmişti. Sekiz yıl
sonra Makedonya gitti, bütün Rumeli’yi de peşinden götürdü.
Ya 1914 Ermeni Açılımını bilir misiniz? Alabildiğine mütevazi ve mantıklı bir reform paketini, 1878’de söz
verildiği halde tam 36 yıl süründürmeyi başardılar. Sonunda dünya konjonktürünün değiştiğini sezip alelacele
peki dediler. Yirmi yıl önce olsa herkesi memnun edecek güzel bir paketti. Ama artık yirmi yıl öncesi değildi.
Ermenilerin de kolay kolay bir şeyden memnun olacak hali kalmamıştı. Sonuçta ne oldu biliyorsunuz. Barış
imkanı heba edildiği için, imhadan başka çözüm kalmadı.
Siz bu sefer farklı olacağını ummak için yeterli bir neden görebiliyor musunuz?.. ‘Ulusal bilinç’ adı verilen asrın
vebası Kürt halkını sarmıştır. Bu hastalığın tedavisi kolay değildir. Bir kere buna yakalanıp da yüz seneden önce
iyileşen görülmemiştir. Korkarım ki daha işin başındayız ve vatan-millet-Fırat uğruna daha çok acılar
çekilecektir.”
Bayramın ilk günü Star’ın “Açık Görüş” adlı Pazar ekinde yayımlanan Sevan Nişanyan’ın “Türkiye aldı başını
gidiyor” başlıklı yazısından çarpıcı satırlar. Üzerinde durmaya değer.
***
***
***
122
“Osmanlı tecrübesi”ne ilişkin yazdıklarına tümüyle katılıyorum. Yıllardır “Kürt sorunu çözülsün” diye didinip
durmamızın nedeni de, “Osmanlı tecrübesi”nden çıkarttığımız dersler idi. Sorun çözme yeteneğini yitirmiş
gözüken devletimiz, bu “gen”i, birçok başka “gen” gibi Osmanlı’dan miras aldıysa, “bölünürüz” diye korku
belasına yapılan bir çok şey “bölünme”ye yol açacağı için kaygılıydık.
Ülkenin ve -vatandaşlık bağı anlamında- ulusun birliği uğruna ve bölünmesinin önüne geçmek için “Kürt sorunu,
Kürtlerin kimlik hakları tümüyle tanınarak, çözülsün” diye yıllardır uğraşıyoruz.
“Kürt Açılımı”nı tam da bu bakımdan, Kürt sorununun “çözüm yolları”nı açacağı için destekledik, ona umutla
sarıldık.
“1904 Makedonya Açılımı”nı bilir ve gereğinin “çok az ve çok geç” yerine getirilmesiyle “Makedonya’nın
gittiği” ve “peşinde Rumeli’yi de götürdüğünü” hatırlarsak- keza “1914 Ermeni Açılımı”nın 1878’den beri
sündürülen ve süründürülen bir reform paketini ifade ettiğini, ancak bunun Ermeniler için pek bir şey ifade
edecek bir zaman dilimine denk gelmediğini, bunun neticesinde 1915’te “imhadan başka çözüm kalmadığını”
düşünürsek, Kürt Açılımı’nın akıbetini farklı düşünmemiz için yeterli bir neden var mı?
Evet, var.
100 yıl önceki yakın tarihimizdeki tüm örnekler, “çökmekte olan bir imparatorluğun çöküş süreci”ni, onun “son
halkaları”nı anlatan örnekler. “Kürt Açılımı” ise bölünmeye, dağılmaya doğru giden bir ülkenin, “bölünme
süreci”ni ifade eden bir olgu değil.
Tam tersine, zaten “ruhen bölünmüş” olan bir ülkenin tekrar birlik ve bütünlüğüne kavuşması arayışı ile ilgili.
19. Yüzyıl’da “Avrupa’nın Hasta Adamı” olan bir ülkenin devleti, 19. Yüzyıl’ı bitiren Birinci Dünya Savaşı’nın
sonunda ortadan kalktı. Ülke bölündü. Kalan parçasının üzerinde devlet, eskisinin hastalıklarının bir bölümünü
devralarak, yeniden kuruldu.
“Kürt Açılımı”nın sonuç vermeyeceğine ilişkin görüşler ve iddiaların dayandığı “tarihteki açılım”lar ve
sonuçlarına dayandırılıyor. O gecikmiş “açılımlar” çöküşe doğru giden bir ülkenin son günlerini anlatıyor.
Bugün durum kökünden farklı.
Türkiye, Soğuk Savaş sonrası dünyanın “yükselen” güçleri arasında sayılıyor. Soğuk Savaş’ın “galipler
ittifakı”nın bir ögesi olması bir yana, “demokratik ülkeler topluluğu” AB’nin kapılarını zorlayan, daha da
önemlisi büyüyen ekonomik gücüyle “G-20” üyesi. Bir başka deyimle, “uluslararası sistemin genişletilmiş
yönetim kurulu” diyebileceğimiz “G-20”ye, dünyanın 200 dolayında ülkesi içinde ilk 20’ye dahil.
Türkiye’nin dünya sahnesinin en önemli “jeopolitik alan”larından biri kabul edilen Ortadoğu-KafkasyaBalkanlar havzası ve Karadeniz-Akdeniz ekseninin “bölgesel gücü” olduğu tartışılmıyor bile.
Türkiye’nin 21. Yüzyıl perspektifleri içinde, uluslararası sistemin en önemli “enerji transit yolu” olması yer
alıyor.
123
Türkiye’nin “Kürt Açılımı” ile “uluslararası sistem”in “stratejik ufukları” ve çıkarları kesişiyor ve örtüşüyor.
Bütün bu nedenlerle ve “Kürt Açılımı”nın harekete geçirdiği dinamiklerden ötürü, bu kez “farklı” olacağını
düşünebiliriz ve sonuçlarına umut bağlayabiliriz.
***
***
***
Bununla birlikte, “Kürt Açılımı”nın tuzaklarla dolu olmadığını ve “riskler” içermediğini de söyleyemeyiz.
Hayır, bu “tuzaklar” ve “riskler” sanılabileceği gibi, Türkiye’de “milliyetçiliği azdırmak” ve bunun yol
açabileceği sonuçlarla ilgili değil. “Devlet aklı”ndaki “tıkanıklıklar” ve “ezberden kurtulamamak” ile ilgili.
Örnek mi istiyorsunuz?
“Kürt Açılımı”ndan başladık, “Demokratik Açılım”a doğru utangaçlıkla dümen kırdık. O bile yeterli gelmedi,
“Milli Birlik Projesi” kavramını ortaya attık. Bütün bunlara “pragmatik” gerekçelerle “peki” desek bile, bu işin
özü, tüm toplumu hareketlendiren ve heyecanlandıran yanı “Kürt Açılımı” olmasıydı.
Ancak, “Kürt” sözcüğüne alerji aşılamadığı için bin dereden su getiriliyor. Mardin Artuklu Üniversitesi’nde
“Kürt Dili ve Edebiyatı” bölümünün kurulması ve lisans eğitimi vermesi YÖK tarafından “Yaşayan Diller
Enstitüsü” adıyla, sırf Kürtçe’ye alerjiden ötürü iğdiş edildi.
Radikal’de dün yazan Dicle Üniversitesi’nden Vahap Coşkun, “Türkiye’de hep böyle olur zaten” diye başlamıştı
yazısına “Kürtleri ilgilendiren bir iş söz konusu olduğunda bin dereden su getirilir ve nihayetinde iş sulandırılır.
Kürtlerin bir hak ve özgürlük kullanımı gündeme gelmeye görsün; çok mahir olan bürokrasi binbir kulp bulup
buluşturur ve hakkın özünü boşaltır.”
Şu sıralarda böyle oluyor ve hükümetin “açılımı” bakımından en tehlikelisi budur.
Abdullah Öcalan’ın birkaç gün öne “Açılım”a ilişkin değerlendirmesi çeşitli internet sitelerine yansıdı. “Son
dönemdeki gelişmeler şüphelerimi artırdı... Bu açılım mıdır, tasfiye midir, tuzak mıdır sahtekarlık mıdır, çözüm
müdür, emin olamıyorum, bilemiyorum” diyor.
Onun ne dediğinin önemi var mı?
Var. “Kürt Açılımı”nın doğrudan muhatapları üzerinde bir etkisi olduğu için var. Kürtlerin önemli bir
bölümünün aktif katılımını sağlayamayan bir “Kürt Açılımı”nın arzulanan ve beklenen sonuçların elde
edilemesine yol açması ihtimali bakımından var.
Zaman, paslanmış “klişeler”den çıkmak ve “ezber bozmak” zamanı.
Başbakan’ın yakın çevresinin bunun pek farkında olmadığına dair sinyaller alıyoruz. “Açılım”ın başarı şansı
açısından “en tehlikeli”sinden daha da “tehlikeli” olan belki de bu.
124
Devam edeceğiz...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12527475
22.09.2009
19) Kürt Açılımı: 'Devam'dan başka seçeneği olmayan süreç
Ankara’nın Türkiye’nin geri kalan bölümüyle ilişkisinin kopukluğunu anlamak için Ankara dışında
yaşamak yeter. Anadolu’da hele Güneydoğu Anadolu’daysanız, Ankara, ayrı bir gezegende yaşıyor gibi.
Bunu "Ankara kaynaklı" değerlendirme yazılarından anlayabilirsiniz. Örneğin, ülkenin en yakıcı ve en önemli
sorununa ilişkin gelişmeler konusunda Ankara’dan yazılıyorsa, yazı şöyle başlayabiliyor:
"Kürt açılımı konusunda kamuoyunda ilk başlarda oluşan ilgi ve dikkatin dağılmaya başlamasının"
nedenleri...
Ortada bir "gözlem" var, "Kürt açılımı konusunda kamuoyunda ilk başlarda oluşan ilgi ve dikkatin dağılmaya
başlaması"...
Bir hafta boyunca, daha önceki yazılarımızda altını çizdiğimiz gibi Türkiye’nin Güneydoğu’sunda 1500
kilometre yol yaptık, Türkiye kara yollarının bittiği Türkiye-İran-Irak üçgeninin ucuna kadar gittik, tüm o bölge
boyunca "Kürt açılımı" konusundaki "ilgi ve dikkat"in dağılmaya başlaması bir yana, bu konu üzerinde ilgi
ve dikkatin daha da yoğunlaştığını ve neredeyse sadece bu konu üzerinde "odaklandığını" gözlemledik.
Türkiye’de sorunun doğrudan doğruya öznesi olan bölge ve tüm insanları "kamuoyu"ndan sayılmıyorsa,
"Ankara gözlemi" doğrudur. Kaldı ki, son iki hafta boyunca Ege’de ve İstanbul’da da her çevrede neredeyse
sadece ve sürekli olarak "Kürt açılımı" tartışılıyor.
"Kürt açılımı, tamam mı, devam mı" cinsinden bir mesele, "tamam, bitmiştir" temennisi içeren Ankara
zeminli bir siyaset yaklaşımının, muhalefet ile Genelkurmay’ın ve bürokrasinin bir kesimi için söz konusu
olmalı.
Genelkurmay Başkanı’nın 25 Ağustos açıklamasının üzerinden daha saatler geçmeden MHP sözcülerinin "Bu
noktadan sonra, Kürt açılımı sona ermiştir" şeklinde beyanat vermelerini unutabileceğimiz kadar uzun vakit
geçmedi.
Oysa, Kürt açılımı sona ermediği gibi, Şemdinli’den, Eruh’tan, Çukurca’dan gelen şehit haberlerine rağmen, -ki,
yakın geçmişte buna benzer tek bir gelişme tüm süreci berhava ederdi- devam edeceği bizzat Başbakan Tayyip
Erdoğan tarafından açıklandı.
***
Açılım sürecinin noktalanmasını temenni eden çevreler, süreç hareket halinde kaldığı ölçüde, "yöntem"e ilişkin
itiraz ve eleştirilerini dile getiriyorlar.
Yani, "Keşke süreç ‘tamam’ dese ve şu noktada sona erse" ama eğer devam ediyorsa, bu kez iş başa düşüyor
ve buradan bir yere gidemeyeceğini kanıtlamak kalıyor kamuoyuna.
Çünkü, "yöntem hatası" var.
Neymiş o "yöntem hatası?"
"Kürt açılımı"nın başlangıç noktasında bunun CHP ve MHP ile en üst düzeyde görüşülmemesi; bunun yerine
önceliğin toplumsal zeminde görüş alınması ve tartışmaya verilmesi.
125
Türkiye’de Kürt sorunu 1920’lerden bu yana tartışılmadığı kadar, 31 Ağustos 2009’da İçişleri Bakanı Beşir
Atalay’ın basın toplantısından bu yana son bir buçuk ay içinde tartışılır oldu. Her gün konuşuluyor, herkes
konuşuyor.
Konuşulmadığı, "tabular"ın arkasında bir "yasak alan" haline dönüştürüldüğü vakit, ağızlarını ve zihinlerini
konuşturamayanlar, silahları konuşturdular. 80 küsur yıllık bir cumhuriyet tarihinde kimisine göre 29 ama büyük
çaplı 4-5 "Kürt isyanı" olması normal bir şey mi?
Tüm ülkenin bunu tüm boyutlarıyla enine boyuna konuşmasından, tartışmasından daha yararlı, daha hayırlı ne
olabilir?
Tabii, araya 25 yıllık bir silahlı çatışma dönemi ve dökülen kanlar girince, konuşma ve tartışma doğal olarak
"silahların nasıl susturulması", ülkenin birlik ve bütünlüğünün nasıl "sağlama alınması" üzerinde de
yoğunlaşıyor.
Bu çerçevede İmralı’nın, Kandil’in ve PKK sözcüklerinin de gündeme gelmesi kaçınılmaz. Zira, konu
"silahların susması" ve "susturulması"ysa "isyan silahları"na hükmedenlerin bu silahları bırakma kararına
nasıl varmaları gerektiği ve nasıl varacakları da haliyle tartışma konusu olmak zorunda.
Burada "sorun", DTP’nin "işi kısa sürede PKK’nın meşrulaştırılması odaklı bir sürece doğru çekmesi"
değil. Çünkü, "Kürt açılımı" ile birlikte öne çıkan konu, "Kürt sorunu"na çözüm tartışmasının ve çözüm yolları
araştırılmasının, "şiddetten arındırılmış" bir ortamda yapılabilmesi.
Eller tetikten çekilmeden konuşulmaz, tartışılmaz; savaşmaya hazır beklenilir.
Ellerin tetikten çekilmesi için PKK’nın "bir şekilde" sürece dahil edilmesi, "sorunun tarafı" olmaktan
çıkarılması, "çözümün bir parçası" haline getirilmesi gerekiyor.
"Sorun", bunun nasıl yapılacağında. 25 yıldır ezberlediğimiz klişelerle yapılacaksa "Kürt açılımı"na gerek yok.
Bugüne kadar ne yapılıyorsa, o yapılmaya devam eder ve ara ara şehit cenazelerinde söylenen basmakalıp
nutukları da gözyaşları arasında dinlemeye devam ederiz.
***
İşe "CHP ve MHP ile başlama"yı "çözümün selameti" açısından bir önşart olarak gören "Ankara yaklaşımı"nın
temel zaafı, CHP ve MHP’nin itirazlarını sanki "yönteme itiraz" olarak sunmak ile ilgili.
CHP’nin genel başkanı ile MHP’nin yönetici kademelerinin itirazı, "söz"e değil; "öz"e. Eğer, "yöntem" olarak
işin en başında kapalı kapılar ardından onlarla görüşmek seçilseydi. "Kürt açılımı" açıldığı gün mevta haline
gelirdi.
Bugün "Kürt açılımı"nın açtığı "süreç"in devam şansı varsa, o da "toplumsal kabul" görmesi ve söz konusu
"toplumsal kabul"ün CHP ve hatta MHP zeminini zorlaması sayesinde.
O "toplumsal zemin" aynı zamanda, DTP’nin zemini ve hatta PKK bünyesinin içinde de "çatlaklar"
oluşturuyor.
O nedenle, süreçte "ısrar" ve her şeyden önemlisi "kararlılık" ve "sabır" gerekiyor.
Ağustosun son günlerinde Genelkurmay Başkanı’nın ağzından ifadesini bulan "Kürt açılımı"na üstü kapalı
itirazın ise "yöntem yanlışlığı"ndan ötürü "İlker Başbuğ’un kendisini açıklama yapmak zorunda
hissetmesi"yle ilgisi pek yok.
Askerin tavrı ile ilgili isabetli bir değerlendirme, "Türkiye’de asker-siyaset ilişkileri"nin önde gelen uzmanı,
Princeton Üniversitesi’nde Prof. Ümit Cizre’nin önceki gün Star gazetesinin "Açık Görüş" ekindeki yazının şu
satırlarında görülebilir:
126
"Ergenekon davası ile zirveye ulaşan bir dizi aşırılık, askeri cenahın psikolojik iktidarına çok ağır bir darbe
vurarak bu açılıma kapıyı açan en önemli etkenlerden birisi olmuştur. Bu açılıma askeri bürokrasinin ‘rıza’ ve
‘onay’ göstermesinden söz etmek yerine, konjonktüre bağlı stratejik bir seçim yaparak proaktif olmaktan
kaçındığını, geri planda kaldığını ifade etmek daha doğru olur. Dolayısıyla, bazı muhalefet liderlerinin askeri
cenahın tavrının gerisine düşmesi aslında herhangi bir çelişkiyi ifade etmiyor."
Yani, resmen ilan edilmesinden bir buçuk ay sonra "Kürt açılımı"yla vardığımız nokta öyle bir nokta ki,
"açılıma tamam" dendiği anda, bunun altında AK Parti hükümeti kalır. Sadece o kalsa neyse Türkiye kalır.
O nedenle, "devam" çünkü göze alınabilir, kabul edilebilir başka seçeneği olmayan bir "süreç" bu.
"Süreç"e "toplumsal desteği" diri tutmak gerekiyor. "Açılım"ın başarısı için "olmazsa olmaz" şart bu...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12481959
15.09.2009
20) Güneydoğu’dan Kürt Açılımı (6) 1500 kilometrelik “dağdan indirmek”-“dağa çıkmayı önlemek”
dersleri...
Gece saat 10’da Van’da bir haftaya yakın süredir büyük bölümünü katettiğimiz “Güneydoğu turu”nun
son durağına ulaştık. Minibüsten inmeden Lice’li şoförümüz Erkan’a, “Diyarbakır’dan itibaren kaç
kilometre yapmışız, bir bak” dedim.
Diyarbakır, ardından Mardin yolundan sapıp Mazıdağ ve Derik üzerinden Kızıltepe-Viranşehir yolundan sapıp
Kasrı Kanco. Aynı gece Kızıltepe üzerinden Mardin. Sabahın erken saatinde Midyat-Hasankeyf-Batman-BeşiriKurtalan-Siirt üzerinden Eruh.
Eruh’tan Siirt’e dönüş, Veysel Karani’nin önünden geçip Baykan-Bitlis-Tatvan ve Van. Ertesi sabah, VanHoşap-Başkale-Yüksekova-Şemdinli ve dönüş yolundan Van’da nokta.
21 plakalı minibüsün direksiyonunda onun için de bazı köşelerini ilk kez gördüğü Güneydoğu coğrafyasında
yörenin çocuğu Erkan, uzun turumuzun kilometre hesabıyla bilançosunu söylüyor:
1465 kilometre!
İlk iki gün boyunca Diyarbakır’ın içindeki hareketimizi de hesaplarsak, aşağı yukarı 1500 kilometre. Birçok anı,
bölge insanlarıyla yüzyüze sohbetlerle dolu, olağanüstü güzel bir coğrafyada sürekli hareket hali.
Öyle bir coğrafya ki, şarkısız türküsüz yol alınmaz. Zaten Hasan Cemal, ikide bir minibüsün en arkasından
“Erkaan, koysana oğlum şu Aram Tigran’ı” diye haykırıyordu, cdçaların sesini de en yükseğe çıkarttırarak.
Minibüsün için Aram Tigran’la, Aynur’la, Ahmet Kaya ile inledi durdu.
Sezgin Tanrıkulu, biz Diyarbakır’ı terketmeden Aram Tigran cd’sini elimize tutuşturmuştu. Bir gece önce,
Kervansaray (Deliller Hanı) avlusunda çektiğimiz televizyon programının kapanışında Rojin, Aram Tigran’ın
“Ay Dilbere”sini söylerken, hemen sağımda oturan Sezgin Tanrıkulu’nun gözlerinin ışıldadığını, mırıldanarak
şarkıya katılmıştı. Yayın süresi bittiği için, şarkının son bölümünün söylenmediğini farkeden Ak Parti
milletvekili, eski Genel Başkan Yardımcısı Dengir Mir Mehmet Fırat, hemen telefon açıp, niye şarkının son
bölümünün kesildiğini sormuştu. Oysa, biz, şarkının tümünü dinlemiştik.
127
“Ay Dilbere”, Başbakan Tayyip Erdoğan’ın Güneydoğu’da herkesin “tarihi” saydığı 11 Ağustos konuşmasında
adını andığı Feki Teyran’ın bir şiiri. Feki Teyran, 16. Yüzyıl’da yaşamış büyük Kürt şairi, destan ve masal
yazarı. 7’den 70’e tüm Kürtler, Feki Teyran’ın bu şiirini ve Aram Tigran bestesini biliyorlar.
“Ey dilbere de menale
Feqiye Teyran edi kal e
Nexweşeki pir behal e”
Ne mi demek?
Bilenler bilmeyenlere öğretsinler...
***
***
***
Türkiye’nin en temel sorununa ilişkin en temel sorunlarından biri zaten Türklerin hatırı sayılır bir bölümünün
Kürtleri, Güneydoğu’nun özelliklerini, şartlarını, tarihçesini, insanların algılamalarını, ruhi yapısını, kültürlerini
ve dolayısıyla “Kürt sorunu”nun ne olduğunu bilmemeleri.
Hasan Cemal ile “işe” oradan başlamamızın nedeni de, “Kürtlerin Türklere kendilerini anlatmaları”na aracı
olmak içindi. “Açılım süreci”, “Demokratik Açılım” gibi ürkek ve utangaç sıfatların ardına gizlenmeye çalışılan,
Başbakan’ın ilk başta cesurca “Kürt Açılımı” diye nitelediği sürecin doğru yönde yol alması, Türk kamuoyunun
desteğine muhtaç. Türk kamuoyunun işin “vicdani boyutu”nu kavraması zorunlu. Kürtlerin de kendilerini Kürt
olmayanlara anlatması, tanıtması, kavratması şart.
Ne yani; bunca yıldır bu yapılmadı mı?
Hayır, yapılmadı. Hala gereğince yapılmış sayılmaz. Bu işin ardında kökleri ta seksen küsur yıl öncesine giden
yanlışlar var. Bunun üzerine bir de son çeyrek yüzyılın, 25 yılın kanlı bilançosunu ekleyin. Uzun bir sürecin
daha çok, çok başındayız.
Türk kamuoyunun ve milyonlarca Türk’ün desteği ne kadar önemliyse, Kürt zihninin derinliklerine girmek, Kürt
ruhunu kavramak ve kazanmak da, “mutlu son” için “olmazsa olmaz” şart.
“Türkiye’nin Batı’sı”, “Güneydoğu”sunun gerçeklerini ya az, ya hiç, ya yanlış ya da çarpıtılmış biçimde biliyor.
On yıllardır bir eğitim tarzı ve çarpık devlet anlayışıyla Kürtler konusunda çarpılmış zihinler söz konusu. Daha
çok yakın geçmişe dek, Kürtler, Kürt kimliği, Kürt olgusu inkar edilmiş, reddedilmişti. Şimdi bir-iki iyileştirme
girişimiyle her şey süt-liman oldu, tüm güvensizlikler ve son 25 yılın “kan davası” özellikleri kazanmış
çatışması, henüz silahlar elden bırakılmadan silindi gitti mi sanıyorsunuz?
Tersine, “Kürt Açılımı” öyle dinamikleri kendiliğinden harekete geçirmiş durumda ki, Türkiye’nin çok yerinde
çok büyük ve anlamlı adım sayılabilecek –aslına bakarsanız henüz yapılmış da olmayan- uygulamalar, Kürtleri
kesmeyecek.
128
Eruh’ta bir Siirt İl Encümen üyesinin bize söylediği ilginçti: “Benim üç amca oğlum, 1990’lı yılların başından
beri dağda. Neredeler, Türkiye sınırları içinde mi, dışında mı; hayattalar mı, değiller mi? Onu bile bilmiyoruz.
Şimdi bana senin köyünün asıl adını iade ediyoruz deseler ve amcamın oğullarını, kardeşlerimi öldürmek için
peşlerine düşseler, benim için mesele bitmiş mi olacak? Yer isimlerini değiştirilmesi politikası terkedildi diye
rahatlayıp, amca oğullarımın, kardeşlerimin peşine düşülmesini unutup, onlara sırtımı mı çevireceğim? Benden
bu mu beklenecek?”
***
***
***
Bu söylem, her yerde karşımıza çıktı. Bizi o gün, orada yani yaşadıkları yerde hiç beklemeyen, aniden
karşılarına çıktığımız, isimlerini bile hala bilmediğimiz onlarca insandan Güneydoğu’nun her yerinde benzer
öyküler, benzer tepkiler dinledik.
Diyarbakır havaalanında geçen hafta Pazar akşamı minibüsünün kapısından içeri girdiğimiz andan beri ağzının
açıldığına, sesinin çıktığına pek tanık olmadığımız şoförümüz Erkan’ın da 1500 kilometrelik uzun turun
sonlarına doğru dili çözüldü.
-
Bu söyleyen kim? Bu Ahmet Kaya’nın sesi değil...
-
Civan Haco’dur.
-
Diyarbakır’a gelmişti galiba. Batman’da da konser vermişti.
-
Diyarbakır’dakine gitmişim. İstasyon Meydanı’daydı. Çok kalabalıktı.
Van il sınırlarında Hoşap-Gürpınar arasında, turumuz tamamlanmak üzereyken Erkan’la sohbet, Aram
Tigran, Civan Haco, Şivan Perver derken, koyulaşıyor.
-Erkan senin ailende hiç “dağ”da olan var mı?
- Bir amca kızım dağdadır. Bir amca kızım da orada can vermiştir. Üçüncüsü, yolda geçtik, Midyat’ta
cezaevindedir. 36 yıl yedi. Herhalde o da orada can verir.
- Kaç yaşında?
- 40 olmuştur.
- Kaç yıldır hapiste?
- 13 yıldır.
- Amcan onu görmeye gidiyor mu?
- Amcam dağda can vermiştir!
129
Kürtlerin ezici nüfus çoğunluğu ile ve yüzyıllardır yaşadığı Güneydoğu coğrafyası dağlarla süslü. Kürtler için
“dağlar” ya dağları, Türkiye’nin diğer yönlerinden bakıldığında görüldüğü gibi “ülkenin güvenliğine kasteden
yasa dışı faaliyet alanları”nı”, “PKK’lı teröristlerin son kalanının etkisiz hale getirileceği” bir “isyan mıntıkası”nı
ifade etmiyor.
Baskılardan kaçışı, inkar karşılığında varoluşlarını, özgürlüğü de ifade ediyor. Ve, en önemlisi insan kayıplarını,
çilelerini, acılarını temsil ediyor.
O yüzden, “dağdakiler” ile “ovada kalanlar” ve şehirlerde yaşayanlar arasında hem “kan bağları” var ve onun
olamadığı çok istisnai durumlarda “duygusal bağlar” var.
Türkiye’nin esenliği “dağdakiler”i indirmekten ve aynı şekilde aşağıdakileri “dağa çıkartmamak”tan geçiyor.
Yani, silahların susmasından, şiddet ortamının son bulmasından. Ve buna en çok Kürtlerin ihtiyacı var.
Diyarbakır’da son birkaç ay içinde 600 kişinin “dağa gittiğini” öğrenmiştim. “Dağ” Kürtler için cazibesini
korudukça, bu “süreç” yol almaz.
Aynı şekilde, “Dağdakiler” kaderlerinin ne olacağını beklerken, “dağdan” nasıl inecekleri üzerine çalışmalar
sürerken, operasyonlarla üzerlerine gidilir ve o operasyonlar her gün yeni “şehitler” üreterek, Türkiye’ye gererse,
bu “açılım süreci” bir yerde yine tıkanır.
***
***
***
“Güvenlik güçlerinin Türkiye topraklarındaki tek meşru kuvvet olduğu gerçeği göz ardı edilemez. Başka bir
silahlı oluşumu yok etmek, onun anayasal ve yasal görevidir” gibisinden klişeler ve ezberlerin arkasına
sığınmaya devam edersek, birinci kareye geri dönmüş oluruz ve kan –karşılıklı olarak- dökülmeye ve
Türkiye’nin bütünlüğü –en azından ruhi olarak- sarsılmaya devam eder, gider.
Ahmet Altan’ın dün yazdığı gibi “Tamam, hiçbir devlet dağda silahlı adamların dolaşmasına izin vermez. Ama
‘özel’ bir süreçten geçiyoruz. 25 yıldır dağdan ‘silah zoruyla’ indirilmeyen insanların şimdi ‘barış’ yoluyla
inmeleri söz konusu. Buna bir şans tanımanın neresi kötü?”
Bir haftalık yoğun ve uzun ve esas olarak sessiz ve isimsiz insanları dinlediğimiz Güneydoğu turunun “en
önemli dersi” ile yazı dizimizi noktalayalım:
Asker, operasyonlarını bir süre için durdurmazsa, şehit cenazeleri bölgeden gelmeye devam edecek ve Kürt
Açılımı adı verilen süreç dinamitlenecek...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12469411
13.09.2009
130
21) Güneydoğu’dan ‘Kürt Açılımı’ İzlenimleri (5) “Şemdinli Şartı”: “Dağdakiler”e Af...
Bizim minibüsün mazotu daha Şemdinli-Yüksekova arasında bitti. Yedek depoyla gittiğimiz kadar
gidebileceğiz.
Hiçbir yerde bulunamayan herşeyin bulunabildiği, ülkenin bir numaralı “kaçakçılık merkezi” olarak ün yapan
Yüksekova’da tam iftar saatine denk geldik, açık petrol istasyonu bulamadık. Bir süre daha mazot alamazsak,
Türkiye’nin en yalçın noktalarının bulunduğu alanda gece karanlığında yolda kalacağız.
Yola devam, gözümüz mazot göstergesinde tedirgin biçimde yüce dağlar arasından Başkale’ye doğru
yükseliyoruz. Yüksekova, upuzun, göz kamaştıran sivri diş gibi doruklu dağların arasında 1985 metre
yükseklikte uzanan bir ovanın üzerinde. İl merkezi Hakkari’den daha büyük, 60 bin nüfuslu bir şehir. Başkale
ise 2800 metreye varan yüksekliğiyle dünyanın en yüksekteki yerleşim merkezleri arasında sıralanıyor.
Yüksekova-İran ile Hakkari-Çukurca ve Başkale-Van tabelalarının kesiştiği kavşakta, jandarma durduruyor.
“Kimliğiniz var mı?”
Minibüsün ön koltuğundan eğilip, sevimli jandarma askerine “Kimliğimiz var da, mazotumuz yok. Yakında
bulamaz yolda kalırsak, ya dağa çıkacağız, ya gelip size sığınacağız ona göre” diyorum. Espri nosyonu hayli
gelişmiş Ordu’lu delikanlının, “Vallahi, kendinizi nerede rahat hissederseniz, oraya gidin. Buraya gelirseniz,
beklerim. Ben buradayım” diyor şakacılık ile özgüven karışımı bir edayla.
Tıpkı Şemdinli-Yüksekova arasındaki Uzunsırt karakolu gibi, Yeniköprü karakolu da dağdan iniş yolları
aydınlatılmış, soluk ışıklar altında mevzileri seçilen adeta savaş durumunda bir askeri birlik manzarası sunuyor.
Uzunsırt’ta toplar ve ağır silahlar dağa doğru çevrilmişti, orada kimlik kontrölünü Mardin-Midyat’tan gelen ve
yine buradaki Ordu’lu kadar sevimli bir asker yapmıştı.
Van yakınlarında Gürpınar’da üzerinde “komando” yazılı bir grup, temiz yüzlü, hatta yakışıklı delikanlılar
kimlik kontrolünü yaparken, “Başkale’de durum nasıl?” diye soruyorlar. Önceki gün mayın nedeniyle “iki şehit”
haberi gelmişti oradan.
“Hiçbir gerginlik hissedilmiyor. Başkale kırsalında olmalı olay. Başkale’nin giriş çıkışlarında, şehrin kendisinde,
gelip giderken hiçbir anormallik sezmedik...”
***
***
***
Van’dan Türkiye’nin Güneydoğu’daki son ilçesine, yani Şemdinli’ye, bir başka deyimle Türkiye-İran-Irak
üçgenin arasında kalan Türkiye topraklarının son önemli yerleşim merkezine gidene dek, bölgenin başka
yerlerinde rastlamadığımız sayıda kontrol noktasından geçtik. Herbirinde sanki sözleşilmiş gibi seçilmiş tertemiz
yüzlü, fidan gibi gençler. Kimisi jandarma, kimisi komando.
Herbiriyle şakalaşıyoruz. Onlarda şakaya şakayla karşılık veriyorlar. Bu diyaloglar sırasında ve ardından insanın
içini hüzün kaplıyor; “Bu fidan gibi güzel yüzlü çocuklar acaba birer ‘şehit adayı’ mı?” diye. Son birkaç gün
içinde Eruh ve Başkale’de yiten canlar da, işte bu delikanlılar gibiydiler.
131
Van’dan Şemdinli’ye, Hoşap-Başkale-Yüksekova güzergahından giderken ya da o yöne sapmayıp HakkariÇukurca yönüne gittiğiniz takdirde, nefes kesen güzellikteki vahşi ve dağlık bir coğrafyadan geçmek
zorundasınız.
Göz kamaştırıcı, akşam güneş batışında renk değiştiren, mor tonlarıyla baş döndüren güzellikte dağlar ve dağ
silsileleri.
Buralarda yaşam çetin ama bir yandan da herkes hayat dolu. Hayat dolu olduğu için de umutlar tükenmiyor.
Yüksekova’dan Şemdinli’ye doğru dünyanın birçok yöresini gören benim gibi biri için dahi, ömrü boyunca
gördüğü en güzel panoramalardan birini görerek, iniyoruz. Önce Haruna Geçiti. 2115 metre yükseklikteyiz.
Biraz sonra yemyeşil dağ yamaçlarının, gürül gürül akan suların eşliğinde 1900 metre yükseklikte Şapatan
Geçidi’ndeyiz.
Aşağıda Şemdinli, boz renkli yalçın dağ diplerinin arasında yemyeşil bir vaha gibi yatıyor. Aklıma bir buçuk ay
önce Van güneyinde 3000 metre yükseklikteki Kırapet Geçidi’nden aşağıdaki Bahçesaray’ı (Müküs) gördüğüm
an geliyor. İkiz kardeş gibiler.
Karayollarının dozerleri kuşların konmakta zorlanacağı diklikteki tepelerin üzerinde yol açmaya çalışıyorlar. Yol
inşaatı nedeniyle 1900 metre yükseklikte rampada dakikalarca bekliyoruz. Tıkanan yoldaki araçlarının içinde,
Şemdinlilerle sohbet ediyoruz. Pazartesi akşamı CNN Türk’te Hasan Cemal ile benim,Diyarbakır’dan
başladığımız “Tecrübe Konuşuyor” adlı programını izlemiş olanlar var. Hatta birisi, “Siz dün Mardin’de değil
miydiniz?” diye biraz şaşkınlıkla soruyor. Kasrı Kanco’dan Ahmet Türk’le yaptığımız söyleşiyi bir gece önce
yayınlanmıştı. Ertesi gün öğle vakti, Yüksekova-Şemdinli arasında bir dağ başında bizi görünce şaşırıyor haliyle.
“Şu yolu açın, bir an önce Şemdinli’ye varmamız gerekir” demek için üstü başı, gözlükleri toza bürünmüş,
dağlara egemenlik kurmak için gerçekten kahramanca bir mücadele veren karayolu görevlisinin yanına
gidiyorum. Elinde flamasıyla yolu açıp kapıyor. Görür görmez “Vay Cengiz abi” diye yüzü ışıyor, “bütün
yazılarını okuyorum haberin olsun...” Hakkari’liymiş ve Urfa’da meslek okuluna gidiyormuş, toza bulanmış
gözlüklerinin ardından cin bakışlı gözleriyle o da pek sevimli genç adam. Meğerse, Hasan Cemal ile, onun hangi
gazetede çalışması gerektiğine ilişkin bir sohbete koyulmuşmuş bile.
İran sınırı yakınlarında, Irak’ın kuzeyindeki Hakurk’a en yakın noktadaki Türkiye topraklarında bir dağ başında
bizi okuyan, televizyonlarda izleyen insanları görmek tuhaf bir duygu uyandırıyor. En önemlisi, “sorumluluk”
duygusu...
***
***
***
Bu nefes kesici güzellikteki coğrafyayı süsleyen dağlarda askerler, karayolları görevlileri ve askerlerin burada bu
yoğunlukta bulunmasına gerekçe oluşturan “dağdakiler”.
“Dağdakiler”, buraların öz insanları. Buralılar. Buradakilerin kardeşleri, çocukları, akrabaları.
132
O halde, “bu işte” bir “yanlışlık” olmalı. Bu “iş” artık bitmeli. “Dağdakiler”, dağda kalmayı sürdürmemeli,
askerler de “şehitlik” beklercesine, elleri tetikte buralarda, “vatan toprağını korumak” gerekçesiyle de olsa,
buraların ahalisine karşı mevzilenmemeli.
“Vatan toprağı”nı, vatanı zaten burası olan buranın insanlarının koruyacağı bir ortam olmalı ki, “bu iş artık
bitsin”...
Şemdinli’de Türkiye’nin “en genç” belediye başkanının odasındayız. Kıbrıs’ta hukuk okumuş ve kısa süre
avukatlık yaptıktan sonra 26 yaşında Şemdinli Belediye Başkanı seçilen Sedat Töre, yüzde 59 ile seçilmiş.
“Düşük oy almışsınız” diyorum. Hasan Cemal, “İnsaf” diye sözümü kesiyor, “Yüzde 59 düşük olur mu hiç!”
DTP’nin, bir Cizre’li adayla Hakkari’yi yüzde 78, Yüksekova’yı ise Tatvan’lı bayan adayla yüzde 88’le
kazandığına bakarak, “yüzde 59”u düşük bulduğumu söylüyorum. 26 yaşındaki Şemdinli Belediye Başkanı’nın
çok genç olmasından gayrı bir başka avantajı, Şemdinli’li olması.
***
***
***
Şemdinli’ler bölgenin her köşesinde hemen herkesten dinlediğimiz “temenni”yi aynen tekrar ediyorlar: “Artık bu
kan dursun!”
Başka yörelerde olduğu gibi, Şemdinli’de çok ailenin “dağda” bir ferdi var. Belediye Başkanı gerçekçi, “Her
haneden bir kişi dağda diyemem ama oran hayli yüksek yine de” diyor.
“Kanın durması” için kısa vadeli “Şemdinli şartı”, operasyonların durması. “Operasyon olduğunu nereden
biliyorsunuz? Kan dökülmesinin, PKK saldırısından kaynaklanmadığını nereden çıkarıyorsunuz? “ diye
sorarsanız, Belediye Başkanı Sedat Töre’nin cevabı hazır: “Eylemsizlik kararı almış ve hareket etmeyen
PKK’lıların üzerinde, Kuzey Irak’a hava operasyonları devam ettiğine göre, içerde ‘eylemsizlik’ kararına uyan
dağdakilerin üzerinde de operasyonların devam ettiğini anlayabilirsiniz...”
Şemdinliler, sık sık uçak seslerini duyuyorlar. Ne de olsa Hakurk, Şemdinli’nin güneydoğu yönündeki dağın
hemen arkası. Uçak rotalarını da biliyorlar. “Kandil’i bombalamaya gidenler Çukurca güzergahı üzerinden
uçarlar, buradan geçmezler” diyorlar.
Peki, “operasyonların durması”, kanın durması için yetecek mi?
Buna cevap, “Konuşmak ve çözmek için önce sükunet gerekir. Operasyonlar durur ve PKK da eylemsizliğe
devam ederse, o sükunet içinde konuşulur, düşünülür ve çözüm yolları bulunur. Önce bir sükunet ortamı, onun
için ise operasyonların durması” vurgusu yapılıyor.
Operasyonların durmasıyla sağlanacak sükunet, neyin konuşulması ve kanın durması için hangi öncelikli çözüm
adımının atılmasını beraberinde getirmeli?
Tereddütsüz cevap “dağdakilere af”!
133
Bu konuda, bir Şemdinlili, “basit” de bir formül öneriyor: “Denecek ki, bu evin içinde bir kavgadır. Kavga
bitmiştir artık. Herkes evine, işine dönsün.... He, bu iş böyle biter...”
***
***
Şemdinli dönüşü gecenin bir vakti, bu diyalogu Van’da aktardığımız Siirt kökenli bir iş adamı dostumuz,
gülerek, “Tam Kürt anlayışı işte bu. Aşiret kültüründen gelir. Kan davası böyle çözülür. Taraflar barışmak için
bir yemekte beraber olur ve yaşanmış olanlar hiç yaşanmamış farzedilerek, barışılır...”
Bu basit ve yalın “Şemdinli değerlendirmesi”nden çözüm için “iyimserlik” üretebiliriz.
Şemdinli, Türkiye’nin en ücra köşesinde, en dağlık ve kimilerinin korktuğu “kopma”ya “bölünme”ye en uygun
noktasında. Şemdinli’de insanlar olan-biteni “evin içinde bir kavga” ve “ev içinde olur böyle şeyler” bakış
açısıyla artık bitirilmesi gereken bir durum olarak görüyorlarsa, Türk-Kürt, Türkiye’nin “ortak geleceği” için
umutlu olabiliriz.
Yarın: Güneydoğu’da 1500 kilometrenin değerlendirmesi...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12463552
12.09.2009
22) “Güneydoğu’dan ‘Kürt Açılımı’ Notları (4) Tarihimizin en uzun ‘Kürt İsyanı’nın başladığı yerde:
Operasyonlar dursun...
Tam ayrılmak üzereyken, bizi getiren minibüse adım atacağım sırada seslenerek durdurdu. Eruh
meydanındaki sohbete geri döndüm. “Cengiz bey, Deniz Baykal’ın askere gidecek oğlu yok değil mi; onun
için böyle konuşuyor” diye, seslenmek ne kelime, bağırmıştı arkamdan.
Geri döndüm, “Yok” dedim. “Askerlik çağında oğlu yok Baykal’ın”... “Benim var” dedi, “Çanakkale’de
jandarma eğitiminde. Yakında eğitimi bitecek. Muhtemelen buraya gönderecekler. Şu dağlarda öldürecekler
yavrumu”...
Eliyle Eruh’un batı yönünde, her yönde ilçeyi çeviren dağlardan farklı bir kişiliği olduğunu sarp, yalçın, hatta
vahşi yamaçları ile hemen belli eden Çırav Dağı’nı işaret ediyor.
Biz Eruh’a gelmeden bir gün önce “6 şehit” haberi oradan gelmişti. Biz Eruh’tayken de operasyonların devam
ettiği söyleniyordu. O saatlerde, 50 kilometre kuzeyimizdeki il merkezinden yani Siirt’ten “şehit cenazeleri”
törenle, yine hüzünlü törenlerle defnedilecekleri memleketlerine yola çıkarılıyordu.
Oğlunun Çanakkale’de hem de jandarmada askerlik yaptığını öğrenince hemen atıldım ve sordum. “Yoksa,
116’da mı?” Öyleymiş. 116. Jandarma Er Eğitim Alayı, bugün Türkiye’nin bir çok ünlü şahsiyetinin yanısıra
benim de askerlik yaptığım yer. Eruhlu babanın kaygısının isabetini o an anlıyorum. Zira, oradan eğitimini orada
tamamlayanlar, askerliklerinin geri kalan süresi için tam ters yöne, Doğu’ya gönderilirler genellikle.
134
Etrafımızı kuşatmış ve ayaküstü sohbete dalmak için sabırsızlanan Eruhlulardan biri, diğerine “Dün geceki
adamın söylediklerini duydun değil mi?” deyip, aynı bilgiyi bana aktarıyor: “Adamın dört oğlu var. Biri askerde.
Biri cezaevinde. Biri dağda. Biri işsiz, o yüzden kendisine ödeme yapılacağı için eline silah almak ve korucu
olmak istiyor! Bu adam ne yapsın şimdi?”
Ne yapsın? Ne yapılmalı?
“Vallah bıktık artık. Kan dursun. Bitsin bu iş.”
Bu, Güneydoğu’nun her köşesinde duyabileceğiniz cümle, Eruh’ta hemen herkesin dilinde. Türkiye’nin başka
köşelerinde “terör bitsin, şiddet dursun” diye ne telaffuz ediliyorsa, Eruh’ta ve Güneydoğu genelinde bunun adı
“kan dursun”, “yeter artık”...
***
***
***
Eruh’ta “6 şehit” ve bir o kadar yaralı, eğer İstanbul’daki sellerin aldığı canlar olmasaydı, Türkiye’yi şimdi
olduğundan çok daha güçlü “artçı şoklar”la sallardı. Başbakan’ın vurguladığı “açılım süreci”ne ilişkin
“kararlılık” bugüne oranla çok daha büyük ölçüde “olumsuz “ etkilenirdi.
Yalnız, Güneydoğu’da, bu Cumhuriyet’in kuruluşundan beri süregelen, son 25 yıl PKK’nın silahlı eylemleriyle
“kangrenleşen” sorunun en ağır yükünü, en büyük çilesini çeken Güneydoğu’da “kan dursun” şiarı, Türkiye’nin
her yerinden çok daha farklı ama çok güçlü bir “nüansı” ifade ediyor; Türkiye’nin Güneydoğu dışındaki her yeri
“kan dursun” anlamında “terör bitsin” derken “artık şehit haberleri gelmesin, şehit cenazeleri kalkmasın”
demeye getiriyor.
Güneydoğu’da bu “PKK’lılar da ölmesin, öldürülmesin” anlamına geliyor. Hatta öncelikle o anlama geliyor.
Örneğin, Türkiye’yi geren, öfkeyi doruğa ulaştıran “Eruh’ta 6 şehit” haberinin yanında verilen bir “küçük
ayrıntı”, burada “işin esası” gibi: “Eruh’un Çırav Dağı’nda Görendoruk kırsalında çıkan çatışmada 5 terörist de
öldürüldü.”
Bu “şehit olanlar” ile “öldürülenler” arasındaki “hassasiyet uçurumu” giderilmeden “terörü bitirmek” ile “kanı
durdurmak” kolay olmayacak.
Bunu en iyi, en kuvvetli hissedebileceğimiz yerlerden biriydi Eruh. Türkiye’yi geren olayın üzerinden saatler
geçtiği sırada Eruh’un orta yerindeyiz ve Eruh’ta ne özel bir “gerilim”, ne özel bir “tedirginlik” göze çarpmıyor.
Tek yollu, küçük tek meydanlı, sadece iki yönden, ya kuzeyden Siirt veya güneyden Şırnak yönünden girilip
çıkılan, arasından kıvrıla kıvrıla Botan Suyu’nun aktığı çarpıcı güzellikteki bir topoğrafyada, dağlar arasına
sıkışmış 9000 nüfuslu küçücük ilçe, bir Ramazan gününün ekleyebileceği bir her gün olduğu cinsten bir
uyuşukluk içindeydi sanki. Eruh’a hareket getiren, ellerde kameralar, CNN Türk ekibi ile Hasan Cemal ve benim
oraya ayak basmamızdı.
Ama bu hareketlenme, Eruh’ta “6 askerin şehit olduğu” haberi hiç gelmeseydi ve biz Eruh’a gelsek, yine önceki
gün olduğu kadar olacaktı.
135
Bize laf yetiştirmeye çalışanlar, “kan dursun” derken, “dağdakiler”in ölmesi ihtimalinin ortadan kalkmasını
kastediyorlardı. Zira, hemen herkesin, bizzat kendileri “dağda” değilse bile, “dağ” ile yakın ilişkileri var.
Kardeşler, kuzenler orada.
O nedenle, “kan dursun” dendiği vakit, bunun adeta “olmazsa olmaz” şartı “İmralı” ve onun başındığı örgütle
“kan durdurmak” için anlaşmak gereği. “İmralı” ve “dağdakiler”i “çözüm dışı” bırakacak hiçbir formül ya da
gelişme, Eruh’un önemli bölümü için makbul bir seçenek değil.
***
***
***
Siirt’in İl Encümeni üyelerinden biri, “Benim dağda üç amca oğlum var. Yıllardır kendilerinin nerede
olduklarını, hatta hayatta olup olmadıklarını bile biliyoruz. Şimdi, onlar öldürülmeye devam ederken, bana
değiştirilen köyümün, ilçemin Kürtçe adını iade etseniz, benim açımdan iş biter, mesele hallolur, konu kapanır
mı? ‘Kürt Açılımı’na ilişkin bugüne dek duyduklarımız, bu konunun çözümü için bizim açımızdan yeterli şeyler
değil.”
Sohbetimizi odasında dikkatle dinleyen Eruh’un yeni belediye başkanının da bir kardeşinin 2003 yılından beri
“dağda” olduğunu öğreniyoruz. Nerede bilmiyor. O gün bugün ondan hiç haber gelmemiş.
PKK’nın 15 Ağustos 1984’te “Eruh Baskını” sayesinde “tarihe geçen” Eruh’ta DTP ilk kez seçim kazanmış.
DTP’nin “ataları” HADEP, DEHAP, DEP, HEP, hiçbir vakit burada seçim kazanamamış. Bu seçimlerde
DTP’nin oyu 2010 olmuş, bir bağımsızın 600 küsur ve Ak Parti’nin 900 dolayındaki oyuna karşılık.
Eruh Belediye Başkanı, siyaset konuşmasını sevmiyor ama dinlemesini pek seviyor gibi. Onun odasında ve
hemen belediye binasının önündeki meydanda kimle konuşsak, ‘Kürt Açılımı’nın sonuç verebilmesi için bir
“şart”a vurgu yapıyorlar. “Operasyonların durması”.
Güneydoğu’nun birçok noktasında olduğu gibi Eruh’ta da, geleceğe yani “kanın durması”na yönelik “iyimser
duygular”ın ölçüsü “operasyonların durması...
Tam da bu nedenle “Eruh kırsalı”ndan, Çırav Dağı’ndan gelen son can kayıplarının gerekçesi olarak
“operasyonların devam etmesi” görülüyor. PKK’lıların askere saldırması değil, Eruhluların önemli bir
bölümünün nezdinde, “şu ara hiç gerek yokken, askerin dağdakilere saldırması” yani “operasyon yapması” kanın
durmamasının başlıca gerekçesi.
Yaşlı bir Eruhlu, “köy meydanı” diye tanımlanabilecek ilçe merkezinde, “Adam (yani PKK) zaten ‘eylemsizlik’
kararı almış. Dağda oturmaktan başka bir şey yapmıyor. Sen onun, ‘eylemsiz’ oturduğu yerin üzerine varırsan,
çatışma çıkar tabii ve ölümler olur. Ne gereği var şu sıra operasyon yapmanın...” diye önceki gün olan-bitene
genelgeçer bir “Eruh yorumu” getiriyor.
***
***
***
Eruh’taki son can kayıpları gerçekten bir “PKK saldırısı”ndan ziyade “askerin operasyonlara devamı” ile mi
ilgili?
136
Eruhlularda bu konuda hiçbir tereddüt yok. Çünkü, çatışma gününden bir gün önce tüm cep telefonları çalışmaz
olmuş, elektrikler kesilmiş. Eruh yakınlarına dört bir tarafa hakim bir tepenin, Eruhluların söylediğince “Role’de
üstlenmiş olan tabur, Çırav Dağı’na doğru” yola çıkmış.
Ertesi gün savaş helikopterleri uçmaya başlamış ve 18 kilometre öteden gelen “şehit asker ve öldürülen terörist”
haberlerini Eruhlular da Türkiye’deki herkes gibi televizyonlardan öğrenmişler.
Bütün bunları Eruh’ta konuştuğumuz yer ise, başlıbaşına ilginç. Eruh’un orta yerinde, ortasına bir anıt dikili
küçük meydanında konuşuyoruz. Az ötemizde bir askeri karakol var. Nöbetçi askerler karakol bahçesinin
önündeki beton koruganlardan meraklı bakışlarla Eruhlularla sohbetimizi izliyorlar.
Mekanın ilginçliği, orasının PKK’nın, şu an çeyrek yüzyılını doldurmuş olan 25 yıllık “tarihimizdeki en büyük
ve en uzun Kürt isyanı”nı başlattığı yer olması.
15 Ağustos 1984’de Çırav Dağı yönünden akşam 19:30’da Eruh’a sızan 29 kişilik bir silahlı PKK grubu, o
karakola ateş açmış. Hemen dibindeki minareden açıklama okumuş ve çarşıda bildiri dağıtmış. Karakoldaki
silahları da alıp bir DSİ aracı ile 1-2 saatlik bir “Eruh’a el koyma”nın ardından çekilmiş gitmiş. Eş zamanlı
olarak Şemdinli’de cereyan eden eylem, Eruh’tan iki saat sonra gerçekleşmiş.
Eruh’taki eylemde bir nöbetçi asker açılan ateşle şehit düşmüş. Meydanın ortasındaki anıt, onun, Süleyman
Aydın’ın anısına dikilmiş. Üzerinde “Vatan bir bütündür, parçalanamaz” yazıyor. Eruh’un birkaç dükkandan
ibaret küçük çarşısının girişinde şimdi kocaman “Çarşı İnternet Kafe” tabelası hemen dikkat çekiyor.
Değişen zamanlar...
Bölgenin en dip noktasına gitmek üzere Eruh’tan ayrılıyoruz. Hedef Şemdinli. Yarın Şemdinli’den...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12456531
11.09.2009
23) Güneydoğu’dan Kürt Açılımı (3) Eruh’tan “şehit” haberi; Kasrı Kanco’dan “sabır” uyarısı
Gecenin karanlığını yırtan bir F-16 sesiyle, Kasrı Kanco’nun terasına boylu boyunca dizilmiş onlarca
kişinin kulak zarları da yırtılır gibi oldu. F-16’nın sesi henüz uzaklaşmıştı ki, ikinci bir F-16 aynı şekilde
gecenin karanlığını yırtarak, müthiş bir sesle üzerimizden uçtu geçti.
Eruh’a doğru mu, Hakkari’ye mi, daha ötesine mi? Onu bilmiyoruz. Karanlık hiçbir ipucu vermiyor.
Sanki her an üzerimizde bir bombardıman başlayacak duygusu uyandıran bir “savaş bölgesi”ndeymişiz gibi
havaya giriyoruz. Derik’ten gelen elektriğin mütemadiyen kesilmesi nedeniyle karanlıkta süren sohbetimizdeki
Derik-Kasrı Kancolularda bir heyecan belirtisi gözlemlemiyoruz.
Siyament adlı yaşlı Kasrı Kancolu, “Üç aylık bebekler bile alışık bu seslere. Kimse uykusunu bozmuyor artık bu
seslerle” diyor kayıtsızlık ve acı alay karışımı bir tepkiyle.
137
Kasrı Kanco yıllarca çok şey görmüş geçirmiş. Marş müzikleri eşliğindeki panzerlerce defalarca kuşatılmış,
boşaltılmış. Bizim oturduğumuz terasa mitralyözler yerleştirilmiş. Ahalisi sürgün ve hapis görmüş.
DTP Genel Başkanı Ahmet Türk’ün Mardin’in Derik ilçesi yakınlarındaki Kasrı Kanco’daki ikametgahındaydık.
Kasr, Arapça “saray” demek; Kanco ise Ahmet Türk’ün dedesinin babası olan atası Hüseyin Kanco’dan geliyor.
Sultan Abdülhamit döneminde Hamidiye Alaylarından birinin komutanı dede Kanco 19. Yüzyıl sonlarında
yaptırmış Ahmet Türk’ün doğup büyüdüğü bu mekanı.
Yıllardır Kasrı Kanco’yu duyar merak ederdim. Derik yakınlarında olduğunu bildiğim için, dağlık bir arazinin
üzerine kurulmuş küçük bir şato canlanırdı gözlerimde. Meğerse, Yukarı Mezopotamya düzlüklerinin neredeyse
tam orta yerinde, Derik’a, Kızıltepe’ye, Viranşehir’e, Ceylanpınar’a eşit uzaklıkta bir dörtgenin içinde. Şato
değil ama bölgedeki köy yapıları ile kıyaslandığında görkemli bir tarihi yapı.
Nerede olduğunu bilmezseniz, koca Mezopotamya ovasında kolay kolay bulamazsınız Kasrı Kanco’yu. Zaten o
da 12 Eylül askeri darbesinden sonra adı değiştirilen mekanlar arasında yerini almış. Kızıltepe-Viranşehir
arasında İpekyolu’ndan içeri sapmak için “Atlı 2 km” yazılı bir yol levhasına dikkat etmek gerekir.
***
***
***
İki yıldır baba ocağına gelmemiş olan Ahmet Türk, bizimle buluşmak için yanında DTP Muş ve Batman
milletvekilleri Sırrı Sakık ve Bengi Yıldız ile birlikte karşıladı bizi Kasrı Kanco’da. Oraya “Atlı” diyen tek bir
kişi yokmuş. Sırrı Sakık, “Tek bir at olmayan bir yere Atlı adını vermişler” diye dalgasını geçiyor.
Ahmet Türk’ün geldiğini duyan akrabaları ve çevre ahalisi Kasrı Kanco’ya akın etmiş olduğu için, devasa bir
iftar yemeği organizasyonu da yapılmış. İftar sofrasına giderken Eruh’ta 6, Çukurca’da 1 askerin şehit olduğu
haberleri geliyor. Eruh’ta aynı çatışmada “6 PKK’nın da öldürülmüş olduğu” haberden sayılmadığı için, bunu
öğrenmiyoruz ve Ahmet Türk’e “6 şehit” haberini iletiyoruz.
Çok üzüldüğünü söylüyor ve “operasyonların durmalı ve bu arada PKK da ellerini tetikten çekmeli” diyor ilk
tepki olarak.
Güneydoğu’da “operasyonlar durmalı” sözcüklerini kullanmadan, sadece PKK’nın kınanacağı bir cümleyi
bölgenin çok çile geçmiş fertlerinin hiçbirinden duymak mümkün değil.
Yine de DTP Genel Başkanı sıfatını taşıyan Ahmet Türk’ün böyle bir psikolojik ortamda “PKK da elini tetikten
çeksin” demesi, “çekmelidir” dememesi bile başlıbaşına önemli bir açıklama.
Güneydoğu’nun nabzını bir nebze hissedebilenler için bu böyle.
***
***
***
Ahmet Türk ve arkadaşlarıyla, önce Kasrı Kanco’da başlayan, sonra gecenin diğer yarısında Mardin’de
Mardin’in eşsiz gece manzarasıyla ve aşağımızda upuzun Suriye’ye doğru sonsuzluğa uzanıyormuş gibi yatan
138
Yukarı Mezopotamya’nın orasına burasına serpilmiş ışıklarla süslenen karanlığında dün ve bugünde yaptığımız
sohbet gezintisini herhalde hayatımın geri kalan bölümünde hiç unutmayacağım.
Ahmet Türk’ü dinledikçe, onunla konuştukça, 60’lı yaşlarının ortasına gelmiş bu mütevazi tavırlı “ağa
çocuğu”nun, çilelerle yoğrulmuş yaşamından damıtılmış anılarını duydukça, onun aynı zamanda Türkiye’nin
geleceğinin “değerlendirememiş büyük şansı”, bir “bilge adam” olduğunu düşünmeden edemiyor insan.
2009 yılı Eylül’ünde bir Kasrı Kanco ve Mardin gecesinde neler dinlediğimizi yazmaya kalksak, bu bir yazının
satırlarına sığmaz; kitabının yazılması gerekir.
Onun Diyarbakır cezaevinde yaşanan ve bizzat kendisinin yaşadığı işkenceleri dinlerken, gözleriniz dolmazsa,
içinizde müthiş bir öfke kabarmazsa insanlıktan nasibinizi almamışsınız demektir.
Ama Ahmet Türk başından geçen en aşağılık işkenceleri bile anlatırken, nüktedanlığını elden bırakmıyor ve
gözleriniz dolduğu sırada, olan-biteni öyle bir komik anlatıma da büründürüyor ki, gülmeye başlıyorsunuz.
Sonra, anlatılanın ne olduğunu fark edip güldüğünüz için utanma duygusu kaplıyor içinizi.
Zaten “uyarısı”nı da eksik etmiyor; “yaşamayan anlamaz, şaka ediyorum sanıyorsunuz” diyor. İşin ilginç tarafı
içinde kendisine yapılanlara, yaşadıklarına ilişkin bir “birikmiş öfke” de yok. “Kendinizi öfkeye kaptırırsanız,
intikam duyguları beslerseniz, size bunu yapanlar ile aynı kişiliğe sahip olursunuz” diyerek hem “bilgeliği”nin
sırrını veriyor, hem de bir başka uyarı daha yapmış oluyor.
***
***
***
“Kürt Açılımı”nda Ahmet Türk’ün henüz oynamadığı ama oynayabileceği çok önemli rol ve roller var. O da
buna hazır. Bu “açılım”a ilişkin en önemli önerisi ve uyarısı ise ancak onun gibi görmüş-geçirmiş bir adamın
yapacağı cinsten: Sabır!
Tayyip Erdoğan ile yaptığı görüşmeyi tüm ayrıntılarıyla bugünlük bir “sır” olarak anlattı. Onu bu konuda
dinledikten sonra, “Kürt Açılımı”nın geleceğine ilişkin “iyimserliğimin” arttığını gönül ferahlığıyla
söyleyebilirim.
Eruh’tan gelen haber, bu yönde her türlü üzüntü ve “karamsarlığa” neden olabilecek cinsten olsa bile, hedefe
yönelik “iyimserliğin” üzerine çıkacak gücü taşımıyor. Ahmet Türk, “yeni şehitler”e yol açan bu çok üzücü
gelişmenin “durması gereken operasyon”larla ilgisini kurmakla birlikte, onun bile süreci rayından çıkartmak
isteyenlerin bir “provokasyon”u olduğu kanısında.
“Süreç” durursa, “pusuda bekleyen statükocular ve kurtların üzerimize çullanacağını” daha önce yetkililere de
söylemiş, bize de söyledi zaten. Eruh’tan gelen haberi, “pusudaki statükocular ve kurtların” işine gelecek türden
görüyor.
Bu satırları Mardin’de, dün sabaha karşı yazıyorum. Ve Ahmet Türk’ün yanından ayrıldıktan hemen sonra
Başbakan Tayyip Erdoğan’ın Eruh’ta ve Hakkari’de olanlara ilişkin “Saldırı açılım sürecini engellemez”
139
değerlendirmesini, hiç vakit geçirmeden yaptığını ve “kararlılığın devamı” sinyalini verdiğini öğrenip
seviniyorum.
Yazıya burada nokta koyuyorum. Çünkü sabahın çok erken saatinde Mardin’den çıkıp, Eruh yoluna düşüyoruz
Yarın Eruh...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12448589
10.09.2009
24) “Türk-Kürt vicdanları ortaklaştırmalıyız”...
“Biz son kuşağız” diyor, “bizden sonra gelenler duygusal kopuş içinde. Ruhi bakımdan kopmuş
durumdalar.” Yani, “Diyalog kurulabilecek, konuşulabilecek ve sorunun çözümünü sağlayabilecek son
kuşak biziz” demeye getiriyor karşımdaki kişi.
Karşımda bu sözleri söyleyen kişi Avukat Fırat Anlı. Diyarbakır’da birçok insanın unutulmaz acı anılarının
geçtiği, birçoklarının işkence altında can verdiği Diyarbakır E Tipi Cezaevi’nin önünde buluştuk. Hasan
Cemal’le birlikte CNN Türk’te başladığımız “Tecrübe Konuşuyor” adlı televizyon programı için cezaevi binası
önünde sohbet ettikten sonra, sohbetimize Diyarbakır Cezaevi’nin karşısındaki bir dükkanda devam ederken,
ağzından birden bu cümleler çıkıyor.
Fırat Anlı, DTP’nin “düşürülemeyen kalesi” Diyarbakır’ın İl Başkanı. Deneyimli ama çok genç bir politikacı.
Hasan Cemal’e 1990’lı yıllarda kendisiyle tanışmış olduğunu hatırlatırken, “HADEP İl Başkanıydım” diyor ve
gülerek ekliyor, “Ben Süleyman bey (Demirel) gibiyim. Yedi kere gittim, sekiz kere geldim.” Hem uzun süredir
siyasetin içinde ve deneyimli, hem de çok popüler. “DTP tabanı” adeta bir konsansüs halinde onun DTP Genel
Başkanı olmasını istemişti. Ve çok da genç. 1971 doğumlu. Daha 40’ında bile değil.
Kürt sorununun en önemli veçhelerinden birinin “Türk sorunu” olduğunda yani “Kürtlerin Türklerin vicdanlarını
kazanması gerektiği” idrakine sahip olanlar biri. Diyalogtan yana; görüşleri Türkiye’de bazılarını ne ölçüde
rahatsız edecek olsa bile, “çözüm” için konuşulabilecek insanların başında geliyor.
“Kürt Açılımı” ile oluşan bu “konuşma fırsatı”nın kullanılabileceği son kuşağın mensubu. Zira, bir sonraki kuşak
–ki, Diyarbakır nüfusunun yarısının 0-19 yaş arası olduğunu hatırlatalım- Fırat Anlı’nın, birçoklarının da
mutabık olduğu, tanımıyla “ruhi kopuş” içinde.
Bu “ruhi kopuş”, Türkiye’nin Doğu’su ve Batı’sı ile bu “iletişimsizlik durumu”, PKK’nın ve bir başka deyimle
“sorun”un “şiddet boyutu”nun en önemli “gıda kaynağı”.
Kürt Açılımı’nda rol alan ve alacak tüm aktörlerin gözden kaçırmaması gereken en can alıcı nokta belki de bu.
***
***
***
Bu “aktörler”den biri, kuşkusuz, Diyarbakır’ın bir başka son derece popüler ve o da hem deneyimli, hem de yine
çok genç –o da 1971 doğumlu- Belediye Başkanı Osman Baydemir.
140
Şunun şurasında yüzde 66 gibi müthiş bir oy oranıyla yeniden Diyarbakır Büyükşehir Belediye Başkanı seçileli 6
ay bile olmayan Osman Baydemir, “vicdanların ortaklaşması” üzerinde duruyor.
1 Eylül Dünya Barış Günü’nde Diyarbakır’da 100 bin kişi önünde yaptığı ve Türkiye’nin batısında çok olumlu
yankılanan konuşmanın tam metnini uzatıyor. Kürtçe başladığı, Türkçe sürdürdüğü ve Kürtçe bitirdiği
konuşmanın büyük basında yer almayan can alıcı şu bölümlerini aktarmalıyım:
“Ey Türk anneleri; sizin yaşadığınız acı elbette ki büyük bir acıdır. Ama emin olun sizin yaşadığınız acı kadar
Kürt annelerinin yaşadığı acı da bir o kadardır. Sizlerin her defasında gözyaşı döktüğünüz, filintanız, evladınızın
bir mezar taşı var ama bu coğrafyadaki annelerimin evlatlarının bir mezar taşı dahi yok, onların evlatları asit
kuyularına atıldılar, gözaltında kaybedildiler. Şimdi acılarımızı yarıştırarak, acılarımız arasına bir ayırım koyarak
onurlu bir barışa ulaşma şansımız yoktur. O halde gelin bütün askerlerin, bütün gerillaların, bütün sivillerin,
bütün polislerin anısını ortaklaştıralım. Tıpkı Çanakkale’de olduğu gibi hepsinin anısına hem Diyarbakır’da hem
de Ankara’da ortak barış ve uzlaşı, birlikte yaşam anıtları kuralım. Acılarımızı ortaklaştırırsak vicdanlarımızı da
ortaklaştırırız. Vicdanlarımızı ortaklaştırırsak geleceğimizi de ortaklaştırırız.”
İşte “vicdanlarımızın ortaklaştırılması”nın ana fikri bu cümlelerde.
Osman Baydemir, “Çanakkale’de Türkler ve Kürtler omuz omuza savaştılar. Toprağa birlikte düştüler.
Cumhuriyeti birlikte kurdular deniyor. Bundan sonra Kürtlerin kimliği inkar edildi, dilleri yasaklandı ve işler bu
noktalara geldiyse, o taktirde ortada çözmemiz gereken bir yanlışlık var” sözleriyle içinde bulunduğumuz
döneme dikkat çekiyor.
Nitekim, 1 Eylül’de hala gönderme yapılan o konuşmasında bu konuda şöyle konuşmuştu: “Dün Çanakkale
Şehitliği’ne çiçek koyanlar, ‘İşte burada Türk’ün de Kürdün de atası yatmaktadır’ diyenler çok iyi bilmeliyiz ki
omuz omuza savaşan Türkler ve Kürtler Çanakkale’de bir gün evlatlarının, Kürtlerin dillerinin yasaklanacağını
biliyorlar mıydı? Bunun için mi koyun koyuna savaştılar, omuz omuza savaştılar, toprağa gömüldüler?”
Bütün bunların konuşabildiği çok önemli bir sürecin içinden geçiyoruz. Bütün bunları konuşmaya başlamak,
konuşmayı yaymak, genişletmek ve derinleştirmek “çözüm umutlarını” da besliyor.
Diyarbakır’ın merkezindeki Hasanpaşa Hanı’nda dün sabah otururken, bir Diyarbakırlı yanımıza yaklaşıyor, “İyi
bir finale geliyoruz. Devam edin. Desteğinizi esirgemeyin” diyor.
İnsan, bu olguya Diyarbakır’da her lahza tanık oluyor. Pazartesi gecesi, Hasan Cemal ile birlikte CNN Türk
ekranında başladığımız “Tecrübe Konuşuyor” adlı televizyon programı henüz bitmiş, ayağa kalkmıştık. Yapımı
1527’ye uzanan Deliller Hanı’nın (Kervansaray) avlusunda bizleri dinleyenlerden yaşlı, başı beyaz yaşmaklı bir
kadın yanıma yaklaştı. Nur yüzlü tabir edilen yaşlı kadın tiplerinden. Yüzünde çileli bir hayatın çizgileri
yerleşmiş. Benim elimi sıkıp, Kürtçe bir cümle söyledi. İçinde Türkçe “Barış” sözcüğünü anlayabildim sadece.
Avukat Meral Danış Beştaş, “Dört evladını bu savaşta yitirmiş bir anne” diye tanıttı onu; ve “Size ‘Barışa
Emanet Olun’ dedi” diye ekledi...
***
***
141
Bu noktada Osman Baydemir’in şu sözlerini de kayda geçirelim:
“Barışı inşaya soyunanlar mutlaka bedellerini de göz önünde bulundurmalıdırlar. Ama her halükarda alın terini
göz yaşına yeğlemeliyiz. Emek sarf etmesini göz yaşına yeğlemeliyiz. Kürt siyasetçisi de, Türk siyasetçisi de,
Kürt aydını da, Türk aydını da, hükümeti de, muhalefeti de, DTP’si de daha cesur olmak zorundadır.”
Hayli “kırılgan” ve “mayın döşeli” bir zemin üzerinden “iyi bir finale” doğru ilerlemek, büyük ölçüde “siyasi
cesaret” gerektiriyor.
Önceki gece Kervansaray bahçesinde televizyon programının çekimini yaparken, sürekli havalanan jetler
birbirimizin sesini duymamızı engelleyecek boyuta varmıştı.
Diyarbakırlıların çoğunun kanaati, jetlerin gecenin o saatinde, teravih namazı kılındığı sıralarda ardarda
havalanmasının bizlere “mesaj” göndermekle olduğu idi. Öyle miydi, değil miydi bilmiyorum ama Hasan
Cemal’in “Diyarbakır’da geceleri jetler havalanmadığı vakit, Kürt sorunu çözülmüş olacak” sözü doğruydu.
O “iyi finale” varmak için ise “siyasi cesaret” şart.
O “siyasi cesaret”i beslemek için “Kürt Açılımı”ndan konuşmaya, “vicdanları ortaklaştırmaya” devam.
Yarın Mardin-Derik’ten, Kasr-ı Kanco’dan Ahmet Türk’le devam...
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12440559
09.09.2009
25) Diyarbakır hâlâ umutlu
Kim bilir kaçıncı kez bu "Kervansaray"dayım ama nasılsa hiç görmemişim, fark etmemişim IV. Murat'ın
da burada kaldığını.
Osmanlı İmparatorluğu'nun kısacık ömrüne ve çok kısa iktidar süresine çok önemli işler sığdırdığı için en önemli
padişahlarından biri olarak adını kaydettiren IV. Murat, bundan tam 371 yıl önce tam bugünlerde Diyarbakır'da
kalmış; hem de benim yanı başımda.
1638 yılında Bağdat Seferi'ne çıktığında, 3 Eylül günü Diyarbakır'a gelen IV. Murat, benim kaldığım odanın
bitişiğindeki odada 10 gün geçirmiş, Veziriazam Tayar Mehmet Paşa, ordusuyla gelip kendisine burada katılmış.
Diyarbakır'ın siyah taşlarıyla 1521-1527 arasında Suriye, İran ve Hindistan'a İpek Yolu üzerinden gidip gelen
tüccarlar için inşa edilen Deliller Hanı'nın yani Kervansaray'ın alçak oda kapısına, IV. Murat'ın "oda komşum"
olduğunu okurken kafamı vurunca, "tarihi gerçekler"le yüz yüze geliverdim.
Yüzyıllar sonra Diyarbakır'dan gelip geçenler, içinden geçtiğimiz günleri nasıl ve kimleri, buradan gelip geçti
diye yazacaklardı acaba?
Diyarbakır'ın Güneydoğu'da hiçbir başka şehre ya da merkeze benzemeyen, kendine özgü, içinden
142
hissedilmeden, onu iyi bilmeyene, dışarıdakine kolay kolay da anlatılamayacak bir büyüsü vardır. Var.
Diyarbakır'ın büyüsü, kimisi ortalıkta aleni duran, bilinen; kimisi sadece Diyarbakırlıların bilgi tekelinde olan
gizli-saklı köşeleri, tarihi mekânlarından kaynaklanır. Bir de, herhalde, bu şehre özgü canlılıktan, günlük hayatın
insanı içine alıp sürükleyen ritminden.
O nedenle, Diyarbakır, bir yandan kendisini her yönünden çevreleyen siyah taşlı, harikulade surları gibi
kendisine kimliğini veren adeta ebedi bir kalıcılığa sahip yapılarıyla hiç değişmezmiş gibi durur; bir yandan da
adeta ebedi ve sürekli bir değişim içinde bir şehir gibidir. Yerinde duramaz.
O yüzden, iki hafta önce Diyarbakır'dayken sorduğum soruyu aradan topu topu 14 gün geçtikten sonra bir daha
soruyorum Diyarbakırlılara, "Diyarbakır, Kürt Açılımı'nı nasıl hissediyor?"
İki hafta önce Diyarbakır'da bu soruyu sorduğum vakit, üzerinde hemen herkesin birleştiği tanımlama, Türkiye
Barış Meclisi üyesi Avukat Meral Danış'a aitti; "Temkinli" cevabını vermişti.
Birçok siyasi tutuklunun ve Diyarbakır hapishanesini dolduran çocuk ve gencin avukatlığını yapan Meral Danış,
onların aileleri ile yakın temasta olduğu için, şehrinin geniş kesimlerinin psikolojisini en iyi sezebilecek, şehrin
nabız atışını hissedebilecek konumda.
Önceki gece Diyarbakır'a ayak basar basmaz, aynı soruyu ona sorduğumda, bu kez "Güvensiz" cevabını verdi.
Arada geçen zaman içinde Genelkurmay Başkanı'nın açıklaması ve İçişleri Bakanı Beşir Atalay'ın basın
toplantısı Diyarbakır'da "temkin" tavrını sanki "Kürt Açılımı"nın geleceğine ilişkin "güvensizlik"e dönüştürmüş
gibi.
Özellikle, Beşir Atalay'ın "Af yok; Anayasa değişikliği yok; Anadilde eğitim yok" gibi yorumlanan "üç olmaz"ı
Diyarbakır'da Kürt Açılımı'na ilişkin hayal kırıklığı ile can sıkıntısı karışımı bir duyguya yol açmış.
Fırat Anlı'yla bir dönem kendisinin de "içinde kaldığı" Diyarbakır Cezaevi'nin önünde, bu kez "dışında" sohbet
ediyoruz.
Şehrin "legal zemini"nin tartışmasız en güçlü temsilcisi DTP'nin "taban popülaritesi" tartışmasız İl Başkanı Fırat
Anlı'ya aynı soruyu yani, "Diyarbakır, Kürt Açılımı konusunda iki hafta önce temkinli idi, şimdi nasıl?" diye
sorduğumda "Daha da temkinli" karşılığını hiç düşünmeden veriyor.
- Peki, "güvensiz" denebilir mi?
- Hayır. Bu, çok aşırı olur.
- Yani, Diyarbakır, "Kürt Açılımı" konusunda umudunu koruyor mu?
Bu ikinci soruya, adeta bir "oybirliği" halinde verilen cevap, "Evet"! Buna bir ek yapıyorlar, "Diyarbakır, hâlâ
umutlu"...
143
Niçin hâlâ umutlu?
Çünkü, örneğin Genelkurmay Başkanı'nın açıklamasının "Kürt Açılımı" adıyla burada izlenen "süreç"i,
kimilerinin MHP yetkilileri- iddia ettiği gibi sona erdirmediğini görmüş durumdalar. Bir zamanlar genelkurmay
başkanları bir şey söylediğinde akan sular dururdu. İlker Başbuğ, "ifade özgürlüğünün de sınırları"ndan söz
etmişti ama o açıklamasından bu yana "tartışma" tıpkı gümrük ve pasaport kontrolünden geçmeden akan "sınır
aşan sular" gibi devam edip gidiyor.
Son haftaların gelişmeleri, Genelkurmay Başkanı'nın koyduğu sınırların göstergesi olmaktan ziyade,
Genelkurmay Başkanı'nın etkisinin "sınırları"nı gösteriyor.
Diyarbakır, bunu böyle görüyor.
İçişleri Bakanı'nın açıklamalarına yönelik tepkilerin ardından, Diyarbakır'da bazı kulaklara vakit geçirmeden
"yanlış anlaşıldı" gibisinden "düzeltmeler" ulaşmış.
Oradan da hızla, "taban"a...
İşte, Diyarbakır, bunun için "Kürt Açılımı"ndan "hâlâ" ya da yine kendilerinin bir başka tanımlamasıyla "her
şeye rağmen" umutlu!
http://hurarsiv.hurriyet.com.tr/goster/ShowNew.aspx?id=12434452
08.09.2009
144
Zaman: Mümtaz’er Türköne ( augustus)
1) Açılım’dan vazgeçsek
Sahiden vazgeçsek. Hükümet, "Ülkemizin şartlarının böyle bir açılım için elverişli olmadığı anlaşılmış ve süreç
askıya alınmıştır" açıklaması yapsa. Ne olur dersiniz? Geri adımın gerekçesi mi? CHP ve MHP'nin "yıkıcı"
muhalefeti, projenin askıya alınması için yeterli.
CHP Genel Başkanı "Bu sürecin sonunda Türkiye çatışmaya sürüklenecektir" demiyor mu? Bunu söyleyen
kahve falı bakan biri değil, anamuhalefet lideri. Onun vereceği hüküm basit bir tahmin değil, temsil ettiği kitleler
için bir hedef tayinidir. Bu söz üzerine CHP'lilere düşen görev, çatışmanın tarafı olmak ve Türkiye'yi çatışmaya
sürüklemektir. Öyle değil mi? MHP lideri daha doğrudan hedef tayin etmiyor mu? Bir kitle partisinin lideri
takipçilerine "dağı" mücadele alanı olarak gösteriyorsa, içeriği belli olmayan projeyi bir "yıkım projesi, açılımın
sahibi hükümeti peşinen "hain" olarak niteliyorsa, hitap ettiği kitlelere düşen görev "karar anı"na katılmak
olacaktır. "İşgal gücü"ne benzettiği iktidarı "tarihe gömme" görevini "millete" tevdi eden muhalefet bir
tehlikenin habercisi olmaktan çıkıp çatışmanın tarafı haline gelmiş demektir. Siyaset yapmıyoruz. Savaş
davulları çalıyor. Yalın kılıç saldırıya geçmiş muhalefet blokunu karşınıza alıp bu çok hassas sorunu nasıl
tartışabilirsiniz?
Kısaca bu durum karşısında hükümet, "muhalefetin çatışmacı tutumu yüzünden genel bir uzlaşma ihtimali
görünmediği için açılımı durdurduk" derse kim kaybeder? Evet kim kaybeder? Bu sorunun tek bir cevabı var.
Her şeye itiraz edenlerin bile itiraz edemeyeceği tek bir cevap. Açılıma itirazla hafifleyenlerin bile itiraz
edemeyeceği bir cevap. Kaybeden Türkiye, yani hepimiz olmaz mıyız?
SON TERÖRİST KİM?
Kapalı kapılar arkasında hazırlanan konuşma metinlerinin, mesajların veya basın açıklamalarının dünyası
karanlıktır. Beyaz kâğıt üzerine yazılanlar bir açıklamaya dönüşene kadar kılı kırk yaranlar, satır aralarına,
virgüllerin ve noktaların üzerine tonlarca yük yüklerler. Bu mesajların altına imza atanların ağzına mikrofon
dayandığı zaman ise, bazen bambaşka bir dünya ortaya dökülür. Her zaman doğal olan daha hesapsızdır ve daha
gerçektir.
Başbakan ve Genelkurmay Başkanı önceki gün Deniz Kuvvetleri Komutanlığı'nda yapılan devir teslim
töreninden çıkıyorlar. Vedalaştıktan sonra Başbuğ, Başbakan'ı durduruyor ve koluna girip basın mensuplarını
kastederek "Arkadaşlara sizin yanınızda bir şeyler söylemek istiyorum." diyor. Başbakan'ın şahit olmasını
istediği sözler ise şunlar: "Buraya gelirken son raporları okudum. Temmuz ayı içinde 14 terörist bize teslim
olmuş. Bunların 10'u hemen çıkarıldıkları mahkemece salıverilmiş. İkisi daha serbest bırakılmış, ama tutuksuz
yargılanmak üzere. İkisi de tutuklu yargılanacak. Yani teslim olanların çoğu, hemen salıverilmiş." Başbakan da
konuşuyor ve Genelkurmay Başkanı'nın sözlerini onaylıyor. TSK "Demokratikleşme açılımı konusunda gerçekte
ne düşünüyor?" sorusuna cevap arayanlar, Zafer Haftası mesajına değil, ayaküstü söylenen bu sözlere bakmalı.
Hava Kuvvetleri Komutanı'nın yine devir teslim töreninde konuşma metninden okuduğu "son terörist öldürülene
kadar" mücadeleye devam edecekleri tehdidi ile Genelkurmay Başkanı'nın kapıları açan tutumu arasındaki
çelişki de, iktidarla muhalefet arasındaki kutuplaşmaya benziyor.
Sorunu hangisi çözecek? Son teröristi öldürmek mi? Bütün teröristleri adalete teslim olmaya ikna etmek mi? 25
yıldır bir işe yaramadığı artık tescil edilen şiddet yüklü lâfları ve düşmanlıkları tekrarlamak mı? Yoksa ortak
paydaları gönlümüzün zenginliği kadar genişletip terörün kirli bataklığını kurutmak mı?
Devlet çözümü
Genelkurmay Başkanı'nın önceki günkü bu jesti, "demokratikleşme açılımı"nın bir "devlet çözümü" olduğunu,
en doğal biçimiyle gösteriyor. MGK bildirisine yansıyan "devlet kurumları arasında uyum" konusunda bir
problem görünmüyor. Daha ötesi, projenin gerçek sahibinin kim olduğu da açıklık kazanıyor."Demokratikleşme
açılımı" hükümetin geliştirdiği ve devreye soktuğu bir inisiyatif değil; bir devlet projesi. Dünyanın en eski ve
145
köklü aklına ve tecrübelerine sahip bir devlet karşı karşıya olduğu önemli bir problemi çözmeye girişiyor. Uzun
yıllardan beri uygulanan asimilasyon politikasının artık yürümediğini görüyor; bunun yerine entegrasyon
dinamiklerini aramaya girişiyor. Konjonktürel fırsatları ve uluslararası ortamın avantajlarını kullanmaya karar
veriyor. Gönüllülük esasına dayalı bu entegrasyonu sağlamak için demokratikleşmenin önünü açıyor. Türkiye
Cumhuriyeti Devleti'nin devlet aklını, Cumhurbaşkanı, MGK'da üstlendiği sorumlulukla hükümet, TSK, MİT,
Dışişleri ve Başbakanlık Müsteşarı'nın şahsında bürokrasi temsil ediyor.
"Demokratikleşme açılımı"na karşı tehdit, demokrasinin reel dünyasından yani siyasî partilerden geliyor.
Projenin kendisi doğal olarak parti rekabetine malzeme oluyor. % 15'in sorunlarını % 85'e çözdürmek, yani
partiler demokrasisine bu önemli devlet projesini emanet etmek mantığa aykırı. Türkiye Kürt sorununu MHP'ye
ve CHP'ye, hatta AK Parti'ye rağmen (ama yine AK Parti eliyle) çözecek. Nasıl? Parti çıkarlarının önüne millî
çıkarları yerleştirerek.
http://www.zaman.com.tr/haber.do?haberno=885459&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
28.08.2009
2) Pimi çekilmiş bomba
Elazığ'da dört askerimizin hayatına mal olan el bombası, belki başka kazaların veya hataların da sembolü. Önce
dört askerimize Allah'tan rahmet, kederli ailelerine başsağlığı dileyelim. Olayın kendisine gelince. Taraf'ın
verdiği haber doğru ise dört vatan evladının hayatına mal olan bu hata, askerî kayıtlara "eğitim zayiatı" olarak
geçecek.
Eğitim araçları öldürücü silahlar olunca, eğitim de riskli bir hale giriyor. El bombası kolay taşınan ve kullanılan
bir mühimmat. İşaret parmağının girebileceği kadar bir halkanın tuttuğu pimi çıkarttığınız zaman, el bombasının
içindeki düzenek işlemeye başlıyor ve bu düzenek pimi çektikten, gerilip elinizdekini en uzağa atabileceğiniz
birkaç saniyeye ayarlı. İçerideki patlayıcı bu kısa zamanın sonunda ateşleniyor ve bombanın etrafında pasta
dilimi gibi duran parçalardan her biri patlamayla birlikte bir kurşun gibi sağa sola dağılıyor.
Kaybettiğimiz dört asker, bir tek bombanın yol açacağı tahribat hakkında fikir veriyor. Bu faciadaki hata ise
nöbetçi subaya ait. Elde pimi çekilmiş bomba ile askerin dayanabildiği süre, emri veren subayın öngördüğünden
az: Sadece 20 dakika. Hata ise şurada: Böyle bir eğitim ve cezalandırma yöntemi yok. Subayın uyguladığı ceza,
her şeyden önce sağduyuya aykırı.
"Demokratikleşme açılımı" pimi çekilmiş el bombasının hükümetin eline verilmesine benziyor. Bomba "Kürt
sorunu"nun kendisi. Hükümet bu bombayı düzeneği harekete geçmiş biçimde sükunetle elinde tutacak. Mandalı
sıkı sıkı kapalı tutarak bombanın patlamasını engelleyecek. Sonra aynı sükunet içinde bombanın düzeneğini
çözecek ve etkisiz hale getirecek.
Herkese hakkını verelim. Bu bombayı ne icat eden, ne eline alan ne de pimini çeken hükümet değil. Bu bomba
patlarsa sadece hükümet değil, hepimiz zarar göreceğiz. Hükümetin elindeki bu bombayı bırakması için yapılan
baskıların, dengesini kaybedip elinden düşürmesi için vurulan her darbenin sağduyuya aykırı olduğunu fark
etmek zorundayız. Herkes ağzından çıkan söze, sesinin tonuna ve söz söylerken elinin-kolunun hareketine hakim
olmalı.
Genelkurmay Başkanı İlker Başbuğ, yayımladığı Zafer Haftası mesajı içinde yer alan şu cümlenin ne anlama
geldiğini acaba kendisi biliyor mu? Genelkurmay Başkanı mesajında "TSK'nın kültürel farklılıklara saygılı"
olduğunu belirttikten sonra şunu söylüyor: "Ancak kültürel farklılıkların siyasallaştırılmasını, başka bir ifadeyle
siyasal temsil aracı olmasını, toplumsal siyasal kimlik unsuru haline getirilmesini Türkiye Cumhuriyeti
Anayasası içinde mümkün görmez." Bu bir anayasa yorumu. Cümleye eğildiğiniz zaman iddialı olduğu da
ortada. Peki TSK'nın başındaki bu komutanın yaptığı bu anayasa yorumu doğru mu? Allah aşkına Anayasa'nın
neresinde "kültürel farklılıkların siyasallaştırılması"na itiraz var? Cümle içinden ayıklayarak muhakemeyi
izleyelim. Karşı olabilirsiniz ama "kültürel farklılıkların ... toplumsal kimlik unsuru haline gelmesini" hangi
146
anayasal hüküm ile ve hangi güçle engelleyebilirsiniz. Daha ötesi, böyle bir şey mümkün mü? Kastedilen şeyin
"etnik kültürel farklılıklar" olduğu aşikar; ama metinde sadece "kültürel farklılıklar" diyor. Kısaca "etnik" nitelik
taşımayan bütün "kültürel farklılıklar"a da bir yasaklama geliyor. Elinde sayısız el bombası bulunan ve pimi
çekilmiş tehlikeli bir bomba da hükümetin elinde iken "kültürel farklılıklara" karşı çıkan bir ordunun söz
söylediği ülkede hangi sorunu çözebilirsiniz?
İlker Başbuğ'un muradının her türlü "kültürel farklılıklar" olmadığını biliyorum. Aynı şekilde askerinin eline
pimini çekip el bombasını veren komutanın kastının da o askerin hayatı olmadığını bilmemiz sonucu
değiştirmiyor. Dört ciğerpare hayatını kaybediyor.
Öğretmen elindeki cetvelle vurur, polis copunu kullanır, asker pimini çekip askerin eline bombayı tutuşturur.
Bunlarla bir yere varılmadığı ortada değil mi? Hükümetin elindeki tek araç ikna yeteneği. 25 yıldır yaşananlar ve
yapılanlar üzerine kendi içinde bir özeleştiriden geçen ordu da, bu safhada hiç olmazsa elindeki bombalara sahip
çıksın ve sorunu çözmeye çalışanlara susarak katkıda bulunsun.
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=885070&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
27.08.2009
3) Teröriste merhamet göstermek
Fikret Bila'nın Hilmi Özkök'le yaptığı mülâkat (Milliyet, 17-19 Ağustos 2009) "açılım" tartışmaları için merkezî
önemdeydi.
Yine Fikret Bila'nın 2007'ye ait "PKK'yla geçen 24 yılın komutanları" başlıklı röportajlar dizisinin de, Kürt
sorununun çözümüne önemli katkılarda bulunan temel referanslardan biri olduğunu hatırlayalım. Bu
röportajlarda komutanlar özeleştiri yapmışlar ve 25 yıldır PKK'ya yönelik uygulanan politikanın yanlışlarını
itiraf etmişlerdi. Hilmi Özkök ise bugün gelinen noktayı olumlayan ve ilerlediğimiz yolu aydınlatan sözler
söylüyor. Bu sözler önemli; zira bu sözlerin sahipleri yaklaşık çeyrek yüzyıl süresince sorunun devlet katındaki
yegane patronları idiler. 25 yıl boyunca Kürt sorunu dendiği zaman ilk ve son sözü onlar söylediler. Halkı temsil
eden siyasetçiler zaman zaman cesaretlerini toplayıp bir söz söylediklerinde ise hemen onlar tarafından hizaya
çekildiler.
Millî Güvenlik Kurulu bildirisi "demokratikleşme açılımı"nı devlet katında resmî niteliğe kavuşturan çok kritik
bir dönüm noktası oldu. Cumhurbaşkanı'nın, Başbakan'ın ve İçişleri Bakanı'nın dayandığı "devlet kurumları
arasında uyum" tezi somut gerçeklik kazandı. Açılıma karşı çıkan MHP ve CHP "devlet kurumları arasında
uyum"un varlığına itiraz ediyor ve doğrudan askerleri bu konuda açıklama yapmaya zorluyorlardı. Cevap MGK
bildirisi ile verilmiş oldu. Millî Güvenlik Kurulu bildirisi ile herkes anlamış olmalı: İçişleri Bakanı'nın
koordinatörlüğünde yürüyen açılım devletin bütün kurumlarının -özellikle Türk Silahlı Kuvvetleri'nin- ahenkli
biçimde dahil olduğu, onaylamanın ötesinde aktif biçimde rol aldıkları bir süreç olarak yürüyor.
Hilmi Özkök'ün sözleri ise sürece katkıda bulunmaya ve yumuşatmaya yönelik. Yüksek askerî vasıflara ve
erdeme sahip bu komutanın durup dururken konuşmayacağını; ancak bir misyonu yerine getirmek üzere söz
alacağını biliyoruz. Hilmî Özkök'ün verdiği mesajlar geçmişe bir sünger çekmeye, semboller üzerinden
yürütülen tartışmaların istikametini somut adımlara yöneltmeye ve empati duygusunu geliştirmeye yönelik.
Özkök, Fikret Bila'nın "PKK dağdan nasıl iner?" sorusuna cevap verirken önce, DTP-PKK çizgisinin gündeme
getirdiği "iki taraf da silah bıraksın" tezine üstü kapalı göndermede bulunuyor. Cevap vermeye "Devletin görevli
unsurları hiç silahı bırakır mı?" sorusu ile başlıyor ve ekliyor: "Ama örgütün silahı bırakıp ulusun hoşgörü ve
merhametine sığınması meseleye büyük katkı sağlar." Bu sözdeki "ulusun hoşgörü ve merhameti" ibaresi, tam da
açılım sürecinin ihtiyaç duyduğu ruhu temsil ediyor.
"Ulusun hoşgörü ve merhameti" ibaresi büyük bir olgunluk; ama daha önemlisi "ulus"tan ziyade bir askerin
ağzından çıkması. Terörle mücadele etmiş, verdiği kayıpların albayrağa sarılı tabutlarının önünde saygı
147
duruşunda bulunmuş bir komutan söylüyor bu sözleri. Görev yaptığı sürece TSK'nın verdiği şehitlerin her
birinden tek tek sorumlu olan bir Genelkurmay Başkanı. Terör örgütü mensuplarına yönelik "hoşgörü ve
merhamet" sözünü şehit ailelerinden bile sonra telaffuz edebilecek biri söyleyebiliyorsa, bu söze yansıyan
sorumluluk bilincini ve askerliğin ötesine devlet adamlığı vasfını fark etmeliyiz.
Hilmi Özkök'ün söylediği gibi devlet gücü elindeki silahı bırakmaz. "Karşılıklı silah bırakma" sözü bu yüzden
örgütsel bir retorikten ibaret. Neden? Çünkü elindeki silahı bırakıp "ulusun hoşgörü ve merhametine sığınmış"
bir örgüt mensubunun yaşam hakkı başta olmak üzere temel hak ve özgürlüklerini bile, devletin güvenlik güçleri
ellerindeki bu silahlarla sağlayacaktır.
Terör, halkı canından bezdirerek, yakarak, yıkarak ve bu yolla devleti baskı altına alarak hedefine varmaya
çalışır. Devletin elindeki kılıç ise gücünü hukuktan, toplumun temel hak ve özgürlüklerini ve özellikle
güvenliğini sağlama yeteneğinden alır. Bu yetenek -suçlulara karşı bile- "hoşgörü ve merhamet" gibi insanî
hasletlerle donatıldığı zaman bu kılıcın karşısında hiçbir güç duramaz.
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=883592&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
23.08.2009
4) Devletin çözümü-Toplumun çözümü
Büyük sorunların çözümü kurumları da değiştirir. Çünkü kurumların varlık sebebi sorunları çözmektir.
Kendisi soruna dönüşen kurum önce sorun olmaktan çıkacak, sonra dönüşüme uğrayarak sorunlarla baş edecek
bir donanıma kavuşacaktır. Kürt sorununu çözdükten sonra devlet, artık eski devlet olmayacak. Anayasa'mızın
üçüncü maddesinde yazılı devletin değişmez esaslarından bahsetmiyorum. Devletin terazideki ağırlığından, işgal
ettiği alandan, çevikliğinden, zekâsından ve diğer bilumum yeteneklerinden bahsediyorum.
Bugün kafamızda yaşattığımız devlet, eski zamanlarda yaratılmış modern çağla birlikte iyice gelişmiş bir
canavardan başka bir şey değil. Devleti Tanrı değil, biz yarattık. Tanzimat ricalinden Mehmet Sadık Rıfat
Paşa'nın 1837 tarihli "Halk hükümetler için mevzu olmayıp, belki hükümetler halk için mahlûktur." sözü, "halkın
devlet için değil, devletin halk için yaratıldığı" anlamına geliyor. "Canavar" sözünü rastgele kullanmıyorum.
Devlet yerine kullanılan "mülk" kelimesi, Arapçaya İbraniceden geçme. Kökenindeki anlamlardan biri de "tek
başına yaşayan bir canavar".
Demokratikleşme açılımı yolun başında derin bir tartışmadan geçiyor. Bu tartışma, sorunun "devlet merkezli"
veya "toplum merkezli" çözümleri etrafında sürüyor. Kürt sorununu çözmek için devleti mi, yoksa toplumu mu
referans alacaksınız? Çözümü devlette mi, yoksa toplumda mı arayacaksınız? Biraz daha açalım. Devletin temel
örgütlenme biçimini, kurumlarını ve kurumların dayandığı prensipleri, egemenliğin kullanımını yeniden
tasarlayarak mı sorunu çözeceğiz? Oradan topluma sorunun çözümüne dair bir yol mu göstereceğiz? Yoksa
toplumun kendi sorun çözme biçimini kurallara bağlayıp devleti bu kuralları uygulamakla mı görevlendireceğiz?
Üniter devlet-federatif devlet tartışmaları birincisine; millî kimlik-etnik kimlik (veya demokratik Kürt ulusu)
tartışmaları ikincisine dayanıyor. İkisi de bir çözümü arıyor ama yöntem dolayısıyla varılacak nokta çok farklı.
Birincisi devlet düzeyinde kotarılan bir çözüme toplumun uymasını beklemek; ikincisi ise toplumda oluşan
mutabakatı önce bir siyasî iradeye ve nihayetinde devletin uygulayıp gözeteceği bir düzene dönüştürmek.
Kürt sorununu tartışırken birdenbire hortlayan "kamusal alan" tartışması, işin can alıcı noktasını gösteriyor.
"Kamusal alan" lâfı, devletten topluma veya tersine toplumdan devlete uzanan çizgi arasındaki farkı göstermek
açısından da kilit bir kavram.
Hem MHP, hem de CHP Türkçe dışında bir dilin "kamusal alan"a taşınmasına izin vermeyeceklerini
söylüyorlar. "Kamusal alan" kime ait? Devlete mi, yoksa topluma mı? Doğru cevap şu: Devlet topluma ait
olduğuna göre, kamusal alan da toplumun alanı. Özel hayatımızın dışındaki bütün alanlar, yani toplumsal
ilişkileri yürüttüğümüz alanlar kamusal alanı meydana getiriyor. Kürt sorunu özünde bir Kürtçe sorunu. 25
148
yılımıza ve 40 bin insanın hayatına mal olan şiddetin sebebi de Kürtçeye getirilen yasaktı. Şimdi Türkçe
dışındaki dillerin kamusal alana girişine yasak getirilmesi, dili yasaklama iktidarına sahip devasa bir devleti
çözüm olarak önümüze koymuyor mu?
Devlet, toplumu barış içinde bir arada yaşatmak ve ortaya çıkan sorunları ortak iradeyi işleterek çözmek için var.
Ulus-devletlerden önce devletlerin geri çekildiği, mütevazî sınırlara döndüğü bir çağı yaşıyoruz. Soğuk Savaş
döneminin devletlerine özlem duymak, hiçbir işe yaramayan bir nostaljiden ibaret. Artık sorunları devletler
değil, biz çözüyoruz. Devlet cihazı da bizim bulduğumuz çözümü uygulamakla görevli. Bugün "devlet kurumları
arasındaki mutabakat" devletin geri çekilmesi ve çözümü topluma bırakması anlamına geliyor.
Devleti değil toplumu merkez alarak her şeyi yeni baştan düşünmemiz lâzım.
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=881654&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
18.08.2009
5) 'Üniter devlet' ne değildir?
"Demokratikleşme açılımı" gelip bu kavrama dayanıyor. Baykal ve Bahçeli bu kavramın arkasına geçerek Kürt
sorununun çözümüne direniyorlar. Öyle anlaşılıyor ki önümüzdeki günlerde "üniter devlet"i daha sık duyacak ve
tartışacağız.
Bu kavramla ilgili, tıpkı yer isimlerinde olduğu gibi yaygın bir cehalet söz konusu olabilir mi? Ben "üniter
devlet"i kutsal bir mabed gibi korumaya alanların, mabedin içinde neler bulunduğundan haberleri olmadığını
düşünüyorum. "Üniter devlet" ile yan yana, bazen eşdeğer gibi kullanılan "millî devlet", "millî kimlik", "millî
birlik" gibi kavramlarla "millî birlik ve bütünlük", "devletin ülkesi ve milleti ile bölünmez bütünlüğü" gibi
ibareler arasında önemli farklılıklar var. Gereksiz polemikleri, enerji kaybını önlemek ve çözüme kavuşmak için
vuzuha ihtiyacımız var.
Evet önce vuzuh. Bu kavram siyasî tartışmaların eğip bükeceği, herkesin işine geldiği gibi kullanacağı bir
kavram olmamalı. Olursa aynı dili konuşamayız. Anayasa hukuku siyasetin muayyen kavramlara ve bu
kavramların da muayyen içeriğe bağlanması görevini üstleniyor. "Üniter devlet" bir anayasa hukuku deyimi ve
teknik bir anlamı var. Bir kavramın iş görebilmesi için efradını cemetmesi ve ağyarını da dışarıda bırakması
lâzım. Siyasî hukuk deyimleri hep bir kavram çifti olarak karşımıza çıkar. Birbirine zıt iki kavramla, her bir
kavramın ne anlama gelmediği de açığa çıkmış olur. "Üniter devlet"in tam karşıtı "federal devlet". Tam
anlamıyla anayasal bir deyim olarak "üniter devlet" egemenliğin tekçi bir anlayışla kullanımını ifade ediyor.
Egemenliğin içindeki üç kuvvet: Yasama, yürütme ve yargı tek olacak. Kanunlar tek bir meclis eliyle çıkacak ve
ülkenin her yerinde istisnasız bu kanunlar uygulanacak. Yargı tek biçimli olacak ve her yerde aynı hukuk
normlarını uygulayacak. Yürütmeye gelince, tek bir yürütme erki olması kural ama icra gücünün ademi
merkeziyet (yerinden yönetim) prensibine göre devri üniter yapıya aykırı değil. "Millî devlet"e gelince. Almanya
federal bir devlet; ama aynı zamanda millî bir devlet. Dünyada millî devlet düzeni hakim. Bu yüzden her
devletin millî bir nitelik taşıması kaçınılmaz. Millî kimlik, millî devleti güçlendirdiği için her devlet nezdinde
teşvik ediliyor. Sorun "millî" vasfının tanımındaki farklılıktan çıkıyor. Ama makul olan her devletin, o ülkede
yaşayan insanların tamamını içine alacak bir millet tanımına sahip olması.
"Tek dil, tek bayrak, tek devlet" sloganının içeriği de bu millet tanımına göre doluyor Türkiye Cumhuriyeti
devleti üniter-millî devlet olarak kuruldu. Anayasa'nın "değiştirilemeyecek" üçüncü maddesindeki "Türkiye
Devleti, ülkesi ve milletiyle bölünmez bir bütündür" ibaresinin, millî devleti güçlendirecek bir yorumuna
ihtiyacımız var.
Kavramlar üzerinden kargaşa yaratmayı bir kenara bırakıp karşı karşıya olduğumuz soruya cevap vermemiz
lâzım. Üniter ulus devlet, sahip olduğunuz siyasî değerleri muhafaza etmenin aracı, arkasına sığınılacak bir
bahane değil. Etnik kimliklerin serbestçe ifadesi ve Kürtçe gibi dillerin kamusal alanlarda saygı görmesi üniterulus devleti kuvvetlendirir mi, yoksa zayıflatır mı? Kürtçenin kamusal alana taşınmasına izin vermeyeceklerini
149
söyleyen Baykal'ın bu soruya cevap vermesi lâzım. Etnik kimlik millî kimliğin karşıtı elbette olamaz; o zaman
da size düşen görev millî kimliği etnik kimlikleri içerecek bir zenginliğe kavuşturmak olur. Bir Kürt'ün kendisine
yer bulamadığı "millî kimlik"le ulusal-üniter devlet korunabilir mi?
Üniter devlet, Kürt sorununu çözmenin engeli değil; tersine tek yargı ve tek yasamayı ortak payda yaptığınız
sürece çözümün de elverişli bir aracı. İşin püf noktası ise herkesi tatmin edecek bir millî kimlik tanımına
ulaşmamız. [email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=880985&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
16.08.2009
6) Yol haritası
Önce bir yol haritası çizilecek. Sonra varılacak menziller belirlenecek. Zamanlaması kararlaştırılacak ve
nihayetinde hep birlikte yola çıkılacak. "Yol haritası" denince insanın aklına üzerinde uzlaşılmış prensipler ve
programlar geliyor.
Önce kafa kafaya verip mutabakat sağlayacağız; sonra eyleme geçeceğiz. Doğru mu? Peki mümkün mü? Kürt ve
Türk göçebeleri için söylenen ortak bir atasözü gerçeğe daha uygun değil mi? "Yörük'ün/Kürt'ün göçü yolda
düzülür." "Yol haritası" dediğiniz nedir ki? Bu yolları hepimiz ezbere bilmiyor muyuz?
Abdullah Öcalan açıklayacağı yol haritası için 15 Ağustos'u, yani yarının tarihini vermişti. Bu açıklamayı
merakla bekleyenler hayal kırıklığına uğrayacaklar. Çünkü Öcalan yeni hiçbir şey söylemeyeceği gibi, eskilerin
çoğundan da vazgeçmiş, savunma hattını gerilere çekmiş biri olarak karşımıza çıkacak. Yolda düzülecek göçü de
gözünüzde şöyle canlandırın. Devenin sırtındaki yükün dengede olması lâzım. Demek ki bir denge haline ve bu
dengeyi kuracak ve sürdürecek bir güce ihtiyacımız var; yol haritasına değil.
Objektif ve subjekjtif şartlar
Öcalan bir iletişim stratejisi uyguluyor. On yıldır hapiste olan bir örgüt liderinin artık daha ziyade bir teorisyen
gibi davranması doğal. Bu durumda Marksistlerin standart hale getirdiği "objektif ve subjektif şartlar analizi"ne
dayalı bir strateji çizmesi lâzım. Öcalan'ın analiz araçlarını tanımak ve açıklayacağı yol haritasını anlamak için
basitleştireyim. Objektif şartlar, değiştiremeyeceğimiz ve bizim irademizi aşan bütün dış çerçeve. ABD Irak'ı
terk ediyor. Ortadoğu denklemi içinde Türkiye güçleniyor. Kürt siyasal hareketinin içine yerleşeceği ve
gelişeceği bir aralık kalmıyor. Şiddet yöntemleri kullanan bir Kürt siyasal hareketi ancak kendisini yok ederek
karşı tarafa zarar verebilir. Kazananı olmayan bir savaşı, Clausewitz'in tanımladığı şekilde siyasî amacı olmayan
bir savaşı sürdürmek çılgınlık. Öbür taraftan Türkiye, önünde açılan boşluğu doldurmak ve içeriyi düzene
sokmak için hem kendi Kürtleri, hem de Kuzey Irak'takiler ile barışmak zorunda. Subjektif şartlar ise karşılıklı
etkileşim veya mücadele içindeki aktörlerin karar ve eylemleri ile oluşuyor. Objektif şartlara bakmak gerçekçi
olmayı; subjektif şartlara uygun davranmak cesaretle adım atmayı gerektiriyor. Objektif şartlar barışı zorluyor;
subjektif irademiz buna yetecek mi?
Cumhurbaşkanı Abdullah Gül'ün "İyi şeyler olacak" sözü bir dönüm noktası oldu. Bugüne kadar hükümet
cephesinin söyledikleri geri dönüşü olmayan bir yola girildiğini gösterdi. Kürtler umutlu. Öcalan, objektif ve
subjektif şartlara bakarak yolu açmak için devenin üzerindeki yükün Kürt tarafındaki ağırlığını azaltmaya
çalışıyor. Takipçilerine taktik değil, bütünüyle stratejik bir geri çekilme öneriyor. Öcalan'ın açıklayacağı yol
haritası da bu stratejik geri çekilmenin ana hatlarını içerecek.
"Demokratik konfederalizm"in yerini, mütevazı bir yerel yönetimler reformu ile çözülecek "demokratik
belediyecilik"e bırakması, bu geri çekilmenin göstergelerinden biri. Son avukat görüşmesinde Öcalan'ın, devletin
PKK'ya karşı kullandığı jargona müracaat ederek "ben bölücü ve ayrılıkçı değilim" diyerek kendisini savunması
da anlamlı bir gösterge. Sorunu "bir onur meselesi" olarak formüle etmesi de ağırlığı azaltma teşebbüsü olarak
150
yorumlanmalı. Kendisini çözümün merkezine yerleştirmesi de dahil, Öcalan'ın gösterdiği teorik analiz
yeteneğini ciddiye almak lâzım. Ne de olsa Mülkiyeli.
Siyasi hesapların yol haritası
DTP'li politikacıların ayaklarını bastıkları zeminde santimetrekareye düşen siyasî yoğunluk, Meclis'teki diğer
partililerden herhalde 50 katı daha fazla olmalı. "Öcalan muhatap alınsın" diyen DTP'li politikacılar, PKK'nın
karmaşık yapılanmasının içinde kendi bireysel siyasî hesaplarının peşindeler. Silahın gölgesinin kalkması bile
Kürt siyasetini çoğullaştırıyor. Çoğullaşmış bir Kürt siyaseti çözümün de çoğullaşması demek.
Bu tarafta yani karşı kutupta ise tersine bir yığılma var. CHP'nin mütereddit bir iki çıkıştan sonra MHP'lileşmesi
bu yığılmanın göstergelerinden biri. Demek ki çözüme karşı çıkmanın siyasî rantı var. Gerçekten var mı?
Hükümetin attığı her adımda AK Parti'nin oyları eriyecek mi ve sonuçta kendini feda etmiş olacak mı? CHP'nin,
MHP'nin önündeki pastaya ortak olması, seçmen eğilimlerinin bu yönde olduğuna bir kanıt. Parti liderleri halkın
nabzını sürekli ölçüyorlar. Demek ki çözüm oy kaybettiriyor, çözüme karşı çıkmak da oy kazandırıyor. Bu
hesaplar doğru mu? Bu siyasî hesapların çizeceği yol haritasıyla, Türkiye'nin yakıcı Kürt sorunu çözülebilir mi?
"Demokratikleşme açılımı" partiler üstü millî bir mesele olmalıydı. Daha yöntemin konuşulduğu, göçün henüz
yola düzülmediği aşamada edilen ihanet lâfları diyalog imkânını ortadan kaldırdı. CHP'nin kararsızlığı da
başlangıçta MHP'nin temsil ettiği çözümsüzlüğün zaferi olarak görülebilir. Ama çözümsüzlüğün içinde taşıdığı
bir paradoks var. Bu paradoks çözümsüzlüğün bir çözüm olmadığının anlaşılmasından ibaret. Adına ne derseniz
deyin Türkiye'nin önemli bir sorunu var. AK Parti'nin attığı her adıma karşı çıkmak yeterli değil, siz de bir
çözüm göstermek zorundasınız. Göstermediğiniz zaman arkanıza geçen halk desteği temmuz güneşi görmüş kar
gibi hızla erimeye başlar.
AK Parti hükümeti omuzlarına büyük bir siyasî yük aldı. Bu yük altında ezilme riski mevcut. Tersine, aldığı
riskin büyüklüğü nispetinde siyasî kazanç ihtimali de. Yol haritasını Türkiye'nin siyasî topoğrafyası çiziyor. Tek
başına kimse değil. Bu siyasî topoğrafyanın çizdiği yol ise bir Sırat Köprüsü'ne benziyor. Kıldan ince kılıçtan
keskin. Üstelik inişleri, çıkışları ve virajları var. Göçü taşıyan deve Sırat Köprüsü'nde yol almaya başladı bile.
Süvarinin hem göçü yolda düzmesi, hem dengeyi sağlaması hem de hiç yanlış adım atmaması lâzım. İki taraf da
uçurum. Şartların objektifi de subjektifi de böyle. Abdullah Öcalan'ın açıklayacağı "yol haritası"nın objektif
şartların analizine dayanacağını ve gerçekçi olacağını tahmin ediyorum. Muhtemeldir ki stratejisi, geri çekilmiş
bir sempati taarruzu olacak. Geriye MHP'nin köpürttüğü öfkenin biraz dinmesini beklemek kalıyor. Subjektif
şartlar, bu öfkenin orta vadede MHP'ye çok şey kaybettireceğini, dolayısıyla geri adım atacağını haber veriyor.
Çözüm bütünüyle AK Parti'nin göstereceği dirayete ve maharete kalıyor. [email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=880288&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
14.08.2009
7) Kokoreç ikramı ve etnik sorunlar
Kavga kokoreçten, daha doğrusu kokoreç ikramından çıkmış. Önceki gün Çanakkale Bayramiç'i ayağa kaldıran
olay, aslında gündelik hayat kadar doğal. Sokakta yapılan düğünde, düğün sahibi, davetlilere kokoreç ikram
etmiş. Kasabın çırağı, hangi sebeple bilinmez, iki Kürt vatandaşı bu ikramdan mahrum bırakmış.
Bu iki vatandaş da kızmış ve muhtemeldir ki başka faktörlerin de devreye girmesi ile olay büyümüş. Sonunda iş
karakola intikal etmiş. Kars Arpaçay nüfusuna kayıtlı Fahrettin Baydo'nun, Bayramiç CHP ilçe yönetim kurulu
üyesi Uysal Yılmaz'ı bıçaklamasının ardından, halk sokaklara dökülmüş.
Avrupa Birliği sürecinde, kokoreçin yasaklanmasından sonra bu tür olaylar sona ermeyeceğine göre, bir
açıklamaya ihtiyacımız var. Bayramiç'teki bu olay etnik bir çatışma mı? Çözüme yaklaştığımız anda bir KürtTürk çatışması mı ortaya çıkıyor? Son günlerdeki "Kürt açılımı" etrafında tırmanan siyasî tartışmalar, toplumda
etnik bir gerilime mi dönüşüyor?
151
Demokrasilerin etnik boyutu
Son seçimden galip çıkmış bir belediye başkanı, seçim sürecinde yaşadıklarını anlatıyordu. Aday adayı
olduğunda, aynı partiden karşısına çıkan en güçlü rakibinden bahsetti. İlçe büyük ve kozmopolit, nüfus gelen
göçlerle oluşmuş. "Benim karşıma çıkan rakibin etnik kökenini, bu seçim vesilesiyle öğrendik." dedi. Rakibi,
etnik destek arayışına girişmiş ve ilçede mevcut olmayan bir etnik kutuplaşmaya yol açmış. Seçim sonrasında
etnik kökenlerin siyaset terazisinde artık bir ağırlığı bulunuyormuş.
Geçen yıl Adapazarı'nda vuku bulan ve Bayramiç'tekine benzeyen olayların mekanizması da aynıydı. İki
delikanlı kişisel davalarını görürken zayıf kalmışlar. Hemen, kendi etnik kökenlerini hatırlayıp çevreyi ayağa
kaldırmışlar. Bunun adı çözülemeyen bireysel sorunun siyasallaştırılmasıdır. Kendi bireysel kavganızı siyasal
boyuta taşıdığınız zaman eğer eliniz daha güçlü olacaksa, sizin bu yola girmenizi kim engelleyebilir?
Büyük çatışmaların kıvılcımı hep bu bireysel olaylarla atılır. Bir kız kaçırma olayı, anında bir kan davasına
dönüşür. Bir tarlanın sınır kavgasından iki köy karşı karşıya gelir. Eğer iki düşman birey arasında bir de etnik
veya mezhebî bir fark varsa ve şartlar da uygunsa alın size bir etnik çatışma. Bu bireysel sorunlara bir de
ekonomik çıkarları ekleyin. Batı illeri Güneydoğu ve Doğu'dan nüfus çekiyor. Gelenler daha düşük ücretlerle ve
kötü şartlarda ekmek parası peşine düşünce, yerli yoksulların standardı düşüyor. Doğan rekabete bir de
gelenlerin dayanışması eklenince siyaseti bataklığa çevirecek düşman kamplar ortaya çıkmış oluyor.
Parti kelimesi bir bütünün parçasını anlatır. Siyasî partiler demokrasisinin işleyebilmesi için parçalardan bütüne
gitmek gerekir. Bir yerde yolunuzu ve dengenizi kaybederseniz, particilik toplumu daha derin bölünmelere de
savurabilir. Etnik kökenimiz bize ait değil; yani bizim seçimimiz değil. Şayet iradî tercihinizin eseri olmayan
niteliklerinizin üzerine siyaset inşa edilirse, o zaman iradenizle yani kendi seçiminizle varabileceğiniz hiçbir
hedef kalmaz. Etnik kökene dayanan siyaset, toplumu orman kanunlarının geçerli olduğu vahşi bir düzene
sürükler. İnsan etnik kökenini belirleyemez; ama tercihleri ile medenî ve daha ileri bir toplum inşa edebilir.
Ergenekon'suz Kürt açılımı
Bütün mesele halkın duygu, düşünce ve eğilimlerini yönetmek. Böylece bir iktidar oyununu yönetmiş
oluyorsunuz. Açıklanan 3. iddianame, Türkiye'de kanlı siyasî operasyonların, dolayısıyla iktidar oyununun nasıl
tezgâhlandığını anlatıyor. Alevî önderlerine yönelik suikast planları Türkiye'nin en çetrefil sorunu olan Alevî
sorunundan bir iktidar projesinin nasıl çıkartıldığını gösteriyor. Bugün Ergenekon silahlı terör örgütü kendi
başının derdine düşmüş vaziyette. "Demokratikleşme açılımı"nın Türkiye'yi bir barış ve huzur dönemine doğru
taşıma şansı doğrudan Ergenekon'un enterne edilmesi ile bağlantılı olacak. Ergenekon iş başında iken Türkiye
kolaylıkla ilkel bir Türk-Kürt çatışmasına sürüklenebilirdi.
Türkiye'nin sorunu bir terör veya PKK sorunu değil. Sorunu bir terör sorunu olarak tanımlamakta ısrar edenlerin,
marjinal bir ideolojinin, Stalinist taktiklerle oluşturulmuş Marksist-Leninist bir örgütün Kürtleri temsil
yeteneğini açıklayabilmesi lâzım. Normal şartlar altında DHKP-C ne ölçüde bir Türk örgütü ise, PKK'nın da o
ölçüde bir Kürt örgütü olması gerekirdi. PKK'nın kendisini terör başlığı altında bir soruna dönüştüren Kürt
sorunu değil mi? Bugün çözmeye çalıştığımız sorunu yaratan aktörleri alt alta sıralasak, şiddet yöntemlerini
kullanan PKK mı yoksa 1983 yılında giderayak kanun çıkartarak Kürtçeyi yasaklayan 12 Eylül diktası mı daha
ön sırada yer alır? Diyarbakır 5 No'lu Cezaevi'ni bir kin ve nefret bataklığına çeviren dönemin zorbaları mı,
yoksa Öcalan mı son 25 yılın hesabında daha fazla pay sahibidir? Bu sorulara verilecek doğru cevap, bulunacak
çareyi de gösteriyor.
Türkiye'nin Bayramiç'teki kokoreç kavgası gibi, etnik bir çatışmaya sürüklenme ihtimali var mı?
Ben bu ihtimale karşı Türkiye'nin sigortasının MHP olduğunu düşünenlerdenim. Bugüne kadar dökülen onca
kana rağmen bir Türk-Kürt çatışması ortaya çıkmadıysa, MHP'nin bu sonuçtaki payı inkâr edilemez. Aynı
şekilde bu saatten sonra özellikle Batı illerinde bir etnik düşmanlık tırmanacaksa, MHP sorumluluk duygusu ile
hareket edecektir.
152
Ankara'daki siyasî tartışmaların Bayramiç'teki kasap çırağına, "iki Kürt vatandaşa kokoreç ikram etmemek"
şeklinde yansımasında bir yanlışlık olmalı. Hedef kitleye böyle yanlış ulaşacak çok sayıda mesaj son günlerde
seri olarak üretilmiyor mu? Bu yanlışlığın sorumlusu kim?
Türkiye, Cumhuriyet tarihinin en zorlu sorununu çözmeye çalışıyor. Bu sorunun çözümü sadece hükümetin
önümüze koyacağı pakete bağlı değil. Herkes sözüyle ve özüyle ortaya çıkacak olan çözümde yani çözümün
şekli ve içeriğinde pay sahibi olacak. Bu ülkenin ortak çıkarına uygun davranmak ve hukukla kayıtlı olmak,
bütün tarafların ortak vasfı olmalı. En temel soru ise şu: Ergenekon terör örgütünün içeride olması yetmeyebilir;
birileri niyetlendiğinde önümüze çıkacak muhtemel provokasyonları önleyebilecek gücümüz var mı?
[email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=877817&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
07.08.2009
8) Polis Akademisi'nde 'Türkiye Modeli' Çalıştayı
Dün, Ankara'da Polis Akademisi'nin Anıttepe'deki yerleşkesinde önemli bir çalıştay yapıldı. Çalıştay "Kürt
meselesinin çözümü: Türkiye modeline doğru" başlığını taşıyordu. Çalıştay, İçişleri Bakanı Beşir Atalay'ın hafta
içi yaptığı tarihî basın toplantısını takip ettiği için çok önemliydi.
Devlet ilk defa Kürt sorununun çözümünde resmî bir taahhütte bulunmuş ve yıllardır her şeyin içine tıkıldığı
dolabın kapağını açmıştı. İçişleri Bakanı'nın bu açılım için kullandığı "Demokratikleşme açılımı" tabiri başta
olmak üzere yönteme dair koyduğu perspektif ve yine yönteme dair verdiği detaylarla önümüze geniş bir ufuk
açılmıştı. En önemlisi hayal kırıklıkları ve acılarla dolu tarihin artık sona erdiği ve umut edebilecek çok şeyimiz
olduğunu anlamıştık. "Demokratikleşme açılımı" sorunun çözümü için sabırla kat edilecek bir müzakere süreci
öngörüyordu. Dünkü çalıştay bu müzakere sürecinin ilk adımı olarak kayıtlara geçmeli. Çalıştayın Polis
Akademisi'nde yapılması, devletin bilimsel yöntemleri devreye soktuğunu gösteriyor. Polis Akademisi,
yurtdışında doktora yapmış çok iyi uzmanları bünyesinde barındırıyor. Daha önemlisi, demokratikleşme
açılımının resmî sahibi ve sorumlusu olan İçişleri Bakanı Beşir Atalay'ın da başından sonuna kadar katıldığı bu
çalıştayla müzakere süreci artık resmen başlamış bulunuyor.
Çalıştaya gazeteci ve benim gibi köşe yazarlığı yapan akademisyenlerden toplam 15 kişi katıldı. Hepsinin ortak
vasfı Kürt sorununa yıllardır kafa yormuş, çare aramış ve çözüm önerileri geliştirmiş; kısaca elini taşın altına
koymuş entelektüeller olması. Bazılarının fikirlerine katılmayabilirsiniz; ama hepsini ayrı ayrı kanın akmasını
durdurmak ve soruna kalıcı bir çözüm bulmak adına iyi niyetli çaba gösterirken takip etmiş olmalısınız. Hasan
Cemal, Cengiz Çandar, Fehmi Koru, Ali Bayramoğlu, Oral Çalışlar, Ruşen Çakır, İhsan Dağı gibi isimler
çalıştayla konuşulanlar hakkında fikir vermek için yeterli.
Çalıştay iki oturum ve iki başlık altında yapıldı. Birinci oturum "Süreç kapsamında yapılması gerekenler:
Yöntem ve yönetim" başlığını taşıyordu. Bu başlık altında bir yöntem olarak açılımın siyaset ve kamuoyu
iletişimi tartışıldı. İkinci oturumun başlığı ise "Demokratikleşme paketinde neler olmalı?" idi. Genel kanaat
özetle şöyle:
Silahın mutlaka bırakılması gerekli. Bu konuda taviz verilmemeli. Demokratikleşme açılımının partilerüstü
olması ve parlamentonun asıl sorumluluğu üstlenmesi lâzım. Açılımın toplumda bir galibiyet/mağlubiyet
denklemi içine yerleştirilerek, milliyetçi grupların tepkilerini ve bu tepkileri yönlendirecek provokasyonları
tetikleme riski bulunuyor. Kürt açılımına milliyetçi bir tepki gelebilir. Ama aynı zamanda bu açılımın topluma
bir "Türkiye Atılımı" olarak yansıma fırsatı önümüzde duruyor. Kürt sorununu çözmüş bir Türkiye'nin bölgesel
kazanımları, bu fırsat dünyası hakkında bir fikir veriyor.
Devlet değişti. Devlet katında yeni bir Türkiye paradigmasını stratejik ufkumuza yerleştirmek lazım. Kürt
sorununa getirilen çözümün bir iktidar kavgasına dönüşmemesi ve parti rekabetinin bu sorundan uzak tutulması
şart.
153
Silahlı çatışmanın sona ermesi ve somut demokratikleşme paketi dışında çözülmesi gereken psikolojik ve
sosyolojik engeller var. Kürtlerin görünür olma, yani psikolojik olarak da kendilerini eşit ve onurlu yurttaşlar
olarak görme taleplerinin de karşılanması gerekiyor.
Polis Akademisi Başkanı Zühtü Aslan'ın "bu toplantı devlet toplantısı değil" açıklamasına rağmen çalıştay
resmen, Türkiye'nin Kürt sorununa dair devletin, konuya emek harcamış kanaat önderlerinin görüşlerine
müracaat ettiği bir toplantı oldu. Devlet adına bu sürecin resmî sorumlusu ve sözcüsü haline gelen İçişleri Bakanı
dört saat boyunca konuşulanları dikkatle dinledi. Ama kendisi kimseye devlet adına bir telkinde bulunmadı.
Benim gözlediklerim ve dinlediklerim iyimserliğimi artırdı. Sağduyu doğru olan istikameti gösteriyor.
Türkiye'de bütün tarafla bu ağır sorunu çözmek için her şeye, en başta da bizi hep doğru çizgide tutacak olan
sağduyuya sahip. [email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=875828&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
02.08.2009
Zaman: Mümtaz’er Türköne (september)
9) Açılımın yelpazesi ve milliyetçilikler
1 Ekim'de Meclis'in açılışı ile birlikte "demokratikleşme açılımı"nın ikinci evresi başlayacak. Yöntemin
tartışıldığı, tarafların nabzının tutulduğu ve zeminin sağlamlaştırıldığı başlangıç evresi sona erecek. Sürecin
ateşleyicisi Cumhurbaşkanı Abdullah Gül olmuştu. Meclis'in açılışında yapacağı konuşma muhtemelen bu yeni
evre için de önemli yol işaretlerinden birini teşkil edecek.
Saflar belirginleşti, herkes yelpazedeki yerini aldı. Ortaya renkli ve zengin bir yelpaze çıktı. Şiddetin egemen
olduğu şartlarda öfke, korku, acı, nefret kısaca duygular hükümranlığını ilan eder. Çözümün peşine düşüldüğü
zaman siyaset, yani akıl devreye girer. Yelpazeyi zenginleştiren de siyasetin ürettiği çoğul akıl.
"Demokratikleşme açılımı" siyasî kimlikleri yeniden tanımlayan, bütün siyasî kanaatleri yeniden oluşturan ana
çerçeveyi oluşturuyor. Türkiye sadece Kürt sorununu çözmüyor; Kürt sorununu da çözecek şekilde siyasal
altyapısını yeniden oluşturuyor. Açılımın yelpazesi bu yüzden doğrudan doğruya siyasî kimlikleri ve tutumları
temsil ediyor. Artık yöntem yerine çözüm alternatiflerinin tartışılacağı yeni evrede aklın egemen olduğu ana
yelpazeyi yakından takip etmemiz lâzım.
Bu yelpazeyi takip edebilmek için birkaç ıskalayı bir araya getirmemiz lâzım. Bu ıskalaların başında milliyetçilik
geliyor. Bu yelpazenin bir tarafında Kürt ulusalcılığı (kendi tercihleri olduğu için bu tabiri kullanıyorum) diğer
tarafında Türk milliyetçiliği yer alıyor. Yelpazenin ortasında ortak hukuka tabi olmaya ve vatandaşlık esasına
dayanan modern bir ulus anlayışı yer alıyor. Milliyetçilik ıskalası Kürt seperatizmi ile devlet milliyetçiliğini
açılım yelpazesinde karşı karşıya getiriyor. Oral Çalışlar'ın Radikal'deki köşesinde mukayese ettiği "hâkim
ulusun milliyetçiliği" ile "ezilen halkların milliyetçiliği" modası geçmiş bir fanteziden ibaret. Soğuk Savaş
dönemine özgü bu Leninist jargonun, bugünkü dünyada bir karşılığı yok. Ulus devletlerin abartarak tedavüle
soktuğu devlet milliyetçiliği ile "ulusal kurtuluş" iddiasındaki seperatist milliyetçilikler birbirlerinin ikiz
kardeşleri. Her ikisi de totaliter ideolojilerle ve otoriteryen kişiliklerle besleniyor. Birincisi demokrasiyi bir
sapma hali olarak görüyor, devletin güvenliğinin topluma emanet edilemeyeceğine inanıyor. İkincisi peşinen her
türlü çözümü "önderliğe" havale ederek demokrasiyi Kürt ulusalcılığının ziynet eşyasına dönüştürüyor.
Türk milliyetçiliğinin farklı türleri var. Bu farklı türler neredeyse dünya üzerinde tasnif edilen bütün
milliyetçilikleri içeriyor. Türkiye'de ırkçılık Cumhuriyet'in ilk yıllarında bir elit saçmalığı olarak kaldı.
Anadolu'nun ve Türk halklarının karmaşık etnik yapısı ırkçılığı imkânsız kılıyor. Bir Kıpçak Türk'ü ile bir Oğuz
Türk'ünü yan yana getirdiğiniz zaman ortak ırk iddiasına kimseyi inandıramazsınız. Türk milliyetçiliğinin bütün
etnisitelerde var olan "ortak soy" veya "kan bağı" iddiasını genetik olarak ispatlamak imkansız. Kürt
ulusalcılığının ise otokton bir halk olarak ırkçılığa açık bir kapısı var. "Ezilen halk milliyetçiliği" tabiri bu
ırkçılığı saklamak için yeterli değil. İnsanın doğumu ile kazandığı niteliklere siyasî değer atfetmek ve bu
154
nitelikleri siyasî kimlik olarak tanımak ırkçılıktan başka bir şey değil. Açılım yelpazesinin iki ucunda karşılıklı
olarak ırkçılık besleniyor. Bu ırkçılık türlerinin beslendiği siyasî değerler birbirinin tıpatıp aynısı: Ötekine
düşmanlık, demokrasi karşıtlığı, şiddet eğilimleri ve totaliteryanizm gibi.
Açılımla birlikte yaygınlaşan "ulus devlet düşmanlığı"nı da bu yelpazede bir yere yerleştirmek lâzım. Bütün
kötülüklerin sebebi olarak "ulus-devlet"i göstermek dünyada hakim olan uluslararası düzene karşı bir ütopya
geliştirmeyi gerektiriyor. Halbuki sorun "ulus-devlet"te değil, "ulus-devlet"in dayandığı "ulus"ta. "Ulusdevlet"in, 72 milyonu gönüllü olarak içinde barındıran bir ulus tanımına ihtiyacı var.
Açılımın yelpazesini belirleyen diğer ıskalalar üzerinde ayrıca durmak gerekiyor. [email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=896650&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
27.09.2009
10) 'Son terörist' kim?
"Son terörist yok edilene kadar" sözünü, bir çocuk safiyetiyle ciddiye alıp soralım: "Son terörist acaba kim?"
Gözümüzde canlandırmaya çalışalım. Karanlık bir surat. Yılan gibi bakan gözler. Sırtını bir ağaca vermiş, eli bir
keleşin kabzasında.
Veya karanlık bir odada, bir C-5 kalıbına uzaktan kumanda ile ateşlenecek bir bomba düzeneği yerleştiriyor.
Gözünüzün önüne bütün alternatifleri getirin. Acaba kim? Şu anda nerede? Ne düşünüyor?
Pazar günü yazdığım "Son terörist ve 12 Eylül'ün son mağduru" başlıklı yazıya çok fazla tepki aldım. Yaptığım
12 Eylül'ün uyguladığı sistematik "devlet terörü" ile, 25 yıldır yok etmek üzere peşinde olduğumuz "son terörist"
arasında bir illiyet bağı kurmaktı. İlliyet bağı veya bir ortak payda.
Bu "illiyet bağı" veya "ortak payda" Kürt sorununu çözecek olan "demokratikleşme açılımı"nın ruhunu
oluşturmalı. "Devlet terörü" sona ermeden, sona erdiğinden ve bir daha geri dönmeyeceğinden emin olmadan
"son terörist"i bulamayız. Kendi adıma konuşayım: Bu ülkede bir daha devlet terörü olmayacağına inanırsam,
"son terörist"i bulur ve kendi ellerimle ben yok ederim. Şayet bir şekilde "devlet terörü" yeniden hüküm sürerse
o zaman "son terörist" ben olurum. Elime silah alacak halim yok. Bütün vatandaşları kaplayacak isyan
duygusunu ifade ediyorum.
Devleti var eden hukuktur. Devlet kendisini var eden hukuku çiğnediği zaman meşruiyeti kalmaz. Devletin sahip
olduğu şiddet kullanma ayrıcalığını yerine getiren güvenlik birimleri, ellerindeki silahı hukuk dışında
kullandıkları zaman bunun adı "devlet terörü"dür. Terörün en acımasız, en yıkıcı ve en zalim biçimi budur.
Hiçbir terör biçimi, devlet terörü kadar insan onuruna ve merdaneliğe aykırı olamaz.
Yıllar boyu, özellikle genç nesiller devlet terörüne maruz kaldı. Kimliğimizde, kişiliğimizde, düşüncelerimizde,
ilişkilerimizde, gece gördüğümüz rüyalarda bu terörün izleri var. Devlet terörünün şekillendirdiği bir ülkede
yaşarken, bizi hâlâ esir tutan bu zincirlerin hesabını görmeden, önümüzde duran sorunlarla baş edemeyiz. Hiç
olmazsa bu sebep-sonuç ilişkisini fark etmeliyiz.
Anlatılanları bir kenara bırakın. Deniz Gezmiş, yaramazlık yapan bir çocuktu. Asılması "devlet terörü" idi.
70'lerin ikinci yarısında azan sokak terörünü, işte bu "devlet terörü" tetikledi, besledi ve büyüttü. Türkiye sancılı
bir şekilde yeni bir hayat kalıbına dökülüyordu. Bu sancılar içinde sağa sola savrulanları alıp kışkırtan devlet
içinden birileri, devlet terörü ile bir iktidar projesi çıkarttı. Bu iktidar projesinin amacı 12 Eylül darbesiydi.
Devlet bu proje için terörü tırmandırdı, tırmandırmak için cinayetler işledi. Hâlâ ortaya çıkartılamayan fail-i
meçhul cinayetlerin failleri, bu devlet içine yerleşmiş resmi sıfatlı teröristlerdi.
Tek başına 12 Eylül'de Diyarbakır Cezaevi'nde icra edilen devlet terörü olmasaydı, PKK terörü bu kadar uzun
süre var olabilir miydi? 12 Eylül diktası giderayak Kürtçe rüya görmeyi bile yasaklayan bir kanun çıkartarak
terör estirmeseydi, Kürt sorunu bu kadar büyür müydü?
155
"Demokratikleşme açılımı" etrafında kutuplaştığımız üniter devlet, ulus devlet, resmi dil, milli kimlik gibi
kavramlar bir kenarda dursun. Aradığımız şey hukuk. İfade sokak ağzında yerini buluyor. Terörün her türü
kahpelik. "Önce devlet biraz delikanlı olsun."
12 Eylül'ün 29. yıldönümünde yazılanlar ve konuşulanlar toplumun geçmişiyle hesaplaşarak geleceğini
kurtarmaya azmettiğini gösterdi. Bu azimle "son terörist"i de bulur ve etkisiz hale getiririz. Acı tecrübelerimizle,
devlet terörünü başını kaldıramayacak şekilde yerin dibine gömdüğümüz gün "son terörist"in de hakkından
geleceğimizi biliyoruz.
Kim oldukları önemli değil; "son terörist"ler bizim sabrımızla, yüreğimizle, aklımızla buharlaştırıp yok
edeceğimiz kişiler. [email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=892342&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
15.09.2009
11) Baykal 'açılım'a karşı mı?
Baykal'ın sözlerindeki artılar ve eksiler alt alta yazılıp dikkatle toplandığında, açılıma karşı olmadığı sonucu
çıkıyor. Baykal'ın sözlerinde izleyenlerin birbirine karıştırdığı iki farklı alan var.
Birincisi ilkeler alanı. Başbakan'ın atıfta bulunduğu, Baykal'ın da sahip çıktığı SHP'nin "Kürt Raporu" bu ilkeler
alanına ait. Etnik kimliği bireysel hak ve özgürlükler alanı olarak tanımlaması da yine ilkelere dair bir tercihi
ifade ediyor. Baykal'ın medd ü cezirlerinin bulunduğu alan ise siyasî taktik alanı. Başbakan partisinin açılım
sürecini yönetiyor. Baykal da partisinin politikasını. Başbakan'la polemikler yapıyor, keskin lâflar ediyor. Kısaca
politika yapıyor. Bize düşen bu iki farklı alanda karşımıza çıkan iki farklı Baykal'ı birbirine karıştırmamak.
Karıştırmadan baktığımız zaman Baykal'ın "açılım"a ilkesel olarak karşı çıkmadığını görebiliriz.
Baykal ile uzun yıllar mesai arkadaşlığı yaptıktan sonra bugün AK Parti'de politika yapan birinden, bir Baykal
profili dinlemiştim. Baykal'ın politikalarının anlık etkilere ve kararlara açık, bu yüzden istikrarsız olduğunu
anlatıyordu. "Şeyh Edebali" ve "Anadolu Solu" çıkışını örnek verdi. Güya biriyle konuşuyor, dinledikleri hoşuna
gidiyor ve kapıda hemen gazetecilere satıyor. Ben Baykal'ın politik reflekslerinin bu kadar basit olduğunu
düşünmüyorum. Baykal'ın entelektüel donanımı derin. Yıllar önce sosyal demokrasinin kurucusu kabul edilen
Bernstein üzerine yaptığımız sohbette, bu derinliği görmüştüm. Bu entelektüel yeteneğin üzerine yılların politik
birikimini ve özellikle örgütsel yeteneğini eklediğiniz zaman, karşınızda gramer açısından tek bir hatası olmayan
kitabî cümleleri peş peşe makale yazar gibi sıralayan hitabet yeteneğine de sahip bir politikacı çıkıyor. Dünyanın
kendi etrafında döndüğünü zanneden bütün politikacılar gibi, cümlelerinin satır aralarındaki nüanslara dikkat
etmemizi bekliyor.
Bu nüanslar Baykal'ın "açılım"a karşı olmadığını, ama zor durumda olduğunu gösteriyor. "Şu mektepler olmasa
maarifi ne güzel yönetirdim" diyen Maarif Nazırı Safvet Paşa gibi Baykal da, "Şu demokratikleşme açılımı
olmasaydı ne güzel politika yapardım" telaşında. Kürt sorunu CHP'yi sıkıştıran, zorlayan bir sorun.
Kürt sorunu, CHP'yi sol bir parti olup olmayacağına karar vermeye zorluyor. CHP'nin artık antik vasfı haline
gelen solculuğunu yeniden keşfetmek için son fırsat. Demokratikleşme açılımı boyunca sol politikalar
geliştirmeyi başaramayan CHP'yi partiler mezarlığına gömmemiz gerekecek. Kürt sorununu ağırlaştıran temel
parametrelerden biri, Güneydoğu'da seçmen tabanı olan bir ulusal sol partinin yer almaması değil mi? AK Parti
ile Güneydoğu'da rekabet edebilen bir CHP mevcut olsaydı, bugün çözüm daha kolay olmaz mıydı? Bu ağır
tablo kimin eseri?
"Demokratikleşme açılımı"nın seçmen tabanında parti rekabeti Batı illerinde sürüyor. Bu illerde CHP, MHP'ye
oy kaptırıyor. Baykal'ın politik taktiklerinin ve ikircikli söylemlerinin arkasında bu oy kaymaları var. CHP,
gündeme gelen bu sorun yüzünden oy kaybediyor.
156
Bütün detayların arasında Baykal'ın söyleminde üzerinde durulması gereken ana nokta, etnik kimlikler ile ulusal
kimlik arasında yaptığı tercih. İlkeler düzeyinde CHP'yi anlamak için bu noktaya eğilmek lâzım. Baykal, MHP
söylemine yakın bir formülle "Türk millî kültürünün bir etnik kimlik olmadığını" söylüyor. "Devleti bölmeyelim,
milleti bölelim" diye tanımladığı ve eleştirdiği tavır, soruna bir ulusal sorun olarak baktığını gösteriyor.
CHP'nin açılım bir kenara Kürt sorunu konusundaki ilkeleri hâlâ berrak değil. Etnik kimliği bireysel hak ve
özgürlükler çerçevesinde meşrû kabul eden bir CHP bile, açılıma ciddi bir destek vermiş olacak.
Baykal açılıma kapalı değil. Politik kaygılarını aştığı takdirde, açılımı eleştiren ama katılan taraflarından biri
olmasını beklemeliyiz. [email protected]
http://www.zaman.com.tr/yazar.do?yazino=890793&keyfield=4BC3BC72742061C3A7C4B16CC4B16DC4B1
11.09.2009
157

Benzer belgeler